ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 25 Jannarij 1872. No5053. 28steJaarg. Kennisgeving. DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND. Gezien art. 73, 2de lid, van de wet regelende het kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter Eerste en ter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 Julij 1850 (Staatsblad no. 37); Noodigen de inwoners der provincie uit, zoo zij in de grondbelastingde personele belasting of het palentregt, op de kohieren tot de loopemie dienst bekoorende, elders zijn aangeslagen, daarvan, door toezending van de vereischte bescheiden, (aanslag-billetten of uittreksels uit de kohiereneu eene berekening van hetgeeu in hoofdsom en in Rijksopcenten afzonderiyii wordt betaald), vóór of uiterlijk op 1 April aanstaande, aan hen te doen bljjken. Deze kennisgeving zal in de onderscheidene gemeenten van dit gewest worden afgekondigd en aangeplakt. Middelburg, den 19den Januarij 1872. De Gedeputeerde Staten voornoemd, R. W. van LIJNDEN, Voorzitter. BUTEUX, Griffier. Bekendmaking. VEEZIEKTE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee In aanmerking nemende dat op enkele stallen in Zuid- en Noordbeveland de lenden-typhus zich onder de paarden heeft vertoond en het meerendeel der aange taste dieren aan de gevolgen daarvan is bezweken dat het ontstaan dezer ziektedie zich elk najaar in meerdere of mindere mate in de provincie vertoont, door de veeartsen wordt toegeschreven aan het toedie nen van met schimmelplantjes 'cryptogamenbezet stroo, terwjjl de ziekteop een runderstal te St. Annaland ontstaan ook als een gevolg daarvan wordt aange merkt vestigen de aandacht der landlieden en der verdere belanghebbende ingezetenen dezer gemeente op de nood zakelijkheid om toe te zien dat het aan paarden en ook aan runderen, als voeder toegediend wordende stroo, niet met de bedoelde zoo nadeelige schimmel is bezet. Zierikzee deu 20 Januarij 1872. De Burgemeester en Wethouders, B. C. CAU. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Afkondiging. De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend dat het kohier der Grondbelasting van deze gemeente, dienstjaar 1872 den 19den dezer maand door den heer Prov. Inspecteur der Dir. Belastingen enz.in deze provincie executoir verklaardop hedeu aan den heer Ontvanger der Dir. Belastingen alhier wordt ter hand gesteld ten fine van invorderingen dat ieder verpligt is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Zierikzee den 22 January 1872. B. C. CAU. De afstand van de kust van Guinea. Met eene overgroote meerderheid (29 tegen 6 stemmen) heeft de Eerste Kamer in hare zitting van Woensdag jl. gelezen toegestem'l in den afstand van de kust van Guinea eene bezitting meer dan twee eeuwen geleden door de dapperheid en den onversaagden moed van de Ruijter verworven en als een kostbaar juweel des tijds aan bet gezag der Vrije Nederlandeu gehecht. Waar zulk een beslissingmet zulk eene groote meerderheid van stemmen wordt genomen rijst het vermoeden dat het Staatsbelang dien afstand gebiedend vorderde. Men kan toch niet onderstellendat eene Volksvertegenwoordiging, zonder hooge noodzakelijk heid eene der schoonste bladzijden der Vaderlandsche geschiedenis verscheurt. Men kan toch niet onderstellen, dat eene zoo bedachtzame en voorzigtige vergadering als die der Eerste Kamer zonder aarzelengedreven door eene kortzichtige kruidenierspolitiekalleen om wat te bezuinigen of problematieke voordeelen elders te verkrijgen-, de kust van Guinea aan den vreemde ling zou afstaan. Er moeten dus gewigtige redenen van staatsbelang hebben bestaan welke dien afstand eiscbten. En toch het blijve geoorloofdte twyfelen. Hoe aandachtig wij ook de parlementaire debatten hebben gevolgd die klemmende redenen van staatsbelang zijn ons niet gebleken. Er is geen enkele reden bijkans vóór dezen afstand aangevoerd, die niet met