ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
V
i\o. 5026
Dingsdag 9 Januarij 1872.
28steJaarg\
Algemeen Overzicht.
Deelden .we in ons vorig overzicht (no. 3018) eenigo
staaltjes merle van de gronzenlooze verwarring die in
de Fransche Nationale Vergadering heerscht en van de
zucht zouden we haast zeggen om de harts
tochten aan te blazen en gaande te houden sedert
ia het er niet op verbeterd. Menigmaal was de Voor
zitter niet bij machte de orde te handhaven en menig
spreker die het gestoelte beklommen had kon niet
beter doen dan zich zoo spoedig mogelijk uit de voeten
te maken uit vrees van-anders kennis te malcen met
de handen zijner opgewonden en hartstochtelijke col
lega's. Heftige discussies werden er gevoerd over de
quaestie of' de prinsen van Orleans zitting zouden
nemen in (1e Vergadering. Eindelijk nam de Vergade
ring een motie van orde aan waarbij zij zich onbe
voegd verklaarde om te beslissen over de kracht van
de verbintenis vroeger door de prinsen aangegaan.
Dezen, het besluit der Vergadering ten hunnen voor-
deele uitleggendenamen daarop tot verbazing van
velen en ergernis van anderen een paar malen zifting
onder de leden eu deel aan de stemming. Een voorstel
van den afgevaardigde de Pressensé om aan alle com
mune-gevangenen beneden den rang van onderofficier
amnestie te verleenen wekte de gevoeligheid der rech
terzijde in hooge mate op. Tegen den zin der Regeering
besloot de Vergadering van de verschillende financiëele
wetsontwerpen het eerst de inkomstenbelasting in be
handeling te nemen en ook bij dit debat ging bet alles
behalve liefelijk toe. De lieeren Thiers en Pouyer Quer-
tier, Minister van Financiën, bestreden haar uit alle
kracht. Een voorstel van den afgevaardigde Wolowski
om een algemeehe maar matige belasting op het inko
men in te voeren werd met groote meerderheid ver
worpen en hoewel hierdoor nog niets beslist werd
over het voorstel der commissie die slechts een gedeel
telijke inkomstenbelasting wil meent men toch vrij
algemeen dat de heer Thiers ook hierin zijn zin zal
krijgen en dat het evenwicht in de financiën door ver
hooging van bestaande belastingen zal gevonden worden.
De Minister van Onderwijs Jules Siiuou diende zijn
wetsontwerp tot regeling van het lager onderwijs in
daarby wordt voor alle kinderen van hun zesde toten
met hun dertiende jaar liet onderwijs verplichtend ge
steld is de leertijd afgeloopeu d ui worden zij aan een
examen voor een schoolcommissie onderworpen die hun
bij voldoende vorderingen een getuigschrift uitreikt.
Vau liet jaar 1880 af zal niemand die 21 jaren-oud is
op de kiezerslijst ingeschreven kunnen worden tenzij
lijj dat getuigschrift, kan overleggen. De rechterzijde
is zeer tegen dit onderwerp ingenomen en nu de com
missie tot onderzoek voor ver het grootste deel iiit
leden van die partij bestaat is de kans op aanneming
zeer gering.
De zevende Januari was bepaald als de dag waarop
de verkiezingen voor de 17 vacatures in de Nationale
Vergadering moeten plaats hebben. Ook voor Parijs moet
een candidaat gesteld worden en natuurlijk stelt men
het meest belang in de keuze der hoofdstad. Victor Hugo
is de candidaat der radicalen Vautrain do president
van den Paryschen gemeenteraad, die der zuivere repu
blikeinen.
Op Nieuwjaarsdag hield de President der Fransche
Republiek receptie, niet te Parijs zooals hij gewild had
maar to Versailles en wel in dezelfde z,al waar het
vorige jaar de Duitsche Keizer receptie gaf. Het geheole
corps diplomatique was daarbij tegenwoordig behalve
de Duitsche gevolmachtigde graaf von Arnim die omdat
hy nog niet de eer had lid van dat coips te zijn,deu
President per brief zijn gelukwenscuen toezond.
