ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE.
No.2960.
27steJaarg#
Zaturdag 5 Augustus 1871.
Eereteeken voor eervoile, langdurige en werkelijke
dienst bij de schutterijen.
OPROEPING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee
Lettende op de circulaire van den Commissaris des
Konings in deze Provincie, van den 19 Januarij 1852
(Provinciaalblad no. tl), in verband met Z. M. besluit
van den 5 December 1851 (Staatsblad no. 149)hou
dende- instelling van een Eereteeken voor ecrifolle lang
durige werkelijke dienst bij de Schutterijen
Roepen bij deze op zoodanige leden der Schutterjj
in deze gemeentedie in. de termen van voornoemd
besluit verkeeren en bet eereteeken verlangen oiu zich
vóór den 9 dezer maand, met overlegging van dienst
staten, ter Gemeente-Secretarie aan te melden.
Zierikzbe, den 2 Augustas 1871.
De Burgemeester en Wethouders.
B. C. CAU.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Het examen voor Indische
ambtenaren.
Men kent de geschiedenis van Sisjjphua den zoon van
Aeolns. Om zijne ondeugden werd hjj in de onder
wereld gestrafthjj moest eenwig een grooten steen
tegen een steilen berg oprollen en zoodra hjj op bet
punt was om don top te bereikeu rolde de steen weer
naar beneden. Met niemand beter dan dezen Sisyphus
kan vergeleken worden de Nederlandsche maagd wan
neer zjj er naar streeft regelen te stellen om te waar
borgen dat Nederlandsch Indië meteen degeljjkambte
naars-personeel zal worden begiftigd. Sedert den aanvang
dezer eeuw poogt de Nederlandsche maagd dien grooten
steen tegen den steilen berg op te rollen met geen
ander gevolg dan dat de steen op bot punt van den
top te bereiken wederom naar beneden valt. Dat werk
begon reeds in 1814. Toen nam de Souvereine Vorst
een besluit, waaruit bleek, dat de quaestie van de
opleiding der Indische ambtenaren een der voorname
punten van zorg voor den Minister van Koloniën was
geweest. Op het besluit van 1814 volgde dut van 1825,
waarin reeds de kiem lag van het radicaal. Dooreen
besluit van 1834 werd dit nader geregeld. Men begreep
dat de Indische ambtenaren toch eeuige kennis moesten
bezitten van de Indische talen en van daar de oprig-
ting van het Instituut te Soeraknrtadat tot 1842 bleef
bestaan. Aan dioinrigting werd echter verweten gebrek
aan algemeene opleiding. Dit leidde tot de opheffing
dier inrigting en tot bet besluit om de toekomstige
ambtenaren voortaan in Nederland te doen opleiden.
Van daar de oprigting der Delftsche A kademie in 1842.
Van dien tjjd aF werden betere waarborgen verkregen
voor het erlangen van geschikte ambtenaren. Die in
rigting had echter met vele mocjjeljjkheden te kampen
en de algemeene opleiding der Indische ambtenaren
werd er te veel ondergeschikt gemaakt aan eene te
uitsluitende beoefeniog der Javaansche taal. Het gevolg
daarvan wasdat de Delftsche Akademie geen genoeg
zaam aantal ambtenaren voor Indië opleverde en dat
telkens personen tot ambtenaren moesten worden be
noemd die niet in het bezit waren van het welbekende
radicaal. Ook de Staatsdienst had zjjne eischen.
De Delftsche Akademie was door de moker, lagen van
den heer van ftoëoell en zjjne vrienden zoo aanhoudend
gebeuktdat zjj onder die slagen eenmaal moest be-
zwjjken. Zjj ontsliep zacht en kalm in het jaar onzes
Heereu 1864. Op 13 Januari van dat jaar werd aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal ecne wetteljjke
regeling van hot Indisch onderwjjs aangebodenniet
grooter dan zes artikelen en den lOden Juni was zjj
in 't Staatsblad geplaats. Eene Ilïjks instelling (te Leiden)
werd in het leven geroepen om onderwjjs te geven
in de Indische taal- en letterkunde, land en volken
kunde publiek regt, godsdienstige wetten enz. enz.
