o. 2681. 26sle Jaarir. Dingsdag 12 October 1869. m DE LOOZE WAALE. De toestand in Intlie. Nieuwstijdingen. kZEESCIIE NIEUWSBODE. >len abonneert ziclis In Nederland bij de Uitgevers Hoek van de Schuithaven, B, No. 94, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Ib Noord-Aramka bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Brieven en Ingczondene Stukkeu franco. Abon neinciits-Prijs: Voor 3 maanden Franco per post, in Nederland- 1.60. Voor Noord-Amorika, franco New-York - 3,90. Ver scli ij nt: Dingsdag, Donderdag en Zaturdag. Advcrtentiön: 10 cent per gewone regel. GROOTE LETTERS worden naar plaatsruimte berekend. Advertcntiën voor den werkenden stand a 30 Cents. Bekendmakingen van ondertrouw of huwelijk a 40 Cent9; dito van 25- of 50jarige Eehtvereeniging ii 50 Cents a contant en franco aan het Bureau. De inzending der Advertcntiën kan geschieden tot Maandag, Woensdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. I Er was een tijdtoen een bestuur in Nederlandsch Indie bestond waarbij goede bedoelingen voorzaten en de uitkomst allertreurigst was: wij bedoelen het be stuur van den Gouverneur-Generaal van der Capelle. Hij was een gentleman en tamelijk liberaal voor zijn tijd. Maar bij miste vastheid van wil. In 1816 namen Commissarissen-Generaal onze koloniën weder in bezit de verordeningen waren in milden geest gesteld; vrij heid van beweging was hoofdzaak. Weldra zag de heer ian der Capelle zich nogtans in finantieele moeijelijk- beden gewikkeld en men ging van den liberalen weg af door verzwaring van de lasten der bevolking en het jlwarsboomen van de particuliere nijverheid. Bovenal bad de zwakheid van het bestuur invloed op den gang ■er finantien. Terwijl de uitgaven steeds toenamen oogde de landvoogd te vergeefs orde in de zaken te 'rengen. l)e begrooting werd in Indie telkens te laat Opgemaakt om ze vóór het begin van een dienstjaar 'en Koning ter goedkeuring voor te leggen. De reke ningen kwamen niet al'. De heer Elout heeft dit in zijne tiagelatene papieren duidelijk beschreven. Het opperbe stuur drong en kreeg geen gehoor. Wat was het re- nltaat? Men kende do uitkomsten der diensten niet; jnen raamde later onjuist en door de verwarring in de oeken bleek dat een batig slot op 't papier eigenlijk fin de werkelijkheid een tekort was. De finantien in pndie geraakten in zulk eene verwarringdat men ïilioenen heeft betaald om in later jaren tot een effen taat van zaken te komen en dat men nooit tot ont- -arring van de boekhouding is gekomen. Men liqui deerde de massa en wierp de hoeken ter zijde. Zoo één punt vaststaatdan is het ditdat bij de -rondwetsherziening van 1848 orde in de finantien in et moederland en de koloniën werd geëischt. Is aan dien wensch voldaan? Wij ontkennen dat. Nog ontbreekt iu onze wetten dienende tot regeling van de finantieele ver antwoording van Ministers en Gouverneur-Generaal. ;Nog heeft men eene betere comptabiliteitswet in Ne derland te wachten die noodelooze formaliteiten af schaft. Voor Indie is eene wet tot regeling van het beheer en de verantwoordelijkheid der koloniale geld middelen vastgesteld zij had tot beginselvaststelling |der jaarlijksche begrooting bij de wet. Men deed dit niet om liet Indisch bestuur zijne vrijheid te ontne- jmenhet tegendeel is waar. Maar men wilde vooral iorde en geregeld afleggen van rekening en verantwoor ding. Is dat doel bereikt? Verre van daar. Twee re denen zijn daarvan de oorzaak. De ramingen zouden ruim zijn, had men bedoeld, want men kon te voren anders het bestuur in Indie belemmeren als de ver antwoording slechts goed afgelegd werd zou men goede controle kunnen houden. Wat deed de heer Mij er als Minister Hij schrapte een groot cleel der som, op de [allereerste begrooting bij de wet voor onvoorzien be- [stemd. De Minister de Waal is op dien weg voortge gaan. Hij schrapte en schrapte in tal van postenhij bezuinigde echter niet en van daar eene zee van aan- vullingswetten daar de Indische regering zich telkens kredieten moet openen. Maar veel erger nog is dat de heer Mijerdie geen financier is en aan