In Duitschland werd bet Kerstfeest niet vreugde en
opgewektheid gevierd al was er ook in menig gezin
een ledige plaats, en bladen van allerlei kleur en richting
prezen bij hun terugblik op het verledene om strijd
Duitschlands grootheid en roem.
De verschillende Landdagen hielden zich bezig met
bet beschouwen en goedkeuren van de begrootings-
ontwerpen. De quaestie van het godsdienstonderwijs
wordt in Duitschland hoe langs zoo meer »braudend."
Men houdt het oog op Pruisen gerichtomdat het
wetsontwerp van den Minister von Mübler betreffende
het staatstoezicht op de scholen en inrichtingen van
onderwijs lang zoo onschuldig niet is als het opper
vlakkig scheen. De Pruisische Regeering wil het gods
dienstonderwijs op de scholen niet afschaffen maar
slechts zulk onderwijs laten geven dat zij zelf wensclit.
En geen wonder dat de ultuamontaansche party
daartegen opkomtomdat zij zich verkort acht iu haar
rechten. In den Pruisischen Landdag zullen spoedig
twee ontwerpen betrekking hebbende op de verhouding
tueschen Staat en Kerk worden ingediend. Het eerste
bepaalt dat men het lidmaatschap van een kerkge
nootschap kan opzeggen zonder verplicht te zijn zich
bij een ander genootschap aan te sluiten het tweede
heeft betrekking op liet burgerlijk huwelijk.
De hoogleeraar Dölliuger aanvaardde het rectoraat
van de academie te Munchen na het uitspreken van
eene rede die grooten bijval vond.
In Oostenrijk vielen de verkiezingen van de Land
dagen gunstiger voor de grondwetspartij uit dan men
verwacht liad. De Keizer opende den Rijksdag met eene
rede die zeer voorzichtig gesteld wasaan de Polen
werden niet te veel beloften gegeven en de nationalen
werden als gewoonlijk gewezen op de grenzen der wet.
Ook werden er wetsontwerpen toegezegd regelende de
verhouding tusschen Staat en Kerk.
Koning Victor Emmanuel hield op Nieuwjaar te Rome
receptie en herdacht met dankbaarheid de voltooiing
van Italië's nationale eenheid. De „ridderlijke" vorst
zoud een adjudant naar den Paus om hem te coniplimon-
teeren, maar de Heilige Vader was te ongesteld om dezen
te ontvangen.
Reeds lang is er gesproken over een ministeriëele
crisis naar aanleiding van den ongunstigen financiëelen
toestand. Tot nog t.oe zijn die geruchten niet beves
tigd maar wel zal de Minister Sella zich voorbereid
moeten houden op een geduchten strijd in het Parle
ment. De Minister van Buitenlandsche Zaken gaf aan
de te Rome vergaderde leden van het telegrafisch con
gres een groot diuer ten afscheid.
In Spanje heerscht weer een treurige verwarring.
Nadat het Ministerie tengevolge van den uitslag der
gemeenteraadsverkiezingen waarbjj het een geweldige
nederlaag leed zijn ontclag had aangebodenvormde
Sagasta een nieuw kabinet uit allerlei heterogene bo-
standdeelen. Maar ook dit moet weldra vallen en reeds
liep het gerucht dat het uiteengespat was. Geen wonder
alzoo dat Koning Amedeus met vele moeilijkheden
te kampen heeft en men zich te Florence en elders
ongerust maakt over de toekomst.
De toestand van den Prins van Wales is in den laatsten
tijd veel verbeterd. De Koningin heeft het Engelsclie
volk bedankt voor de belangstelling en deelneming. Nu
dit pak van 'thart is komt er weer wat politiek leven.
Algemeen houdt men zich bezig met liet voorgenomen
ontfdag van den beer Denison als Voorzitter van liet
Lagerhuis. Vyftien jaren vervulde hij dien moeilijken
post en als zijn opvolger wordt genoemd de heer Brand.
Weldra zal de Koningin liet Parlement openen eu de
heer John Bright die hersteld is zal er weer zijn plaats
innemen.