Ten wiens behoeve l Tot opleiding vau Indische ambte
naren? Wel foei, dat ware het huldigen van een afrig-
tings-systeem. Deze instelling hnd een veel verhevener
doel. Zjj werd opgerigt »tot verspreiding van Indische
kennis" en niet enkel tot opleiding van Indische amb
tenaren. Ieder burger in Nederland, die lust gevoelde,
in stede van de natuur te genieten of zich aan andere
levensgenoegens over te geven zich te laven nan de
Indische wetenschaphad slechts een plaatsbriefje
te nemen voorden spoorwagen en met oen run wetenschap
tintelend hart naar Leiden op te trekken.
Op de particuliere Delftsche instelling zag de Regering
hooghartig neder. Dat was maar eene afrigtingsschool.
Daar maakte men zich gereed voor bel examen, en niet
voor de wetenschap! Die Delftsche instelling zou wel
van zelve te gronde gaan!
De wet van 1864 bood onmiskenbaar eenigo voordeden
aan. Het radicaal was afgeschaft. Men Icon zich zelfs
in Indië voor Indische wetenschap bekwamen. Met hot
stelsel van gunstbetoon was gebroken. Men zou niet
meer vragen»Waar leerdet ge?" maar inen zou voortaan
slechts vragen: »Wat weet ge?" En men zou dat zelfs
in Iodië vragen, en met dat doel zou zelfs het gymna
sium Willem III te Batavia zoodanig worden gereorga
niseerd, dat het, behalve tot het akademisch onderwjjs
in Nederland, even al9 hier te lande de boogere bur
gerscholen met vollen leercursus, voorbereidde tot het
met vrucht bezoeken cfer to Leiden te vestigen inrigting.
Maar om voortaan alléén to vragen: »Wat weet go?"
was het nn juist niet noodig, eene nieuwe Rjjks-instelling
in het leven te roepen. Men Icon het radicaal hebben
opgeheven, zonder eene concnrreerende inrigting te doen
verrjjzen. Men kan talen en geschiedenis ook leeren zon
der op de collogiebanken plaats tc nemen.
De wet van 1864 zondigde reeds dadelijk hierdoor,
dat zjj steunde op eene theorie. De ervaring van zeven
jaren heeft geleerd dat de toevloed der aanstaande
Indischo ambtenaren zich wel te Delft, maar niet te
Leiden deed gevoelendat ook na den dood van Prof.
Keijzer de Delftsche leerstoelen goed waren bezet; dat
zich te Leiden niemand aanmeldde voor de Indische
wetenschap ter wille der Indische wetenschap; en dat
de Staat, wol verre van door deze inrigting te zjjn
bevoordeeld daardoor zeer merkbaar werd benadeeld
omdat bij de jaarljjksche examina de invloed der Leid-
sche hoogleeraren, wanneer zjj in de Staatscommissie
de meerderheid vormden zich dikwjjls op znlk eene
aanstooteljjke wjjze deed gevoelen dat de leerlingen
der Delftsche Academie, wier leeftjjd soms die hunner
examinatoren overtrofvan do jalouzien tusschen de
twee concurrerende inrigtingen de slagtoffers werden.
Ware in 1864 de herschepping der Delftsche Academie
in eene Rjjks-instelling te Delft, ondor de gemeenschap-
peljjke leiding van de hoogleeraven Keijzer en Veth niet
afgestuit op eene staatkundige veete van den heer Thor-
becke ten aanzien van eerstgenoemdede theorie >der
wetenschap ter wille van de wetenschap" had in de
portefeuille van den heer Thorbecke hegraven kunnen
bljjven, en wij zouden werkeljjk de practische vruchten
van eene goede practische instelling in Nederland, maar
van het regt van monopolie beroofd, hebbon aanschouwd.
De wet van 1864 was niet alleen overtollig; zjj was
in de hoogste mate laconiek. Zelfs na de Memorie van
Beantwoording, bleef men in het duister rondtasten.
Waar zou de instelliug gevestigd zjjn? Welke zouden
de leervakken zjjn Welke eischen zouden worden ge
steld aan de toekomstige leeraaara bij de instelling?
