Mo. 2676. 26s,e Jaarir. Donderdag 50 September I860. Nieu wstij dingen. m Zllltlk/liSCIII NIEUWSBODE. Men abonneert zich In Nederland bij dc Uitgevers DE LOOZE WAALE. Hoek van de Schuithaven, 13, No. 94, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren, In Noord-Amcrika bij J. QU1NTÜS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Brieven en Ingezondenc Stukken franco. Abon nements-Pr\js; Voor 3 maanden1,30. Prauco per post, in Nederland- 1,00. Voor Noord-Amerikafranco New-York - 3,90. "V ersch ij ut: Dingsdag, Donderdag en Zaturdag. Advertenticii: 10 cent per gewone regel. GROOTE LETTERS worden naar plaatsruimte berekend. Advertcnticu voor den werkenden stand a 30 Cents. Bekendmakingen van ondertrouw of huwelijk a 40 Cents; dito van 25- of 50jarige Echtvereeniging it 50 Cents a contant en franco aan het Bureau. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Maandag, Woensdag en Vrijdag, de9 voormiddag9 10 ure. De adressen van antwoord op de Troonrede. De beide Kamers hebben reeds bun adres van^ ant woord op de Troonrede vastgesteld en de Eerste Kamer is daarna gescheiden. In de Tweede Kamer beeft men al dadelijk de krachten van de meerderheid en van de oppositie kunnen leeren kennen door de benoeming van een voorzitter. De conser vatieve party beeft te vergeefs gepoogd den beer van Reenendie elf jaren lang den voorzitterstoel bezet bad, te bewegen lid te blijven. Hij beeft zijn ontslag genomen en den 12 October a. s. heeft te Amsterdam eene nieuwe verkiezing plaats. De vice-president der Kamer was jaren lang rar, W. II. Dullert. Hij werd met 40 tegen 26 stemmendie op den heer de Brauw werden uitgebracht de eerste kandidaat en door den Koning tot president benoemd. Tijdelijk voor enkele dagen, is elk jaar het oudste lid in jaren voorzitter. Dit was ditmaal de oude heer Hoffman. Zijne daden hebben in dien korten tijd doen zien hoe fel de partijgeest bij onze tegenstanders is. Tot leden van alle commissien benoemde hij enkel ultra-conservatieven. Onder de 8 leden die Z. M. den kandidatenlijst voor het presidentschap moesten aanbie den bevond zich geen enkel liberaal en ook geen Katholiek lid. Hoe zou het nu gaan met benoemingen in het algemeen als zulke lieden eens weder de macht in handen hadden? Zou het recht voor allen zijn, nu zij thans de groote meerderheid zelfs durven tarten? De adressen van antwoord van beide Kamers waren zonder politieke kleurhet was eenvoudig een weer klank op de Troonrede. De discussien over de concepten liepen dus eigenlijk over punten buiten de adressen als men er van uitzondert, dat de heer van Nispen van Pannerdenin de Eerste Kamerden landbouw meer bepaald vermeld wilde zien die onder «belangrijke takken van volksbestaan" toch zeker begrepen zal zijn, waarvan gesproken wordt. In de beide Kamers heeft van verschillende zijden levendigen aandrang plaats gehad om afschaffing van de tienden te verkrijgen. De heer van der Lek de Clercq heeft den 28 dezer aangedrongen op afkoop door den staat tegen uitgifte van schuldbrieven a 5 per cent aflosbaar naar mate van den afkoop van de in grondrente te converteeren tienden, ook novale tienden. De Minister van Justitie heeft een zeer ontwijkend antwoord gegeven. Hij verklaarde herhaaldelijk te hebben beproefd eene wet samen te stellenmaar op practische bezwaren te zijn gestuit, die geen uitzicht gaven op aanneming der voordracht. Hij zou de zaak niet uit het oog ver liezen. Terecht heeft de heer Fokker hem den 28sten geantwoord dat Nederland in