/llltlk/IIStlll NIEUWSBODE.
No.3054.
28sleJaarg.
Zaturdag 27 January 1872.
B eken dmaking.
AANBESTEDING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee ziju voornemens op Woensdag den 7 February
1872dos middags te 12 uurten Raadhuizo aan te
besteden
Hetverdiepen van deZoute Gracht
©ii van de Z vveinhaven hot dem
pen -van de Molsluis en van de
Schuithavenmet liet doen van
andere daarmede in verband
staande w erkz a am lieden.
Bestekken zjjn tegen betaling van 15 Cent verkrijg
baar ter Gemoente-Secretarie en liggen ter lezing:
te Amsterdam in »het Vosje' en 'het Poolsche koffijhuis;"
te Utrecht in den 'den Nieuwen Bak"; en
te 's Gravenhage in sliet Zuid-Hollandsch koffijhuis."
Inlichtingen zijn te bekomen bij den gemeente
bouwmeester.
Zierikzee, den 17 January 1872.
De Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Nieuwstijdingen.
Wia&f ftyoop.
Aan bet Volksblad van 19 December ontleenen wij
het volgende
De ontzaglijke rijkdommen die de Zuid-Afrikaansche
diamantgroeven opleverengrenzen schier aan het
wonderbare en nemen met den aanwas der bevolking
eer toe dan af. En niet alleen is het aantal diamanten
verbazend groot, maar de verhouding van zware steenen
gaat alles te boven wat in de geschiedenis tot nog toe
bekend was. Die beneden do 10 karaten worden wegens
de menigvuldigheid naauwelijks geteld daarboven tot
50 karaten worden er met eiken dag te voorschijn ge-
bragt en van 50 tot 100 en zelfs daarboven zijn ze
gansch geene zeldzaamheden. Verreweg de grootste
waarde der lading van de veertiendaagsche mailbooten
bestaat uit diamanten en alleen de Roman die den
4den dezer naar Engeland vertrok, had voor niet minder
dan 200,000 pd. st. edelgesteenten aan boord. Dat die
gevonden schatten een verbazenden invloed op den handel
en het algemeene vertier der Kolonie hebben spreekt
van zelf, en deze zon nog veel grooter zijn, ware het
niet dat er een totaal gebrek is aan vervoermiddelen,
die eenigszins met de bestaande behoeften overeenkomen.
De hier bestaande transportmaatschappij doet al wat
zij kan om de gemeenschap met de diamantdistricten
te onderhouden. Zij zendt elke week twee passagiers
wagens af, de plaatsen waarvoor in den regel al twee
of drie weken vooruit besproken zjjn. De nieuwe trans-
portmaatscbappjj van Ceres heeft nu ook een wekelijkschen
dienst te Kaapstad geopend maar daar de weg van
Kaapstad naar de Vaalrivier nu algemeen erkend wordt
de verkieslijkste te zijn is het met die vermeerdering
nog onmogelijk, om aan de bestaande vraag te voldoen.
Het grootste bezwaar levert echter het goederen vervoer op.
Ofschoon alle mogelijke transportmiddelen die vroeger
over de geheele kolonie verspreid waren en die daarbij
in de laatste maanden aanmerkelijk zijn vermeerderd,
zich thans op dat ééne punt zamentrekken, zijn zij
nog bij lange na niet in staat om de vijftig of zestig
duizend menschen, die in het nieuwe Golconda ver
zameld zijn, van het noodige te voorzien.
Door den overvloed van geld waarin die bevolking
zich verheugtis hare constitutie natuurlijk veel grooter
dan anders volgens haar aantal het geval zou zijn
eo die omstandigheid heeft een geweldige terugslag op
de prjjzen van alle levensmiddelen en dagelijksche be
hoeften die daarenboven door de transportkosten in
vele gevallen tot meer dan het dubbele barer waarde
stijgen. Duizenden profiteeren daarvan. De voor korten
tjjd nog overladen magazijnen der kooplieden putten
zich in ongelooflijk korten tijd uit en kunnen naauwe
lijks door toevoer van buiten tijdig genoeg aangevuld
worden. De transportrijders winnen schatten gelds, de
boeren krijgen ongelooflijke prijzen voor hun trekvee.