Ten onzent nam de Eers e Kamer der Staten Gene
raal de begrooting van dit jaar aan. De nieuw be
noemde Gouverneur-Generaal van Oost-Indië de heer
Loudon kwam na eeu voorspoedige reis te Batavia
aan eu aanvaardde zjjue functiën.
Nieuwstijdingen.
Toen onlangs een aantal hooggeplaatste Duitsche
militairen zich ter gelegenheid van het St. Georgefeest
te Petersburg ophielden, werd ook door het sinds jaren
aldaar beslaande Fransche tooneelgCzelschap een gala
voorstelling gegeven. Naar uien verhaalt zou die bijna
mislukt zijn. Op den dag waarop de voorstelling moest
plaats hebben verzoolit namelijk de intendant generaal
van den keizerlylr-russischen ho(schouwburg dringend
om een audiëntie. Onmiddellijk toegelaten zijnde, bragt
hij Z. M. 'berigt, dat de voornaamste Fransche acteurs
en actrices formeel weigerden voor Pruissische mili
tairen op liet tooneel te verschijnen.
„Goedantwoordde de Keizer, „zorg dan slechts
dat het Duitsch tooneelgezelsohap et is en een uitvoeiing
kan geven, maar zeg aan die Fransche heeren en dames,
dat ieder die weigert'dezen avond op te treden, morgen
over de grenzen getransporteerd wordt. Als zij willen
weigerendan hebben zij hiertoe het regtmaar dan
zal ik ook naar mijn regt handelen." De, intendant
bragt dat antwoord aan het gezelschap over en 's avond?
speelden de Franschen veel beter dan zij in lang ge
daan hadden.
Te Glasgow is Zitnrdag middag een eigenaardig
ongeluk voorgevallen. Een straat-locomotief hield eenige
oogenblikkon voor een herberg halt; bij dit ongewoue
schouwspel stroomde natuurlijk de uieuwsgierige straat
jeugd bijeen om het zeldzaam gevaarte van nabij te
bezien. Plotseling sprong de stoomketel, metditonge.-
lukkig gevolg dat vijf kinderen gedood en dertig meer
of minder gevaarlijk gekwetst werden, bijna zonder uit
zondering allen aan liet hoofd. De ketel zelf werd, even
als een rakel, door de lucht geslingerd en viel door het
dak iu de herberg waar alles vernield word. Geluk
kigerwijze -bevonden zich binnenshuis slechts weinig
personen, die met eenige ligte kwetsuren en met den
schrik vrijkwamen.
Gedurende het jaar 1871 zijn met behulp der
reddingbooten vau de Koninklijke Nationale Maat
schappij °P verschillende punten der Engelsclie kust
te zamen 658 menschenlevens gered. Die maatschappij
heeft voorts in dat jaar het vergaan van 31 schepen
voorkomen, en voor de redding van 230 menschenle-
vens door visschers- en andere vaartuigen belooningen
uitgeteld.
Een der snelstemaav tevens een der verschrik
kelijkste reizeu welke ooit over den Atlantischen Oceaan
gemaakt zijn heeft onlangs de Liverpoolsche atoom
boot Hypathia gedaan. Zij vertrok den 4 December
met volle lading van Philadelphia naar Europa. Tot
den 14 was het weder gunstig, toen eensklaps een
allerhevigste storm uit het westen losbrak, die het
vaartuig tot het inloopen te Havre vervolgde en let
terlijk voortzweepte. Gedurende 18 en 19 December,
terwijl de storm onverpoosd woeddeheeft de boot
340 mijlen per dag afgelegd. Alles was van het dek
geslagen en door de stortzeeën "weggespoeld. De ma
trozen waren aan de pompen en (Ie stuurlieden aan
liet rad stëvig vastgesjord. Kapitein Buckley verklaarde
dan ook, dat hij nooit zulk een storm bijgewoond had.
