BIJVOEGSEL
Zierikzeeschen Nieuwsbode van Donderdag' 4L Vlei 1871.
Berigt aan de Schipperij.
KENNISGEVING.
VERGADERING VAN m GEMEENTERAAD
A
BEHÖORENDE BIJ DEN
Ministerie van Biinieiilmi<l£»clie Zaken.
DE MINISTER VAN STAAT EN VAN BINNEN-
LANDSCHE ZAKEN,
Brengt ter kennis van gezagvoerders van stoombooten en
vaartuigen die het Sloe bevarendat een aanvang is gemaakt
met de werken tot afdamming van het Sloe, tusschen de
gemeenten s lieer Arendakerkc en Avnemuidenin de rigting
van den in aanleg zijnden spoorweg; dat mitsdien dit vaar
water onveilig is en weldra niet meer bevaarbaar zal zjjn
dat intusschen de vaartuigenden weg langs het kanaal door
Zuid-Beveland kunnen nemen.
's Gravenhage, 21 April 1871.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal
HUBRECHT.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van
de Ingezetenen, dat er op Donderdag den -l Mei 1871, des
namiddags te zes ure, op het Raadhuis alhier, eene openbare
Vergadering van den Gemeente-Raad zal gehouden worden.
Zierikzee, 2 Mei 1871.
De Burgemeester,
B. G'. G'AU.
te
ZIERIKZEE,
gehouden den 39 April 1&71..
Voorzitter Mr. B. C. Cau.
Afwezig de HH. Mrs. van DongenMoolenburghMoens,
rnet kennisgeving, Landsknegt, buiten de gemeente, Zuur
deeg en Koole.
De notulen der vorige vergadering zijn na voorlezing goed
gekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen
1°. een brief van Gedeputeerde Staten, houdende mede-
deeling van de goedkeuring van het kohier op de honden
belasting over 1871.
Voor kennisgeving aangenomen.
2°. een verzoek van L. Anker om den gemeentegrond
gelegen naast zijne woning op den hoek vau liet vischslop,
in erfpacht of eigendom te verkrijgen.
De Voorzitter zegt dat bij Burgemeester en Wethouders geen
bezwaar bestaat deze grond aan den publieken dienst te ont
trekken, omdat hij daartoe wel bestemd is, maar in den regel
door verschillende personen tot berging van allerlei goederen
gebruikt wordt. Zij hebben geen bezwaar dien grond, tot op
een afstand van 0,5 M. van de bestaande goot, en dus eene
oppervlakte van rilim 20 M3.te verkoopenmits de adressant
dien grond van de straat afschcide door middel van een ijzeren
hek, geplaatst op een steenen muur, waartoe hij, blijkens een
met hem gehouden gesprek, genegen is.
Op voorstel des Voorzitters verklaart de Raad dat bedoelde
grond niet meer bestemd is voor den openbaren dienst en
besluit hem aan den adressant te verkoopen voor ƒ30.
De heer Koole is intusschen binnengekomen.
3°. een verzoek van het bestuur der sociëteit.//totNut en
Genoegen" om eene subsidie van 100 ter tegemoetkoming
in de kosten van de feesten, die het in Juni a. s. bij ge
legenheid der tentoonstelling van de maatschappij van Land
bouw en Veeteelt in Zeeland, denkt te geven.
De Voorzitter zegt dat bij Burgemeester en "Wethouders
aanvankelijk bezwaar bestond tegen dit verzoekomdat vroeger
voor de maatschappij zelf altijd f 300 werd beschikbaar ge
steld van welke som een gedeelte was bestemd voor premiën
en een gedeelte voor feesten. Na de ontvangst van een brief
van het hoofdbestuur en bespreking met een lid der afdecling
Zierikzee van genoemde maatschappij, waaruit gebleken is
dat deze slechts ƒ200 verlangt te ontvangen en dat de
sociëteit //tot Nut en Genoegen" met eene subsidie van ƒ100
de feesten voor zijne rekening wil nemen, zijn Burgemeester
en Wethouders van gevoelen veranderd. Het toestaan dezer
subsidie is dus geen antecedent voor deze of andere sociëteiten
onj bij gelegenheid dat er feesten gegeven worden, subsidie
te ontvangen.