Welke zou de duur vau het ouderwjja zjjn? Welke
zouden de kosten der instelling zjju Zouden er admis
sie- en eindexamens afgenomen, en diploma's uitgereikt
worden? Welk bestuur zou aan het hoofd der instelling
staan? Al deze vragen werden door do wet niet beant
woord, maar de verzameling van latere officiële stukken,
die de meeste dezer vragen oplossen, beloopt een bundel
vau 26 bladzjjden fol., te Delft uitgegeven by Molenbroek.
Bjj bet Koninklijk besluit van 10 September 1864 werd
een tip van den slnjjer opgeheven. Bjj art. 4 werd een
examen vereischt in de geschiedenis en land- en vol-
keukunde van Ned. Indië, de kennis der staatsinstellingen
van Ned. Iodië, de beginselen van de Javaansche ot die
van de Maleiacbe taal, ter zjjner keuze: 1.° de begin-
seleu van eeue of meer der in Ned. Indië inheemsche
talen behalve die waarin bjj reeds examen heelt afge
legd; 2.° de godsdienstige wetten, de volksinstellingen
en gebruiken van Ned. Indië; 3.° het laudmeten en
waterpassen4.° bet boekhouden.
Nu meende Sisijplius den berg bestegen te hebben.
Nu was dan voorgoed de beuoeinbaarheid van ludiscbe
ambtenaren geregeld. Er was zelfs voor den eisebder
verscheidenheid gezorgd. De examinaudus had kust en
keur; wat kon lijj nog meer verlangen?
Doch Sisjjphus heeft nu eeumaal een ondankbaren-
arbeid te verrigtcn. De klagtenwel verre van op te
houden deden zich met verdubbelde kracht gelden.
En wie uitten deze klagten Waren het de leden der
oppositie tegen het tweede Ministerie Thorbecke t Neen,
het waren hoogleerarcn der Leideche inrigting zelve
prof. Pijnappel schreef een paar jaar geleden een boekje
»De Rjjks-iustelling van onderwjjs in Indische taal-,
land- en volkenkunde te Leiden en de Hooge school
prof. Veth somde in 't laatste nummer van het Indisch
Tijdschrift al de gebreken op van de regeling van 1864
weike die hoogleeraar in een Gids nummer va» dat jaar
had verheerljjkt.
Wederom verkeerde de Nederlandsche maagd, ditmaal
niet door den Minister Fransen van de Puttemaar
door den Minister van liosse bewerkt, in barensnood
en zjj verloste van. een uieuw Koninkljjk besluit,
hetwelk men in de Staals-courant kan aantreffen van
den 30sten Juni (Kon. besluit vau 23 Juni 1871, Staat-
blad no. 72) en waarop prof. Veth in 't Jnli-niiuimer
een van drukfouten krioelenden wiegezang heeft aan
geheven.
Zouden wjj hier de allerlaatste regeling ten aanzien
van het benoemen van ambtenaren bjj den burgerljjken
dienst in Ned. Indië vóór ons hebben Men mag het
betwjjfelen.
Het stuk van prof. Veth is geteekend: Varia t Zou
de bedoeling van dit woord ook zjjn te zinspelen op
de variëteit der regeling? Het onderwerp is belangrjjk
genoeg om het niet als bladvulling te bohandelen.
Prof. Veth legt de oanbevelings-brieven over van
't nieuwe besluit van 1871. Vooreerst is opgeheven »het
zoogenaamde examen Aals waarborg voor algemeene
kennis en beschaving welke van den aanstaanden Indi-
schen ambtenaar gevorderd werd. Dit is zeker een
voordeel. Inderdaad bestaat er geen enkele reden waarom
niet het eindexamen der boogere burgerschool (in
Nederland) en het eindexamen van 't gymnasium Willem
III (in Indie) zon kunnen subintegreren voor het min-
der zware examen A, en waarom de eischen vnn alge
meene kennis en beschaving voor aanstaande Indische
ambtenaren lager dan voor andere jonge lieden van
goeden huize en die in eenige byzondore carrière den
Staat of de maatschappij wenscben te dienenzouden
gesteld worden.
Voor dit double emploi bestond geen enkele reden.
