No. 2630. 25sle Zaturdag 5 Junij 1869. J. J. van Kerkwijk, Nieuwstijdingen. Kie z er s ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. In de N. 11. Ct. van 2 Juuij 11. komt de volgende advertentie voor: KIESDISTICT ZIERIKZEE. De ondergeteekendeaanbevolen als Candidaat voor de Tweede Kamer der Staten-Generaalbij de ver kiezing op den 8 Junij e. k. wenscht als zoodanig in aanmerking te komen. Mr. D. van WEEL, Az. De verkiezing in het hoofdkies district Zierikzee. De tegenpartij verwijt weleëns aan de liberalendat zij de wenken van een partijhoofd volgen en een goed gesloteu geheel vormen. Niets is meer onwaar. De ware liberaal oordeelt over de zaken naar zijne beginselen en let niet op personen. Men zou nu moeten denken dat mannen als van Eek en van Kerkwijkonafhankelijke en kundige vertegen woordigers, die menig keer door de conservatieven om hunne eerlijkheid geprezen werden genade vinden in hun oog. Dat zou redelijk en consequent zijn, want zij hebben nu en dan een liberaal minister tegengesproken; zij weken somtijds af van de zienswijze van hunne politieke vriendenzij zijn geen partijmannen maar stellen boven alles prijs op eigen oordeel en zelfstan digheid. Toch worden zij bij elke verkiezing fel bestreden en somtijds persoonlijk aangevallen. Als men verwacht dat geen conservatief man het in Middelburg en zeker niet in Zierikzee kan halen dan schommelt men een of ander kandidaat opdie zegt„ook ik ben van de liberale rigting" en die ten bewijze daarvan een liberaal wil verdringen. Zoo'n modderaar, zoo'n sukkelaar, zoo'n middenman, Wat heb je er an vroeg reeds de Genestet. Middelburg en Zierikzee weten wat zij aan van Eclc en van Kerkicijk hebben. Zij worden echter nog scherper bestreden dan anderen omdat de conservatieven zich niet vastheid van begin selen naast persoonlijke zelfstandigheid, kunnen voor stellen. Omdat de twee liberale mannen niet zijn slaven van een partijhoofd maar weieens over zaken anders dachten dan geestverwanten meent men dat zij even beginselloos als hunne tegenpartij zijn. Maar als groote liberale en constitutioneele beginselen in het spel komen staan die afgevaardigden van het fiere en vrijzinnige Zeeland pal en voorop in de rij der strijders. Van daar de woede der conservatieven. Dit is de oplossing van het stellen van tegen-kandidaten. Wij burgers en kiezers van dit district, weten ivie va bi Kerliwijk is. Hij is onze man. Wij weten icat hij is; hij kent ons en onze belangen en wenschen. Geen vriend van ijdel gerede voer in de Tweede Kamer, maar flink en vlot spreker als het zaken geld; practisch man bij uitnemendheid, zoodat geen gewichtig lands-, provinciaal of lokaal belang ter sprake komtwaarbij hij niet een schrandersomtijds geestig meestal kort en steeds degelijk advies geeftijverig en werkzaam minzaam en jeugdig vuur aan de bedachtzaamheid van ernstig onderzoek der zaken parendeneemt de afge vaardigde van Zierikzee eene eervolle plaats in 's lands raadzaal in en heeft hij het oor van zijne medeleden. De jongste algemeene verkiezingen volgden zoo vlug op elkander, dat wij onze lezers het onregt niet willen aandoen te onderstellen, dat zij eene herinnering noodig zouden hebben aan de geheele parlementaire loopbaan van onzen afgevaardigde. Men zie, onder meer, ons nos. 2316 en 2486, het laatste van 18 Januari van het vorige jaar. Als opvolger van den waardigen Anemaeteen der sieraden van ons Parlement uit vroeger tijd werd de heer