ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
No. 5071.
28sleJaarg.
Donderdag 25 April 1872.
VERPACHTING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee 2ijn voornemens op Woensdag den 1 Mei a. s.
te 12 uur des middagsop het Raadhuisin het
openbaar te VERPACHTEN:
Do GR ASMAAIJIN G van Iiot
onbeplant {jedeelte van liet ge-
effeiul terrein der Zuidzelke,
i>ui tonde Zuidliiivoiipoort in deze
gemeente ten noorden en zuiden
van den Provincialen Straatweg
naarZype, voor dit loopende jaar,
ingaande met den dag der goedgekeurde verpachting
en eindigende den 31 December van dit jaar, en zulks
op dezelfde voorwaarden waarop deze grasmaaijing in
het vorige jaar is verpacht geweest en die van heden
af ter lezing liggen ter Gemeente-Secretarie.
ZïEaiKZEE den 12 April 1872.
De Burgemeester en Weihouders,
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Kennisgeving.
De BURGEMEESTER van Zienkzee brengt ter ken
nis van de Ingezetenen, dat er op Vrijdag den 26sten
April o. k., des namiddags te 6 ure, op het Raadhuis
alhier, eeno openbare Vergadering van den Gemeente -
Raad zal gehouden worden.
Ziekikzee den 24 April 1872.
De Burgemeester,
B. C. CAU.
De Veepest-conferentie te Weenen.
Men zal zich herinneren dat eenige weken geleden
de heer Nierstrasz de Regering in de Tweede Kamer
heeft gevraagd naar de redenen waarom zjj niet was
toegetreden tot de Weener conferentie. De Regering
achtte de zaak uitsluitend van belang voor Oostenrijk
en Ruslandzjj meendedat de conferentie alleen
moest dienen om Rusland te bewegen krachtige maat
regelen te nemen om den uitvoer van aangetast of
besmet vee te verbieden; zjj achtte zich nietgeregtigd
zich te mengen in eene zuiver Russische aangelegen
heid. En bovendien, wnt moesten wjj door die confe
rentie leeren Wjj konden wel als leermeesters niet
als leerliogen optredenwjj wisten door ondervinding,
welke de eenige afdoende maatregelen waren om het
kwaad te betengelen. Wij waren in de geheimen
ingewpdwaarom zouden wjj die aan de andere mo
gendheden mededeelen De interpellatie heeft geen
gevolg gehad de heer Nierstrasz wasals altijdte
hard van stal geloopen en van eene zuiver sociale
quaestie werd aanstonds een politiek wapen gesmeed.
Eene oppositie, die te ongeduldig is beloopt de straf
die zjj verdient. Zij wekt geen vertrouwen men vraagt
is het u wel om de zieke beesten te doen of beoogt
gij niet andere zaken
Intusscheu komt het ons voor, dat de Regering,
door niet toe te treden tot deze conferentieheeft
gedwaald te goeder trouwmaar toch gedwaald.
Dat moet men haar nu niet al te euvel duiden. De
beste Regering kan te goeder trouw dwalen, en waarom
zou de tegenwoordige Regering niet eveneens kunnen
dwalen De waarheid is (en dit bljjfet thansnu de
conferentie is afgeloopen)dat de bijeenkomst inderdaad
droeg een internationaal karakterdat op die conferentie
over veel meer werd gehandeld dan over ile maatre
gelen van voorzorg, welke door de grenslanden ten
aanzien der besmettinguit de steppen van Rusland
voortgekomenbehooren genomen te wordendat
bijna al de rjjken van ons werelddeel zelfs Engeland,
er vertegenwoordigd waren. Moet het nu geeu zon
derlingen indruk maken dat Nederland het land, dat
het meest door den veetyphus geleden heeft; het
land, dat zjjn rijkdom en welvaart het meest aan den
landbouw verschuldigd isdoor afwezigheid schit
terde? Er bestond geen enkele afdoende reden voor
onthoudinghet gold geen locaalmaar wel degelijk
een internationaal belang; men wilde niet alleen den
uitvoer van ziek vee uit Rusland maar uit alle andere
lauden waarin de veetyphus uitbarsttegengaan. De
conferentie was niet tegen Rusland maar tegen den
veetyphus zelf gerigt. De conferentie droeg geljjk
de Weener Presse mededeelde niet een wetenschappe
lijk karakter maar beoogdeom door wederzjjdsche
schikkingen een internationaal verdrag tot stand te
brengen. Die schikkingen zegt het blad moeten
meer het resultaat zjju van wederkeerige inwilligingen
dan van het vóórop stellen aan abstracte beginselen
waarbp met de bestaandefeitelijke toestanden, in de
verschillende landen niet behoorljjk rekening wordt
gehouden.