hetzelfde regt voor den afstand van andere koloniën kan gelden. De hoofdgrond van de verdedigers van het wetsont werp was -dezedat wij onze pligten ten aanzien der bevolking niet vervulden en niet konden vervullen. Het bezit van koloniën heden ten dage wordtbeweerde menalleen goedgemaakt door de bevolkingaan 't vreemde gezag onderworpen te ontwikkelen en te beschaven. Dat alles is fraai gezegd. Maar hebben wij die pligten dan in de andere koloniën zoo getrouw nagekomen? Was het kultuurstelsel het ware middel om de inlandsche bevolking op Java zedelijk en stof felijk te ontwikkelen Hebben wjj misschien de bevol king in West-Indië ontwikkeld door onverbiddelijke handhaving der slavernij en door beperking van ons subsidie tot een bedragdat de noodzakelijke eischen dier koloniën niet konden worden vervuld Bestaat er zekerheid of waarschijnlijkheiddat Engeland de mogendheid aan wie wij de kust thans overdragen die pligten beter vervullen zal? Heeft men een regt van weder-inkoop (steldat hier van verkoop sprake ware) gestipuleerd, voor 't geval Engeland zijne zedelijke verpligtingen eens niet mogt nakomen En waarom hebben wjj onze verpligtingen ter kuste van Guinea niet vervuld? Omdat wij het niet wilden; omdat wij 't kostbare juweel moedwillig hebben versmaad omdat wij wel millioenen jaarlijks over hadden om in Oost- Indië stammen te bedwingendie niet aau ons juk wilden onderworpen worden maar niet een paar ton nen meer wilden besteden aan de handhaving van een erfstuk onzer vooroudersdat ons in een vruchtbaar land een vast punt verzekerde. Wij weten het, de slavenhandel is afgeschaftdie in vroeger tjjd de kust het meest begneren deed maar wij weten ookdat èn voor uitbreiding van onzen handel met de vrucht bare streken van Afrika èn voor versterking van ons Indisch leger èn voorde aanwerving van werkkrachten ten behoeve van Suriname deze kust nóg was voor ons een bezit van groote waarde dat wij ongaarne missen. Wij betreuren den afstand te meer omdat de Eerste Kamer zich liet bewegen door omstandigheden en ge zegden die op ons niet den geringsten indruk maken. Men was overtuigd geworden door de lezing van de geheime onderhandelingenover het tractaat gevoerd. Geheime documenten kunnen wij natuurlijk niet be- oordeelen maar wel weten wjjdat dezelfde stukken aan de Tweede Kamer waren aangeboden en dat in JalStaatsligchaam daarvan met geen woord werd ge sproken. Omdat Engeland zich in die stukken mis schien „onze natuurlijke bondgenoot" heeft genoemd, volgt daaruitdat hjj de natuurlijke erfgenaam onzer koloniën moet worden Heeft Engeland door zjjne vroegere handelspolitiek ten onzen aanzien die onder scheiding verdiend Men was overtuigd geworden door de plegtige verze keringen der Ministersdat zij op het hellend vlak van loslating van koloniën niet verder zouden voort glijden. De heer Borsius liet zich vooral door deze overweging medeslepen. Wat beteekenen echter deze verzekeringen Hoe lang zullen deze Ministers aan het roer blijven kunnen zij door hunne verklaringen hunne opvolgers binden kunnen zjj wegnemen den indruk onzer moedeloosheid die èn in 't buitenland èn in onze andere koloniën door dezen afstand moet ontstaan Aan ministeriële verzekeringen en dubbelzinnige docu menten door diplomatieke ambtenaren opgemaakt zouden wij minder gehoor hebben verleend dan aan de krachtige stem eener getrouwe bevolking die ons ondubbelzinnig smeekt haar onze bescherming niet te onttrekken. Wij meenden immers dat een der grond beginselen van de moderne koloniale politiek deze is dat de gezindheid der bevolking 't bezit van koloniën bepaalt. Engeland onttrok zich aan de Jonische eilanden van 'toogenblik af, dat het de overtuiging verkreeg, dat de bevolking zijne heerschappij moede was. De Elminezen wilden Nederlandsch blijven. Doch wat baten deze recrimiraatiën De Eerste Kamer heeftniet in overijlingmaar na rijp beraad