wien het altijd aan vaste beginselen ontbrakals gouverneur-generaal belast werd met de uitvoering der comptabiliteitswet. Zoo het vorige kabi net lazen wij dezer dagen geen andere verkeerdheid had gepleegd dan de benoeming van den heer Mijer den Koning voor te dragen dan lieeffc het reeds genoeg kwaad gesticht. Hij is een jurist, geeu financier. Van daar dat in Indie de oude sleur blijft bestaan en er geen orde is in de finantien. De werking der comptabiliteits wet, bestemd om regelmaat in den gang van zaken te brengenis ellendig geweest. Ambtenaren inlandsche hoofden en leveranciers werden niet betaald. Was dat de schuld der wet? Och neen, want ook in andere opzichten hokt alles. De rekeningen van dienstjaren voor 1867 blijven onafgesloten een grooter personeel is in dienst gesteld om ze af te werken en kost veel geld. De rekening over 1867 zal niet op den tijd gereed zijn. De gouverneur-generaal maakt voorts begrootingen op, die geene begrootingen zijn. Wil men bewijzen Wanneer men de memorie van toelichting tot de Indische begrooting voor 1870 inzietdan leest men deze woorden van den Minister de Waal: „Ook deze begrooting van Nederlandsch-Indie wordt de Vertegen woordiging niet aangeboden op het tijdstip, als het oogmerk der Regeering bij de behandeling der comp tabiliteitswet genoemd. („Omstreeks de maand Maart." Later werd daarvoor gesteld „de maand April.") Oorzaak niervan is in de eerste plaats de vertraagde ontvangst der Indische ontwerpen. Wegens achterlijkheid van sommige Departementen van algemeen bestuur, het erkend gevolg van overmaat van arbeid (die echter evenzeer bij andere Departementen bestond)heeft de Gouverneur-Generaal niet voldaan aan het ministerieele voorschrift van 1867, om de begrootingstukken herwaarts e zenden in September vóór het jaar der vaststelling. Ge verzending der ontwerpen van cle in dit jaar vast te stellen begrooting geschiedde bij brief van 28 Januari .1 de ontvangst alzoo tegen het midden ^an Maart, in de tweede plaats noopte tot latere aa. ieding de staat waarin cle stukken ontvangen werden. Zij waren niet ingericht (en konden het kwalijk zijn) naar het model der begrooting van 1869; men moest ze dus nog in dien vorm overgieten. En ramingen zoowel als toe lichtingen droegen belemmerende blijken van over haasting. Spoedshalve was de gebruikelijke examinatie ter Algemeene Secretarie nagelaten. De Raad van Nederlandsch-Indie verklaarde genoodzaakt te zijn „zich slechts tot een vluchtig onderzoek te bepalen." Den Gouverneur-Generaal bleef zelfs „geene gelegenheid" over om „inzage te nemen van alle betrekkelijke be scheiden zoodat hij „op het oordeel van den Raad moest afgaan." Ziedaar een huishouden als van Jan Steen roept de oppositie en zij heeft geen ongelijk. Zulk een toestand moet ten slotte de scliroomelijkste verwarring t.e weeg brengen. Alles wordt onzeker. De uitgaven klimmen echter van jaar tot jaar in Indie. Het slot zal zijn, zoo men er geen perk aan stelt, dat de toestand van 18161823 herleeft, ten koste van onze beurs, want zoo erg liep het toen dat er tekorten in Indie kwamen en het moederland leeningen moest sluiten, om bij te springen. De natie wensc.ht bovendien hervorming en verbe tering in Indie. De Regering ziet het heste middel ora daartoe te komen dat men hier alleen zeer al gemeene beginselen vaststelle en de uitvoering meer in Tndie geschiede. Hervormen gaat altijd met uitgaven gepaard. Kan men nu eene liberale hervorming aan een Indisch bestuur overlaten, dat zoo slap en regelloos met de finantien omspringt? Blijkt Mr. P. Mijer een man van energie en beginselen te zijn, nu bij zijn doel bereikt heeft en landvoogd is? Wat voerde hij in bijna drie jaren uit Niets dan overpeinzen en wat geld opsparen. De tegenwoordige Regering wil de Indische bijdragen tot een matig vast cijfer bepalen. Zij cijfert uit dat wij per jaar hier te lande 4'/2 milioen uitschotten voor het bestuur doen. De tin van Banca levert 3 a 4 milioen per jaar op. De regeering raamt 5'/2 milioen voor 1870 en zij stelt voor 10 milioen als bijdrage aan Nederland voor 1870 