Onze jongelieden in Nederland worden genoeg mot
examens gemarteld oin hen niet aan een geheel over
bodige vuurproef te onderwerpen.
In de tweede plaats (en dit is van veel meer gowigt,
zegt prof. Veth) is het examen Bbot voor allen on
misbaar examen om definitief de benoembaarheid tot
Indisch ambtenaar magtig tc worden nnnmorkeljjk go-
wjjzigd. Het stelsel van keuze heeft men prjjs gegeven.
Men hnd dan toch leeren inzien dnt het niet strikt
regtvanrdig wasgeheel ongelijksoortige zaken waar
van de ëéno met oneindig minder moeite en inspanning
dan de nndere to verkrjjgen was, gelyk te stellen.
Men vond het toch niet precies in den hnnk'tMn-
leisch geljjk te stellen met het Javnnnsch en aan een
hoog cyfor in het boekhondon dezelfde regten te ver-
leencn als aan een even hoog cjjfer in eene tweede
taal of in de godsdienstige wetten.
Waarom zich nu niet bepaald tot die twee veran
deringen
Maar de Leidsche leeraren die nog altjjd in den wnan
verkeeren dat zjjin plaats van ambtenaren met een
helder hoofd hoogleeraren of onderwjjzcrs moeten vor
men in talen welke zjj op dit oogenblik zelve niet
kennen en verhinderd zjjn aan te leeren de Leid
sche leeraren waren niet deze verandering niet te vreden.
Zjj hebben het oxamen Bthans het examen AB
geworden, aanmorkeljjk verscherpt; Het examen zooals
het thans laafsteljjk geregeld ie. omvat de volgende
vakken a. de geschiedenis van Ned. Indië; b. de land
en volkenkunde van Ned. Indiëc. de godsdienstige
wetten en gebruiken van Ned. Indië; d. de Staats
instellingen van Ned. Indië; e. de Maleiscbo bul plus
de Javaansche of ceno andere in Ned. Indië inheemsche
taal (wanneer daarin van Goiivernementswcge onderwijs
wordt gegeven d&ar waar het examen wordt afgenomen).
Waartoe die verscherping? Wat bebben de aan
staande contröleurs in Ned. Indië te maken met het
Hoog Muleisch dat op deze Leidsche inrigting wordt
onderwezen Is het de kennis van het Hoog Maleiach
welke men overal in Ned. Indië behoeft? Waartoe
het Javaansch verpligtond gesteld Het 19 zeker zeer
jammerwanneer die studie achteruit gaat. Het hart
breekt bij de gedachte wanneer men prof. Veth hoort
klagen »over groote verwnarloozing en verachtering der
Btndie vnn het Javaansch." Mnaromdat nu de lief
hebbers ontbreken die deze studie willen handhaven
omdat nu niet ieder een Javaansch geleerde wil worden,
zelfs niet prof. Veth die rondborstig verklaart het
Javaansch niet te kennen moeten daarom de aanstaande
Juristen tobben en zwoegen met het op gevorderden
leeftjjd aanleoren eener taal die zjj nooit, hebben toe
te passen en was liet niet wel zoo goed dat zjj gedu
rende dien tijd hunne regtsstndiè'n konden voortzetten
Heeft Indië behoefte aan rc^/sgeleerdon of aan taalge
leerden Ziedaar de quaestie.
Maar het jongste besluit van den Minister van Bosse
zondigt nog in een ander opzigt. Artikel 4 vermeldt
»zjj dio door ons tot organisatie van een of anderen
tak van dienst of ter gelegeuheid daarvan in bjjzondere
commissie naar Indië zjjn gezonden kannen na afloop
van die commissie bjj de gewone burgerlijko dienst
daar te lande worden geplaatstzonder onderworpen
to zijn aan het examen bjj artikel 1 a van dit besluit
bedoeld."