Sinedergeu en wagenmakerijen zijn overladen met be
stellingen die in de kolonie geen werk vinden kan
behoeft slechts naar de Vaal te trekken om zijne diensten
rijkelijk betaald te vinden. Zuid-Afrika schijnt een ge
lukkige toekomst te gemoet te gaan.
DUtslawfr.
Keizer Alexander is dezer dagen ten gevolge van
zjjn koelbloedigheid en tegenwoordigheid van geest,
aan een groot gevaar ontkomen. Op de beerenjagt
zijnde, werd hij door een dier dieren aangevallen. Zijn
leven was in gevaar, toen een door Z. M. zelf gelost
schot het wilde dier nedervelde.
Langs telegrafischeu weg heeft de Keizer van Oosten
rijk den Czaar zijn harteljjken gelukwenscb doen toe
komen met zijn redding uit dit gevaar.
jOuitvthlcutfr.
Volgens de Hamburger Reform zou de nieuwe
Amerikaansche stoomvaart-maatschappij te Hamburg
van plan zijn, de Great Pastern aan te koopen en die in
de Elbe te stationneeren als kostschip voor de land
verhuizers. Op die wijze zou worden vermeden dat
deze bij hunne aankomst een onderkomen moeten zoe
ken in een of ander logement.
De bekende Hongaar Kossuth vertelt wonderen
van de grot Monsummano wat haar geneeskracht be
treft. De gi'ot ligt in het Toskaansche in het Luca
Pieaner dalniet ver van Pistoji en geneest met vol
strekte zekerheid jicht. Voor ongeveer 30 jaren werd
de grot ontdektsedert hebben veel duizende jichtlijders
haar bezocht en er is geen geval bekend dat iemand
ongenezen weder vertrokken is. De kuur duurt slechts
8 en in zeer enkele gevallen 14 dagen. Kossuth leed
verschrikkelijk aan jicht in het hoofd en bezocht op
raad van zyn geneesheer de grot. Gedurende een week
bragt hij dagelijks een uur in de schoone grot door
en zijn lijden was als weggetooverd. De kuur is met
geen de minste onaangenaamheid verbonden. Men trekt
een lang licht kleed en eeu paar pantoffels aan en
gaat in de met stearine kaarsen verlichte grotzet zich
op een gemakkelijke stoel neder en als men geen ge
zelschap heeftverveelt men zich toch nooitomdat
het oog met welgevallen rust op de phantastische vor
men van den druipsteen enz.
Nadat men ongeveer 10 minuten heeft gezeten, be
gint men sterk uit te wasemen dit is echter niet
onaangenaam daar het met hitte of aandrang van
bloed gepaard gaat. Men zou gaarne uren lang bljjven
zitten maar de geneesheer is onverbiddelijk daar een
lang blootstaan aan de inwerking der grot te veel
zou verzwakken. Als men de grot verlaatwordt men
met linnen doeken gewreven en vervolgens in flanel
gewikkeld om by den overgang het koude vatten te
voorkomen. Men kan dan desverkiezende een niet al te
koude douche nemen waarop men zich kleedt en het
ontbijt in het nabijgelegen Kurhfius gebruikt.
Wat echter het genees medium der grot is bljjfttot
dusver onverklaarbaar. De lucht is iu het warmste ge
deelte slechts 32 34 gr. Celsius en is dikwerf koeler
dan daar buiten. Het water in de grot is kouder dan
dat in de open lucht in de nabijheid der grot. Bijzon
dere chemische bestanddeelen zijn in de lucht niet
voorhanden hoogstens vindt men er een weinig meer
Azot in dan gewoonlijk. Kossuth gelooft aan electro-
magnetische inwerking.
