fctlSTNOMiV^ IIRIIKZEESCIEN NIEUWSBODE ®a®aH*»a« der vestiging van Neêrlands Onafhankelijkheid. MAANDAG 1 APRIL 1872. min VAN DEN TEE GELEGENHEID VAN DEN Het is heden feestdag in Nederland. Jong en oud, rijk en arm, stedeling en plattelandsbewoner vieren een der roemrijkste dagen van ons glorierijk verleden, de eerste grondvesting van Nederlands zelfstandigheid, den dageraad van zijn herboren vrijheid. Een feestdag, dubbel beteekenisvol in een tijd, dat de onafhankelijk heid van kleine mogendheden ernstiger dan ooit werd bedreigd, en dat van verschillende zijde de leer is ge predikt, dat de kleine natiën bestemd zijn om bij de groote te worden ingelijfd. Grootsche historische herinneringen rijzen op uit dat verleden, de herinnering aan een kamp, waarvan de heldenfeiten éénig zijn in de wereldgeschiedeniseen kampdie besloten werd door het schoonste einde. Van de jeugd af worden den Nederlander die verba zende heldendaden ingeprent (wie, die ze op lateren leeftijd vergeet!) welke geleid hebben tot de grootheid, den rijkdomhet duurzaam bestaan van dat kleine stipje op de aarde, dat, hoe klein ook, eenmaal den hoogsten toon voerde in de Europesche politiek, schrik verspreidde onder de grootste mogendheden, zijn handel uitstrekte tot de verste streken der aarde. Grootsche herinnerin gen wanneer wij gedenken aan de uitstekende krijgs- en zeeliedendie de tachtigjarige oorlog opriep en kweekte aan de verhevene dichters en schrijvers, wier genie den vrijheids-krijg beschreef, aan de stoutmoedige en onder nemende handelarendie door den loop der gebeurtenissen werden gevormd en wier onvermoeide togten ons de onwaardeerbare bezittingen deden verwervenwelke nog eene hoofdbron van 's lands welvaren uitmaken Grootsche herinneringen voorzeker maar ook welke treurige! Wanneer -wij denken aan de deerniswaardige schouwtooneelen van vernieling van steden, van ver woesting van velden van brandstapel en geeselroêvan foltering, door staal en vuur! En dat niet eene enkele reismaar voortdurend en onafgebrokennu in deze dan in gene stad, die het wagen dorst eène poging te beproeven om de ketenen los te rukken, waarin de overheerscliing haar hield geklonken. Een strijddie niet alleen gestreden werd voor de staatkundige vrijheid maar wel degelijk ook voor de individuele vrijheid, de hoogste van alle vrijhedendie om Gode te dienen naai de inspraak van liet gemoedeen strijddie lang binnen de enge grenzen van Nederland bleef beperkt, maar weldra zijn woede al verder en verder uitstrekte, tot naburige staten oversloeg en zijn donders deed klateren tot in de verste deelen der wereld. Een hardnekkige, een hartverscheurendeeen bloedige strijd van het kleine Nederland, nederig van oorsprong, bestaande van luttel visscherij en landbouw, zich beginnende te ontwikkelen door den handelinwendig niet vereenddoch onder ling verdeeld en verscheurd steeds aarzelende omtrent den besten regeringsvorm, zonder legers noch schepen, omringd van verradersweifelende tusschen zijne bond- genootenmaar sterk door zijne liggingdoor zijn vrij heidszin, door zijn goed regt, tegenover het toen magtige Spanjewelks deelen waren saamgeklonken onder den ijzeren scepter van een despoot, welks staat kunde er naar streefde, Portugal, Engeland, Duitsch- landneen de gansche wereld te veroveren en dat in den aanvang de pogingen van het zwakke Nederland om zich aan zijn vuist te ontweldigenmet een minachtenden glimlach aanstaarde. Tegen dat reusachtige Spanje dorst het nietige Nederland op te staan, dorst het een strijd aan te vangen op leven en dood, waarbij tien, neen honderdduizenden te land of ter zee. het leven lieten voor het vaderland, een strijd, die eindelijk met den besten uitslag werd bekroond en uitliep op de erkenning van Neêrlands zelfstandigheid door het bewonderend Europa Dien strijd heeft de beroemde Amerikaansche schrij ver Motleydie zich, dank zij de edele gastvrijheid van H. M. onze beminde Koningin, gedurende eenigen tijd reeds in Nederland bevindt, in zijne bijzonderheden geschetst en hij heeft zich daardoor in de harten van alle Nederlanders een eerzuil gesticht, want hij heeft, door meerdere verspreiding van de roemvolle geschie denis van Nederland, de handhaving onzer onafhanke lijkheid helpen waarborgen. Maar reeds lang vóór hem heeft Duitschlands grootste dichter en uitnemende proza schrijver Schiller op boeiende wijze en met opsporing der meest vertrouwbare bronnen, de geschiedenis van de Afzwering van Spanje door de Nederlanden aan de beschaafde wereld verkondigd. En wat was het oordêel van dien