dit opzicht bij Spanje en Marocco ten achteren is. Van alle zijden is in de Tweede Kamer op eene voordracht aangedrongen. Wij beamen dat een minister naar zijne overtuiging moet handelen, zooals de heer van Voorthuijsen zeide, en niet de stemmen tellen. De Tweede Kamer heeft echter bijna met algemcenc stemmen verschillende voorstellen aangenomen. Er zullen altijd bezwaren blijven en de verklaring van den heer van Lilaar geeft ons dus weinig blijk van zijn talent en van zijne energie. Van een der zwakste elementen in dit ministerie is weinig goeds te wachten wat dit onderwerp betreft. Een ander punt, dat den landbouw hoog belang inboezemt, was de vragen, door den heer van Nispen in de Eerste Kamer, door de heeren Begram en Heems kerk in de andere Kamer gedaan over het bestaan van veeziekte in het buitenland. De Minister van Bintien- landsche Zaken ontkende stellig, dat die ziekte in Luxemburg heerscht. In Pruissen is zij zoo goed als bedwongen. De Regeering laat alle vee bij invoer te Zevenaar, keuren. Nu Pruissen uitvoer gerust toelaat, moeten wij in het noorden des lands invoer onder zekere voorzorgen niet beletten. Maar overigens zijn alle maat regelen genomen om een verbod uit te vaardigen, als dit noodig mocht zijn. In de Eerste Kamer liep de discussie over het met algemeene stemmen aangenomen adres, overigens slechts over den vorm van een paar zinsneden. Een paar leden wilden in de eerste dank betuigen voor de „welkomstgroet," die Z. M. de Staten-Generaal had gebracht. Tegen die woorden had de meerderheid bezwaar, even als tegen eene wijziging van de over de koloniën waarin de heeren Hartsen en Fransen van de Putte Sr. van het in te zenden verslag over het beheer der koloniën wilden spreken een stuk dat sedert 20 jaren inkomt en alleen nu in de Troonrede is vermeld, omdat het zoo spoedig is ingezonden. Maandag jl. kwamen echter een paar politieke vraag stukken in de Tweede Kamer ter sprake. De heer van Lijnden meende in „zijn eenvoud," dat de Troonrede uitzicht gaf op eene wijziging der wet op het lager onderwijs. De Minister van Binnenlandsche Zaken benam hem spoedig die illusie. Met welwillend heid zou hij de wet toepassen maar niet wijzigen. Heelt de heer van Lijndenmet het oog op den ver kiezingstijd zich niet zeer „eenvoudig" gedragen an meer practisch belang was de discussie over een ander punt. De heer Heemskerk Az. beweerde, dat hij en zyne partij //schoongewasschen warendaar de Iiegeering een voorstel omtrent den census aankondigt." Hij vergat te bewijzen dat zijn voorstel rationeel en aannemelijk was als een eenvoudig amendement. De Minister van Finantien deed hem bovendien opmerken, dat de Regeering van zelve tot wijziging der kies bevoegdheid moet komen als een door hem aange kondigd voorstel tot afschaffing van het patentrecht doorging. De heer Heemskerk wil echter daarop niet wachten en de heer van Houten evenmin. Maar het gaat niet aan ons kiesrecht te wijzigen als een der grond slagen van den census onmiddelijk daarna zou vervallen. Het getal kiezers zou dan tweemaal verandereneerst uitgebreid en dan weder verminderd worden. Wij zijn het volstrekt oneens met de Arnhemsche Ct.die van geene uitbreiding van ons kiesrecht wil hooren. Wij wenschen echter grondige verbetering. Daarom moet men weten waarheen wij gaan; om de zaak goed te kunnen rege len; dus moet vaststaan of het patentrecht al of niet blijft bestaan. Wij voegen hierby, dat wij evenwel wei nig kans zien in de verwezenlijking van de plannen van den