beslist. De eerste schrede is gedaan op den wegdie leidt tot vrijwillige verzwakking van Neerlands ge zag, tot opzettelijke verduistering van Neerlands roem. Ons volk zie toedat nooit dit antecedent door meer dere worde gevolgd. Dat hangt niet alleen af van het welbehagen der Regering of van de wijsheid des Ko- nings; dat hangt het meest af van het bewustzijn des volks. Onze koloniën zullen d&o onafscheidelijk aan ons verbonden zijn wanneer wij er onze zonen onze taal, onze zeden onzen ondernemingsgeest hebben overge- bragt. wanneer wij niet alleen zweven op traditiën insluimeren op vroegere grootheid en onzen rijkdom zoeken in geestbedervend effectenspelmaar wanneer wij wederom ijverig de handen uit den mouw steken, wanneer wjj de uitgedoofde geestkracht wederom op wekken en niet alleen rentmeesters willen zjjn van de nalatenschap onzer voorvaderen maar ook de erfge namen hunner deugden. Nieuwstijdingen. Hoe men in Perzië de menscheu straftdie wegens politieke misdrijven veroordeeld zijn. De beul boort dien lieden een gaatje in beide neusvleugelshaalt er een touwtje door en vertoont hen dus op straat aan hun medeburgers. Verleden maand nog is die straf toegepast op zekeren Myrh Khaneen aanzienlijken Persdie de vermetelheid had durven hebben van het gouvernement te beschuldigen van knevelarij een be schuldiging waarvoor nogtans eenigen grond bestond. Myrh-Khan werd veroordeeld om bij den neus door alle straten van Teheran geleid te worden. De beul die wist dat hij een rijke bij den neus hadbegreep dat hij er nog wel iets van kon halen en zeidena vijftig stappen gedaante hebben: „Als gij mij niet tien tomans geefttrek ik met een ruk." En tegelijkertijd begon hij het touw wal aan te halen. „Ik zal u de tien tomans geven antwoordde de ongelukkige Myrh- Khan terstond, brullende van pijn. Dezelfde bedreiging werd op de wandeling 27 maal door den beul herhaald en toen zij alle straten hadden doorgeloopen en de straf op haar einde liep zeide de man die het touwtje in handen had. „Betaal mij voor ik u loslaatanders trek ik." Myrh-Khan betaaldenauwlijks bad de beul het geld in den zak, of hij nam'het touw bij de twee einden en trok het zoo-bard als hij kon uit den neus, hiervan een stuk meenemende. Myrh-Khan heeft onmiddelijk Perzië verlaten en is naar Bombay vertrokken. In de fabriek van patronen te Greenwich heeft eene ontploffing plaats gehad. Hieromtrent wordt nader gemeld dat voor eenige weken het gouvernement beslag legde op 365 kisten geweerpatronen, elk 20 pond zwaar, die in den jongsten oorlog door den heer Gladstone, fabrikant te Greenwich, voor de Franscbe regering waren vervaardigd; doch het Engelsche gouvernement had de teruggave toegestaan in kleine hoeveelheden en op voorwaarde, dat het kruit zou vernietigd worden zoodanig, dat de kogels nog te gebruiken waren. Donderdag nu waren een dertigtal meisjes in die fabriek bezig met het openbreken der patronen, toen er door een tot heden onbekende oorzaak een vreeselijke ontploffing plaats had, die 10 mijlen ver werd gehoord en gevoeld. De arbeidsters snelden met brandende kleeren naar buiten, sommigen van haar moesten met het grootste gevaar uit het gebouw worden gehaald. Binnen een kwartier volgden nog vier ont ploffingen; het gebouw stond spoedig geheel in brand, het dak was er afgevlogen, de muren waren omgestort. Gelukkig slaagde men er in te beletten, dat het vuur zich ook meedeelde aan 50 kisten patronen, die in de nabijheid stonden. Al de fabrieksmeisjes zijn op een verschrikkelijke wijze verminkt, een vijftal zelfs zeer ge vaarlijk, die zoo spoedig mogeljjk naar een hospitaal te Londen werden vervoerd. JFVnnitrijit, JParvjs, 22 Jan. Alle leden van het corps diplo matique hebben hunne tevredenheid betuigd over den gelukkigen afloop der crisis, en io de parlementaire en gouvernementeele kringeu is een levendige begeerte tot overeenstemming