Zal de conferentie hebben een practisch resultaat?
Met zekerheid kan men dit vooraf niet bepalen.
Welk practisch resultaat heeft de cholera-conferentie
eenige jaren geleden opgeleverd Het kan zijn dat
ieder land zjjne bijzondere maatregelen blpft nemen
tot bestrijding van het kwaad en dat juist door tegen
strijdige maatregelen de veepest zich zal uitbreiden
het kan ook zjjn dat in de naaste toekomst door de
meeste der vertegenwoordigde regeringen die maatre
gelen in het leven zullen worden geroepen, van wier
naauwgezette naleving de conferentie eene vruchtbare
bestrijding van het kwaad verwacht.
Maarhoe dit zjj, (niemand ban dit met zekerheid
zeggen), voegzaam en hoffelijk ware bet geweest tegen
over de vreemde mogendheden indien ook Nederland
zich op die conferentie had doen vertegenwoordigen.
Door de verschijning hadden wjj ons geen enkelen
band opgelegd. Door de niet-verschpning laden wjj
het vermoeden op ons vau geheimzinnigheid, van gemis
van welwillendheid. En waartoe was dat noodig?
Onze betrekkingen met de buiteulandsche mogendheden
zjjn tot zeer geringe proportien afgedaald: boe zal het
zpn, als wjj nu zelfs weigeren mede te werken tot het
omschrpven der algemeene grondslagen voor een
internationaal handelsverkeer Kan het strekben tot
versterking van onze vriendschappelijke betrekkingen
met het buitenlandwanneer wjj ons aan eene vrede
lievende conferentieal mogt zjj eens tot geen prac
tisch resultaat leiden onttrekken Er is meer kan
die weigering niet nadeelig voor ons wordennu
Engeland wel is opgetredenen de Engelsche vertegen
woordiger de heer Williamsvoorstellen ter tafel
bragt en ook wist te doen aannemen welke getuigenis
gaven van den practischeu zin der Engelschen Is het
grootste deel van onzen uitvoer niet naar Engeland
bestemd en zou dat land, door verbod van invoer,
ons niet voor onze weigering kunnen bestraffen Ook
dat punt mag wel in overweging worden genomen.
De Regering heeftnnar onze innige overtuiging
gedwaald: van gemis aan belangstelling in den Neder-
l&ndaohe veestapel verdenken wjj haar niet. Wjj ver
trouwen dat zjj hare dwaling zal inzien. Eerst door
eigenzinnig eene dwaling vol te houdenzou zjj regt-
raatïge grieven opwekken. Thans kan zjj slechts van
verkeerd inzigt worden beschuldigd.
Nieuwstijdingen,
üttgliinfc.
Een vreeselijk bloedbad had onlangs plaats op een
molen in de nabijheid der Russische stad Jegoijewsk.
In 't begjn van April kwamen tegen den avond 3 Tar
taren aan den molen en verzochten den molenaar, dien
zjj nog van vroeger schenen te kennen, om nachtverblijf.
De molenaar voldeed daaraan en bragt hen in huis.