De schandalen ran het krankzinnigengesticht van Évère,
die dezer dagen aan het licht zijn gekomen, worden door alle
bladen besproken. Zij zijn van den ergerlijkston aard. Sedert
langen tijd vermoedde men dat 't in dit gesticht niet toegiug
zoo nis 't behoorde. Verleden jaar toen de Heer Cornesse
Minister van Justitie was werd de directeur van dat éta
blissement wegens gepleegde mishandelingen veroordeeld en de
justitie drong cr op aan dat het zou gesloten worden. De
Minister gaf hieraan echter geen gevolg. Intussclien heeft de
heer Deluntsheeredie thans aan hel hoofd staat van het De
partement van Justitiezich aan de zaak laten gelegen liggen.
Ofschoon men in het gesticht er op bedacht was om de au
toriteit om den tuin te leiden, mogt dit niet gelukken. Op
zekeren dag trnd de Procureur des Konings het gesticht binnen:
Hij sprak een der krankzinnigen aan, die hem mededeelde
in het gesticht twee menschen te hebben vermoord. De dame,
die den procureur bozeleidde, zeidc hierop glimlachend, dat
't ecu manie van dien krankzinnige was dergelijke zaken te vertel
len. De patient was hiermede evenwel niet tevreden, en verklaarde
dat, als de procureur zekerheid wilde hebben, hij slechts
Jérome moest ondervragen. „Jérome waar is Jerome?"
vroeg de magistraat, waarop dc dame verklaarde, dat deze
reeds sedert lang het gesticht verlaten had. De procureur liet
zich echter geen rad voor de oogen drnaijen, en met luider
stemme riep hij in deu gang: „Jérome 1" De persoon in
kwestie gaf onmiddelijk antwoord en daarna werden vreese-
lijke geheimen onthuld. Zoo vernam men dat twee krankzin
nigen die zich zonder opzicht in een vertrek bevonden door
een derde waren geworgd. De lijken waren in stilte ter aarde
besteld. Een Italiaan van goede familie, die voor zijne ver
zorging betaaldewas aan handen e.n voeten gebonden in een
kelder geworpen. Het vertrek was niet verwarmd en dienten
gevolge zijn den ongelukkigen do voeten afgevroren. De directeur
besloot dit geval maar te verzwijgen. Er loopen zelfs geruchten
dat meu een zinnclooze voor dood zon hebben verklaard en
dat cr een lijkdienst voor hem zou zijn gehouden. Om deze
en dergelijke schandalen mogelijk te maken, was natuurlijk de
medepligtigheid van den dokter noodzakelijk. Het geheele ge
slicht is thans ontruimd. De mannen zijn naar Froidinont eD
de vrouwen naar Suint-Trond overgebragt. De vreugde van de
krankzinnigentoen 't hun medegedeeld werd dat zij het ge
slicht Évère zouden verlaten was onbeschrijfelijk.
Op nieuwjaarsdag vond men aan een boom nabij
de citadel van Luik bet lijk van een jongeling hangen.
Op een boekjedat in zijn zak stakwas nog een
enkel blad waarop stond„Ik heb gespeeld en heb
verloren P. H., Leuvensche plaats 8." Uit de opzoe
kingen is gebleken dat dit het lijk was van Philip
Herstwoonachtig te Brussel. Deze ongelukkige was
luitenant bij het 7e linie geweest, en had eene schit
terenden toekomst voor zich; doch hij was een harts
tochtelijk speleren die drift bragt hem ten verderve.
Op zekeren dag na verloren te hebben beging hij eene
ontvreemding ten nadeele der compagnie waarover hij
te Beverloo 't bevel voerde. Men ontman hem zijn graad
en hij werd uit het leger weggezonden. Sedert dien
tijd won hij moeilijk zijn brood als handelsreiziger,
en zoo haast hij wat geld had werd dat door hem
verspeeld.
Mcbevlanb.
Den Holder, 22 Jan. Heden morgen is aan
de werklieden op 's Rijks marinewerf alhier het ver
rassende besluit medegedeeld dat hunne loonen ver
hoogd waren; en te gelijkertijd dat zij niet, zooala
nu geschieddemet hun 50ste jaar maar eerst vijf
jaren laterdus met hun 55ste jaar aan de trapsge
wijze vermindering van loon onderworpen zullen zijn.