De gevraagde som is zonder hoofdelijke stemming toege
staan, terwijl voor de maatschappij van Landbouw ƒ200 is
beschikbaar gesteld.
4°. de rekeningen van het R. C. armbestuur, de bank van
leeningde commissie voor den straatweg van Zierikzee naar
Brouwershaven en van de stads brei- en naaischool, allen
over 1870.
Zij worden gesteld in handen eener commissie, tot leden
waarvan de Voorzitter benoemt de HH. Mr. Moolenburgh
Labrijn en Koole.
5°. het verslag van de commissie voor de gasfabriek en
straatverlichting over 1870.
Ter inzage gelegd voor de leden.
6°. De rekening, balans en vergelijkende staat van de
exploitatie der gasfabriek over 1870.
De Raad benoemt tot leden eener commissie tot onderzoek
de HH. Jhr. de Jonge, Mr. Moens en Koole.
7°. een adres van O. Fremouw om afschrijving van hoof-
delijken omslag over 1871.
Aangehouden tot na de vaststelling van het kohier.
Op het in de vorige vergadering in handen van Burge
meester en Wethouders gestelde adres van de wed. Kooning,
geboren van Doesburg, om tegemoetkoming in de kosten van
onderhoud der armenschool, stelt de Voorzitter voor, haar
persoonlijk eene toelage te verleenen van ƒ10 'sjaars, inge
gaan 1 Januari 11., op grond dat, hoewel zij eene beloouing
geniet van ƒ50 'sjaars, alsmede gebruik om niet van eene
woning en erfv haren lljarigen dienst en 80jarigen ouderdom
eenige tegemoetkoming voor hulp, niet overbodig doen zijn.
liet voorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De ingekomen verslagen van de gemeenten Delft en Utrecht
zijn ter inzage gelegd van de leden en zullen later in de
boekerij worden opgenomen.
De Voorzitter deelt mede dat bij de opneming der kas van
den gemeente-ontvanger op S April 1871 de ontvangsten over
1870 en 1871 bedroegen131238,60
de uitgaven daarentegen- 133668,21
meer uitgegeven 2429,61
Hierbij het goed slot van den dienst 1S69 - 4709,45
Is in kas f 2279,84
Voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt mede dat bij hem is ingekomen een
schrijven van den commissaris van policic alhier, waarin deze
verzoekt dat het personeel der policic worde vermeerderd met
2 agenten en 9 nachtwachts. Spreker acht het raadzaam te
beginnen met de aanstelling van één agent en vraagt daarvoor
aan een credict van ƒ350. Eén agent meent hij dat stellig
noodig is om in den dienst behoorlijk te voorzien. De ver
deeling der stad in vier wijkenhet toezicht bij verschillende
localen, bij openbare verknopingen, aankomst en vertrek van
stoombooten en aanvoer van vee uit andere eilanden vordert
veel dienst, waardoor het poortambacht dikwijls zonder toezicht
is cn de dienst niet geregeld kan gaan. JDe voorgestelde be
looning van ƒ850 is wel niet hoog, mnar bij eene vacature
in de nachtwacht kan de aan te stellen agent, even als de
anderen, ook tot die betrekking benoemd worden. l)c aan
stelling van meer nachtwachts, meent hij, moet voorloopig,
ook met het oog op de kosten van p. m. ƒ900, nog niet
plaats hebben.
De heer van der Grijp, hoewel niet geheel op de hoogte
van policicznkenmeent dat eene belooning van ƒ350 te
gering is en dat een agent, die 's nachts dienst moet doen,
des daags zijn werk niet behoorlijk kan waarnemen, dat hij
dan langs den weg loopt slapen.
De heer Koole zegt dat de nachtwachts in hetzelfde geval
verkeeren. Zij zijn verplicht over dag te werken, omdat zij
des nachts niet genoeg verdienenmaar, voor zooveel hij kan
oordcclen, doen zij over dag niet minder dan anderen.