Kort daarop zond hg zijn knecht met een boodschap
naar een naburig dorp en raadde hem bij 't weggaan
aan, 1s nachts niec terug te lceeren maar in het dorp
te blijven. Nadat bjj nog een eind woegs met den knecht
had meêgeloopen keerde hp nnar zjjn woning terug,
die hij met vrouw5 kinderen en een dienstmaagd
bewoonde. Onderweg echter rees bp den knecht een
zekere onrust, een vermoeden tegen de Tartaren, dat
zoo toenamdat hijzonder naar het dorp te gaan,
zoo spoedig mogelijk terugkeerde. Het eerste wat hjj
zagtoen hij bjj den molen kwam was het met bloed
bedekte lijk des molenaars. Hij liep dadelijk op het huis
toe, maar vond do Jeur gesloten. Zonder zich lang te
bedenken, nam hij een breekjjzer eti brak daarmeê de
deur open. Een der Tartaren, die zich op hem wilde
werpen, wist hij te ontwijken en deed hem door een
goed toegebrngten slag met het breekjjzer ter aarde
storten. Het huis binnengegaan zjjnde, zag lip het ljjk
der vrouw en eenige schreden verder ook de meid op
den grond liggen. Een andere Tartaar liep met opge
heven mes op hem toe, maar ook dezen ontweek hij en
doodde hem eveneens meteen van slag zijn ijzer. Ditzelfde
lot viel ook nog den derden Tartaar te beurt, wiens
moed reeds aamnerkeljjk gezonken was, nadat hjj gezien
hadhoo het zpn makkers gegaan was. Zoo lagen
daar vijf ljjken bijeen, de moordenaars zelve zich badende
in het bloed luumor slagtoffers. De kinderen waren
in hun angst op den oven gekropen en nog allen in
't leven. Ook de dienstmaagd leefde nog en was door
den angst slechts iu onmagt op den grond neêrgevalleu.
De Belgische bladen maken gewag van een Dinsdag ll.
op den spoorweg tusscben Brussel en Parijs voorgevallen
incident, 't welk zonder de tegenwoordigheid van geest
van een der reizigers, den Waalschen predikaut Bonet
Maury, uit Dordrecht, de droevigste gevolgen zou kunnen
gehad hebben.
Tusschen Catean en Busigny geraakte op één na het
laatste rijtuig van den trein uit het spoor, juist op het
oogenblik waarop men den viaduct bij Saint Menin
passeerde. Do ontsteltenis, welke dit tewecgbragt onder
de personen, die zich in het rijtuig bevonden, waarvan
de glazen en lampen door het schokken en slingeren
terstond gebroken waren, was niet gering. De genoemde
predikant, die zich onder de passagiers bevond, opende
plings een der portieren en spoedde zich, langs het buiten
gangboord, naar het hoofd van den trein, om den ma
chinist te waarschuwen en hierin slaagde hij gelukkig
nog in tjjds. Dé trein hield stil: do achterste twee rjj-
tuigen, een personen- en een goederenwagen, werden
afgehaakt, de passagiers namen in de voorste rijtuigen
plaats en daarop werd de togt met verdubbelde snel
heid voortgezet, zoodat men slechts vjjftien minuten
over den tijd te Parjjs aankwam, waar de gezamenlijke
passagiers onverwijld een dank-adres aan den kloeken
Dordrechtscben predikant onderteekendeu. Niemand is
bij dit incident gekwetst geworden; een der reizigers
is slechts zijn valies kwijt geraakt, 't welk door een
opengesprongen portier op de rails is gerold.
Voor de correctionele regtbank te Brussel is op
dit oogenblik eene zaak aanhangig betreffende gruwe
lijke mishandelingen in een krankzinnigengesticht ge
pleegd, hetzelfde waarover reeds vroeger, doch
vruchteloos, zoovele klagten zijn aangeheven.
De Brnsselsche correspondent van de Temps deelt
uit de getuigenverhooren, schier ongoloofelijke staaltjes
mede van opzettelijke wreedheden den verpleegden
in bedoeld gesticht aangedaan. Wanneer men de ver
klaringen der getuigen hoort zegt hij dau meent
men 9oms bijkans te droomen. Dit gesticht is in waarheid
een helvan de minste bediende af tot den directeur
in cluis zonder den geneesheer van Holsbeck over
't hoofd te zien, tegen wien de zwaarste klagten worden
ingebragt schijnen alle suppoosten het er op te hebben
aangelegd, om de oogelukkigen „aan hun zorgen" toe
vertrouwd, op alle mogeljjke wjjze te folteren. Vooral
oen der bewnkersSpellekensmede op de bank
der beschuldigden gezeten maakte zich volgen9 de
eenparige verklaringen der getuigen dag aan dag aan
de grofste wreedheden schuldig. Zoo verklaarde een
hunner, dat, wanneer de krankzinnigen bij het mid
dagmaal niet vlug genoeg aten Spellekens de gewoonte
had, hen vuistslagen in het aangezigt te geven. Volgens
een anderprikte hjj hen, als zjj door den gang van
het gebouw liepen, met een priem in den rug, om
hen sneller te doen voortstappen. Eens zelfs had hjj
bij zulk een gelegenheid aan een ongelukkige zulk een
hevigen stoot toegebragtdat deze van al de trappen viel.