Minister van Finantien en daarom de aankon diging in de Troonrede over het kiesrecht, die niemand kan bevredigen, voorbarig achten. Een ander puntdat de aandacht heeft getrokken wasdat in de Troonrede de gebruikelijke bede om zegen van boven op het vaderland werd gemist. De Minister van Finantien heeft medegedeelddat eene verandering in eene der zinsneden van de concept- Troonrede is gebracht en dien ten gevolge het stuk werd overgeschrevenwaarbij de slotzin onder het copieëren over het hoofd werd gezienniemand heeft dit opgemerkt. Deze mededeeling achten wij vrij zonder ling en de heer van Voorthuijzen waarschuwde terecht voortaan wat voorzichtiger met zulke stukken te zijn. Wij hadden liever deze verrassende mededeeling niet gehoord, al deelen wij volstrekt niet in de griefdie men tegen het kabinet van het weglaten van zulk eene zinsnede heeft gemaakt. Jaarlijks wederkeerende ziet men er ten slotte slechts eene formule in. In de adressen van antwoord van beide Kamers en in het korte antwoord dat Z. M. de Koning reeds aan de commissie uit de Eerste Kamer gaf, wordt echter 's Hemels zegen ingeroepen. De heer Fransen van de Putte vroeg den 27sten in de Tweede Kamerden Minister van Koloniën naar de stukkenbetreffende het onderzoek omtrent de rechten van den inlander op Java's grond dat de heer Mijer drie jaren geleden heeft ingesteld. Dat onderzoek was voor de conservatieven de haak om niets te doen en duurt nog steeds voort. Eindelijk vroeg dat lid of een 14tal jongelieden die het examen om benoembaar te zijn tot Indisch ambtenaar, goed hebben afgelegd maar niet geplaatst konden worden (26 anderen zijn ter beschikking van het Indisch bestuur gesteld)in een volgend jaar weder het examen zullen moeten doen De Minister van Koloniën antwoordde bevestigend. Dit moge voor de belanghebbenden minder aangenaam zijn de staat ver zekert niet de plaatsing, maar heeft daarentegen belang om de bekwaamste mannen tot ambtenaren te verkrijgen daarom is er een toelatings-exanien maar dat is tevens uit zijn aard ecu vergelijkend examen. Zijn er te veel adspirantendan moeten zij met nieuwe kandidaten mededingen. Het adres van antwoord is in de Tweede Kamer eveneens met algemeene stemmen aangenomen. Inmid dels waren zoowel de staatsbegrooting als de Indische begrooting voor 1870 ingekomen. Zij vereischen nadere en meer uitvoerige bespreking. Te Milaan heeft dezer dagen een afgrijselijke gebeur tenis plaats gehad waarvan de Perseveranza liet vol gende treurige verhaal geeft ,/Een vrolijk klubje had een uitstapje gemaakt en onder meer had men zich ook met visschen langs de oever van de Lambro geamuseerd. Het gezelschap be stond uit Piëtro Sassidrogist, en zijn zoon Carlo, Gioaccbimo LazzaronibierhandelaarGiuseppe Paga- nini, lithograaf, Luïgi, Fabiani en Carolina Bellinzaghi- Cattaneonaaister, met haar achtjarig dochtertje. „Nadat de dag aangenaam was voorbijgegaan en men een einde had gemaakt aan het misschien wel wat overvloedig genoegenbesloot men te voet huiswaarts te keeren. Op weg naar Milaan te Monini, ontmoette men echter een ledig voertuigaan zekeren Calastri toebelioorende en bestuurd door den voerman Maïneri. Toen men 'tover den prijs eens was geworden stapten de vrolijke reizigers in en sloeg men den weg naar Porte-Vittoria in. Aan deu kruisweg gekomen, waar de weg door dien van den spoorweg doorsneden wordt, vond men de barrière gesloteu, omdat de trein verwacht werd. Toch wilde men nog passeren maar ontving natuurlijk eene weigering. Twee