De Voorzitter zegt dat dc belooning van ƒ94, die de
agenten als nachtwacht genieten, voor hen geen onverschillige
zaak en de tegenwoordige regeling ook voor de fiuautiën der
gemeente niet van belang ontbloot is. Dc agenten doen eens
in de drie nachten dienst. Hun gewone dienst eindigt dan
om 8 uur 's avonds en begint den volgenden morgen twee
uren later dan gewoonlijk. Hij kan niet bepalen, wat er
waar is van hetgeen de heer van der Grijp beweert omtrent
hunne slaperigheid.
De heer van der Grijp, wil geen voorstel doen tot ver
hooging van belooning, omdat dc tinanciën dit niet toelaten.
Indien er een flink agent aangesteld wordt, kan er reeds
veel verbetering komen.
Het gevraagde crediet is zonder hoofdelijke stemming toe
gestaan.
Op de begrooting van 1870 wordt van de onvoorziene
uitgaven overgeschreven op hoofdstuk VIII, afd. IV, art. 10
(kosten verkoop booinen) 5,31 L
Tot leden van de commissie voor de zaken der dienst
doende schutterij, worden benoemd de HH. Goemans en van
der Grijp, en tot plaatsvervangende leden de HII. Landsknegt
en Koole.
Tot leden van het stembureau voor dc verkiezing van leden
voor de Provinciale Staten, worden benoemd de HH. Mulock
Houwer en Koole, en al de overige leden van den Raad tot
plaatsvervangers.
Gedurende deze stemming is het presidium waargenomen
door den Wethouder Mr. Fokker.
Op verzoek van het Burgerlijk Armbestuur, verleent de
Raad machtiging om van art, 13 der begrooting van dat
bestuur over 1870 over te schrijven eene som van ƒ543,23
op de artt. 8, 9, 11, 16 en 19.
Bij monde van Jhr. de Jonge doet de daartoe benoemde
commissie rapport van haar onderzoek van de rekening van
liet pensioenfonds voor gemeenteambtenaren over 1S70.
Zij bedraagt in ontvang453,17®
en in uitgaaf416,71®
en sluit dus met een goed slot van 36,46
De commissie adviseert de rekening goed te keuren met
last op den rendant het saldo over te brengen in de volgende
rekening. Alzoo besloten.
Het rapport van de commissie tot onderzoek der rekening
van de Kamer van Koophandel is aangehouden tot de vol
gende vergadering.
Een ingekomen verslag van dc commissie van fabricage
over de uitdieping der buitenhaven en het dempen van een
gedeelte der Oude Haven is voorgelezen, nadat de Voor
zitter verklaard had dat Burgemeester en Wethouders zich
daarmede in principe kunnen vereenigen. Het komt in hoofd
zaak hierop neer:
Reeds ia vroeger jaren, maar vooral in den laat sten tijd,
heeft de demping van een gedeelte der Oude Haven een
onderwerp van bespreking uitgemaakt, terwijl de begeerde
betere communicatie met het spoorwegnet eene meerdere
bodemsdiepte van de buitenhaven noodzakelijk maakt,
Deze beide werken kunnen zooveel mogelijk aan elkander
verbonden worden.
Onder den indruk van locale omstandigheden is een plan
tot rijpheid gekomen, dat uitgaat van deze hoofddenkbeelden
a. de buitenhaven uit te diepen; b. met den uitkomendeu
grond de Oude Haven, strekkende van de Molsïuls tot en
met den Steenenbrog, te dempen; c. onder dat gedempte
gedeelte een riool leggen en in verband brengen met de Molsluis
en aan het einde van het gedempte gedeelte een frontmuur
optrekken, met eene als spuisluis ingerichte uitmonding voor
liet riool.
Dot plan wordt door de commissie niet aan den Raad
voorgedragen. Zij geeft de voorkeur aan een ander, waarvan
liet denkbeeld in den boezem harer vergadering is ontstaan,
en hoewel daaraan even als aan het eerst bestaande bezwaren
verbonden zijn, acht zij die niet van dien aard, dat zij niet
kunnen worden uit den weg geruimdterwijl een meerzijdig
nuttig doel cn een minder groot geldelijk ofl'er voor de ge
meente tot aanbeveling kunnen dienen.