van Kerkwijk sedert Januari 1863 gekozen en her kozen bij de ontbindingen telde het Dagblad hem onder de leden, die met de grootste meerderheid waren benoemd, telkens ruim 700 stemmen op ongeveer 1000 opgekomen kiezers. Op 22 Januari 1868 verkreeg hij 705 stemmen van 994: zijn tegenstander van Tets ondanks zeven kolommen advertentien in ons blad verwierf 222 stemmen. Van Kerkicijk is dus de man van dit district. Verdient onze kordate en bekwame vertegenwoordiger op nieuw onze stqmmen Heeft hij in den laatsten tijd onze sympathie verbeurd of integendeel nieuwe en rechtmatige aanspraken op ééne herkiezing verworven? Een kort woord over feiten zal dat doen zien en tevens ons algemeene beschouwing over het aftredend lid glansrijk staven. Wij zeiden dat de heer van Kerkwijk een geacht lid in de Kamer is. Reeds de kwade aanteekening van prof. Vrede (lees oorlog), die hem op eene lijn stelt met Heemskerk BzDullert en van der Linden is afdoende. Maar als men een lid der Tweede Kamer sedert een jaar tijd door zijne medeleden 19 malen tot rapporteur over wetten ziet benoemen onder anderen over de begrooting van binnenlandsche zaken, die voor de staatsspoorwegen over de wetten op den ijk en op de maten en gewichten dan ziet men in hem een practisch en werkzaam man. Volgens het Bijblad over het laatste zittingjaar 1868 69 nam de heer van Kerkwijk een ijverig deel aan de debatten toen de regeering met de Kamers er toe was gekomen zaken af te doen. Bij de behandeling der Indische begrooting voor 1869 verzette de heer van Kerkicijk er zich den 10 November jl. tegen, een post van 5'/2 milioen voor gebouwen en waterstaatswerken er zonder specificatie op te brengen. Zoo verlangde hij ook betere omschrijving van den post geniewerken in Indie. Den 24 November sprak hij een krachtig woord bij de algemeene beschou wingen over de staatsbegrootingvoor het eerst aan zulk een debat deelnemende, om de oppositie over het eindeloos gekijf en haar feilen toon terecht te wijzen, waardoor afdoening van zaken werd belemmerd. Bij de begrooting van buitenlandsche zaken poogde hij het nuttelooze consulaat te Tunis te doen opheffen. Den 2 December jl. deed hij een beroep op de liberale regeering om art. 116 van het besluit van 1815 in te trekken en de afkoop der particuliere collatierechten te regelen in hejb belang van de vrijheid van geweten en de vrijheid der hervormde kerk. Den 7 December jl. bepleitte hij het nut vau den aanleg van buurtspoor wegen zooals die in Fraukryk reeds bestaan. Den 12 December besprak hij de wenschelijkheid eener goede regeling van het landbouwkundig onderwijs, eene zaak, die niet ter loops te beslissen was. Den 23 December jl. drong hij met klem op de billijkheid van de bezwaren aan die door windkorenmolenaars tegen den aanslag in de grondbelasting waren ingebracht in adressenwelke de Kamer meermalen aan de Regeering had verzonden. De heer van Kerkwijk nam verder een belangrijk aandeel aan de discussien over de wetten op de maten, gewichten en weegwerktuigen het toezicht op stoom werktuigen en het begraven van lijken. Den 18 Februari jl. besprak hij het rijks- en gemeente belastingstelsel en gaf aan hoe door overneming van opceuten op gebouwde en ongebouwde eigendommen het Rijk de geheele personeele belastingin plaats van 4/5 aan de gemeenten kon afstaan om beider belasting stelsel beter te kunnen regelen en het kiesrecht op ruimer grondslag te vestigenwaarover hij een jaar vroeger