leden van 't gezelschap stapten echter uit en niettegenstaande de stellige waar schuwing van de dochtertjes van den stations wachter openden ze het hek en men reed door. Op hetzelfde oogenblik hoorde men het geraas van tien trein de wachter en zijne dochters gilden wanhopig het paard begint te steigeren de trein nadert en in een oogenblik is de wagen met het gezelschap verpletterd. Vier verschrikkelijk verminkte lijken werden op verschillende plaatsen gevonden 't waren die van Pietro Sassi, Lazzaroni, Paganini, en Maïneri den koetsier. Carolina Bellinzaghi -Cataneo, haar dochtertje en Fabi ani werden op de plaats zelve gevonden, overdekt met wonden en in een bloedbadlater heeft men toch be merkt dat deze wonden niet bepaald doodelijk waren. Zij zijn naar 't gasthuis overgebragt. Carlo Sassi was met de beenen aan den locomotief vastgeraakteen gernimen tijd was hij in dezen toestand voortgesleept; een* been was hem gebroken en hij had eene diepe wonde in 't hooft. Carlo naar het gasthuis gebragt kwam daar eerst tot bewustzijn. Ondervraagd over het gebeurdezeide het knaapje zich niets er van te herinneren in 't rijtuig gezeten was hij ingeslapen en had niets bemerkt van wat er voorviel. was de overheid ter plaatse, vergezeld van een genees heer en werd de opgraving voortgezet. Het lijk had eene verschrikkelijke wonde aan den hals die bijna het hoofd geheel van de romp scheidde een mes was in de gapende wond blijven stekende handen waren vreesselijk verminkt en droegen sporen eener worsteling; in de rigting van het hart waren drie diepe wonden toegebrngt met een snijdend werktuig. Bij het onderzoeken der kleederen bestond er geen twijfel meer of het was het lijk van den oudsten zoon der ongelukkige familieGustave Kinck. Maandag morgen werd Traupmann onverwachts voor het lijk gebragt, hetwelk inmiddels naar Parijs was i overgebragt de moordenaar stond als verpleten her- I kende het lijk voor dat van Gustave, doch verklaarde ItfiSifllliMÜSSf. In de gevangenissen in Hongarije zitten op 't oogenblik meer dan 200 movers gevangen, allen beschuldigd van de gruwelijkste inisdadeu. Een gevoelige slag leed het rooverwezen door den dood van een zijner beruchtste hoofden Macsvanky. Den 2 Sept. werd hij te Paraga ontdekt, en in het huis, waarin hij zich met een zijner kamaruden bevond, door de uhlanen, die onmiddelijk uit de naburige stad waren ontbo den, van alle zijden ingesloten. Alle kans op ontkomen zich afgesneden zieude, verschanste hij zich echter zoodanig, dat hij het nog vijf uren tegen de politie en de militairen uithield. Vijf uhlanen en de commissaris van politic waren reeds zeer ernstig gewond, toen Macsvanky, geen proppen meer heb bende om zijn geweer te laden, zich van bankbillelten vau 100 florijnen bediende, die hij eerst op tergende wijze den soldaten voorhield. Eindelijk besloot men het huis in brand steken; de roovcr, de toebereidselen daartoe ziendehaalde een groot paket banknoten te voorschijn en verbrandde die, als om het zijne tot den brand bij te dragen. Vervolgens sprong hij eensklaps uit het venster, in ieder hand een revolver hou dende; alle boeren stoven vau ontsteltenis in alle rigtiugen uiteen, maar nauwelijks had .Macsvanky twintig schreden af gelegd, of eene algemeene losbranding van de militairen velde hem neer. Zijn makker gal' zich over. liem niet vermoord te hebben. Toen hem onder het oog gebragt werd, dat deze dus niet zijn medepligtige geweest was, antwoordde hij niet. Volgens gerucht hoeft zich te Havre