op de begrooting uit te trekken. Wij hebben vroeger eens over de voordcelen eener vaste bijdrage gesproken. Maar is dat systeem aan te nemen zonder meer zelfstandigheid aan het bestuur in Indie te geven? Dat is onmogelijk of dat beginsel valt in duigen. Wan neer men toch in Tndie eens zegt: er is een tekort op de ontvangsten wat, dan indien men de huishouding van de twee deelen inéénboudt en de inkomsten het gevolg zijn van den prijs der producten? In Britscb- Indie moet men in elk geval eerst de som aan het moederland wegens uitschotten verschuldigd, betalen. Maar dan moet men ook overschotten van Indischen dienst aan Indie laten. Dat wil de Minister niet uit maken. Zoo zou men tot een halfslachtig stelsel komen. Het eenige middel om eene vaste bijdrage vast te stellen, is: dat Indie zijne eigene finantien hebbe. Dat kan alleen geschieden, als men het bestuur meer zelfstandigheid geeft. Wie zal nu beweren dat met het oog op den tegen- woordigen toestand en de behoeften van de naaste toekomst mr. P. Mijer, de man is om Indie langer te besturen Niemand. Daarom vervult het ons met ge noegen dat Z. M. de Koning zich in beginsel lieeft vereenigd met het denkbeeld van de Ministers om mr. P. Mijer terug te roepen. Wat wij verlangen is dat men eene weldoordachte keuze van een flink en energiek man doe. Anders ware de terugroeping van den heer Mijer niet te recht vaar digen. Maar in de tweede plaatswensclien wij dat Indie minder op het Plein en Buitenhof in den Haag gere geerd worde. De Indische begrooting moetals eene vaste bijdrage regel wordt, alleen in hoofdtrekken worden goedgekeurd, even als die van Suriname en Cura9ao, behoudens goede verantwoording. Dan zal ook vermeden worden dat de strijd onzer politieke partijen verwarring brengt in de Indische finantienzooals ge schieden moet wanneer eene begrootingals die van 1868 eerst nadat de helft van het jaar verloopen is in Indie aankomt. Zoo bovenal de Minister op het plein alles wil blijven regelen is geene verbetering mogelijk. Een dubbele moord, te Wood-Green gepleegd door een timmerman op eene ongehuwde vrouw met wie hij leefdeen een koopman die hij verdacht van haar het hof te maken wordt door de Engelsche bladen medegedeeld. De moordenaarHenson genaamdloste eerst een schot op de vrouw en verbrijzelde daarop haar her senpan met de kolf van het geweerdaarna zocht hij den vermeenden minnaaren doodde hem op de zelfde wijze met een hevigen slag op het hoofd. Een poging om zich zeiven met een mes van het leven te beroo- ven mislukte door de tusschonkomst der politie. De Civitia Catolicaliet orgaan der Je/uiten, maakt don volgenden eed bekend, die door tal van* priesters en leeken afgelegd wordt: Heilige Prins der Apostelen, St. Petrus! Ik N. N., gc- dro.ven door het verlangen ora U en iu U, Uwen opvolgers op den Aposlolischen Stoelals offer van bijzondere verknocht heid (devotie) te brengen, wat én voor U én voor de k«-rk eene vergoeding moge zijn voor de grieven den Heiligen Stoel tc Rome aangedaan: en mij willende verbinden om U te eeren zweer ik N. N., te gelooveu en te belijden, zoo noodig ten koste van mijn leven, bet reeds algemeen aangenomen dogma, dat leert, dat de paus onfeilbaar is, wanneer hij, in zijne hoedanigheid of zooals men dit noemt ex cathedravoorschrijft wat wij hebben te gelooven in zake van geloof en zedelijk heid, en dat dientengevolge zijne dogmatische besluiten voor geene wijziging vatbaar zijn, en ons geweten binden zelfs vóór dat zij toestemming der kerk ontvangen hebben." Nog wordt van Rome gemeld, dat de burggraaf d'Argy, kolonel van het vrijwilligerskorps van Antibes, naar Frankrijk is te ruggekeerd, en misschien niet weer zal komen. Als aanleiding daartoe wordt opgegeven, dat het bedoelde korps bijna geen andere Franschen telt, dan de officieren. Ook de overige korpsen van vreemde vrijwilligers hemen volgens de corresponden tie, hoe langer hoe meer af, niet zoo zeer door desertic, als wel door het nfloopen van verbintenissendie niet vernieuwd worden. Als oorzaak daarvan wordt de weerzin aangegeven, welken de dienst