lilJDiftJll
No. 2595.
ÖjjLkï'UIlJLJ ilIJL/U VV kjinrirui
Woensdag 5 Februarij1869. 25sle Jaarg
Nieuwstijdingen.
van Middelburg en Zierikzee.
i ■-
de redactie, daaruit niet eenmaal eene bloemlezing maken, .lat, er niets meer te redden was. Verder hield de voorzitter Uit Akkruin wordt van 27 January geschreve
daar alle verzen denzelfden geest van vaderlandsliefde j henj voor, zijne handeling met het vasigetiondeu paurddoor Het ijsvermaak beeft in de nabijheid van dit dorp c
ademen, waarbij het talent eerst in de tweede plaats
in aanmerking komt.
Door heeren Burgemeester en Wethouders
is bekend gemaakt, dat op Woensdag 3
Februarij, des namiddags om één ure, eene Openbare
Raadsvergadering zal gehouden worden.
De Correspondance d'Espagne van 30 Jan. (te Parijs
het licht ziende)bevat de volgende bijzonderheden
nopens den moord op den gouverneur van Burgos ge
pleegd. „Op het oogenblik, dat de gouverneur de cathe-
draal binnentrad, om den inventaris op te maken van
de aldaar bijeenverzamelde kunstschatten kwam een
honderdtal mannen uit de laagste volksklasse, door de
geestelijkheid omgekochtuit de kloosters waarin zij
verborgen waren gehouden, toeschieten. Zij wierpen zich
op den waardigen gouverneur en.doorboorden hem met
dolksteken, oncler dê kreten van„Leve de godsdienst;
leve Karei VIIZy verwachtten dat die kreten weer
klank zouden vinden bij een deel der bevolking van
de stad, maar ook ditmaal zagen zij zich in hunne ver
wachting teleurgesteld. De moordenaars bepaalden zich
echter niet tot het ombrengen van hun slagtoffer; het
lijk van den gouverneur werd door de kerk gesleurd
en van daar op de straat; zij sneden het de ooren af
verminkten het op eene gruwelijke wijze en dansten er
op, te midden van luide vreugdekreten en onder de
oogen van den aartsbisschop die van zijn balcon dit
wreedaardig schouwspel aanzag, zonder iets te doen
om de woede dezer kannibalen te beteugelen. Op zijn
voorbeeld, wachten de kanunnikken en priesters die
evenzeer getuigen van dit schouwspel waren, zich wel
om te trachten het medelijden op te wekken van de
ellendigen, die overigens niets anders waren dan hunne
werktuigen. Ziedaar het verhaal van de gebeurtenis
zooals zij zich werkelijk heeft toegedragen en het is
ligt te begrijpen hoe groot de verontwaardiging is
welke zij heeft verwekt. Men moet goed bekend zijn
met het karakter van het Spaansche volk, om te kunnen
begrijpen hoezeer dergelijke wandaden haar afschuw
inboezemen. Gelukkig bezit het voorloopig bewind haar
volle vertrouwen en zal men geen bloedige weerwraak
te betreuren hebben. De aartsbisschop is in zijn paleis
geconsigneerd."
Brussel, 26 Jan. Maandag jl. heeft de begrafenis
van den Hertog van Brabant plaats gehad te La ekenop
de eenvoudige wijze als door den Koning was bepaald.