een vreemdeling van het leven beroofd, in hetzelfde hotel waar Traup mann gelogeerd had deze persoon wordt verdacht medepligtig geweest te zijn aan dezen gruwelijken moord. Vrijdag is aan de Société generale eene som van 125,500 frs. ontvreemd. Een harer loopers, die tot een bijkantoor behoort was, nadat hij gemelde som had gcincasscerdaan liet kantoor teruggekomen, waar hij zijne portefeuille op zijne schrijftafel nedcrlegde en zich vervolgens naar een ander bureau begaf. In het eerste bevond zich slechts één bediende, die 600 frs. bezoldiging heeft. Toen de looper terugkwam nam hij zijn por tefeuille weder op en begaf zich naar de Rue de la Victoire, waar het hoofdkantoor der maatschappij is gelegen. Toen hij daar zijn portefeuille opende, was dc gchcele sominet uitzon dering van ccnige bi Metten van 100 frs.verdwenen. In wan hoop snelde hij naar het bijkantoor terug, maar alle nasporin gen waren te vergeefs. Onmiddelijk werd van de zaak bij dc politie aangifte gedaan. Van de vier bedienden, die zich op het bijkantoor bevonden, verschenen er drie; de vierde kwam niet en is ook na dien tijd niet aan het kantoor geweest. Luik, eindigde JFVattfeï lift. 25 Sept.. Het bloedig drama nabij deze stad, waarvan wij de bijzonderheden hebben medegedeeld bijzon derheden, die, bij gemis van een authentiek relaas, alleen op vermoedens rustten het bloedig drama is rijk aan incidenten. Kinck, vader en zoon, de monsters, vau wie het menschelijk gevoel zich met huivering afwendde, worden niet alleen on schuldig geacht aan den moord der hunnen, maar zijn, naar men thans gelooft, ook zeiven gevallen als slachtoffers dei- hebzucht van Traupmann en zijne onbekende medeplichtigen. Er zijn verscheidene omstandigheden die hiervoor pleiten. Rij Traupmann toch zijn tal van brieven en andere papieren gevonden, aan dc Kincks toebelioorende. Onder deze bevinden zich ook ecnige brieven, die de vrouw van Kinck uit Rou baix aan haren man te Parijs had geschreven en gericht waren aan het adres, dat Traupmann aan eerstgenoemde had opgegeven. Traupmann wa9 het voorts, die van Parijs uit correspondentie met de vrouw van Kinck had gevoerd. Kinck de vader, had zich aan de hand bezeerd dus heette het in de brievendie Traupmann aan de vrouw schreef van daar dat deze zelf niet aan zijne echtgenoote kon schrijven en hem (Traupmann) verzocht had ten zijnen name de correspoutie te voeren. Dit laatste is geen bloot vermoeden. Men heeft ten huize van Kinck te Roubaix die brieven gevonden. In al die brieven werd de familie dringend aangemaand, om met den middagtrein te vertrekken, ten einde eerst 's avoncH te Parijs te komen. Traupmann was verder met al ;de omstandigheden van de Kincks bekendmet welke hij te Roubaix veel ver keerde. Hij wist ook dat de vader zich naar den Elzas wilde be geven, om zich daar te vestigen, en toen deze op reis was gegaan, was hij hem gevolgd. Een en ander nagaande, is men than9 tot de conclusie ge komendat de beide Kincks reeds door Traupmann en eenige medeplichtigen vermoord waren vóórdat de moeder met hare vijf kinderen als slachtoffers der hooswichten gevallen zijn. Is Traupmann nu reeds tot bekentenis gekomen Ziedaar eene vraag, waarop men met zekerheid geen antwoord kan geven. Volgens sommigen heeft hij den moord van de moeder en hare vijf kinderen bekend; doch meer niet. Ilij spreekt overigens zeer weinig, legt berouw aan den dag cn biedt geen wederstand. 