geopenbaard. Men verzekert dat de heer Thiers voortaan zich minder in de discussiën der Nationale Vergadering zal mengeu. De questie omtrent den terugkeer naar Parijs scbynt voor geruimen tjjd verdaagd. Overal in het land is het rustig. Tea bewijze in welk een verval vele établissementen te Parij9 sedert den oorlog gerankt zijn, kan dienen dat de heinde en ver bekende restaurant van de Trois Frères proven- faux, in het paleis Royal, door het verloopen zijner zaak zijne betalingen heeft moeten staken. De eigenaar van het huis heeft thans de zaak overgenomen voor 70.000 fr. Vóór vijftien jaren werd er 800,000 fr. voor betaald. In gaosch Parijs was geen restaurateur te vinden, die haar wilde koopen. Zoo zijn ook vele elegante koffiehuizenen kleine schouwburgen op de Boulevards in moeilijke finantiecle omstandigheden geko men. De directeur van de Folies Bergères (vroeger Theatre Dfjazet) heeft bekend gemaakt, dat hij zijne zaal voor het publick zal sluiten. De dngeljjksche ontvangst aandien schouw burg was zelfs niet voldoende, om de kosten van verlichting en de huur te dekken. Vóór deu oorlog was dit kleine volks- théfttre steeds stampvol. Het Agentschap Havas berigt, dat de Minister Pouyer Quertier Vrijdag jl. een bedrag van80mill.fr. in wissels op Londen en Duitschland naar Berlijn ge zonden heeft tot kwijting van den op 15 Januarij verschenen termijn der oorlogsschuld. Men weet, dat, uit kracht der in October jl. te Berlijn gesloten over eenkomst, in acht balfmaandelijkscbe termijnen, waarvan de laatste op 1 Mei 1872 verschijnt, het vierde halve milliard der oorlogsschuld moet worden afbetaald. Een berigtgever van de Londensche Times zegt ver nomen te hebben, dat hetFransche gouvernement met de Parijsche bankiers Rothschild en verscheiden bui- tenlandsche huizen onderhandelt over een operatie tot vervroegde aflossing, door middel van de uitgiften van 5 pet. rente, van de drie overige milliardeD der oor- logsschuld. Mogt die operatie tot stand komendan zou de bedoelde schuld reeds met 1 Mei van het volgende jaar geheel gekweten zijn. De Times twjjfelt nog aan de juistheid van dit berigt. U. De Belgische bladen zijn ten hoogste verontwaar digd over de schandelijke feiten, onlangs in een krank zinnigengesticht nabij Brussel aan het licht gekomen, waaromtrent reeds vroeger meermalen klagten over mis handeling, over gebrekkig voedsel enz. waren vernomen. Dezer dagen vernam de Regering, dat er twee personen waren overleden, wier voeten bevroren en daarna afgezet waren; toen kort daarop een ander ongelukkige ten ge volge van ondervonden mishandelingen bezweek, deed de politie het gesticht ontruimen, waarop de directeur Goere de vlugt nam. Uit een door de politie gehouden huiszoeking bleekdat al de treurige geruchten die omtrent het gesticht in omloop zijn gebragt, maar al te zeer waarheid bevatten. Zoo ontdekte men, op aanwijzing van een der verpleegden, in een onderaardsche gevan genis, alleen in de zoldering van een valdeur voorzien, een SOjarig grijsaard met lange haren en witten baard, wiens voeten mede bevroren en daarna afgezet waren. Het is inderdaad onbegrijpelijk, dat men dergelylce misbruiken of liever wreedheden zoo lang in de onmid dellijke nabijheid der hoofdstad en ondanks de_open- bare geruchten ongestraft heeft laten voortduren. Men zegt dan ook, dat een der afgevaardigden voornemens is de Regering over deze zaak te interpelleeren. Voor het hof van assises in Oost-Vlaanderen is dezer dagen Maria Constancia Vercruyssenwed. Pon- net, verschenen, beschuldigd van haar man te Gent te hebben vermoord. De vermoorde was een dronkaard en doorbrengerzijn vrouw stond bekend als naarstig en spaarzaam; haar man had zij steeds met goedheid behandeld en voor hem gezorgd. Somtijds verloor zij echter haar geduld en verweet hem dan zyn schandelijk gedrag. Den 23 October 11. liet hij zich in een vigilante naar zjjn