in 't pauselijk leger inboezemt. De meerder heid van het korps d'élite zou thans uit Nederlanders bestaan ten getale van ongeveer 2000, waaronder geen enkele zou wezen geschikt om tot officier te worden aangesteld. De Figaro meldtdat den 5 dezer de scheeps timmerwerven te Bordeaux zijn afgebrandde schade wordt op 1,000,000 francs begroot. Uit den overvloed van verhalen die aangaande den te Pantin gepleegden moord nog immer de Fran- sche dagbladen opvullen en welke thans voor het raeerendeel betrekking hebben op verdachte personen wier uiterlijk min of meer met dat van Tropmann of met het signalement van Jean Kinck overeenkwamen, en die in de omstreken van SoultzBollwillerCernay en Guebwiller gezien zijn in de dagen waarop men vermoedtdat Jean Kinck moet vermoord zijnis welligt het volgende van eenige beteekenis. Het droog leggen der vijvers te Guebwiller heeft nog tot geene ontdekking hoegenaamd geleid. Men heeft echter een brief gevonden van Tropmann aan Jean Kinck waarin deze wordt uitgenoodigd zich den 25sten Augustus te Bollwiller te bevinden waar Tropmann hem aan het spoorweg-station zou opwachten. Tropmann schijnt te begrijpen, dat hetgeen thans bij de justitie bekend is de onderstelling onmogelijk maakt, dat Jean of Gustave Kinck de hand in den moord zouden gehad hebben en datindien hij zich in het minst bloot gaf dit de taak der justitie gemakkelijker zou maken; hij antwoord althans te nauwernood op de tot hem ge- rigte vragen. Volgens tijdingen uit Madrid wint de republikein- sche beweging veld. Het Gouvernement verheelt den waren staat van zaken. Alles hangt er van af of het leger het Gouvernement getrouw zal blijven. De insurgenten hebben gezamenlijk besloten om de stad Madrid op verschillende punten aan te vallen. 8 Oct. In den nacht tusschen'4 en 5 dezerhad tusschen Rotliam en Heerlenbeide in deze nabijheidde volgende verschrikkelijke moord plaats. Twee personen Moonen en Hamaekens had den den avond in eene herberg doorgebragt en aldaar te veel gedronken. Hunnen weg vervolgende met een paard en karaan Hamaekers toebehoorendeont stond er tusschen hen twistdoordien het paard door vermoeidheid en ruoeijelijkheid van den weg niet meer voort kon en Hamaekers in zijn dronkenschap dit toe schreef aan net onbeduidende gewigt van een kruiwa gen van Moonen die op de kar lag. Deze twist liep weldra zoo hoog dat Hamaekers in zijne woede zijn medgezel vermoordde. Den volgenden morgen vondt men het lijk naast de kar liggen ontzettend mishan deld zoodat het bijna onkenbaar was. De woede van den moordenaar moet buitenmate groot geweest zijn, indien men nagaat dat de schedel verpletterd was het linkerbeen en de armen gebroken waren, de oogen uit de kisten hangen en de linkerwang geheel ver scheurd was, zoodat het geheel een verschrikkelijk gezigt opleverde. De dader is reeds gevat en in het liuis van bewaring alhier binnengebragt. Ingez. Leeuwarden6 Oct. Volgers een in de Prov. Friesc/ie Cl. van lieden voorkomend ingezonden s'.uk van den heer Y. van der Meulen, zou door den Minister van Binneti- landsche Zaken concessie zijn verleend aan Jhr. Teding van Berkhout lot hel aanhechten van Ameland aan den vasten wal met, het doel van successieve inpoldering en drongmukng van de geheele Fricsche Wadden, en zou men eerstdaags de in diening van een wetsontwerp daarvoor bij de Tweede Kamer mogen tegemoet zien. Er wordt verder bijgevoegd, dat de benoodigde gelden voor deze grootschc onderneming reeds aan wezig zijn. IVXoppol7 Oct. Heden avond, omstreeks 5*/2 ure, had alhier een droevig voorval plaats. De landman 11. K., met zijne vrouw en schoonbroeder keerde van een bezoek bij de zii9tcr der laatstbedoelde», die weduwe zijnde, thans weder onder de geboden staat en zich weer in 't huwelijk denkt te begevenhuiswaartshet paard geraakte door de spoorfluit van den Fricschen trein op hol en in de Sinildcr- hoofdvaart; levens in zijn val wagen en al medeslepende. Een droevig tooneel had hierop plaats. De aansnellende landlieden die mede van de markt kwamenzagen het treurige van den toestand en 't groot gevaar, waarop