bij den toenmaligen minister Heemskerk aan een's dooven mans deur had geklopt, die, als opposant, plotseling bekeerd is en een voorstel deed, dat niet aan te nemen was. Den 9 Maart jl. droeg hij een uiterst belangrijk amendement op de Indische spoorwegwet voor, dat niet werd aangenomenmaar waarvan de hoofdstrekking de verzekering van de lijn Batavia—Buitenzorg door het stellen van de gelden onder toezicht en in handen der regeering, door de later gesloten overeenkomst tusschen het ministerie en de maatschappij is ver wezenlijkt. Den 22 April hield de heer van Kerkwijk eene merkwaardige en ditmaal uitvoerige rede tegen de amendementen van de ultra-conservatieven Begram en Nierstraszom de wet tot herziening van de kiestabel in conservatief partijbelang te verknippen. Hij ver dedigde tevens het nadere regeeringsvoorstel om Goes en Zierikzee niet te vereenigen. Den 5 Mei jl. drong hij op bezuiniging in het beheer der West-Indische bezittingen aan. Op Cura9ao wil men toch niet van loslating der kolonie hoorenmaar meu kan dan ook niet vorderen dat het moederland, niet jaren tonnen gouds voor het bestuur bijpasse. Een amendementden 7 Mei jl. op het ontwerp van wet betreffende het recht van successie dat eene kleine leemte aanvuldedoor den afgevaardigde van Zierikzee voorgesteldwerd „dankbaar" door den Minister van Finantien overgenomen. Den 13 Mei verdedigde de heer van Kerkicijk met ernst de voorgedragen grensregeling tusschen Zeeland en Zuid-Holland. Tot dusverre bespraken wij de werkzaamheid van den afgevaardigde uit dit district ten opzichte van algemeene belangen. Waar hij rechtmatige lokale belangen bevordelijk kan zijn doet hij dit en veeltijds met goed gevolg. Den 4 December jl. drong hij met kracht aan op eene verbetering van de communicatie tusschen Sint- Philipsland en Noordbrabantwant over die dam werd eindeloos op officieele wijze gecorrespondeerd. De Minis ter van Finantien deelde mede dat eene nieuwe com missie over die zaak benoemd was. Den 18 December verzocht de heer van Kerkwijk den Minister van Oorlog ten gerieve van de ingezetenen van Hellevoetsluismet geringe kosten, eene aanlegplaats voor de stoomboot die het Yoornsche kanaal bevaart, daar te stellen. Den 27 April jl. gelukte het hem de Tweede Kamer te bewegen het adres van den gemeenteraad van Bruinisse met bijlagenaan den Minister van Binnenlandsche Zaken te doen verzenden terwijl de commissie voor de verzoekschriften het adres eenvoudig wilde deponeeren. Ook ondersteunde hij het verzoek om een Telegraaf kantoor te Bruinisse te vestigen, dat eerstdaags aldaar tot stand komt. Herhaaldelijk wendde de heer van Kerkwijk pogingen aantot verbetering van het veer van Hellevoetsluis op Dirkslanden om een grindweg te verkrijgen van het Dirkslandsche sas over Dirksland naar HerJcingen pogingen, welke eindelijk uitzicht op een goeden uit slag geven. Ziedaar in korte bewoordingen wat de heer van Kerkicijkals afgevaardigdein het laatste jaar deed. Te midden van zijne parlementaire bezigheden, schreef hij eene uiterst belangrijke en veelgelezen brochure over de vereeniging van de posterijen met den rijkstelegraaf. Voegt men nu daarbij hetgeen hij vroeger verrichtte, dan vragen wij u metovertuiging: kiezers vau dit District, verdient de heer van Kerkwijkmet het oog op zulk een verleden, niet ten volle ons vertrouwen in de toekomst? Mag het District niet fier op zijn vertegenwoordiger zijn, die als practisch, degelijk, kundig