Lang vóór het daartoe bestemde uur (11 uur des voor
middags) was eene onafzienbare volksmenigte op de been,
wolko vi»n do plegtiftheid getuige wildo zijn. Do uiige
noodigden werden in de rotonde van het paleis namens
den Koning ontvangen door den baron Prisee en den
heer de Wijckersloth. Daar het lijk in het kabinet des
Konings was geplaatst, dat niet zeer ruim is, werden
slechts enkele bevoorregten daar toegelaten. Te elf uur
verscheen de geestelijkheid bestaande uit den aartsbis
schop van Mechelenalle Belgische bisschoppen met
hunne kapittels en secretarissen de pastoors van de
kerspelen van Laeken en van de hoofdstad vele afge
vaardigden uit de provinciën en één vertegenwoordiger
van alle te Brussel gevestigde geestelijke orclen. Na afloop
der gewone gebeden werd de lij kkist aan de onderofficieren
van het leger en de burgerwacht overgegeven om den
overleden vorst grafwaarts te dragen. De slippen van het
lykkleed werden gedragen door de generaals Chazal en
Pletinckx, den heer Frère Orban, Minister van Finantiën
den heer Bara Minister van Justitie Dolez president
der Kamer van afgevaardigden en d1 Omalius d' Hollay
voorzitter van den Senaat. Aan het hoofd van den lijk
stoet ging de Koning, leunende op den graaf van Vlaan
deren, gevolgd door de officieren van het vorstelijk huis,
de ambassadeurs, degeneraals vau het leger, dedeputatiën
der Kamersen onderscheidene andere hooggeplaatste
personen. De lijkwagen was met zwarte en gouden
draperiën behangenaan weerszijden van den bok zag
men een wapenschild met den Belgischen leeuw, drie
paar zwarte paarden in rouw gehulden door lakeien
geleidtrokken den wagen waarachter men den poney
van den Prins opmerkte geheel met zwart omhangen
en door twee stalmeesters geleidbenevens twaalf hofrij-
tuigen. Bij het vertrek van den stoet uit het kasteelliet
het kanondat reeds sedert het aanbreken van den dag
om het half uur zijne salvo's had gegeven zich van
minuut tot minuut hooren, terwijl alle klokken van de
hoofdstad en Laeken do plegtighcid met hunne treurtoo-
nen begeleidden. In de kerk namen de Koning en de
graaf van Vlaanderen plaats op de voor hen bestemde
zetels tegenover het hoofdaltaar, terwijl de officieren
zich achter, het corps diplomatique ter regterzijde en
de deputatiën der Kamers ter linkerzijde van de vorstelijke
personen plaatsten. De geheele kerk was met zwart
behangen aan elke pilaar hing een wapenschild waarop
een gouden leeuw, en daar boven het woord Obüt met
den datum van 's Prinsen overlijden 22 Januarij 1869.
De katafalk stond midden in de kerkaan den ingang
van het koor op een piëdestalbedekt met zwart fluweel
met hermelijn geboord, en met leeuwen bezaaid, zy
droeg van boven een kroon van witte rozen in gouden
bladeren gevaten werd overschaduwd door een troon
hemel van zwart fluweel met goud. Msr. Dechains
aartsbisschop van Mechelen, bestuurde de lijkdienst,
waaraan alle bisschoppen deel namen. Dadelijk na afloop
der dienst is de kist geplaatst in de kapel voor den
grafkelder waar reeds de Koningin Louise Maria en
Koning Leopold I rusten. Het zal daar blijven, tot dat
de groote grafkelder in de nieuwe kerk te Laeken geheel
zal zijn voltooid. De Koning legde op het graf van ziju
zoon eene krans, en verliet daarop de kerk. Z. M. was
diep bedroefd en had moeite om niet te bezwijken
onder zijne smart. Gedurende den namiddag was de 'kerk
en de Koninklijke kapel voor het publiek toegankelijk.
De Etoile Beige berigt, dat liet ondoenlijk is de
kolommen van dat blad te openen voor de tallooze
poëtische ontboezemingen waartoe de dood van den
kroonprins aanleiding heeft gegeven. Wij kunnen zegt
29 Jan. Voor het provinciaal geregts-
hof ia Zeeland stood heden teregt Jacob Vingerhoedoud
41 jaren, landbouwer, geboren en wonende te Zierikr.ee, be
schuldigd van moedwillige brandstichting, waardoor Ie voorzien
was dat mcnschenlevcns in gevaar koudeu gebragt worden.
In deze zaak waren 21 getuigen door hut openbaar ministerie
gedagvaard.
