BIJVOEGSEL
Zierikzeescken Nieuwsbode van Zaturdag 27 Januarij 1872.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
behoorende bij den
TE
ZIERIKZEE,
gehouden den 24 Januari 1&72.
Voorzitter Mr. B. C. Cau.
Afwezig de HH. Mrs. van Dongen, ongesteld, en Moolen-
burgli, buiten de gemeente.
De notulen der vorige vergadering zijn na voorlezing
goedgekeurd.
De behandeling van het adres van J. van Hiele wordt aan
de orde gesteld.
Het daaromtrent in de vergadering gedane voorstel van den
heer van der "Vliet, waarover toen de stemmen hebben gestaakt,
komt andermaal in stemming en is verworpen met 6 tegen
5 stemmen.
Voor stemden de HH. van der Vliet, Mr. Moens, Zuur
deeg, Mr. Schorer en Mulock Houwer.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders (bepaling
der jaarwedde op ƒ65) wordt aangenomen met 10 tegen
1 stem, die van Mr. Fokker.
Een blief van Gedeputeerde Statenhoudende goedkeuring
van het raadsbesluit tot toekenning van ƒ100 aan de onder
linge waarborgvereeniging voor arbeiders, te nemen uit de
onvoorziene uitgaven, en een brief van Mr. J. A. Bolle,
mededeelende dat hij de benoeming tot commissaris der stads
brei- en naaischool aanneemt, zijn voor kennisgeving aange
nomen.
Een ingekomen adres van den hoofdonderwijzer J. Rensen
waarin hij zijne bezwaren te kennen geeft over liet voorstel
tot opheffing van de tweede school voor gewoon- en meer
uitgebreid lager onderwijs, is voorgelezen.
De adressant meent dat de school, die onder zijn toezicht
staat, meer leerlingen zal tellen als daarop ook onderwijs
wordt gegeven in de nuttige handwerken voor meisjes. Hij
verzoekt dat de Raad daartoe zal besluiten.
De Voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen der
commissie, in wier handen is gesteld het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
De heer Zuurdeeg kan zich hiermede wel vereenigenmaar
wenscht tevens bepaald te zien dat aan die commissie een
uitgebreider werkkring worde gegeven. Het lager onderwijs,
meent hij, verkeert liier in een slechten toestand, daarvoor
moet een geneesmiddel gezocht worden, hij zal later rnede-
deelen welk, maar stelt nu voor om eene enquête in te stellen
naar de oorzaken van den kwijnenden toestand van bedoeld
onderwijs.
Dit voorstel wordt ondersteund door de HH. Mr. Moens,
van der Grijp en van der Vliet.
De Voorzitter zegt dat dit voorstel eene zoo verre strekking
heeft, dat hij het wenschelijk acht dat de leden daarover eens
nadenken en stelt daarom voor het in eene volgende ver
gadering te behandelen.
De heer Mr. Eokker zegt dat met dit voorstel buiten de
orde wordt gegaan, het gaat z. i. niet aan om een voorstel
als dat van den heer Zuurdeeg te doen bij gelegenheid dat
er eene zaak, die het onderwijs raakt, wordt behandeld. Wel
hebben de leden het recht van initiatief, maar een voorstel
als dit moet afzonderlijk gedaan worden, anders wordt de orde
der werkzaamheden verbroken. Nu is aan de orde het voorstel
om het adres te verzenden naar de commissie waarbij het
behoort, en als het rapport van deze. in behandeling komt
dan is het tijd voor een voorstel als dat van den heer Zuur-,
deeg, maar nu niet.
De Voorzitter zegt dat volgens art. 5 van het reglement
zoodanig voorstel 24 uren te voren schriftelijk moest gedaan
zijn.
De heer Zuurdeeg meent dat ieder lid van den Raad voor
zijne meening mag uitkomen als hij wil. Zijn voorstel staat
niet op zich zelf, maar behoort bij de zaakdie aan de orde
is. Burgemeester en Wethouders hebben voorgesteld een
oppervlakkig onderzoekhij wil een onderzoek der zaak au fond.
De Voorzitter is van eene andere meening. Dit voorstel
grijpt diep in en hij acht het wel van belang zoodanig voorstel
24 uren te voren schriftelijk te doen. Als het voorstel van
den vorigen spreker bij de zaak, die behandeld wordt, be
hoort, weet hij niet wat daartoe niet behoort.