JFvanfirijfi,
Voor het hof van Assises vim het Fransche depar
tement Pas-de Calais is den 20 December II. een geding
aangevangen hetwelk in dat gedeelte vau Frankrijk
groote belangstelling heeft opgewekt en tot de ter dood
veroordeeling van den beschuldigde geleid heeft. Het
tooneel der gebeurtenissen welke het onderwerp van
onderzoek uitmaakten is Audreselleseen dorp niet
ver van Boulogue-sur-Mer gelegen. Aan de zeer uitvoe
rige acte van beschuldiging is bet volgende ontleend
Joseph Lemettre was slechts 18 jaren oud toeu hij,
in 1864, op eene boerderij te Selles diende en zich door
zijn „stillen aard" en „geregelde gewoonten" vertrouwen
verworven had en thans wordt hij beschuldigd van
sedert dien tijd niet minder dan 27 gruweldaden te
hebben gepleegd. In het najaar van 1864 brandden kort
na elkander eenige myten boomen een huis en eene
schuur en eenige tot een boerderij behoorende gebouwen
af. Lemettre bevond zich in de nabjjheid maav ont
kende zulks later. In het begiu van het volgende jaar
werd in eene boerderij ingebroken en eene poging ge
daan oui baar in brand te steken, en men heeft reden om
te onderstellen, dat diefstal de beweegreden van al deze-
brandstichtingen geweest is. Lemettre's meester stierf,
en twee jaren worden in de acte van beschuldiging stil
zwijgend voorbjjgegaan. Lemettre schijnt iu den dienst
der weduwe gebleven te zijn en is haar gevolgd toen
zij in 1867, na een tweede huwelijk gesloten te hebbeu,
in een naburig gehucht ging wonen. Tegen het einde
van het jaar begonnen de misdaden op nieuw elkander
snel op te volgen. In September werd aan een knecht,
die met Lemettre diendeeei.e som van 620 franken
ontvreemdop zijnen baas werden schoten gelost en
naast den muur van diens woning werd een doos met
kruit gevonden. In 1868 werd op den voerman eener
brouwerij, die met eenig geld voor zijnen baas van
Andreselles terugkeerde, een gruwelijke moord ge
pleegd gepaard met verminkingen van gelijken aard
als die, waarvan eenige der volgende moorden vergezeld
gingen. In hetzelfde jaar drong een persoon des nachts
in de woning eener te Andreselles alleen wouende
weduwe die juist in het bezit gekomen was eener som
van 1200 franken; die persoon eisclite haar geld of haar
leven, mishandelde haar op een gruwelijke wijze eu
maakte zich met eenige harer kostbaarheden uit de voe-
teu. Eu ook nog in hetzelfde jaar werd tijdens de
Kerstnacht-mis, in het huis van den pastoor ingebro
ken en geld en kostbaarheden gestolen. In 1869 werd
de reeds in 1867 bestolen knecht op nieuw en wel twee
maal bestolen. Omstreeks dezen tijd betrok Lemettre een
huis te Andresellesen in den zomer vau 1869 werd
des avonds na eene kermis, een jongeling vei moord en
bestolen gevonden, liggende in de onmiddellijke nabij
heid van Lemettre's woning, en het ligchaam was op
dezelfde wijze als dat van den brouwer verminkt. De
verdenking viel op den eigenaar van een wijnhuis,
maar deze werd spoedig zelf op dergelijke wijze ver
moord gevonden. Zijn huis was geplunderd en eene
poging was gedaan om het in brand te steken. In dit
zelfde jaar werd nog in eene naburige boerderij inge
broken en het jaar 1870 ving aan uiet den moord van
een persoou die zich over de onveiligheid der streek op
geheimzinnige wijze had uitgelaten; er had in dat jaar
nog eene inbraak plaatsmaar van geweldenarijen als
deze vernam men daarna gedurende zes maanden niets.
Lemettre was als garde-mobile uitgetrokken, Onmiddel
lijk na zijne terugkomst in 1871 volgden weder drie
iübraken elkander snel op en nu begon men hem in
het oog te houden. Lemettre huwde, en vierde zijn
huwelijk op eene zoo overdadige wijze dat de argwaan
der nijvere landbouwers nog vermeerderde. Ten laatste
werd hij door iemand die hem sedert laug verdacht
had, op heeterdaad betraptterwijl hij in het huis van
den pastoor binnensloop. Eene huiszoeking bragt een
aantal gestolen zakeu aan het licht, en hij bekende een
der ergste moorden.