Volgens verklaring van de getuige Mendrika Krakeel heeft
deze in den morgen van 20 October jl. omstreeks 5 ure den
beschuldigde «ieu komen uit het huis zijner moedergaande
naar de schunr terwijl zijn paard aan deu muur dier schuur
stond vastgebonden. Een oogenblik daarna van haar boodschap
terugkeerende zag zij dat de deur der schuur geopend was;
het paard stond nog aan den muur, maar de beschuldigde was
verdw«D««-) w«aru»t fretuige moo«do te meetM opm«krn (Jet hij
zich op dat oogenblik in de schuur bevond. Daarna heeft zij
zich naar huis begeven. Hoogstens tien minuten later hoorde
zij een hevig gebons; zij ging naar buiten cu ZHg dat de bewuste
schuur in brand stond en enkele personen op de deur der woning
van vrouw Goudzwaard die daaruanst woonde, bonsden, ten
einde baar, die zeer doof is, te wekken. Ook heeft zij gezien
dat eeuige lieden de deur der toen gesloten schuur met geweld
opentrokken en een rijtuig daaruit haalden.
De getuige Maria Tabberuée heeft dien zelfden morgen om
streeks 5 ure water en vuur gebragt bij H. Kramer in de Lange
Nobelst raat en toen gezien dat de deur der schuur vau deu
beschuldigde openstond ook zij zag het vastgebonden paard
doch niet den beschuldigde. Op den sloep van den vijf huizen
verder wonenden Kramer staande, heeft zij duidelijk gehoord
dat do deur der nu verbrande schuur werd digt gegooid
onmiddellijk daarna zag zij den beschuldigde zich met zijn
paard van zijne schuur in de rigting van de Schuilhaven ver
wijderen en heeft zij hem gegroetwelken groet hij heeft
beantwoord. (De beschuldigde beweert echter dat hij die vrouw
uiet gezien veel minder gegroet heeft.) Naar huis gaande zag
zij dat de deur der schuur gesloten was. Naauwelijks thuis
gekomen hoorde zij het geroep van brand.
De getuige A. Flikweert zag op genoemden morgen kort
voor 5 uur, toen hij naar zijn werk ging, de deur der schuur
openstaanhetgeen anders op zulk een vroeg uur nooit het
geval was. Hij zag niemand in de schuur, maar hoorde daarin
eenig geritselhij werd echter eeen brandlucht gewaar en
bespeurde niets wat aan brand kon doen denken. In gelijken
geest luidt de verklaring van B. J. Vermunt, die den beschuldigde
zelfs toen nog heeft gegroet en zijn groet beantwoord zag.
Volgens verklaring van de getuige Elisabeth Trepéwed.
Goudszvvaard die naast de verbrande schuur woondeis" zij
den 20 October jl. tegen deo tijd dat het licht begon te worden
door hare inwonende kleindochters gewekt met het geroep
ze gooijen de glazen in I" Opgestaan zijn da, bospourda zij Aal
er brand was in de naast haar huis gelegen schuur. De muur
tusschen haar huis en de schuur aan de straatzijde is bovenaan
in brand geweest en de zolder geheel zwart geworden door deu
rook. Getuige kan bepaald verklaren dat deu avond vóór den
brand tot 9 ure niemand in de schuur is geweest. De beschul
digde is haar overigens wel bekend en iszoover zij weet
uiet gewoon te rooken.
De getuige J. Franse heeft in het voorjaar van 1868 den
beschuldigde aangemaand tot betaling eencr som van ƒ70 aan
den heer de Clercq, waarop hij toen f 40 heeft voldaan. In
September jl. heeft hij den beschuldigde weder aangemaand tot
betaling eener som van f 5.20 aan den apotheker Bal welke
schuld dateerde van het jaar 1853. De beschuldigde heeft
daarop uitstel van betaling gekregen en, andermaal aangemaand
geen betaling gedaan, maar tot getuige gezegd: »Je moet me
maar ophangen, je moet me maar naar »het Steen' brengen,
maar betalen doe ik nietwant ik heb geen geld." Voorts heeft
hij den beschuldigde gedagvaard tot betaling der schuld van
68.80 aan den wagenmaker Plaum en na zijne veroordeeling
tot betaling, het vonnis den 17den October jl. aan hem laten
beteekenen, met bevel om binnen twee dagen te betalen met
aanzegging dat anders op zijne goederen beslag zou gelegd
wordenwelk vonnisals zijnde bij verstek gewezen den
26sten October daaraanvolgende ten uitvoer zou kunnen ge
legd zijn.