en liberaal af gevaardigde het door ons hem verleend mandaat waardig vervult? Wij twijfelen geen oogenblik aan de hernieuwing van dat mandaat op 8 Juni a. s. Maar wij noodigen alle kiezers uit op dien dag ge- troqw ter stembus te komen. Eene verrassing bij niet vervulling van onzen burgerplicht, tevens ons hoogste recht, door eene kleine minderheid, zou door allen diep betreurd worden. Dat behoort verhoed te worden, dooi den 8 Juni e. k. eenparig ter stembus te gaan en ons stembriefje aldus in te vullen: a ft i* e cl e ii cl Li cl. £Icfcctl«tnïr, passen en treft den ongelukkige in het voorhoofd. Men heeft hem opgenomen en naar de garimocus-infinncrie vervoerd, alwaar hij door du officieren van gezondheid der landmagt in verpleging is genomen; zijn toestand is hopeloos. Aangaande het treurig uiteinde van den luitenant-kolonel Hoffmanvernemen wij het volgende Op 9 Maart 1869, des tiarniddags omstreeks 5 ure op 34° 2" ZB. en 38° 30" OL., zat de kolonel achter op de leuning van het campagne-dek van het Nederl. fregatschip Philips van Marnix. liet was schoon weder, hij ligte vijf mijls koelte, doch een mocijclijke zee, waardoor het schip nog al stampte. Op eens zag de opperstuurman dat door een hevige schok de kolonel het evenwigt verloor en over boord viel. Onmiddelijk liet de kapt. het sehip in den wind loopen en werd de reddingboei' over boord geworpen, terwijl de matroos Daniel Dorsau, zonder 'zich te bedenken, over boord sprong om zoo mogelijk redding te verlcenen. liet mogt den Hinken en moedigen matroos dan ook gelukken den kolonel meester te worden en hern zooveel mogelijk boven water te houden nn een zeer geruimen tijd in dien hagchelijken toestand in ruime zee te hebben rondgedobberd, naderde de sloep, die inmiddels builen boord was gebragt, bemand met de le stuurman en 4 matrozen, waarin de kolouel met zijn redder werden opgenomen. Aan boord gekomen werden alle middelen der kunst aange wend om den kolonel te behoudens Aanvankelijk, vooral iu dc boot, had men alle hoop van te zullen slagen, men kwam echter hoe langs ho& meer tot de treurige ervaring dat men zich met eene ij I e I e hoop gevleid had. De ongelukkige gaf den geest omringd door zijne echtgenoote en acht kinderen. Werkt uirfatu, 30 Mei. In de afgeloopen week zijn alhier p.m. 440 bunders hooigras verpacht, van enkele buitenpoldersdat door elkander gerekend 93 gulden per bunder heeft opgebragt. IZiei-iltzee, 4 Junij. Bij Kon. besluit is bepaald, dat de stembriefjes van leden van de Tweede Kamer, in te leveren bij de aanstaande verkiezing zullen geo pend wordenin de hoofdkiesdistricten Dokkum, Mid delburg en Zierikzee op Donderdag 10 Junij en in het hoofdkiesdisfcrict Alkmaar op Vrijdag 11 Junij a. s. Met de ontleding van den walvisch te Neuzen is men thans bezig, terwijl het geraamte js aangekocht voor den dieren tuin te Gent. Gedurende de vijf dageu dat de visch ter bezig- tiging heeft gelegen, heeft men nog ruim ƒ300 gegaard, zoodat daar de entree 10 cent bedroeg, incn kan aannemen dat er ongeveer 4000 bezoekers geweest zijn. Den ïrelclex*, 1 Junij. Heden morgen is bij het schijfschieten der mariniers in de duinen, een droevig onheil gebeurd een der mariniers, die zich in de observatie post bevond, had de ouvoorzigtigheid om het hoofd buiten den wal te steken op hetzelfde oogenblik valt een schot op een afstand van 600 Gcïiuciiffde beri^ton. Te Axel is met de Pinksteren een tooneelstuk vertoond, getiteld