Kwam de commissie van inspecteurs het gesticht
bezoeken 't geen deze ongelnkkigerwjjze altijd op
vaste tjjden en uren deedzoodat de bewakers ge
makkelijk vooruit hun maatregelen konden nemen
dan zag alles er knap en ordeljjk uitde verpleegden
werden te voren behoorlijk gereinigd kregen zindelijke
kleêren matrassen enz. in één woord dan werd
het meest onwaardige comediespel vertoond. Beklaagde
eeu hunner zich bij de inspecteurs, dau werd dit op
rekening van zjjn krankzinnigheid geschoven. In den
regel verwjjderde de commissie zich dan ook altoos,
in de overtuiging dat er niets aan de verpleging ontbrak.
Van een der krankzinnigenwien men eens bjj een
vinnige koude een vol uur, met zamengebonden beenen,
in de sueeuw op het binnenplein had laten lnopen,
waren beide voeten bevroren. Eene dame, die ll/s jaar
in het gesticht heeft doorgebragten wier geestver
mogens slechts een weinig geleden hadden ten gevolge
van koortsen, welke haar na hare bevalling hadden
aangetast, verklaait, dat men haar „acht maanden in
een cel- heeft opgesloten"welk feit de geneesheor van
het gesticht, doctor van Holsbeck, niet heeft kunnen
ontkennen. Dezelfde dame verklaarde ook(lat de
meergemelde Spellekens haar eens met zware klompen
op de bloote voeten had getrapt, omdat zij er zich tegen
verzettedat men haar het dwangbuis aantrok. Van
denzelfden Spellekens werd door een anderen getuige
verhaalddat hjj zich soms vermaakte met spelden in
de zittingen der stoelen te stekenwaarop de krank
zinnigen moesten plaats nemen, en meer andere schan
dalen van soortgeljjken aard. Dr. van Holsbeck eindeljjk
liet soms drie a vier maanden verloopen zonder dat
hjj zjjne patiënten bezocht. Volle ncht jaren heeft deze
toestand in gemeld gesticht aldus geduurd.
-Sïetxrlanfc.
Gri*oniii{jfon18 April. De vorige week rag men
op de bank der beschuldigden voor het Prov. Geregtshof
alhier een meisje van 20 jaar, genaamd J. H. B.
Tot voor korten tijd was zij huishondsier bij haar oom,den heer
V., bij wien zij van haar prilste jeugd af was opgevoed cn
wiens belangen zij steeds met de meeste naauwgezetheid en
met groole eerlijkheid hnd behartigd. Zoo leefde rij zorgeloos
en gelukkig voorttotdat zij kennis aanknoopte met een jon
geling uit den fatsoenlijken burgerstand V. D. genaamd die
te Groningen bjj het garnizoen als kanonnier was ingelijfd.
Zij schonk dezen jongeling haar hart en haar vertrouwen, in
den waan verkeerrndedat ook hjj van zijn knnt haar liefde
toedroeg en haar vertrouwen waardig was. Zij zag niet in
dat hij haar op ergerlijke, onbeschaamde wjjze bedroog; zij
ondervond helaas te laatdat zij het slagtoffer was geworden
van een gewetenlooren knaapwien het er slechts om te doen
waszijn eigen genoegen en voordeel te bevorderen al zou
dan ook zijdie hem liefhad door zijn toedoen gestort
worden iu een poel van jammer en ellende. Dat bewezen
de feilen. Opeen avond in de maand Junjj vnn het vorige
jaar wist hij haar over te halen met hein het land te ver
laten en naar Engeland te vlngten. De schoonste beloften
werden gedaan de beste vooruitzigten geopenden haar
werd voorgespiegeld dut zekere rijke oom te Amsterdam (die
blijkbaar nooit heeft bestaan) hem in zijn plannen zou helpen.