De verklaringen der getuigen S. Ochtman er. F. W. Loewer
hebben betrekking tot de door den beschuldigde bij de maat
schappij de Phoenix gesloten verzekering. Eerstgenoemde heeft
namelijk in de maand Augustus jl. namens zijn vader den oogst,
dien de beschuldigde in de nn afgebrande schuur gebragt bad
en daarin nog zou brengen, geassureerd voor de som van ƒ800,
alsmede een rijtuig, hetwelk ook in die schuur stond voor
200. De beschuldigde heeft ia den morgen van 20 October
niet met den getuige Ochtman, maar met den getuige Loewer,
gcvolinagtigde der gcuoemde maatschappij over zijne verzeke
ring gesproken. Het was beide getuigen, toen zij eene berekening
opmaakten van de waarde der in de schuur geborgen goederen
onbekend dat de beschuldigde op 19 October jl. gerst en rogge
aan den makelaar dc Does geleverd zou hebben. De tijdens den
brand in de schuur aanwezig geweest zijnde vruchten zijn
volgcus eene opgave van den beschuldigde, getaxeerd op/708.
Der. 22 October evenwel heeft de beschuldigde, in tegen
woordigheid van den regter-commi9sarisaan den getuige Loewer
bekend dat er tijdens den braud geen gedorschte vruchten in
de schuur, voorhanden waren, maar wel ougeveer 3 voer
erwten 26 mud aardappelen 5 a 6 voer hooien voorts
rogge- en gerstestroo zoodat de waarde aan vruchten tijden9
den brand verre beneden de som van 708 moest geweest zijn.
De door den beschuldigde ter teregtzilting van gisteren gedane
opgaven komen op het volgende neder. Hij erkende eene ver
zekering van oogst in eene bepaalde schuur te hebben gesloten.
In die schuur bevond zich tijdens den brand slechts hooi
stroo erwten erwtenstroo en aardappelen. De 3om der ver
zekering bedroeg f 800. De voorzitter bragt hem ouder de
aandacht dat hij wel i9 waar alle schuld ontkentdoch dat hij
toch den 20stcn October 's morgens buitengewoon vroeg i9
uitgegaan dat bij herhaaldelijk ontkeutde menschcn die hem
hebben ontmoet gezien te hebben en dat zijn juist die getuigen
wier verklaringen bezwarend voor hem zijn. Ook wees de
voorzitter er op, dat de beschuldigde zich bij den brand niet
vertoond maar zich schuil gehouden heeft. Hierop antwoordde
de beschuldigde dat toen hij bij den brand kwam er niets meer
aan te doen wasen dat hij zeer ontsteld in hui9 geganu ca
gebleven is. Volgens den voorzitter had hij echter kunnen
I helpen blusschenwant er i9 gered al beweert de beschuldigde
dat, er niets meer te redden was. Verder hield de voorzitter
he'm voor, zijne handeling met het vastgebonden paurd door
getqigen gezien evenals hel openstaan der schuur. De beschhl-
digdp hield echter vol dut hij de schuur niet open heeft gezien
en wat het vroege uur betreft waarop hij is gezien dit was
nietevroeg voor een landbouwermaar veeleer laat. Op het
gezegde des voorzitters: sjij bent de eonigc persoon geweest die
de &ur der schuur heeft kunnen openen want jij hndt den
sleutel waarmede die deur tflleen kon geopend worden, en ook
hetidoor getuigen gehoorde digt slaan der deur moet jij gedaan
hebben,'antwoordde de beschuldigde »ik kan niet helpen wat
die yneiischcn zeggen maar ik heb ze niet gezienik beu dien
motoen iu de schuur niet geweest wel den vorigen avond
weljigt te half acht, doch dit weet ik zoo naauw niet; ik heb
mij- toen volgens gowoontc willen vergewissen of alles in orde
waar Nog hield de voorzitter hem het gewicht van het misdrijf
vau i brandstichting voor, en mcikte hij op dut een braud niet
zonjer oorzaak kan ontstaan terwijl van zelfontbranding hier
geflB sprake kan zijn. Op verschillende andere door bet hof
aangevoerde bezwaren bleef de beschuldigde steeds antwoorden
niet wat ecu ander ziet ik kap alleen zeggen wat
ik weet."