Is deze bepaling niet een terugkeer lot het stelsel
van gunstbetoon, sedert 1864 verlaten? Is deze bepa
ling niet eene ironie op de verscherping van het ge-
heole examen Waartoe zulk een groote doBis Maleisch
en Javaansch gevorderd als men die in de praktijk
in Indië er bij de gewone burgorljjke diensttoch ge
heel kan ontberen Ook deze steen zal wederom naar
beneden rollen. Vergeefs, o Sisijplius hl jjft uw arbeid 1
Men zal voor deze uitzondering deze verklaring wil
len gevendat hel in enkele gevallen noodzakeljjk
kan zijn voor een speciale organisatie een ambtenaar
van koloniën of een ander bekwaam mail naar Indië
te zenden zonder dezen eerst aan een oxamen te on
derwerpen. Doch dit neemt niet wegdat deze bepa
ling de deur opent voor gunstbetoon en misbruiken
en de noodzakelijkheid van al deze examens zeer in
verdenking brengt.
Nieuwstijdingen.
©cst-üttfticM.
Naar aanleiding van het berigt dat bjj gelegenheid
van eene uitbarsting van eene op het eiland Boew.ing
gelegen vulkaan, door eene daarmede gepaard gaande
zeebeving groote schade was aangerigt, is Z. M. stoom
schip Timor met den controleur de Clercq derwaarts
vertrokken.
Van den aldaar gevestigden zendeling Kellingdie
weldra aan boord kwam, vernam men al dadel jjk eenige
bjjzonderheden omtrent het voorgevallene.
In de laatste helft van Februarjj werden de eerste
teekenen van onderaardsche werking bespeurd aan vrjj
hevige aardscbuddingen, die aanhoudend plaats grepen.
Daarna was de berg veertien dagen lang rustig ge
bleven, ofschoon bet afbrokkelen van eenige steeuen,
die op 2 Maart van den top naar beneden roldeu, tocb
eenige werking aanduidde.
Op 3 Maart 's avonds, omstreeks 8 uren, werd plot
seling eene beving gevoeld, terwijl een hevig donderend
geluid de uitbarsting aankondigde.
Weinige minuten duama overstroomde een verbazende
golf de kampong en wierp nagenoeg alle huizen omver.
In het raidden bereikte deze golf eene hoogte vau 14
vademen boven de gewone oppervlakte der zee, zooals
nog duidelijk te zien was aan enkele boomen, die bleven
staan en waarin goederen gedreven waren.
De eerste golf of vloed werd gevolgd door een tweede
en derde, maar van minder kracht en hoogte.
Een tweede uitbarsting van den Roewang vond plaats
op den 9den Maart, des avonds tegen 8 uur, toen op
nieuw steenen werden uitgeworpen gepaard met een
zandregen, «tie tot den volgenden middag 2 uur aanhield
en zich den 14den vnn die maand nog eens herhaalde,
maar toen slechts tot des nachts 3 uur.
Nieuwe schade werd er door deze uitbarstingen van
den Roewang niet aangerigt, daar de verwoesting der
op den berg gelegen aanplantingen reeds dateert van
Augustus 1870.
Het strand bjj Tugoulandang leverde een treurig ta*
fereel op.
Ter plaatso waar nog geen maand geleden een wel
varende negorjj van 75 huizen bad geslaanomringd
door een weelderige tropische vegetatie, met een goed
onderhouden steenen kerkje en schoolgebouw, en met
een bevolking vap ruim 1000 zielen, wonende en verdeeld
over de drie kampogns Tugoulandang, Bakoelaihi en
Bnlnhoemara, vertoonde zich thans een woeste streek.
Allerwego waren de huizen omgeworpen; hoornen en
paggers lagen, op elkaar gehoopt, in groote verwarring
dooreen, en do onaangename lncbt, die daaruit opsteeg,
duidde de aanwezigheid nan van Ijjken die dan ook
op enkele plaatsen tusschen de puitihoopen zigtboar
waren, sommigen in hoogst verminkten staat.
Het geheelo terrein was daarenboven ongeljjk ge
worden, door de groote gaten, die de krachtige golfslag
overal in den grond hnd geslagen. Slechts drie wonin
gen die aan liet noordeljjkc einde van de kampong
gelegen, van do hoogste golven weinig of niot geleden
hadden, waren, of», boon zwaar beschadigd, bljjven staan.
Daaronder was het buis van den zendeling het eenigo
bowoonbarc. De kerkeen gebouw met muren van
minstens 2 voet dikte, wa9 geheel uiteengeslagen. Zware
slokken van het metselwerk lagen op grooten afstand
verspreid; alleen hef plaveisel toonde de oude stand
plaats aan.