Maar vóórdat men te Amsterdam kon komeü waren er andere
noodzakelijke maatregelen te nemen om de vlugt te doen
gelukkenen op zijn verzoek belaste genoemde J. H. B.
zich met die taak. Hjj moest namelijk deserteeren en dat
kon niet gesohieden in militaire kleedingdaarvoor was een
burgerkleeding noodig. Na kort beraad stapte het negentien
jarige meisje naar twee winkels in Groningen kocht in den
eenen op naam van haar oom in den tweeden zonder dien
naam te gebruiken (volgens haar verklaring ter teregtzittiug
had men in dien winkel niet anders kunnen denken, dan dat
zjj op naam Van haar oom kocht) de vereischte boven- en
"onderkleerenen keerde daarmede tot haar wachtende minnaar
terug. Een zwart zijden hoed van den oom toevallig in
een aangrenzend vertrek op de tafel slaande, moest den schako
vervangen. Zoo toegerust, stapte het tweetal des avonds te
101/2 uur uit een der poorten van Groningen en arriveerde
des anderendaags 's morgens om 6 uur te Assen. Nadat men
aldaar een weinig was uitgerust en zich had verfrischt, ging
V. D. er op uit, onder voorwendsel vau zich te iuforraeeren,
hoe laat de trein uit Assen vertrokdie hen nnar Utrecht
en vervolgens naar Rotterdam zou brengen. J. H. B. wachtte
met ongeduld zijn terugkomst af; maar uur op uur verstreek
en hij lcwam niet. Het wachten moedeging ook zij op
wegom hem te zoeken maar tot haar smart ontwaarde zij
al spoedig dat de trein was vertrokken dat V. D. mcê
was vertrokken en dat zjj alleen in Assen was achtergela
ten. Tot haar geluk ontmoette zij een ouden bekende uit
Groningen, die, bewogen met haar lolhaar een plaatskaartje
bezorgde voor den trein, dje naar Groningen terug moest.
Maar ook daar waren de hekken verhangen. Toen de heer
V. des avonds te 11 uur thuis kwam had hij tot zijn
verwondering zijn nicht niet thuis getroffen maar in haar
plaats, op haar kamer, een volledig kanoimierspak. Begrij
pende wat er geschied wasen vreezende dat men hem van
medepligtigheid aan desertie zou verdenken gaf hij van zijn
bevinding onverwijld kennis aan de bevoegde magten waar
van het gevolg wasdat V. D. bij zijn aankomst te Rotter
dam werd aangehouden nis deserteur en zijn desertie inct een
veroordeeling tot één maand gevangenisstraf (hem opgelegd
door den militairen regter) moest bekoopen. Maar ook de nicht
werd het slagtoffer van die aangifte. Immers de oom moest
verklaren dat hij zijn hoed mistecu dat men hein geld
had gevraagd voor kleediugstukken die niet door hem waren
besteld. Toen dan ook J. H. B. te Groningen teruggekeerd
waswerd zij voor den commissaris van politie gebragtaan
wien zij de door haar bedreven feiten bekende. De zaak werd
onderzocht en de ongelukkige 19jarige verwezen naar de openbare
teregtzittiug van het hof. Maar het regt zon nog eerst in
zijn loop worden gestuit. J. H. B. verkeerde in zekeren toe-
stand en daar zij na de gebeurtenissen die in Groningen
bekend wareu geworden die stad had verlaten cn nnar haar
hnar ouders in R. was vertrokkenwerdin de positie
wnarin zij verkeerdeeen reis nnar Groningen niet raadzaam
geacht, en de zaak derhalve uitgesteld tot na haar bevalling,
welke in Jannarij II. plaats had. Dezer dagen nu stond
zij teregt beschuldigd van diefstal bij nacht in een bewoond
huis (wegens den weggenomen hoed) en van twee opligtingen
(de kleederen die zij op naam van hnar oom had gekocht),
voorzien en strafbaar gesteld bij art. 386 n°. i en art.
405 Slrafrcgt.
Het hof heeft de beschuldigde schuldig verklaard aau do
haar telastgelegdc feiten van diefstal in een bewoond huis en
vnn één opligtingen haar deswege veroordeeld tot een ge
vangenisstraf voor den tijd vnn 45 dagen en tot een geld
boete van 25 alsmede io de kosten.