De hoofddenkbeelden der commissie komen hierop neêr:
a. de Nieuwe- of buitenhaven uitdiepen tot een bekwaam
peil
b. ae Oude Haven over het niet te dempen gedeelte mede
uitdiepen
c. met clen uitkomenden grond de Oude Haven van de
Molsluis tot 35 Meters voorbij de steenen brug, zijnde
even voorbij het zoogenaamde Vrije, te dempen en op
te sluiten met een frontmuur;
d. de bestaande Molsluis buiten gebruik te stellenmet
behoud van het gewelf en dit aan de haveifzijde behoorlijk
af te sluiten;
e. dc Molsluis naar dc zijde der Schuithaven en een ge
deelte van deze te dempen met na te noemen grond;
door de Molsluis tot daar waar de sub e bedoelde dem
ping eindigt, eene rioolbuis te leggen met de uoodige
vertakkingen
g. het verder gedeelte van de Schuit- en Zwemhaven ter
bekwamer diepte uit tc graven en met dien grond de
sub e bedoelde demping te bewerkstelligen;
h. de Zoute Gracht over haar geheele lengte over zekere
breedte uitgraven en door het wegruimen van de schoven
in den steenen beer, die gracht en de havengedeelten
bedoeld sub g in vrije verbinding brengen met de Brakke
Gracht, en
de uit de Zoute Gracht te graven grond te bergen aan
dc zijde der stadswandeling, in dier voege, dat daar
door een onderberm gevormd wordtwelke later geschikt
is tot uitbreiding van het plantsoen.
De uitdieping der buitenhaven zal aanvangen 107 M. uit
den hoek der wachterswoning op het westhavenhoofd. Van
daar tot aan de Venkelstraat zal de haven eene diepte ver
krijgen van 2,25 M. De bodembreedte der haven zal zijn
10 M. van het aanvangspunt af tot 20 M. noordoost de
westhavensluis en van daar tot aan de Vcnkelstraat zal die
breedte 33 M. bedragen.
Door deze uitdieping wordt verkregen 18000 M3 grond.
De schadelijke uitdampingen van de Oude Haven bij
gewoon laag water heeft aanleiding gegeven tot het voorstel
om haar, van de te stellen frontmuur af, tot voorbij de eerste
houten binnenbrug uit te diepen tot 60 d.M.
Hierdoor wordt 8000 M3 grond verkregen.
Voor de demping van de Oude Haven tot even voorbij
het zoogenaamde //Vrije" is noodig 18000 Ms grond. Deze
wordt gevonden uit de uitgediepte slikken van ae buiten- en
van de Oude Haven.
De commissie wenscht de demping uit te strekken tot
even voorbij het //Vrije", omdat daardoor de tweede houten
brnnenbrug, wanneer deze geheele vernieuwing of belangrijke
herstelling mocht vorderen, zal kunnen vervallen en vervangen
worden door eene eenvoudigedoch ten behoeve der scheep
vaart beweegbare loopbrug voor voetgangers.
Hoewel de gemelde brug in den tcgenwoordigen localen
toestand als onmisbaar te beschouwen isomdat men zonder
haar, om met rijtuigen van de eene zijde der haven naar
de andere te komen den niet zoo gemakkelijken weg langs
den Dam of over de eerste houten binnenbrug zou moeten
volgenvervalt dit bezwaar wanneer de voorgestelde demping
tot. stand komt. De gemeente zal daardoor ook ontheven
kunnen worden van het onderhoud van eene der vele bruggen
die ze ten haren laste heeft, hetgeen vooral met het oog
op de misschien spoedig aanstaande belangrijke herstelling,
zoo niet vernieuwing dier brug, niet van belang ontbloot is.
De deuren en het scliof in de bestaande Molsluis kunnen
blijven bestaan om tot steun te dienen voor den van weers
zijde daartegen tot demping aan te werken grondmen wenscht
echter in die deuren en dat schof eene ruimte te besparen
om te dienen tot aflaat van liet gootwater in na te noemen
rioolbuis.
De Molsluis verliest hare bestemming en ter voorkoming
dat hare holle ruimte eene verzamelplaats worde van ffecale-
cn andere stoffen, wordt de aanvulling met grond voorgesteld.