Keetje met een zalfpoten een porte-monnaie zonder bodem. Tengevolge waarvan een jong mensch, wiens haar begint te verschieten, erg ziek is geworden. En: Hij rijdt met een drooge mond Uren ver het land in 't rond Want hij. zoekt, zoo men vertelt, Naar een meisje hifet veel geld. Iemand te Hoek begint overal blaauwe scheenen te loopen, zelfs op de kermis te Axel en te Zaamslag. Een schaapherder te M., welke beschuldigd was van aantasten der zeden, is eervol daarvan vrijgesproken, maar zijn ambtgenoot de veehoeder veroordeeld in de kosten. Te Bruinisse worden vijf personen aangeraden, geen 3 andere te beleedigen; Dus: Mannen pas toch beter op Een krijgt zeker nog een pop Kent toch beter uw fatsoen En wilt dat toch nooit meer doen. Een lang gevaarte en eene korte dame te S. worden aangeraden zich niet te veel te bemocijen met een heer zonder geld, want het is nergens om te doen dan om een loopje te hebben en een bittertje. Het is dan ook: Hoe grooter jonker Hoe kaler pronker. Te G. verwacht men eerstdaags een kruk. tot groote blijdschap van een vosje, waarvan men vroeger zong: Een Vos heeft streken, Een Vos is valsch Heeft veel gebreken Die zijn niet malsch. Een Vos is schrander, Een Vos is slim Hij bijt een ander Met veel gegrim. De meisjes te Krabbendijke worden gewaarschuwd voor een dikzak, die ze allemaal in het O-tje denkt te nemen. X. te Y. zal eerstdaags eene publieke voor stelling geven in het springen door de ton. „Als men een hond wil gooijen, kan men wel een steen vinden," zeide Jan onlangs te N.en hij vond er eindelijk een waarmede hij twee honden te gelijk gooide. Gelukkig dat hij ze geen zeer deed. Te 'sH. zegt eene vrouw „Wat ben ik blij dat Hein gebleven is, anders was liet toch zoo eentoonig in huis." Te H. zal ten tooneele gevoerd wordenDe gewaterde roos, of de geprezene schoonheid. DaarnaDe verleider met een poes. Op Zondag 30 Mei was het te E. een blijde dag. Men zag dat de zon van een heerschap gaat tanen en zijne heerschappij gaat vermin deren. Men hoopt dan ook te roepen Leve de vrijheid De Heer van Weel schijnt evenwel in het laatste^oar de Verslagen van de zittingen der Tweede Kamiit "piet wel gelezen te hebben en daarbjj in de laatste dagen het oor te hebben geleeud aan verdachtmaking ooqr anti-liberalen opgewekt, anders had hij er zich gewis van onthouden, in uw blad het bewijs te vragen, dat de Heer van Kerkwijk een voorstander der tegenwoor dige Schoolwet is. Het is dus dringend noodig, den Heer van Werf\te, herinneren, dat in dit zittingjaar de Leden der Tw^fje- Kamer bij gelegenheid van het antwoord op de Trooii- rede, door eene openryke verklaring het van hun gevoelen omtrent die zaak gegeven; hyfljbe.il/ Er werden toen twee amendementen voorgespeld, »één door. van Golsteijn en één door Gefken. Het èmeijde- ment - van Golsteijn wilde eene kleine wijzigil^j^r schoolwet, met oogmerk om die wet later geheel oinVer- te kunnen stooten; het amendement - Gefken was regtstreeks- vijandig tegen de schoolwet. De Heer van Kerkwijk steiiKle luide tegeii beide die juiteiidomeii- tenen dus tot liet onveranderd behoud dier- wet. De Heer van Weel zal toch geene beteredan die openlijke bewijzen verlangen; die bewijzen dagteekenen van het najaar van 1868, terwijl de door hein aange haalde woorden van Januarij 1866 zijn. Het staat dus ontwijfelbaar vast dat de Heer vau Kerkwijk een voorstander is van het onveranderd behoud onzer schoolwet; dergelijke openbare