®s Grr-aveiiliasre 24 Jan. Bij den Raad van
Stateafdeeling voor de geschillen van bestuur is be
handeld een beroep van den heer Jan v. d. Berg Mz. te
Bruinissevan een besluit van Ged. Staten van Zeeland,
waarbij zijne verkiezing als lid van den Raad der
gemelde gemeente is vernietigd. Rapporteur, de Staats
raad Boot. Het betrof hier de vraag, of werkeljjk door
den appellaut verschilleude handelingen zouden zijn
gepleegd, als: bedreiging, beloften en geldelijke nit-
keeringen waardoor een onbetamelijke invloed op zijne
verkiezing zou zijn uitgeoefend. Nadat tot zijne toe-
latiug door den Raad was besloten met 5 tegen 1 stem
(die van een der wethouders) isop de ldagt van dien
wethouder, tengevolge van het door eene commissie
uit Ged. Staten ingesteld plaatselijk onderzoekdoor
Ged. Staten bij de opgemelde beslissing als voldoende
bewezen geoordeeld het plegen van onderscheidene
handelingen, waardoor de onbetamelijke invloed is
uitgeoefend diein den zin der weteene verkiezing
nietig doet zijn. Inmiddels was ook tegen den appell.,
ter zake van omkooping voor zjjne verkiezingeene
strafvervolging ingesteld doch hij is te dier zake bjj
gemis van bewijs door de vegtbank vrijgesproken. Dat
feit van omkooping is dan ook door Ged. Staten in
het middeu gelaten. Voor den appellant trad als ge-
magtigde op de heer nar. D. van Eekadvocaat te
's Gravenhage, die in eene uitvoerige toelichting trachtte
aan te toonen het loszinnige van het ingestelde onder
zoek het ongegronde en onbewezene van de te laste
gelegde handelingen, en voorts de handelingen van den
appellant voorstelde als juist eerlijk en betamelijk te
zijn geweest, zoodat er geen sprake was van zooge
naamde ltnoegerijen. Wij zullen later mededeelen de
strekking van het in deze zaak te "nemen Koninklijk
besluit.
Rotterdam, 24 Jan. Eergisteren heeft bij deze
stad een spoorwegongeval plaats gehad. De passagiers-
trein van 2 uur 55 m. is een eind buiten het station
tegen een stilstaanden trein met leege wagens gere
den, waardoor een personen-wagon van dien voorsten
trein totaal verbrijzeld ia geworden, en, naar het schijnt,
de locomotief van den achtersten trein ook beschadigd
is. De passagiers ontvingen een hevigeu schokwaar
door de vooruitrijdenden van de banken geworpen wer
den doch het schijnt dat er niemand gedeerd is.
Alblasserdam24 Jan. In 'talgeloopen jaar
zijn in deze gemeente door de pokken aangetast 178
personen waaronder 39 gevaccineerden en 139 onge
vaccineerden. van de laatsten zijn er 65 bezweken en
de eersten slecht 6. Van de gevaccineerden is dus on
geveer 15 pCt. en van de ongevaccineerden 46 pCt.
gestorven. Hoe duidelijk deze cijfers ook spreken, nog
zijn er zoovelen die door gemoedsbezwaren verhinderd
worden zich doen inenten.
Veere24 Jan. De gevaarlijke hoofdwonde van
den Engelschman, waarvan wij laatst melding maakten,
is in zoo verre geruststellend dat er allo hoop bestaat
dat zijn leven buiten gevaar is.
Camperland 24 Jan. De ziekte der paarden
van den landbouwer Romijnse is tot staan gekomen
nadat er zes stuks zijn bezweken.
Wissciikorke 24 Jan. De avond van 21 dezer
was voor velen dezer gemeente een genoegljjke avond.
De vier hier bestaande zanggezelschappen voerden
onder leiding hunner voorgangersbeurtelings eenige
muziekstukken uitiu het locaal der opeubare school.