Doordien bet terrein op p. m. 100 vademen van bet
strand reeds vrjj steil begint op te loopen, waren intns-
scben vele aldaar gelegen aanplantingen van het zeewater
verschoond gebleven.
Volgens opgave van de overgeblevene pn niet naar
elders gevluchte inlanders waren in het geheel ruim 400
menschen omgekomen.
Ten gevolge van do door den heer Kelling in bet
werk gestelde pogingen, hnd men nog een 30-tal per
sonen kunnen redden.
Het grootste verlies was geleden door de kampong
Tagoelandang, waar van de 500 bewoners 277 den dood
in de golven vonden.
üualitttb,
Een zonderling voorval had den Gden July te Rybinsk
(Rusland) plaats. Men voerde een ljjk naar het kerkhof
van Pokrovsk, toen halverwege do ljjkkist zich van zelf
opende. De gewaande doode - eene vrouw stond op,
sprong uit den ljjkwagen en slaakte vcrschrikkeljjke
kreten. Do ongelukkige was, meende men, plotseling
krankzinnig geworden, zjj werd naar het naast bijgelegen
politie-bureau vervoerd.
Later helderde zich alle9 op.
Een agent van politie was belast geworden het ljjk
van een vrouw, die een zelfmoord had begaan, in een
ljjkkist te gaan balen. Men had haar ljjk echter reeds
begraven en toen de agent in haar woning kwam, vond
bjj er een ander wezen, dat als 'tware een lijk was
door dronkenschap. Hij nam haar op en leidde haar in
de kist. Op weg naar t kerkhof ontwaakte zjj ontnuch
terd. Zjj was niet krankzinnig.
©ngclwnk.
De bank van leening te Londen hoeft eene beleening
gedaan, zooals nog nimmer door eenige bank gedaan is.
Een voornaam vreemdeling heeft aldaar een pand
aangeboden, op hetwelk bjj de aanzienljjke som van
360,000 gulden beleend heeft.
Dit pand bestond in jnweelen, diamanten, cacbemiren
en kanten van grooto waarde. De agenten der bank
bebben niet minder dan vier dagen aan de waardering
dier panden besteed.
De bank van leening te Londen belcentè 10 pCt.
verhoogd met pCt., indien de voorwerpen binnen den
tjjd van een jaar worden afgehaald. Indien de eigenaar
deze kostbaarheden dus terug wil hebbon, zal hij eene
som van acht en zeventig duizend zeven honderd vijf en
zeventig francs moeten betalen.
Men verzekert dat de vreemdeling, welke deze be
leening gedaan heeft, moer dan drie honderd duizend
galden verloren had met het spel en beursopcration.
Tweecholcra-gcvallen hebhen zich voorgedaan opschepen,
die nil Kroonstad! tc Hall zijn aangekomen. Naar aanleiding
daarvan heeft dc privil council gelast, dnt alle nit de Ooslr.ee
inEngelsche haven» binncnloopende schepen, die verdacht worden
cholcra-lijdcrs aan boord tc hebbenonderzocht moeien worden.
JFranfirijjtL
Pnrjja, 3 Augustus. In eene bjjeenkoinst van do
leden van het linker centrum der Nationale Vergade
ring is een voorstel ontworpen, dat ten strekking heeft
om do magt van Thiers, als hoofd van het uitvoerend
gezng te verlengen een verantwoordelijk ministerie zal
hem ter zijde worden gesteld. De Siècle meent te weten,
dat meer aan 400 leden der Vergadering zich niet dit
voorstel zullen vercenigen.
Het Journal Official meldt, dat Charles Remnsat
benoemd is tot Minister van BuiteDlaudsche Zaken
in plaats van Jules Fuvre, die op zjjn verzoek van
zijne functiën is ontheven.
jOuitsclilnn)).
Berlijn 2 Augustus. Na de vele en groote trans
porten Franscbe gevangenen gedurende de laatste acht
dagen, zijn er in Duitscbland noch slechts zieke en in
arrest blijvende gevangenen. Het anntal zieken bedraagt
4 officieren euSOO man. Het aantal derzulken, die in eene
Pruisische of Beiersche vesting straf oudergaan, bedraagt
10 officieren en ongeveor 70 man.