Heden is de behandeling der zaak afgeloopen. Het openbaar
ministerie heeft de schuldig verklaring van den beschuldigde aan
het hem t,en laste gelegde misdrijf en zijne veroordeeling tot de
doodstraf geroquireerd. De verdediger mr. W. C. Borsius conclu
deerde daarentegen tot vrijspraak.
De uitspraak zal hedeu over acht dagen, des voónniddags ten
10 ure plaut9 hebben.
liSiMiiiiIssSie, 27 Jan. Bij de verkiezing van No
tabelen alhieris als zoodanig benoemd de lieer
A. Koene; bij herstemming de heeren C. M. Voor-
beijtelP. ZoeterL. JumeletJ. GoudzwaardA. van
den BergeH. Beauford en H. Boutnan.
Zieriltseeo1 Febr. In de Kleine kerk alhier
had heden avond ten 6 ure de openbare godsdienstige
samenkomst plaats, welke door de afdeeling Schouwen
en Duiveland van het Nederl. Zendelinggenootschap was
aangekondigd. De predikanten bij de Hervormde ge
meente alhier traden daarbij als sprekers op en hunne
toespraken werden afgewisseld door het zingen van
eenige koralen, met strijkkwartet begeleid, en door het
lied der gemeente. Ds. Stetterogge opende de bijeenkomst
met gebed en besprak het werk der zending als een werk
van geloo f en van liefde. Ds. Hügenholtz die als tweede
spreker optrad, begon met zijne blijdschap te betuigen
over de talrijke opkomst buitengewoon talrijk was die
opliomoè, -n.ani l»ofc lravL-gratiaiim ir3« lljjna. fp klein OIU de
schare te bevatten) en dank aan het Zangkoor, dat zijne
medewerking had aangeboden terwijl zijne toespraak
zich voornamelijk bepaalde bij sommige bedenkingen
die tegen den zendingsarbeid werden ingebvagt en die
hy weêilegde. De laatste spreker was Ds. Graswinckel
die na te hebben gewezen op het belangrijke van deze
dagen voor het Nederl. Zendeling genootschap, een Ver
slag uifbragt betreffende den toestand dezer afdeeling,
waaruit bleek, dat eene aanmerkelijke aanwinst had
plaats gehad; en met eenige opwekkingen en dankge
bed besloot. De ernstige en hartelijke taal der sprekers,
die de heilige zaak der zending van verschillende zijden
deed aanschouwen, zal gewis op veler hart een goeden
indruk hebben teweeggebragt en velen tot nadenken
stemmen zoodat de belangstelling thans betoond niet
zal blijken te zijn een vuurwerk, dat helder schit
tert doch zeer spoedig is uitgedoofd, maar opregt
en duurzaam, zoo dat zij van lieverlede ook meerder zal
worden, naarmate meer en meer wordt gewaardeerd de
arbeid der zending zijn nut wordt in het licht gesteld
en de verpligting wordt erkend, die vooral als Neder
landers op ons rust om Java te helpen.
LI. Dingsdagis wederom een der geëmployeerden bij
het spoorweg-station te Arnhem in hechtenis genomen.
De persoon van M. sedert 13 of 14 jaren sjouwer bij
het goederen-bureau is naar bet huis van arrest over-
gebragt, verdacht van het ontvreemden van een pak
koperen hoeken voor 'albums enz. aan de spoorweg
maatschappij ter verzending toevertrouwd. Die hoeken
had hij verkocht aan een koopman alhier, die ze aan
een boekbinder aanbood. Door dezen werden zij herkend
en jde justitie werd in de zaak getrokken. Naar men
zegt, zou de verdachte persoon vroeger ook nog andere
diefstallen, o. a. van vijlen, spijkers enz. gepleegd hebben
Onze kleine landgenoot, admiraal Tom Pouce
(Jan Hannema) bevindt zich met zijne familie tegen
woordig te Bergum, op het buiten van zijn oom de
heer S. Hannema, geneesheer aldaar. Dagelijks doet hij
tot bewondering van de bewoners dier omstreken, rij-
toertjes in equipage. Hij i9 thans 29 jaren oud, waarvan
hjj .reeds 20 bij afwisseling reizende was gedurende
welke hij de meeste landen van ons werelddeel heeft
bezocht. Zijn gewigt is 11 Nederlandsche ponden en
zijn geheele lengte 7 palm. Wie den kleinen man in
zijn dagelijksch leven leert kennen, bewondert zijne zucht
tot orde en netheid in al wat hij verrigt.