Het talrijk opgekomen publiek getuigde van warme
belangstelliug en bewees op ongedwongen wijze door
luid handgeklapdat het genoegen vond in de uit
voering der verschillende nummers. Goldt dit in 't al
gemeen zanggezelschap no. 4bestaande uit een
30tal kinderenzongen onder leiding van den hulp
onderwijzer de Pagter eenige zangnummersdie, hoe
eenvoudig ookdoor de wijze van uitvoering in 't bij
zonder de algemeene toejniging verwierven. Voorzeker,
zulk een avondmet gebed begonnendoor onzen
Eerw. predikantin onschuldig genoegen met het zingen
van fraaije muziekstukken doorgebragt en met dank
zegging geëindigd bewijst dat men ook op een plat
telands-gemeente wezentlijk genoegen smaken kan.
Wij twijfelen dan ook niet of de gunstige uitkomst
zal de muziekgezelschappen aanmoedigen om nog dik
wijls door vereeniging het Wissenkerksche publiek
eeuen aangenamen avond te verschaffen.
Scherpenisse25 Jan. Door den gemeente
raad alhier is in zjjne vergadering van heden met een
parige steramen tot secretaris en ontvanger benoemd
de heer J. J. Luyk en zulks in plaats den heer J. Luyk
die als zoodanig op zijn verzoekeervol is ontslagen.
Zïerïlizee26 Jan. Z. M. heeft benoemd in
het bestuur van den calatu. polder B'urgh en Westlaiid
tot voorzitter J. hl. de Glopper en tot leden W. Beije
en G. A. de Kater-, in het bestuur van het calam.
waterschap Nieuw-Bomtnenede tot voorzitter K. Hocke
Hoogenboom en tot leden J. van der Bijl en F. C. Kolder-,
tot voorzittr van het calam. waterschap BruinisseC.
Hage-, in het bestuur van het calam. waterschap
Stavenisse, tot voorzitter C. Dorst Lz. en tot leden
A. van der Slikke en J. Tuijnman Dz.in het be
stuur van het calam. waterschap Scherpenissetot
voorzitter D. Polderman en tot lid A. Hartog Sz.
tot beheerder van den polder Nieuw-Sabbinge J. van
Damme-, in het bestuur van het calam. waterschap
Oostbeveland tot voorzitter G. J. van den Bosch en
tot lid J. van der Werff.
Omtrent het gebeurde in den Haarlemmerhout
tu8chen een burger en twee officieren van het garnizoen
te Haarlem, wordt van daar aan de N. R. C. het vol
gende geschreven
Reeds sedert geruimen tijd bestond er wegens familie
aangelegenheden eene sterke spanning tusschen den heer
G. en den luitenant der huzaren O., welke meermalen
tot onaangename woordenwisselingen aanleiding gaf,
doch waarbij het bleef. Op den avond van den 3den
dezer echter, toen de heer G. zich van den spoorweg
naar zijn in den Haarlemmerhout gelegen huis begaf,
ontmoette bij in de Groote Houtstraat de officieren O.
en de B., gevolgd door den oppasser van eerstgenoemde,
en werd de heer G. in het voorbijgaan met het woord
»schoelje", vergezeld van een krachtigen vloek, begroet.
De beer G. ging bedaard zijn weg, doch bemerkte
al spoedig dat hij door de beide officieren en den aan
de overzijde der straat gaanden oppasser achtervolgd
werd. In den Hout gekomenwas men den heer G.
zóó kort op de hielen dat deze, een onverboedscben
aanval niet onwaarschijnlijk achtende, zich plotseling
omkeerde met de vraag: wat men begeerde? Toteenig
antwoord sloegen de officieren er onmiddellijk met hunne
rijzweepen op los, wondden den heer G. tot bloedens
toe aan hoofd en gelaat, totdat deze, eensklaps zijn
mes trekkende, den officier O. daarmede een uiet ern
stige wond in de zijde toebragt, welke aanleiding gaf
dat de beide officieren en de oppasser dadelijk aftrokken
en er alzoo aan het schandaal een einde kwam.
De heer G. deed onmiddellijk aangifte van het ge
beurde. Proces-verbaal werd opgemaakt; de beide
officieren ontvingen streng arrest en de zaak is thans
nog steeds in informatie bij den krijgsraad, welke de
officieren reeds heeft gehoord en gisteren den heer G.
voor bet eerst zou hooren.