Vruchteloos heeft Lemettre gedurende den loop van
het geding gepoogd staande te houden dat twee andere
personen de hoofdschuldigen zouden zijn geweest aan
de hierboven opgesomde gruweldadenen dat hij slechts
een zeer ondergeschikt medepligtige zou zijn geweest.
De ouwaarheid van dit stelsel van verdediging is duide
lijk gebleken eu zooals gezegd isis Lemettre ter
dood veroordeeld.
Te Pouydraguin bevint zich een steenen put, 33
meters diep en reeds eenigen tijd droog. Onlangs be
kroop iemand den lust om in dien put af te dalen.
Nauwlijks op den bodem gekomen, schreeuwde hij uit
alle magt, dat men hem spoedig weder zou ophalen
en tegelijk hoorde men een verschrikkelijk gekraak;
het was de muur van den put, die instortte en den onge
lukkige in den afgrond begroef.
Dadelijk, nadat de eerste schrik voorbij was, zocht
men putwerkers en vrijwilligers, wel niet in de ver
wachting dat men den ongelukkige zou redden, maar
oiu het lijk op te delven en het in gewijde aarde te
begraven. Het werk had reeds eenigen tijd geduurd, toen
men uit de diepte van den put een zucht meende to
hooren; men luisterde on het zuchten werd nog eens
vernomen. De verslagenheid maakte plaats voor groote
vreugde: men had de zekerheid dat de ongelukkige
niet dood was. Met meer moed werd het werk voort
gezet en in den nacht deed hetzelfde geluid zich hooren.
Den volgenden dag was alles weder stil en ieuer was
overtuigd dat de ongelukkige gestikt was. Maar zie,
des nachts hoorden do werklieden, die den bodem meer
en meer naderden, hem weder en nu duidelijker en in
den avond van den daavopvolgenden dag, toen men niet
meer dan tien meters van hem gescheiden was, kon
men met hem spreken en van hem vernemen, dat hij
niet gewond was, dat het puin een gewelf boven zijn
boofd had gevormd en dat hij erg verzwakt was.
In den morgen van den derden dag na het ougeval
kwam zijn hoofd te voorschijn; hij zelf hielp ziju redders
aan het wegruimen van de steenen, die hem nog om
ringden en, geheel ontgraven, stond hij zonder hulp
op, omhelsde ziju broeder die mede afgedaald was en
vroeg wat bouillon. Na zich een weinig versterkt te
hebben klom hij, ondersteund door een putwerker, naar
boven, waarop hij, na zich te hebben ontdaan van zijn
kleederen, zich te bed begaf.
Hij had alzoo 68 uren op den bodem van den put
doorgei)ragt, begraven onder een laag van 48 kub. meter
puin. Gezond eu wel te voorschijn gekomen, was hij
zonder eenig letsel en geen der ongevallen, waarvoor
de geueesheeren bevreesd waren, zooals verstikking of
begin van vergiftiging, hebben hem getroffen. Het
blad, dat bovenvermeld voorval mededeelt, zegt dat hij
op het oogenblik dezer mededeeling zeer wel was en
weldra weder aan het werk zou gaan.
Het zal wel ruim l!/.2 jaar geleden zijn, dat door de
Hongaavsche regering aan graaf von Raday onbeperkte
volmagt gegeven is om Benedeu-Hougarije van roovers
te zuiveren. Indertijd is melding gemaakt van het bijna
ongelooflijk groote aantal misdadigerswaarmede de
graaf iu korten tijd de gevangenissen had gevuld. Nog
altijd echter schynt graaf von Raday werk te vinden,
maar orde en veiligheid zijn iutusschen. naar men meldt,
in het grootste gedeelte des lands reeds teruggekomen.
Eeu Hongaarsch blad deelt do volgende staaltjes mede
van de wijze, waarop graaf von Rady te werk is gegaan.