werk brengen bedronk zich daarreed in een vigilante naar huis en eischte tot overmaatdat zijn vrouw dit alleB zou betalen. Hierover ontstond tusschen man en vrouw een hevige twist, die zoo hoog liep dat de vrouw in woede een broodmes opnam en haar man er zoo ernstig mede verwonddedat hjj dood bloedde. Nadat vrouw Vercruyssen, die hare mis daad erkende, door het openbaar ministerie was schuldig verklaard aan moord heeft de jury haar vrijgesproken en is zij onmiddelijk op vrije voeten gesteld. flebevlttnb. Nieuwediep19 Jan. Als een zeldzaamheid deelen wij mede, dat de beide hier van Oo3t-Indië binuengekomen schepen Aurora en Elisabeth iu het afgeloopen jaar op denzelfden dag ter reede van Batavia zijn aangekomen terwijl beide schepen nu weder op denzelfden datum de terugreis naar het vaderland hebben ondernomen en heden slechts 2 a 3 uren na elkander in, deze haven zijn binnengevallen. Dezer dagen is in den Helder een diefstal gepleegd ten nadeele van een Engelsch kapiteinwaaromtrent men de volgende bijzonderheden vermeldt. Iu den nacht van 9 op 10 January kwam een Engelsch scheepskapitein uit een koffijhuis, alwaar hjj met andere scheepska piteins had zitten praten. Daar het donker' en ruw weder was en hij over twee andere schepen moest gaan, om op zijn schip te komen, besloot hij, ter voorkoming van ongelukken, een logement te zoeken en aan deu wal te blijven. Op straat ontmoette bij een marinier, die hem aanbood, hem onder dak te brengen. Hij nam dit aan, en de marinier bragt den kapitein in de wacht der mariniers. De kapitein, dankbaar en zich aldaar veilig wanende, gaf een gulden voor fooien legde zich op de brits te slapen. Des ochtends by zijn ontwaken ontdekte hij echter, dat hij bestolen was; dat al ziju geld on geveer ƒ200 uit zijn zakken gehaald en een gouden ring van zijn vinger genomen was. De kapitein deed van deze zaak aangifte aan den commissaris van politie, die onmiddellijk een onderzoek instelde en al spoedig te weten kwam, dat de gouden ring reeds bij twee personen door oen marinier ten verkoop was aangeboden, alsook dat een marinier bij een winkelier alhier Engelsch geld had ingewisseld. De geheele wacht, bestaande uit een korporaal en 6 manis in arrest gesteld en de justitie doet verder onderzoek. Rotterdam22 Jan. Dank zjj den zachten winter worden de werkzaamheden aan de groote wer ken binnen beze gemeente met krachtalthans den tijd van het jaar in aanmerking nemendedoorgezet. Het heiwerk in de gedempte Binnenrotte is thans geheel voltooid en wanneer eerstdaags (8 Febr.) de opbou wing der pijlers voor den spoorweg-viaduct is aanbe steed dan mag men verwachten dat in 1872 een aanzienlijk gedeelte der spoorwegwerken alhier zal voltooid Worden en dat nog veel handwerkslieden daar door naar deze stad zullen gelokt worden. De afbraak der huizen voor den spoorweg door de stad is geheel voltooid. Alleen het postkantoor staat nog belemmerend in den weg. Vóór 1 Januarij 1874 kan men aan het afbreken daarvan niet beginnen omdat eerst in November 1873 het nieuwe postkantoor voltooid zal zjjn. Sluis, 22 Jan, Het besluit, door de Provinciale Staten genomen omtrent de breede vellingen aan de wielenvindt hier algemeenen sterken tegenstand. Tal van adressen daar tegen is reeds geteekend en ingezonden. Thans wordt eene commissie gevormd van enkele der aaozienlijkste landbouwers die zich voorstellen in persoon zich te wenden tot den miui- Dister van binnenlandsche zaken, ten einde, zoo mogelijk, aan het genomen besluit geenc uitvoering te geven. Goes, 23 Jan. Door de arrondissemenls-regtbaük al hier is de volgende aanbeveling voor kanlonregter te Hulst opgemaakt: 1°. Mr. P. J. F. Rethaan Macaré, griffier bij het kanton- geregt te Alphen. 2°. Jhr. mr. F. A. P. Wittert, griffier bij het kantonge- regt te Amersfoort. 3°. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, griffier bij het kan- tongeregt te Kortgene. W issenlierlie 20 Jan. Alhier heeft zich eeno commissie gevormd om bijdragen in te zamelen voor de Brielsche hoofdcommissiezjj bestaat uit de heeren J. H. L. Vader van 's Gravenpolderburgemeester voorzitter, da. J. Verhoeff, thesaurier, Cornells de Smit Dz. en Marcus Marcusse Abr. zoon. St. I?l»ilipsilaii<l18 Jau. De sub-commissie alhier voor de feestviering te Brielle op 1 April e. k., heeft by inteekening 40 voor dit feest ingezameld. Zïerilczee24 Januarij. Naar men van verschillende zijden verneemt heeft Z. M. de Koning reeds bekrachtigd de drie wetten be helzende de verdragen nopens 1.° de Kust van Guinea, 2.° Sumatra en 3.° Suriname. Naar wjj vernemen, bljjft het voornemeu bestaan de Tweede Kamer der Stateu-Generaal tegen de helft der maand February bijeen te roepen tot hervatting van haar werkzaamheden. De Am9terdamsche vereenigiog „Burgerpligt" heeft met 61 tegen 2 stemmen besloten een a d r e s aan de Tweede Kamer te riglen, ten einde te verzoeken dat de Kamer in zake Kapitein Janssen zich vereenige met de conclusie, welke één cïer leden van de commissie had gcwenscht, en strekkende tot rehabilisatie van den genoemden ontslagen officier. De vergadering achtte het minder wenschelijkzijn herstel in zyo vroegeren rang te vragen, omdat zij hierdoor zou treden op den weg der uitvoerende magt. Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal zjjn ingekomen zes ontwerpen van wet tot naturalisatie waaronder één van P. Böckling te Zierikzee. De volgeude aardige vergelijking ontleenen wij aan een artikel in het Venloosch Weekblad. „De inkomstenbelasting is te vergelijken met. een kraan aan den bodem van het vatwaarin de volks rijkdom zich bevindt. Of er veel of weinig in het. vat is doet niets ter zakemen beeft niet meer of min der moeite om te tappen is de drukking minder sterk, men zet de kraan maar wjjder open. By andere belas tingen daarentegen moet boven uit het vat geschept worden. Hoe leeger het vat is hoe dieper men bukken moet en boe lastiger het valt met halve lepels iets naar boven te brengen. Maar deze moeite is goed en heilzaam zjj schrikt af en belet het vat uit te putten, terwjjl men met een kraan aan den bodem het vat zonder moeite tot den laatsten droppel laat leeg loopen. Men hoede zich dus voor de kraan eu voor de inkom stenbelasting." Onlangs diende zich by een predikant in de buurt van Gouda iemand aandie voorgaf dat hjj uit een klooster was gevlugt, en dat hjj nu tot de protes- tantsche geloofsbelijdenis wilde overgaan. De predikant had medelijden met den man en verschafte hem nacht verblijf, waarvan de pseudo-vlugteling gebruik maakte en daarna vertrok. In den loop van dien dag werd echter bekend dat men met een fortuinzoeker te doen had gehad het bleek, dat die persoon bjj een schipper die toen te Delft was had geïnformeerd of er ter plaatse waar hjj woondeook »menschen van het ware geloof' waren en menschen die gaarne over den godsdienst spraken waartoe de fortuin zoeker zich dan ook gemakkeljjk verleende daar hij zeer scheen uit te munten in bjjbelkennis. Het bleek toen, dat van de zoogenaamde kloostervlugt niets aan was, en die slechts was voorgewend om onder dak te komen. Bij de jongste volksstelling te Zwolle is gebleken, dat aldaar vier hoofden van huisgezinnen woonachtig waren, die schriftelijk opgaven te zjjn: „Heiligen der laatste dagen." (Mormonen). Overigens betoonden zjj zich zeer onwillig in het doen van meer vereischte opgaven omtrent de vrouwen en kinderen. - De bladeren van alle geraniums hebben de cigeuschap van zeer snel woudeu, door een snijdend werktuig veroorzankt, schrammen en andere kwetsuren vaD dien aard te genezen. Men neemt een of meer bladen van die plant, die men wat fijn gewreven op een lapje lianen legt cn daarmee de wond bedekt. Zeer dikwijls gebeurt het dat één blandje al voldoende is om de wond te genezen. De planteuvezeltjes