De Pr. Noordbr. en 's B. Ct. berigt het volgende
In den avond van 20 Dec. 11. had op den straatweg
tusscheu Loon op Zand en Kaatsheuvel een treurig
voorval plaats. Vier jongelieden kwamen per rijtuig van
Tilburg, toen eensklaps door een onbekend militair het
paard bij deu teugel gegrepen en bjjna dwars op den
weg gezet werdinen gebood hem het paard los te
laten, en toen hij aan dit bevel niet wilde gehoorzamen,
trachtte meu hem door zweepslagen daartoe te dwingen;
daarop trok de militair zijn sabel en begon die wild
en woest door het rijtuig heen te zwaajjen, met het
ongelukkig gevolg, dat hij C. v. d. W. vau Kaatsheuvel
een :abelhouw in de hand toebragt en een vinger afkapte.
Alhoewel men den militair niet kende, merkte men toch
bij het flaanwe u aanlicht op, dat hij meer was dan gewoon
soldaat. Het was de 1ste luit. J. H. H. van M., van
het 6de reg. inf. alhier; hij heeft zijn misdrijf ten volle
bekend, doch gaf voor, dat hij om vuur gevraagd had,
dat men weigerde, waarop hij, driftig geworden, zijn
sabel had getrokken; de tegenpartij houdt vol, zijne
stem niet gehoord te hebben. De krijgsraad zal thans
in deze zaak beslissen.
In de stoommeelmolen van de firma Huisgen
en Co. te Herdingen heeft in den nacht van 16 dezer
het volgende ongeluk plaats gehad:
Midden in een binnenplein, begrensd ten oosten door
de achterzijde van het fabriekgebouwten zuiden door
het machinegebouw en ten westen door het ketelhuis,
lag een'ruim 40 voet diepe en 10 voet breede welput,
dienende ter voeding der stoomketels en waarin de
overvloedige stoom werd afgelaten.. Deze welput van
steen gemetseld tot 4 voet onder den beganen grond,
was met een dubbele laag eikenhouten balken gedekt,
waarover grond was aangebragt tot aan den beganen
weg. Op den bewusten avond is die houtbedekking uiet
de zich daarop bevindende laag aarde in den met circa
17 voet water gevulden put gevallen. Toen nu te 11
uren de stoom door de aflaatbus in den put, die door
de aarde verstopt was, geen uitweg kon vinden, sloeg
die in de machine terug en vulde het gebouw met stoom.
Om van één der gebouwen in de andere te komen,
moet men altijd de hier beschreven plaats passeeren,
daar alle deuren daarop uitkomeD. De machinist, een
ongeluk bij de ketels vermoedende, ijlde daarheen, doch
viel in den put; zijn zoon als stoker iD het ketelhuis
werkzaam en onraad ontdekkende, ging naar de machine,
doch zonk ook in de diepte. Intusschen bad de stoom
ook naar buiten een uitweg gevonden en vermoedde
men in de staddat brand in de fabriek was uitgebroken.
De fabriekarbeiders, eveneens een ongeluk in het
ketelhuis vermoedendesnelden daarheen en achtereen
volgens stortten nu nog 5 man in de diepte. De heer
Heinr. Huisgen, chef van het établissement, door het
brandgeroep gewekt, spoedde zich insgelijks naar de
fabriek en viel als 8ste offer in den welput. De vrij
willige brandweer was alras op de been en begon
haar reddingswerk. Door voorbeeldeloozen moed en
vastberadenheid gelukte het 4 fabriekarbeiders, deernis
waardig verminkt, te redden: de overige 3, zijnde de
machinist, zijn zoon en nog een werkmankonde men
na veel krachtsinspanning slechts levenloos er uit halen,
terwijl men den geaebten fabriekchef, onder de in den
put gevallen aarde bedolveneerst den anderen morgen
beeft kunnen wedervinden.
De jammer der zwaar getroffen huisgezinnen is on
beschrijfelijk groot en geheel Herdingen is onder den
indruk van dit vreeselijk ongeluk. De deelneming geldt
in het bijzonderden fabriekchef, den beer Heinr. Huisgen,
die bij al zjjn onderhoorigen zeer geliefd en door ieder
die hem bad leeren kenuen, geacht werd.