De graaf waart als een geest der bestraffing door het
land; hij is overal en nergens; hij en zijn secretaris
verschijnen nu eens alleen, dan weder te zamen, onder
verschillende vermommingenzij vernemen alles, zelfs
de misdrijven, die jaren geleden gepleegd zijn. De eige
naar van eene eenzaam gelegen herberg had vijf jaar
geleden een reiziger vermoord eu uitgeplunderd. Daar
komt een oubekende, verlangt de kamer No. 3 en over
nacht aldaar; des ochtends wordt de rijke herbergier
gevankelijk weggevoerd, want de onbekende is graaf von
Raday, die zich gedurende den nacht er van overtuigd
had, dat onder den vloer der kamer een geraamte ver
borgen was. Toen de herbergier vernam wie zijn gast
wasstond hij als vernietigd en bekende alles. Van
waar komt de alwetendheid van graaf von Raday? Het
meeste verneemt hij van hen die reeds in hechtenis
zijn. Deze, zoo beweert men, mogen niet met elkander
spreken en zien elkander nooit anders dan gemaskerd.
In een stad woonde een juwelier. Op zekeren dag
komt daar een handwerksgezel en biedt hem een kost
baren ring voor een spotprijs aande koop wordt ge
sloten. Den volgenden dag komt een heer bij den
juwelier en wensclit een ring te koopen de juwelier
verkoopt den ring dien hij gisteren voor 25 gekocht
had voor 500. Een uur later was de winkel van
den juwelier gesloten en deze zelf in hechtenis geno
men. De kooper was von Radayde handwerksgezel
zijn secretaris. De gelieele manoeuvre moest strekken
om te bewijzen dat de juwelier gestoleu en geroofde
goederen kocht eu hij belteude dan ook eenige jaren
geleden van een beruchteu diefstal afkomstige juweelen
gekocht en zich daarbij verrijkt te hebben.
Een dorp was op een zekeren ochtend omsingeld:
niemand mogt het verlaten. Op het dorpsplein werd
een hooge galg opgerigt; een onbekend man liep intus-
schen, de handen op den rug, het plein op en neder.
De geheele bevolking beefde van angst. Toen de galg
gereed was, outbood de onbekende den dorpsregter en
alle boeren, en zeide tot hen: „Ik ben graaf von Raday.
Ziet gij die galg? Een uwer was bij dien en dien roof
betrokken. Indien gij my don schuldige niet aanwijst,
worden drie uwer, door het lot aan te wyzeD, onmid
dellijk opgehangen." Het bleek, dat de dorpsregter de
schuldige was.
Veel vau hetgeen men hoort verhalen klinktalsof
de gevreesde graaf reeds de held van een tal van sagen
geworden is. Maar in elk geval schynt de regering
het juiste middel ter hand gei omen en den regten man
gevonden te hebben om het io Hongarije zoo welig
bloeijende rooverabedrijf in den wortel aan te tasten.
SSclgic.
Men meldt een diefstal welke eenige dagen ge
leden in het kwartier d'Outre-Meuse te Luik zou gepleegd
zyu op eene nog al aardige wijze. Een inwoner van
dit kwartier keerde tegen den middag ten zijnent terug,
toen hij op den trap eene vrouw ontmoettewelke
eene fraaye matras op den rug droeg. Verschooning,
mijnheer, sprak zij ik val u lastig. Ga maar door
vrouwtje! antwoordde de andere haar latende voorbij
gaan. Onze man ging naar. boveo en nam het mid
dagmaal met zijne vrouw, zonder nog verder aan deze
ontmoeting te denken maar hoe groot was zijne ver
wondering toen zijne vrouw hem 's avonds kwam
zeggen dat men de matras van hun eigen bed had
gestolen.
CamperlaiMl5 Jan. Als een nader berigt op
dat van 2 January is te meldeu dat op den stal van
den landbouwer Remijnse thans reeds vijf paarden zijn
gestorven terwijl een nog ziek is.
Ziea*ilc35e<5, 8 Januarij.