's Gravenhag-e, 22 April. Heden is in de
Tweede Kamer een aanvang gemaakt met de algemeene
discussiën over de inkomsten-belasting. De heer van
Kuijk wa9 er sterk tegenals zjjnde deze belasting
eene hatelijke belastingdoor de natie niet gewild en
door den financiëlen toestaud des lands niet geëischt.
De heeren van DamBlom en Ilingst waren er zeer-
voor als opheffende een begunstiging der raeervermo-
genden en kapitalisten met afschaffing tevens der
eenzijdige en ongelijkmatige patentbelasting.
23 April. In de Tweede Kamer dar Staten-Generaal
is heden voortgezet het debat over de inkomstenbelas
ting. De beer Gevers Deynoot sprak er voor, omdat zij
drie schadeljjke belastingen vervangt omdat zjj een goede
grondslag is voor eene herziening van het belasting
stelsel en omdat zjj de meest rationeele directe belasting
is. De heeren s JacobRutgersSaai/mans, Viruly,
Kappeyneverklaarden zich op verschillende gronden
er tegen omdat de financieels toestand gunstig en er
geen urgentie is, en een inkomstenbelasting onbilljjk
en onregtvaardig zou zjjn. Morgen voortzetting.
Bovsselle22 April. In de vergadering des
Dijksraads van het Waterschap Borsseleen den
Calamiteu8en polder Ellewoutsdjjk zjjn benoemd tot
Waterbouwkundig Ambtenaar lste klas A. Bolier en
idem 2de klas J. van der Werff.
Zierikzee24 April. Gisteren had ten raad-
huize alhier de verpachting plaats van het jagtregt
dezer gemeentegedurende 7 jarenhoogste bieder
was de WelEd. heer Mr. W. C. de Crane voor 160
per jaar. Daarna had plaats de aanbesteding van het
onderhouden gedurende drie achtereenvolgende jaren
van de uurwerken dezer gemeenteminste inschrjjver
was de heer A, de Vos, voor339 gedurende dat tjjdvak.
De Ned. Indmaakt een adres openbaar door de
vereeniging van en voor Ned. industriëlen den 28sten
Februarjj aan Z. M den Koning gerigt, waarbp ver
zocht wordt dat het invoerregt voor granen bedra
gende nog altjjd 1,50 per la9t of 1 pCt. der gemiddelde
waardeworde opgeheven.
De Holt. IJzeren Spoorwegmaatsch. heeft besloten
om voortaan iedere week een extra veetrein tusschen
Amsterdam eu Rotterdam te laten loopen; de aanvoer
van vee waa dagelijks zoo groot dat de directie, iu't be
lang van den handel, tot dien maatregel moest overgaan.
Het meeste vee gaat van beide plaatsen langs den Rijn
spoorweg naar Duitschland en over den Moerdjjk naar
Frankrjjk.
De afschaffing van den accijn9 op het vleesch zal al
dadelijk de minvermogenden weer in staat stellen vleesch te
eten, beter dan hier ooit geslagt werd zegt een inzender
in de Pr. N. B. Cl. en hij deelt hierbij mede hoe hij bij
een vriend vleesch geproefd heeft dat uit Australië kwam,
gekookt rund- en schapenvleesch en gekruid rnndvleesch. 't Een
was al frisscher cn voortreffelijker dan het andere'l laatste
bepaald eene lekkernij. Dit vleesch nu, afgeleverd iu blikken
bussen van 3 kilogr., geheel zonder beenderen, kost, en gros
gekocht, 25 n 28 cents het halve kilogr. Daarop komen thans
25 cents per Ned. pd., inkomende regten, als equivalent van den
accijns op het gcalngt. Het vleesch kost dus 37 */2 a 40
cents het halve kilogram, wordt de occijns afgeschaft dan zal
men dadelijk uitstekend vleeschgekookt en wel, zonder been
deren, kunnen verkrijgen voor 25 a 28 cent het halve kilogr.
Daarenboven dooi de vrije concurreutie van het Australisch
vleesch zal het onmogelijk zijn het Inlandsche vleesch op zijn
prgs te houden.
Gomoiigde berlgten.