Genien«r«Ie berigten.
Te 's Gravenpolder mqesten drie slraatloopers des avond9
niet op do glazen komen kloppen bij eene weduwe om binnen
gelaten te worden, anders zullen zij nader bekend gemaakt
worden. Stoffel nldaar zal het in de herberg nog zoo maken
niet zijn lange' tong, dat hij nog rugsmeersel zal krijgen;
neen man
Als gij vrienden wilt verkrijgen
Moet gij hooren, zien en zwijgen.
De vrouw vnn een horlogiemaker te G. moest haar tong
wat meer stil houden en wat rapper met bare handeD zijn,
en vooral zoo niet roemen, want het \va9 vroeger bij haar
ook zoo vet niet. Een dametje te Rilland is dol vnn vreugde
nu zij verpast i9 aan een bakker te Goe9, maar zij zul nog
blijder zijn als zij bakkerin is. Te 's G. moc9l eene weduwe
zich wat beter binnen de deur houden en zooveel kwaad niet
spreken van anderen, dat nu wel eene erfzonde is van alle
oude wijven die uit den tjjd raken. Onder Renesse wordt
een dametje aangeraden, zich met zoo veel jongens niet op te
honden, want dat zal verkeerd uitkomen; dus:
Meisje 1 let wat beter op,
En loopt zoo niet in galop,
Want men ziet wel hoe het gaat,
Maar dan is het meest te laat;
Meisjes die uit vrijen gaan,
Blijven mee9t alleen dan staan.
Twee juffertjes te Wissenkerke moesten de jongens zoo niet
achterna loopen, want dat staat toch niet fatsoenlijk; maar:
Met schijven komen er maar geen,
Dus loopen zij maar met 't gemeen.
Jaanlje vau den dijk te W. wordt verzocht zulke grappen
niet meer uit te voeren, want dat zal altijd zoo goed niet
afloopcD. Een bakkers-zoon te Sint. moest wat rapper met
zijne handen zijn, en wat luijer met zijn tong, dat vooral
voor een bakker noodig is. I)e meid van een bakker en
de dochter van een timmerman te S. moesten zich zoo hoog
niet voorgeven, want zij hebben ook niet9 meer dnn hunne
vrijers, die ook veel te zeggen hebben van anderen. Iemand
te Zaamslag wordt aangeraden, als hij nog meer gezelschap
moet gaan halen, beter onderrigt te vragen.
"Want vriendschap zoo het was in schijn,
Kan men zoo meê bedrogen zijn,
Dus al9 hij dit meer wil wagen,
Moet hij beter antwoord vragen.
Ingezonden stukken.
Ds. J. D. Sigalpred. te Lage Zwaluweheeft het
beroep naar St. Laurens aangeuomen,
Mijnheer de Redacteur I
Uwe bekende liberaliteit doet mjj hopen dat ge ook
aan dit schrijven in uw blad wel een plaatsje zult
gunnen al stemt gij in beginsel niet met my overeen.
Het in uw No. van Donderdag 25 Januari 11. opge
nomen schrijven van den heer Bastmeijer geeft mij
daartoe aanleiding.
Sedert ruiui vier jaar heb ik het genoegen onder
wijzer te zijn aan eene schooldie zeer onkiesch door
hem wordt aangevallen.
Gekwetst eergevoel schjjnt de aanleiding daartoe te
zijn. Maar als men nu zelf zoo prikkelbaar ispast
het dan een rriandie door zijn beginsel de woorden
Vrijheid en Humaniteit in zijn banier geschreven heeft,
eene inrichting zoo aan te randen als hij dat doet
Hg noemt haar herhaaldelijk eene zoogenaamde
christelijke school. Hoe weet de heer B. dat zij zoo
genaamd christeljjk is Nooit bezocht hg haar
veel minder leerde hij haren geest en hare strekking
kennen; slechts een enkelen keer ontmoette hij mij.
Bij betere kennismaking zou de heer B. het hebben
kunnen wetendat onze christelijkheid geen uithang
bord ismaar dat zij bestaat in een nog maar al te
gebrekkig streven om der jeugd eeue christeljjke op
voeding te geven volgens den eenig veiligen grond
slag dien ons de Heilige Schrift openbaart.