Men schrijft uit Hulst van 2 Jan. jl. aan de Maasbode:
»Een vreeselijk ongeluk heeft gisteren, Nieuwjaarsdag,
de bewoners der naburige grensgemeente Clinge met
schrik geslagen. Vier, om hunne woestheid en driest
heid beruchte personen liepen van den vroegen mor
gen kroeg iu kroeg uit om hunne zoogenaamde nieuw-
jaarswenschen een ieder te brongen. Beschonken ge
worden begon de weg van de eene herberg naar do
andere te lang te vallen daarom paard en kar inge
spannen en ouder vloeken en tieren h(#Üe men nu
het dorp roud. De aanmerkingen van den veldwachter
werden met de scbrikkelykste godslasteringen beant
woord niemand kon hun iets doen niemand kon hun
deren. Op een der hoofdwegen van het dorp verheft
zich een groot steeneii kruisbeeld op een zwaren twee
trappen hoog arduinen voetdaar ging het op los.
Hij daar ookbraakte men onder vloeken uitby ook,
die daar liangt maakt ons nietsrijden we hem omver.
Vooruit! vooruit!
»De dronken voerman zweept het schuimende afge
matte ros en in dolle vaart rijdt men op het kruisbeeld
afmen nadertde zweepslag weergalmt in de lucht;
het snijdende touw wordt nogmaals met geweld het
hollende paard om de lenden geslageneene vreese-
lijke godslastering wordt uitgebraakt; het voertuig
stoot terug op het hardsteenen voetstuk nog een vloek
en de godlasterende voerman wordt door den schok over
de kar geworpen en met het hoofd tegen den voet van
het beeld des Gekruisten geslingerd en was een
lijk."
In een gezin te Gouda had men 's nachts een
lampje gevuld met petroleumop eene tafel geplaatst.
Het ongeluk wilde, dat het glas sprong, waardoor de
vloeistof ontsnapte en in brand geraakte. De vlam
deelde zich weldra aan nabijzijnde voorwerpen mede,
doch de sterke reuk der petroleum en vooral het ge
blaf van een hond deed de bewoners weldra ontwaken,
waardoor de voortgang van den brand spoedig gestuit
werd. Ieder zij voorzigtigheid aangeraden in het gebruik
van dergeljjke nachtlampjes.
De regtbank van 's Hertogenbosch heeft uitspraak
gedaan in zake pastoor van Enge en, die, zooals we
vermeld hebben, een doode vrouw poogde te verlossen
door de zoogenaamde keizerssnede. De beklaagde ia
veroordeeld tot eeu boete van 50 cents.
Dat de vele moeiten en zorgen aan Koning- of
Keizerschap verbonden over het algemeen ordentelijk
betaald worden, blykt uit het volgendeHet inkomen
van den Czaar van Rusland bedraagt ongeveer 60,000
per dagde Sultan van Turkye sleept zyn ellendig
bestaan voort met een aalmoes van 43,200 per dag,
de ex-keizer Napoleon III verloor in het vorig jaar
eene betrekking waaraan een salaris van 33,600 per
dag verbonrlen- was. Wat Keizer Wilhelm van Duitsch
land ontvangt, is nog niet belceud, maar als koning
van Pruisseu werd hij betaald met 20,000 per dag.
Victor Emanuel van Italië heeft een dagelijksch inkomen
van ruim 19,000 eu Koningin Victoria van Engeland
ƒ13,000 per dag. De prins van Wales ontvangt van
staatswege dagelyks f 3600.
Ingezonden stukken.
HUISMIDDELTJE TEGEN DEN OORLOG.
De oorlog zou deez' aard niet teistreu,
Zoo men wijs genoeg mogt zijn,
Alle twisten af te drinken
Met een glas Champagne-wijn!
Zoo men wederzijds de legers,
Van den een' naar d' auderen kant,
Man voor man liet opmarebeeren
Met een wijnflesch in de hand!
Zoo men welgevulde vaten,
Ter versterking van zijn magt,
Bij het ledigen der flesschen,
Als reserve uiedebragt!
'tls toch beter, half beschonken,
Maar gezond, naar huis te gaan,
Dan elkaar den hals tc breken,
Of de beenen stuk te slaan
En, zoo men al 't twistvuur doofde
In een zee van rooden wijn,
Zou de gouden eeuw dra keeren,
En weêr d'aarde een Eden zyn!
Gemengde berigten.