onpartijdigen geschiedschrijver? Een der gedenkwaardigste gebeurtenissen" schreef hij welke de zestiende eeuw tot het schitterendst tijd perk der wereldgeschiedenis hebben gemaakt is, mijns inziensde grondlegging van de vrijheid der Nederlan den. Indien de glansrijke dadenwelke door den dorst naar roem en door een verderfelijken trek naar heer schappij worden ingegeven, ons verblinden, hoeveel te meer aanspraak' op onze bewondering heeft die groote gebeurtenis, waarin de verdrukte Menschheid strijdt voor hare edelste regten, waarin zich aan de goede zaak, buitengewone krachten parenen waarin de vast besloten vertwijfeling met hare uiterste hulpmiddelen over de vreesselijke inspanning en den overmoed dei- dwingelandij in den ongelijken kampstrijd de zege mag wegdragen. Grootsche en vertroostende gedachtedat er in liet eind tegen het dwangjuk van verwaten vorsten nog eene magt bestaat, die hunne sluw gesmede aanslagen tegen der mensclien vrijheid verijdelt; dat de fiere moed van den tegenstand ook den uitgestrekten arm van den geweldenaar kan doen zwichtendat de held haftige volharding ten langen laatste zijne meest ont zettende, schrikbarende hulpbronnen uitputten kan. Neen, nooit was ik meer van die waarheid doordron gen dan door de geschiedenis van dien gedenk waar digen worstelstrijd, die voor immer de Vereenigde Nederlanden aan Spanje's kroon ontrukte." Drie 'eeuwen zijn sedert verstreken. Spanje en Neder land hebben beide eene reeks van lotswisselingen onder gaan. Waar is de grootheid van Spanjewaar is de grootheid van Nederland gebleven? Ook volkeren even als de individu's hebben hun tijd van rijzen en dalen van opkomst en verval. Spanje's magt kromp ineen; Spanje verviel door dweepzucht en godsdienst-vervol- ging, door het volgen van de meest bekrompen politiek; het wierp de bouwstoffen weg, welke het tot zijn weder opbouw dringend behoefde; het kleine, vroeger gemin achte gemeenebest moest later dikwijls als bondgenoot en beschermer van het Iberisch schiereiland optreden, en deed dit met zeldzame trouw en standvastigheid. En Nederland? Ondanks zijn deelneming aan iederen grooten strijd in de zeventiende eeuwondanks zijn vol hardenden kamp voor Europa's evenwigtondanks de uitbreiding van zijnen handel en zijne zeemagt, is het ook dieper en dieper gezonken. Was het niet ooi: door bekrompenheid en godsdienst-vervolging? Zijn het niet ook de godsdiensttwisten geweest, die dit volk zijne veerkracht ontnamen? Inderdaad, de partijzucht was eene der oorzaken van Neêrlands achteruitgang. Maar toch niet de óénige. Partijgeest in de goede beteekenis des woordsis ééne der uitingen van het volksleven. Een volk waar geene partijen bestaan, sluimert in en neigt ten val. Maar zoo die partijgeest tot burgerkrijg over slaat, dan wordt de toestand hagchelijkerdan wordt het krachtigste volk ondermijnd en rijp voor vreemde overheersching Laten wijbij het dankbaar en blijmoedig vieren van den onvergetelijken eersten April-dag, vooral hieraan gedachtig zijn. Niet alleen, omdat wij eene geschiedenis hebben, waarop wij trotsch zijn, is ons eene toekomst verzekerd. Ook Rome en Griekenland zijn te gronde ge- rigtin weêrwil der meest luisterrijke geschiedenis. Maar onze toekomst is ons alléén gewaarborgd wanneer wij met de lessen der geschiedenisook van onze geschie denis ons voordeel trachten te doen. Onze geschiedenis roept ons toe, eendragtig te zijn, vooral verdraagzaam te zijn, ook te midden der rijkste verscheidenheid van inzigten in 't staatkundige en in 't godsdienstige. Onze geschiedenis roept ons toewakker te blijven en niet in te sluimeren op de lauweren van het voorgeslacht I Onze geschiedenis roept ons toefier te blijvenwant een volkdat ophoudt fier te zijndat onverschillig wordt jegens zijn staatsvorm jegens zijne staatsinstel lingen onderwerpt zich aan vernedering En wanneer wij ons niets te verwijten zullen hebben, wanneer wij een eendragtignijver en verdraagzaam volk zijn geblevendan kunnen wij ons voor het overige verlaten op Hemdie het lot der volkeren en dat der menschheid regelten dan kunnen wij met onzen dich ter ten Kate uitroepen Wonderlijke Zegerijke Gij altijd in zwakken sterk Waart beginner; Alverwinner Wees' voltooier van Uw werk! Maak de plannen Der tyrannen Tot een stofwolk die verwaait Jaag de vreemden Uit de beemden Met ons lijkgebeent bezaaid 't Zal gebeuren 's Hemels deuren Blinken van herboren glans Neevlen wijken wolken scheuren En in reine Oranje-kleuren Rijst de morgenzon ten trans

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1872 | | pagina 1