De Volkszeitung geeft de volgende schets van den
invloed, dien de jongste oorlogen op de industrie uit
oefende. Niet alleen zegt dit blad stond liet werk
daardoor stilmaar duizende werkplaatsen gingen te
niet. De vier uiillioen thalers, welke aun hen, die ver
liezen geleden hadden, werden uitgedeeld, waren gelyk
aan den waterdrop, die, op een gloejjenden steen val
lende, in een oogeublik als damp verdwijnt. Duizende
mannen van de landweer en reserve gaan nu niet roem
overladen en inet lauweren gekroond naar hunne haard
steden terug, doch vinden hun woning verlatenhun
vrouwen in armoede en hun kinderen in verwaarloosden
toestand.
Hun werkplaatsen zjjn te niet gegaan, de klanten en
het crediet zijn verdwenen, en iuen heeft de voortbreng
selen van hun arbeid niet meer noodig. Er moeten inte
resten betaald worden, die met liet bedrag van een jaar
zijn verhoogd. Er moet nieuw gereedschap aangekocht
worden, want de huismoeder moest het oude uit gebrek
verkoope» of beleenen. Om het werk wederom zoo spoe
dig mogelijk te begiunen moet er materieel aangeschaft
worden. De kleedingstukkeD bebben dringend reparatie
en vernieuwing noodig. De slagers-, bakkers- en andere
rekeningen moeten betaald worden, en komt er nu niet
spoedig werk, dan wordt de vreugdekreet van het weder
zien weldra door den noodkreet als echo gevolgd.
De kleinhandel, voegt het blad er bjj, leeft van bet
crediet. Nooit betaalt uien contant; men geeft een wissel
af, dien men betaalt als de opgenomen goederen ver
kocht zjjn. Toen de oorlog begon, werd er uitstel van
betaling verleend, doch nu de manschappen wederom
te huis zjjn worden de wissels gepresenteerd zoodat
zjj, juist nu zjj verpligt zjjn hun oude zaken met dub
belen moed wederom op te vatten, nog meer dan ooit
in de verlegenheid zitteu.
En wat liet betalen van de Franscbe oorlogschuld
betreft, daaraan heeft het volk niets. De klanten der
Duitschers worden er armer door, en de industrie wint
er niet6 bjj, want dat geld wordt tocb hoofdzukeljjk be
steed aan aankoopen van allerlei oorlogstuig of aan
dingen, welke een nieuwen oorlog gemakkelyk maken.
Een dagblad van Weenen bevatte dezer dagen eene
annonce, waarin »do eerljjke vinder" van 64 gulden, een
binnenlandscbc paskaart en een tarief, welke zaken
door een boodscliaplooper, vader van 4 kinderen, ver
loren waren, verzocht werd die aan bet bureau van het
blad terug te bezorgen. In antwoord daarop werd eenige
dagen daurnn door de redactie een brief ontvangen,
waarby de paskaart en het tarief ingesloten waren, en
waarin de afzender op de meest onbeschaamde wijze
verklaarde, dat bet een leugen was, dat, liet geld ver
loren was, want dat hjj het zelf uit den zak van den man
gestolen bad; overigens maakte hg geen bezwaar om
do documenten terug te zenden, liet geld echter was
hjj zoo vrjj geweest te gebruiken. Tot dusverre beeft
bet postmerk van den brief de politie nog niet op het
spoor van den brutalen zakkenroller kunnen brengen.
Meiie rlanb.
55-wollorlcoi-sjjel, 2 Aug. Bij het onwedor dal
eergisteren woedde, Blonden een paar landlieden in dc buurt
schap Spoolde nabij een hooibergtoen dc bliksem tusschen
hen door een der roeden van dien berg trof en geheel eplccttc;
dc beide personen vielen bedwelmd ter anrde en bekwamen
ligfc kneuzingen.