„Het pust uiet altijdzegt men te Sint., „dat ile dienstmeid
van een kastelein op feestdagen altijd dronken is. Daarbg heeft
zij nog al helpers, want zij heeft soms tien vrijers." Hare
zuster is zoo gelukkig uiet, die heeft er maar negen. Eene
dame tc Arnemuidee wordt aangeraden, zooveel snaps niet te
hebhcii van twee jongcu9, want zij is reeds uit den lijd, en
bevalt niet meer. Dus:
Jufvrouw I met uw gekke grappeD,
Wil toch lateo al dat suappen.
Bij de buren iu het rond,
Daar men dat maar leelijk vond.
Het Chincsche gezantschap heeft de voornaamste slagvelden
in Frnnkrijk bezochten bevonden dat er nog bergen lijken
oubegraven liggen in de omslreken van Melz. Zij zeggen dat
dc Europeanen wel in hun eigen land mogen blijven, cn uiet
naar China komen om het volk te beschavenwant zulke_
barbaarschheden zijn in China onbekend. Tc New-York
heeft in eene kerk het volgende plaats gehad. Onder de preek
werd er een briefje op den preekstoel bij den domiué gebrngt.
Na het gelezen te hebben, zeide de domiué: „Mejufvrouw
Chates wordt verzocht mij te volgen naar de consistorio-kamer,
om iels te vernemen." Er kwam eene dame, maar het wa9
de bedoelde niet. Toen beklom de domiué de preekstoel weer
en herhaalde zijne oproeping, doch niemand verscheen. Eindelijk
zeide de predikant: „Ik heb alleen aan die dame te zeggen,
dat haar kind levend verbrand is." Een gil steeg onder de
menigte op, cn men droeg eene bewii9telooze vrouw weg.
De Russen beginnen het vrouwenhaar in Ierland op (e koopen,
tegen grof geld voor chignons. In Rusland is er geen vrouwenhaar
meer te bekomen, want dc vrouwen uil de lagere standen
loopen allen reeds met kale hoofden. Te X. had de vrouw
van een kastelein toen zij naar de kerk ging den kelder digt
gedaan en den sleutel in haar zak ge9loken, omdat manlief
niet Ie veel likken zon. De mau kwam bij den kelder, maar
kon er niet in. Met een bijl had hij spoedig het slot er of
geslagen, en nam een leugje. Toen slak hij het slot in zijn
zak eo ging de straat op, zijne vrouw tegemoet. „Vrouw,"
zeide hij, „hebt gij den sleuiel van den kelder?" „Ja!" was
het antwoord. „Nu hier is het sloten nu kunt gij het slot op
straat open doen," zeide de inanen het echtpaar raakte
handgemeenterwijl de vrouw beloofde nooit den sleutel vnn
den kelder in liaur zak meer te zullen steken. Te Parijs
is nl het geld nog niet' op, en de Pmissen hebben alles
volstrekt niet inedegeooinen. Zoo gaf een heerschap op kerstmis
een feestmaal waar twaalf dames bij tegenwoordig waren. Toen
kwnm er op het dessert een mandje met juweelen eu elke
daine kon daaruit een doosje voor zich pakken, zonder het
eerst Ie openenon in elk doosje wa9 voor meer dan 3000
francs juweelen. Te A. begint het te wemelen van voor
zangers. Nommcr 1, is dc wettige, maar die wordt niet mede
gerekend. Nommer 2, een barbier, weet geen raad, nu hij
hel niet worden kan, en wordt koppig. Nommer 3een slimme
arbeider, moest maar niet meer beginnen, want niemand verstaat
hem. Nommer 4 is een koekoek die uitmuntend kan zingen
„Tut I Tutl" wnar de kerkgangers zich nog al hel meest mede
vermaken. Het kiescollegic te A is nu goed zamcngosield,
namelijk: een uil, een kaaiiooper, een pruik, een barbier,
een voddenkoopman cn uit andere bckwnme lui bestaat dit
collcgic. Nu kan het niet anders of zij zullen 9poedig een
predikant hebben, die wel een half junr zal bevallen. Een
smid tc G. wordl aangeraden, om op zijne kinderen zoo niet te
bluffen, want zoo veel moois is er niet ann. Zijne' dochters,
die allen du mant en do jaren hebben, loopeu nog alleen, daar
uiemnud haar hebben wil.