26 Sept. Het lijk van Gustave Kinck is te Pantin gevon den met het. mes nog in de keel. Men vertelt, dat het lijk van den vader ook gevonden i9. Volgens de Figaro lieeft men het lijk van Gus tave Kinck op de volgende wijze ontdekt: Een heer onder de groote menigte toeschouwers, die zondag 11. op de plaats van den moord aanwezig waren voelde eensklaps de grond onder zijne voeten zinken. Hij be gon daarop te gravenvond weldra een stuk laken werkt voort en vindt eindelijk een lijk het lag op den buik en de handen waren zamengetrokken in de regterhand was nog eene massa zwart haar. Weldra Het banket der vreemde schutters te I op de volgende wijze: Na het vertrek van Z. M. begonnen de hoofden allengs op hol te geraken en de zaal leverde een zonderling tooneel op van vrolijkheid, van internationale verbroe dering. Eenige nationale gardes vatten den overste der riflemen vast, staken hem met hunne armen in de hoogte en droegen hem in triomf rond de zaalde Engelschen haastten zich dezelfde eer aan een Fransche burgerwacht te bewijzen en weldra was het de beurt van een Pruis, die op de zelfde wijze rond de tafel gedragen werd door twee Engelschen, twee Franschen en twee Belgeu. Dat zal men te Berlijn en te Parijs maar moeilijk kunnen gelooven. Engelschen, FranschenDnitschersBelgen, Zwitsers, Hollanders wemelden vrolijk door elkander. Iedereen lachte, zoDg en dronk. De toasten vermenig vuldigden zich. Dan weer begon de dans en wij hebben Franschen, Engelschen, Belgen en andere vreemdelingen zich iu elkanders armen zien werpenom elkander den broederkus te geven. Het was schoon om die Engelschen en Franschen na zoovele jaren vijandschapna zoovele jaren oorlog elkander in het vrije en onafhankelijke Belgie de ver zoeningshand te zien reiken. Dit feestdat zijn weerga iu de geschiedenis niet heeft, zal lang blijven bestaan in de herinnering van hen, die er tegenwoordig waven. Gri'jivoiilitifye, 27 Sept. In de zitting van den Huogen Raad van heden heeft de advocaat-Generaal Röiner conclusie genomen in zake het beroep in cassatie, ingesteld door Jacob de Vletter. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot ongegrood- verklaring der negen voorgedragen middelen, met verwerping van het beroep en veroordeeling van den appellant iu de kosten. Uitspraak 12 October. De advocaat-generaal heeft hevig geprotesteerd tegen de be woordingen door den advocaat Bergsnia gebezigd die, om niet meer te zeggen, niet overeen te breugen zijn met den eer bied, aan de regterlijkc autoriteit verschuldigd. Z. M. heeft benoemd tot subst.-griffier bij de arrond.-regtbank te GoesMr. J. P. H. la Grappe Dominions advocaat te 's Hage. Voor de correctionele kamer der arrondissements- regtbank te Amsterdam, werden 22 dezer drie zaken behan deld die betrekking hebben op de aldaar onlangs plaats gehad hebbende ongeregeldheden op den Dam, wegens het door de militaire magt handhaven van het consignedat een ieder verbood, op de kleine steentjes voor het paleis op den Dam te gaan. Het eerste feit was van 29 Augustus jl. en bestond in het toevoegen der woorden«jij bent een gemeene ploert"1aan een sergeant der hoofdwacht. Ter teregtzitting bleek, dat de dader, die reeds een vonnis ter zako van opligting ten ^ijne laste had, in beschonken toestand twist met een schildwacht had gezocht. Toen hij voortging, tegen dezen te spreken, had de sergeant hem gelast van de kleine steenen af te gaau waarop hij de woorden uitsprak, die tot zijne arrestatie aanleiding gaven. De beklaagde verklaarde T

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1869 | | pagina 1