De heer kir. Fokker zegt dat hij niet weet waar men
eindigt als men zoo te werk gaat. Misschien zou de voor
steller wel kunnen beweren, dat als besloten wordt om het
voorstel te behandelen, reeds de grondslag er van, d. i. ver
meende oorzaken van kwijning, was erkend. Hij herhaalt het,
het gaat niet aan om bij gelegenheid, dat eene zaak van
onderwijs aan de orde is, bij wijze van surprise een voorstel
als het onderhavige te doen. Hij stelt voor om het voorstel
van den heer Zuurdeeg niet in beraadslaging te nemen.
De heer Zuurdeeg zegt dat zijn voorstel ondersteund is,
dat de hamer is gevallen en er over gediscussieerd is en
het niet aangaat om het nu ter zijde te leggen, terwijl hij
ontkent dat Mr. Fokker de bedoeling kent, die hij met zijn
voorstel heeft.
De Voorzitter zegt dat hij door voor te stellen om het
voorstel van den heer Zuurdeeg in eene volgende vergadering
te behandelen, niet geacht wil worden den kwijnenden toe
stand van het onderwijs alhier te erkennen.
De heer van der Grijp zegt dat hij het voorstel van den
heer Zuurdeeg heeft ondersteund, omdat hij het in behan
deling wenschte genomen te zien, maar niet omdat hij het
idee van tlien heer is toegedaan.
De heer Koole wil niet geacht worden de noodzakelijkheid
eener enquête niet in te zien, als hij tegen het voorstel
stemt.
De heer Jhr. Mr. Schorer meent ook dat het voorstel van
den heer Zuurdeeg buiten de orde ismaar nu het ter tafel
is gebracht, is hij voor de behandeling in eene volgende
vergadering.
Bij bespreking welk voorstelhet eerst in stemming
zal komen, trekt Mr. Fokker het zijne in, zooals hij zegt,
om orde te brengen in de zaak.
Het voorstel van den Voorzitter (behandeling van dat van
den heer Zuurdeeg in eene volgende vergadering) is aange
nomen met 9 tegen 2 stemmen, die van de HH. Koole en
Mr. Fokker.
Het adres van J. Rensen is daarna gesteld in handen van
de hiervoren bedoelde commissie.
Op een ingekomen adres van M. Reinhoudt wordt besloten
hem kosteloos in gebruik af te staan 65 centiares gemeente
grond, verkregen door het overdekken der vroon tusschen
de Pieterceliestraat en het Gat van 't W. N. W.'onder
voorwaarde 1°. dat de verkrijger op dien grond geen boomen
plant2°. dat hij den grond voor zijne rekening door middel
van doornhagen afscheide van de aangrenzende erven; en
3°. dat hij kosteloos toegang geve tot het doen van de noo-
dige herstellingen aan het riool.
Een adres van den heer Mr. P. A. J. Bouvin om ontslag
uit zijne betrekking van leeraar in de staatswetenschappen
aan de Hoogere Burgerschool, is gesteld in handen van
Burgemeester en Wethouders, om daarop den inspecteur van
het Middelbaar onderwijs te liooren.
Aan J. van der Jagt, pachter van een perceel weiland aan
het Kerkhof, wordt op voorstel van Burgemeester en Wet
houders remissie van pacht verleend tot een bedrag van
ƒ23,08, voor door de gemeente ingenomen grond tot het
uitgraven van Zelkasch.
De Raad besluit om van de onvoorziene uitgaven, begroo
ting 1S71, over te schrijven op hoofdstuk 1 afd. Ill art. 1
(collecteloon havenmeester) ƒ58,305.
De ingekomen rekening der stads brei- en naaischool over
1871 wordt gesteld in handen van de HH. Mr. Fokker,
Jhr. Mr. Schorer en van der Vliet Lot onderzoek en rapport.
De Raad besluit om de klok hangende in den Sint-Lieven
Monstertoren te verkoopen aan den koogsten inschrijver
E. van Buren Zoon te Amsterdam voor ƒ86,275 per 100
kilogram.
Burgemeester en Wethouders worden gemachtigd om ver
gunning te verleenen tot het uitkloppen van kleeden op het
Jjerrein bij de Schotskamers.