Wat nu de statistiek betreftdie de beer B. geefc
van de bjj mij geplaatste kinderen ook die komt niet
overeen met het door mg gehouden schoolregister.
Volgens mijne laatste opgaaf bedroeg het getal
mijner leerlingen op de dagschool 275, terwijl de
avondschool bezocht wordt door 85 jongelieden. Door
vier personen worden die kinderen onderwezen, terwijl
op de school van den heer Bastmeijer met ongeveer
90 leerlingen evenveel onderwijzers zijn. Voorwaar geeD
gemakkelijke concurrentie En wel een kostbaar open
baar onderwijs, waaraan de ouders mijner leerlingen
bet hunne betalen zonder eenig genot er van te hebben
Daarenboven betalen zij voor één kind, dat dag- en
avondschool bezoekt, per maand 1,60 2,10 of/2,60
naar gelang der vakken waarin zij onderwezen worden.
Pecuniëele redenen kunnen het dus niet zijnwaar
door ouders uit den gegoeden stand bewogen worden
om hunne kinderen de christelijke school te doen
bezoeken.
't Was mij bekend dat de heer B. herhaaldelijk ons
beschuldigde, dat we van onze school een werfdepot
maakten. Zoolang dit als binnen de muren gezegd
werdgunden we hem dat kleingeestig genoegen
maar nu hij openlijk schrijft»3.° dat er ten behoeve der
zoogenaamde christelijke school door velen en op velerlei
wijze geworven isnu neme hg 't mij niet kwalijk
dat ik hem sommeerwil hij geloofwaardig man bjjj-
ven ons personen te noemen die geworven hebben
of geworven zijn en alzoo dit geschrijf te staven.
Ik wil hem echter wel zeggen hoe we aan onze
leerlingen gekomen zijnofschoon ik weetdat hij
die oorzaak voor groote onnoozelheid, zoo niet domheid
zal houden.
Toen ik 15 jaar zijn troetelkindde bevoorrechte
en voor ons volk zoo kostbare openbare school had
gediend gebood my mijn geweten haar to verlaten.
Ik had een barden strijd om de vele en voor mij
groote geldelijke voorrechten prijs te geven die mg
die school schonk. Maar God, die wist, dat ik lust
hadom de kinderen naar Zjjn wilchristelijk op te
voeden en te onderwgzen sprak toen tot mijn hart
„Ik zal u niet verlaten Op dat Woord vertrou
wende ging ik naar Zierikzee. Toen ik er kwam waren
er n<fg maar 37 kinderen ingeschreven. Toen sprak ik
tot mijn God Wiens ik mij niet schaam »Gij hebt
gezegd»Ik zal u niet verlatenNeig dan nu ook
de harten der ouders in deze stad om my hunne kin
deren te geven die ik in Uwe kracht naar Christus
wil kan onderwgzen." En zie die Heer wien ik dit
dagelijks vroeg en in wien ik kinderlijk wensch te
gelooven heeft het velen ouders in het hart gegeven,
om mij hunne lieve kinderen toe te vertrouwen. Die
Heer heeft mij en hen die met mij onderwgzen, lust,
kracht, moed en wijsheid gegeven en ons werk, hoe
vol gebreken ook, gezegend, Christus tot eer Die God,
hetzij met eerbied gezegd was, de W erver van onze
christelijke school. Zyn naam zij daarvoor geprezen
Hoogachtend enz.
P. A. EXEL.
Vrijmoedig mocht ik dit vragen omdat mijn inkomen
niet afhankelijk is van het aantal kinderen die bij mij ter
school komen.
Met genoegen hebben we kennis genomen van de eerste
aflevering van het pas verschenen boek: De bloedstrijd
onzer vaderen tegen Spanje. Beschrevenen afgebeeld voor
het Nederl. volk, door P. Vergers.
Zij behandelt op eene duidelijke en onderhoudende
wjjze den maatschappelyken en godsdienstigen toestand
van den tijd, die onmiddelyk aan dien gvooten strijd
voorafgiug, de merkwaardigste personen, die toen aau