uitspraak overtreft elke verdachtmaking door aanhaling van enkele losse uit elkander gerukte woorden, waarvan den waren zin is teruggehouden. X. Kerknieuws. De heer J. G. Blaauw, predikaat bij de Nedcrdailsclie hervormde gemeente te Ooslkapelleheeft voor het beroep naar Vlissingen bedankt. De heer J. A. van der Scheer, predikant bij de her vormde gemeente te Corlgene, heeft het beroep uaar Onder- dendam aangenomen. Ingezondene Stukken. i „Raadgevingen van vijanden zijn altijd te mistrouwen," zeide Napoleon Ien die man was toch waarlijk zoo dom niet. Dus Kiezers! beschouwt al die Ernfeste heeren te Utrecht ook als zoodanig, dat zal u nooit berouwen. Bedenkt ook dat het beter is iemand te kennen dan te leeren kennen. De heer van Kerkwijk heeft zich altjjd eervol leeren kennen, en wat de baron Schimmelpenninck wezen zal, moet men afwachten. Doch dit is zeker dat wanneer de Conservatieven zegepralen, de belasting op het gemaal voor de deur staat. O die Ernfeste heeren Zullen dan weer zóó regeeren, Als voor vijf-en-twintig jaren, Toen zij Edel mogend waren. Dus: Kiezers! blijft u toch gelijk, En herkiest van KERKWIJK. Zierikzee, 3 Junij 1869. A. De Kiezers worden opmerkzaam gemaakt om de namen vooral goed te schrijven zonder fouten want bij elke verkiezing blijkt het dat er een aantal briefjes van onwaarde moeten verklaard worden, soms door één letter in den naam te weinigzooals b. v. Kericijk en meer. Dus men schrijve: •J. J. vau KERKWIJK, aftredend lid. ]>Iai*lctpx-ii^:eii te Ziorikzee. 3 JUNIJ 1 869. Boter, laagste koers ƒ0,50 en hoogste koers ƒ0,56 per 5 ons. Itip-Eijeren, laagste koers 0,70 en hoogste koers ƒ0,80 per 25 stuks. Eenden-Eijeren laagste koers ƒ0,75 en hoogste koers ƒ0,85 per 25 stuks. De DIRECTIE der LOTERIJ ten voordeele van het nieuw te bouwen Diaooiiio-Ai-nien- Grejaifcicihtmaakt bekend dat de Vei-loting: zal gehouden worden op Dingsdag den 8 Junij 1869, '8 voormiddags ten 9,/2 ure in het Gesticht. Onclertroiiw<l slrjansland 2 Junij 186 JOH. van HOEVE en CATH. de RIJKE. Getrouwd J. GLOUDE en D. ENZLIN. Zierikzee 2 Junij 1869. Mijnheer de Redacteur Met genoegen zag ik de belangstelling van den Heer de Clercq van Weel in de lïei'ltioxiiig- van den Heer vau Kerkwijk. Ik had van den Heer ran Weel niets anders verwachtwant van zijne jeugd af aan, is hij bekend met den Heer van Kerkwijkwiens persoonlijke welwillendheid hem nimmer ontbrak. Heden overleed ons geliefd Dochtertje SU SANNA, in den aanvalligen leeftijd van ruim 5 jaren. Dreischor, C. de VRIEZE. 3 Junij 1869. M. de VRIEZE—Gakeer. Dienende deze tot algemeene kennisgeving aan vrienden en bekenden. Sirjansland, 3 Junij 1869. Heden overleed ten onzen huize, in den geze- genden leeftijd van ruim 82 jaren, onze geliefde vader, MARINIS van SAS; diep betreurd door zijne kinderen als diegenen zijner kleinkinderen, die hem door hunnen leeftijd hebben kunnen leeren waardeeren. De dankbare ondervinding eenen waren vader tot op zoo rijpen leeftijd in hem te hebben moger. bezitten lenige onze smart met de hope des Christens, die ook de zjjne was. A. ONDERDIJK. L. ONDERDIJK-van Sas. Heden overleed tot mijne en mijner Kinderen en verdere betrekkingen diepe droefheid, mijne waarde Echtgenoote CORNELIA GEELHOED in den ouder dom van 54 jaren. Zierikzee C. van der SCHOOR. 3 Junij 1869. Dienende deze tot algemeene kennisgeving aan Vrienden en Betrekkingen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1869 | | pagina 1