In dc vorige week barstic boven het dorp Ranlie een
geweldig onweder los, vergezeld vnn stortregen en bugel. Dc
bliksem sloeg langs twee meisjes in de strnat, zoodat bel ecne
bewusteloos ncdcrvicl en met een rijtuig nanr huis inoeal
gcbragl worden. Door geneeskundige hulp mogt men er in
slagen do levensgeesten weder op te wekken. Toen zij weder
was bijgekomen, zag men dal hnar arm geheel bout was. Het
andere meisje bad geen letsel bekomen. Dc bliksem sloeg in
een akker bezaaid met rogge en vcroorzanklc dnariu een begin
van brand.
Utroolst, 2 Aug. Bjj de heden gebonden derde
trekking der Weerbaarheids-loten zjjn de volgende seriën
uitgekomen: 481, 802, 851, 1211, 1328, 1493, 1999,
2026, 2402, 2768, 3352, 1445,5309,5451,7309,7705.
3 Aug. Heden zjjn uitgeloot de volgende seriën
der Weerbnarheidslöterjj: 321, 327, 359, 2195, 2500,
2965,4565,4771,5132, 5160,5980, 6293,6568, 7535, 7610.
Haarlem 31 Juljj. Dezer dagen viel bier een
merkwaardig feit voor. Het vormt een bjjdrago tot de ge
schiedenis onzer regtsbedeeling, van zulk een eigenaardig
gehalte, dat wjj meenen het groote publiek in de gelegen
heid te moeten stellen, kennis te nemen van het gebeurde.
Het bad plaats in de Nieuwstad, door den toevloed van
Fransche uitgewekenen in het laatst der 17de eeuw ge
slicht door den druk der Franscbe overbeersching in
het begin dezer verlichte eeuw ontvolkt en weggevaagd
tbans herschapen in de modern overschoone Kenau- en
Ripperda-parkenaaneengesnoerd door de keten der
Bol work-villa's. Een dezer zomerpaleizen wordt ge-
hmird door een onbekend heer. De verhuurder was ook
villa-bewoner, rjjk en aanzienljjk. Hjj gaf den huurder
krediet bjj winkelier en leverancier, menscben, die nog
steeds blindelings de «groote beeren" volgen op elk pad.
De onbekende grootheid rigtte zich in overeenkomstig de
eischen van zjjn huis prachtig ameublement, zilverwerk,
allerlei weelde-artikelen en luiRtorrjjke onbruikbaarheden
worden besteld en grootendeels met den moesten spoed
geleverd. Nog vóór dat alles de sclioone villa versierde,
bljjkt bet, dat men te doen heeft met een chevalier
d'industrie een soort van lieden, voor wieonsburgerljjk
hollandsch gelukkig geen woord heeft. Nu onstaat,
er een paniek onder de ligtgeloovigen het huis van
den grooten onbekende wordt door al wat nit win
kel en werkplaats geleverd heeft, letterljjlc bestormd.
Men eischt zjjn goed terug men dringt het. hek, ja het
huis binnen; men doet dit onder het oog van liet hoofd
van politie, die men ontboden had om de orde te handha
ven lijj ditboleg. Ten aanschouwen van een breedo scbanr
nieuwsgierigen wordt al het huisraad naar buiten gedra
gen uit kamer en salon, van zolderen uit kelder. Wel
dra is de overschoone villa ontdaan van lyiar inwondigen
tooi. Maar ook de bewoner wordt uitgeschud. Men schaart
zich om hem heen en helet hem zich anders dan Jjjtlelijk
te.moejjen in de zaak. Ja mynheer," zoo vertelde men
ons, »ze hebben dien leelijketi bedrieger de laarzen uitge
trokken die zouden toch ook nooit betaald zjjn
Nft ontruimingen aftakeling van linie en bewoner, trokde
schaar der belegeraars in triomftogt been, onder toezigt
van liet wakend oog der wakkere Haarlemsche politie.
's Gravenliage, 31 Juljj. Bjj verschillende
door den kantonregtor gewezen vonnissen was zeker
jong heer, wonende op de Prinsengracht alhier, bjj ver
stek, tot geldboete en bjj niet betaling tot gevangenis
straffen veroordeeld, ter zake van bel lmrdcr rjjden dan
op een matigen draf door de straten. De veroordeelde
bleef nalatig de boeten te voldoen. Gevangenisstraf moest