Geertje te Domburg wordt aangeraden haar tong wat in
toom te houden, want op die manier zal zij nooit een vrijer
krjjgeu. Dus:
Als gij wilt een vrijer krijgeD,
Moet gij beter leeren zwygen.
Twee boeren-zoonseen onder 's Gravenpolder, en een
onder Hoedekcnskerkc, moesten zoo niet loopen naar Oudelande
om een blaauwtje te loopen, want die kunnen zij wel korter
bij vinden. Eeu damelje te Stavenisse wordt aangeraden,
zooveel niet te babbelen van eene schippers-dochter, daar zij
zoodoende haar schippertje nog zal verliezen. Drie arbeiders
te Bronwerehnvcu moesten den hnn9 zoo niet willen spelen,
want zij moeten er ook op nit met een schrepel; en:
Het i9 met hen ook zoo gesteld,
Met is veel wind en weinig geld.
Te Sint-Maartensdijk zoekt een gekje den baas te spelen
over zijne makkers, maar dal zal niet gaan. Hij mag wel
wat voorzigtig zjjnof hij zal zijn paspoort nog krijgen van
een damelje. Een timmermnn te S. wordt verzocht, geen
zaken meer tegen het publiek uit te bazuinen, waar hij niets
mede te maken heeft, want dat staat niet mooi;
En wilt gij braaf zijn en geëerd,
Doet dan geen zaken zoo verkeerd,
En zoo als ieder van u zegt,
Zijt gij wel fijn maar niet opregt.
Een bocren-knccht te Ni9se moest zoo dikwijls geen bood
schappen gaan doen te Baarland, want wat hij daar zoekt
zal hij niet vinden. Iemand te Zoimemaire wordt gewaarschuwd
niet meer bij zekere vrouw te komen, daar er op hem zal
gelet worden. Eene vrouw die haar echtgenoot had verloren,
zond aan hare betrekking te Rotterdnmhet volgende telegram:
Mijn geliefde Karei overledeu verlies gedekt door eene levens
verzekering. De gevangenen in hel huis van correctie te
Hoorn hebben, met vergunning van den kommandnntop de
binnenplaats van het gebouw een gecostumeerden oplogt ge
houden, ter gelegeuheid van het Aprilfeest.
Ingezonden stukken.
Weezenverpleging.
't Is nu al eenige jaren geleden dat in Zuid-Beveland
eene stem opging in het belang der weezen op het
platteland. Zooals bekend isworden deze sedert on
heugelijke tijden door do armbesturen uitbesteed en
het is evenzeer bekend, dat dientengevolge het lot dier
reeds ongelukkigen, nog veel meer te beklagen is. Voor
een prjjsje aan den minst eischenden overgeleverd, hebben
zjj maar al te dikwijls een hard lot te dragen, bljjven
zjj op het laagste standpunt van ontwikkeling en worden
meestal tot niets anders opgeleid dan om later in armoede
te leven. Een geacht geneeskundige, de heer Geul van
Nisse, wees herhaaldelijk op den duren plicht om zich
het lot dier weezen aan te trekken. Met onvermoeideu
jjver streed hjj voor hunne belangen en eindeljjk gelukte
het om de slapenden wakker te schudden en de praters
tot handelenden te maken. Ieder toch erkendede man
heeft geljjk! maar zooals het doorgaans gaat, daar bleef
het bjj en ieder wachtte om iets te doen, tot een ander
zon voorgegaan zjjn. Maar men kon niet langer wer
keloos blijven. Eene commissie werd gevormd om te
zien, of men een weeshuis zou kunnen stichten, waarin
de beBtedelingen konden worden opgenomen en indedaad
het kwam zoover dat niet alleen, de wenscheljjkheid
uitgesproken, maar ook de mogeljjkheid bewezen werd.
Nu, zou men zeggen, had men de hand slechts aan bet
werk te slaan. Maar helaas 1 maanden en jaren verloo
pen zonder dat de zaak tot stand komt en wat het ergste
iade arme weezen blijven in denzelfden beklagen9-
waardigen toestand en telken jare komen nieuwe slacht
offers het reeds bestaande aantal vorgrooten. De wakkere
man, die do zaak op touw zette, zou wel gaarne met
kracht voortwerken, maar er is samenwerking noodig,
jjver bjj alle gelijkgezinden en deze schjjnen te ontbreken.