hechten zeer sterk aan de huid, helpen het geschonden vleesch weer bij eenvoegen en helen do wond in weinig tijds. Kerknieuws. Ds. J. P. Nonhebei, pred. te Middelburg is beroepen te Groningen. Het klassikaal kerkbestuur van Breda heeft als on gegrond afgewezen de aanklagt tegen den kerkeraad te Moerdijk ingediend, wegens het nemen vau een besluit om den toegang tot het avondmaal te weigeren aan allen die zich schuldig maken aan het verrigten van arbeid op den Zondag. Eerst de toepassing van dit besluit zou grond tot eene aanklagt kunnen opleveren. Gemengde berigten. Een arbeiders-jongen te Schore wordt aangeraden, geeu valsche praatjes meer uit te strooijeu van een boeren-knecht, want hij kan het zijne ook wel aan, vooral als hij slokjes blijft drinken van drie stuivers. Te Schore zegt men: Een meisje en een jongen, Hebben te veel gezongen, Te veel gesproken en gepraat, En worden nu alom gehaat. De prins vaü "Wales is zoo ver hersteld dat hij begint te loopen. Het kwade bloed is van hem afgetapt, en met bloed opgevuld van een gezonden boeren-jongen. Die prins heeft du9 geen koninklijk bloed meer in de aderenmaar boeren-bloed. Nu moest hij nog nieuwe hersenen kunnen krijgen. Te Londen is dezer dagen een stuk grond verkocht voor 9000 pond, of 240 guldeD de vierkante voet. Een damelje uit den fatsoenlijken stand te Axel wordt aangeraden zich wat fatsoen lijker te gedragenen des zondags avonds niet te gaan sporen met iemand naar H.want dat staat niet voor zulk een meisjeen Het mooiste is daar nu nog van Dat zij die vent nooit krijgeD kan, De dienstmeid uit eene herberg te Stmoest toch zoo kinderachtig niet zijn, en niet staan huilen op zondag-avond over haar vrijer; dus: Vraagt het aan een ander maar, Want het is een schrikkeljaar, En al zou 'tu altijd rouwen, Spoedig als gij kunt maar trouwen. De officieren te Haarlem maken thans meer schandnal dan dronken soldaten. Een paar van die heeren zullen voor een krijgsraad moeten verschijnen wegen9 het mishandelen vnn eeu burger, maar men denkt dat zij boven de wel zijn. Van de nieuwe regterlijke organisatie, waar zoo laog naar verlangd is, wordt gezegd dat die reeds voorspeld is in het boek van Job kap. XII vs. 17, waar men leest: Hij voert de rnads- heeren beroofd weg, en de reglers maakt hij uit uitzinnig (van blijdschap). Dat moet zien op de opheffing der provinciale gereglshoven en de tractamentsverhoogiug der regies, bij de arrondis9ement9-regtbanken. Bij het aanbesteden vnn een ijzeren hek om de kerk te Hummelo, schreef de hoogste inschrijver in voor 1790 en de laagste voor ƒ219,50. Voor dat de dominé van B.vertrekt, zal zijn Eerwaarde nog een feest geven, waarop ook de schoolmeester zal genoodigd worden, terwijl dc armen het ook niet kwaad zullen hebben. Te Arnemuiden zal een boer den prijs vao de melk bepalen, en naar kwaliteit opslnan. Maar nis hij de melk opslaat, En de room er eerst afgaat, Dan is het zeker en gewis, Dat hel maar enkel water is. Eeh boer met zijne vrouw le 's Heer-Abl9. moesten des zondags avonds niet voor de ramen slaan spioneren als zij op een koffijpartijije zijn, en dan niet alles rondventenanders zullen zij nooit meer uitverzocht worden. Te G. zijn zes zusters waarvan de jongste 60 jaar is, en allen zijo nog on getrouwd. Daar is nog fortuio aan te maken. Ingezonflen stuklieu. Mijnheer de Redacteur 1 Vergun mij s. v. p. voor het volgende een plaatsje in uw veelgelezen blad. In het verslag der zitting van den Gemeenteraad dd. 10 dezer wordt bij het motiveeren van het voorstel tot opheffing van de 2de school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs gezegd, dat het getal leer lingen op de lste en 2de school v. G. en M. U. L. O. sedert 1867 sterk is gedaald. Van myne school volgt dan nog, dat zij in 1867, 110 en nu slechts 60 leer lingen telt. .V»

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1872 | | pagina 1