men dadelijk met alle kracht aanving om te helpen. Eerst na vele en grÜOte moeite kreeg men paard cn wagen aan walde pas9agier9die uit het voertuig waren gestort, werden daarop na groote inspan ning opgehaald doch de vrouw was helaas eeu lijk. De man, zwaar gekwetst, hoopt men nog in 't leven te behou den; terwijl de zwager, die op den wagen was geklommen, in tamelijkcn toestand verkeert. Vrceselijk was liet oogenblik toen de familie aan kwam snellen en gewaar werd, wat er was voorgevallen. Meppol9 Oct. Naar men verneemt wordt in sommige gemeenten onzer noordelijke provinciën als voorbehoedmiddel tegen klauwziekte en tongblaar on der het rundvee met vrucht gebruik gemaakt van een oud middel namelijk aderlating. 9 Oct. De dader van de jl. Zondag namiddag te Brigdamme op eene boerendochter gepleegde mishandeling is Dinsdag avond door den brigadier-majoor des rijksveldwaeht ontdekthij is de zoon van den land bouwer by wien het meisje in dienst was, en heeft zijne schuld voorloopig reeds bekend. Kwaadaardigheid over de afwijzing zijner aanzoeken tot verkeering niet het meisje wordt als de aanleiding genoemd. Niettegen staande de mishandeling ernstig was is de toestand van het meisje niet zeer bedenkelijk, zooals wij bij de mede- deeling van het gebeurde meldden maar integendeel zonder gevaar Drie a vier maanden geleden is door eenige hoofd ingelanden van den polder Walcheren een adres gerigt aan Z. M. den koning, waarin zjj te kennen gaven, dat sedert lang reikhalzend is uitgezien naar hervorming in het beheer der polderaangelegenheden daar bij de tegen woordige regeling volgens verouderde Fransche regle menten aan ingelanden alle recht tot medewerking aan dat beheer onthouden is. De ingelanden zijn echter overtuigd dat de voldoening aan hunne wenscbeu moet worden uitgesteld totdat de herziening der Zeeuwsclie polderreglementen kan worden bij de hand genomen. Thans schijnt dat oogenblik te naderen en geen polder zal in zijn bestuursaangelegenheden meer wijziging te gemoet gaan dan Walcheren. Vooral met het oog hierop meenden zij er dan ook op te mogen aandringendat de opengevallen plaats van president van het polderbestuur van Walcheren moge vervuld worden door een bekwa men man, die de noodzakkelijke hervormingen kan en wil helpen tot stand brengen en van wien men vertrouwen mag dat de steun der ingelanden hem daarbij niet zal ontbreken. Als antwoord op dit adres is dezer dagen bericht ont vangen van den commissaris des konings in Zeeland, dat volgens schrijven van den Minister van binnenlandsche zaken, deze, als daartoe door den koning gemagtigd, berust in het voorloopig onvervuld laten der betrekking van president bij de centrale directie van Walcheren en wel in de verwachting dat eene reorganisatie in het be heer van Walcheren spoedig zal worden ter hand ge nomen. Borssele, 6 Oct. Door den gemeenteraad is heden, uit een drietal, tot hoofdonderwijzer aan de vacerende openbare lagere school alhier, benoemd Adriaan de Priesteroud 25 jaren, hulponderwijzer te Arneiuuiden, sedert April dezes jaavs acte als hoofdonderwijzer be zittende. 11 Oct. Door de jnry der tentoon stelling in het Paleis van volksvlijt te Amsterdam zijn aan de volgende inzenders uit Zeeland onderschei dingen toegekend Een medaille 2de klasse is toegewezen aan Mr. M. J. de Witt Hamer, te Goes, (statuten). medailles 3de klasse zyn toegekend aanJoh. van den Berge, te Colynsplaat, (werktuigen gebruikt tot meekrap-cultuur); wed. J. C. Massee en zoon te Goes, (landbouwwerktuigen); Gebr. Peek, te Middelburg, (ko- j per en blikwerk)Werkmans-vereeniging te Middel burg, (verslagen); C. A. H. Billerbeck, te Middelburg (ledikanten) Eervolle vermeldingen aan: J. A. van den Broeke, te Ritthera, (walchersche tweewielskar)wed. M. W. Hildernisse en zoon te Middelburg, (vruchtenwijn), J. M. Knaap, te Zierikzee, (oliën voor uurwerken). De Heer Mr. M. J. de Witt. Hamer te Goeszal optreden als verslaggever van de Nieuwe Rotterd. Cou rant bij de opening van het Suez-kanaal,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1869 | | pagina 1