Nu en dan leest men eens in de Goessche Courant dat
een kleine gift is ingekomen, maar het schijnt dat men
nog niet ernstig doortasten wil, want dan zouden er
andere middelen worden beraamd om aan het noodige
kapitaal te komen.
Wat er van worden zal, of het nog eenmaal tot stand
zal komen dat weeshuisdat hier in waarheid een
toevlugtsoord voor ongelukkigen zjjn zou, wie zal het
zeggen? Maar juist omdat een dringend belang meer
afdoende maatregelen eischt, spreken wjj er van en
dat nog te meer, omdatal zorgt Z.-Beveland slechts
voor eigen weezen, ook elders zoovele dergelijke ramp-
spoedigon gevonden worden, dat wel overal de aandacht
en belangstelling voor hen mag worden ingeroepen.
Ik weet wel, dat men tegenwoordig weder druk spreekt
over de vraag of weeshuizen wel aan te bevelen zjjn,
of het niet beter wezen zou, dat de arme kinderen in
een huisgezin werden opgenomen maar, daarlatende
wat in beginsel het beste zjj, leert de dagelijksche on
dervinding ten platte lande dat zulk een maatregel
de allertreurigste gevolgen heeft. Huiseljjke opvoeding
is ongetwjjfeld boven die in gestichten te stellen maar
waar vindt men het aantal geschikte huisgezinnen
waarin de weezen kunnen geplaatst worden? vanwaar
het noodige geld om daarvoor behoorljjke vergoeding
te geven? hoe zal men over al die heinde en verre
verspreide kinderen toezigt en over hunne opvoeders
de noodige controle houden? Hoe zal men ten platten
lande voor allen de gelegenheid verkrijgen tot goede
opleiding voor elk vakwaarin men de kinderen wil
bekwamen en eindeljjk zal meu in elke gemeente het
aantal geschikte personen vinden om na te gaan of de
opvoeding der weezen geschiedt zooals dit voor hen
wordt gewenscht?
Het komt mjj daarom wenscheljjk voor, dat ter wjj l
de deskundigen strjjden over de vraag wat het beste
ismen maar vast beginne om ook ten platte lande
weeshuizen te stichten en die zoo in te richten
dat de weezen beter dan nu worden verzorgd, dat zjj
eindeljjk eens tot hun regt komen. Niet elk dorp kan
zijn weeshuis hebbenal zijn ook kleine gestichten
boven groote aan te bevelen, maar als men zich ver
eenigen wil kan er zeker gemakkeljjk in de finantieele
bezwaren worden voorzien, 't Zal hoofdbreken kosten
om er toe te komen en niet minder om ze op don duur
aan het rloel te laten beantwoorden, maar er zjjn toch
overal wel ware menschenvrienden die wat voor andereu
willen doen en die ook het talent bezitten om goedeu
raad te geven en een verstandig bestuur te voeren.
Dat men er toch eens ernstig overdenkewaar dit
nog niet geschied; dat men eens nauwkeurig oodorzoeke
hoe het met onze plattelandsweezen gaat en dan de
hand aan het werk sla, om verbetering aan te brengen.
Op de andere eilanden van Zeelandzal het wel niet
anders zjjn als in Z.-Beveland en nu wenschte ik, dat
men hier of daar eens een krachtige poging deed, dat
zou misschien ook op Z.-Beveland na jjver wekken en
het doortasten noodzakeljjk maken. En hoe velen
werden er door gebaat. Óch 't is zoo gemakl jjk ora
van philantropie te praten eu de wereld in den waan
te brengen, dat men o! zooveel voor den medernensch
over heeft, maar dat is al zoolang gebeurd en wij zijn
nog niets verder. Denkt dau een9 aan die ouderloozen,
die vergeten en verwaarloosd worden. Ze zuchten
misschien niet over hun lot, omdat ze het niet leeren
begrjjpen wat zjj missen, maar als gij dat wel begrijpt
en waarachtig medeljjdeu hebt, zorgt dan, dat ze niet
eens beschuldigend tegen U optreden, 't Zou U tot
schaamte en schande zjjn.
Ek