Eenige jaren geleden vertrok zekere bewoner van
Washington naar Arkansas, zijne vrouw achterlatende.
Zijne gade schreef hem, toen de eenzaamheid haar begon
te vervelen, dat hij zou terugkomen, maar ontving ten
antwoord geduld, lieve, ik ben bezig fortuin te maken.
Toen hij echter na een tiental jaren schatrijk terug
kwam, wilde zijne echtgenoot hem niet weder ontvangen
daar zij in haar toorn en verontwaardiging zich had
laten scheiden. Wanhopend keerde de teleurgestelde
Yankee naar Arkansas terug. Daar ontving hij op
zekeren avond in een vriendenkring den raad, om te
trouwen, en zoo hij in Arkansas niet goed teregt kon
komen, zich naar zijn geboorteland te begeven, om daar
zijn geluk te beproeven. Hij luisterde naar dien raad
en vertrok. Weinige weken later keerde hij terug met
eene vrouw. Zoo zijt gij dan toch getrouwd? zeiden
zijne vrienden. Neen hertrouwd was het antwoord.
Hoe, waart gij dan weduwnaar? Volstrekt niet. Maar
dat begrijpen wij niet. Ik zal 'tu zeggen. Ik ben
hertrouwd met mijne vrouw, die zich van mij had laten
scheiden, en aan wie ik op nieuw het hof heb moeten
maken, als had zij mij vroeger nooit gezien. Tweemaal
trouwen en met dezelfde vrouw! sprak een menschen-
hatend wijsgeer, waarlijk, vriend, gij zijt een onver
beterlijke ligtmis.
Uit Akkruin wordt van 27 January gesclii
Het ijsvermaak heeft in de nabijheid van dit dorp op
allertreurigste wijze een slagtoffer gevraagd. Een jonge
ling van Tjallebert zou gister tnet zjjn meisje naar Sneek
rjjden. Op het vaarwater de Deel gekomen, bij de nieuwe
schouw, zakten ze beiden door het ys. Hun angstgeschrei
werd door nabij wonenden die dadelijk toeschoten
gehooi d. Met zeer veel moeite, door middel, van een lang
touw, is het gelukt het meisje te redden, terwijl den
jongelingfdoor de worsteling afgemat ,|de noodige kra<;kty..*
ontbrak om zich aau bet touw voldoende vast te kJenT^y/'
men, zoodat hy 't met den dood moest betalen, Dö»\
drenkeling was een zeer oppassend jong inensch die/in de
algetneene achting zijner dorpsgenooten deelde. 1I| zèu
Mei a. s. met dit meisje in 't huweljjk treden.
Donderdag heeft te Groningen een vreesaelyk on^NV^",
luk plaats gehad. Een jeugdig varensgezel, Hendrik
man die zich een revolver aangeschaft had bevond zich
met eenige vrienden op den Korreweg, buiten de Ebbin-
gepoort, om daar zjjn schutterstalent te beproeven en
koos een der aanwezige wripgen tot mik aunt. Nadq.t
lii] (-cu viertal -t'-n ie.ii gelost", kerrtlr*{j aridi
ty i
en lostte nog een vijfde schot, met het noodlottig gevolg,
dat hij den achttienjarigen Egb. Homan in het hoofd trof,
die doodelijk gewond ter aarde storte. Van den schrik
der overigen gebruik makendekoos de voekelooze
Poelman het hazenpad, zoodat het der regterlyke mugt
tot gisteren nog niet gelukt is den onbezonnen knaap in
handen te krijgen. Het lijk van den ongelukkigen Homan
werd naar het akademiech ziekenhuis vervoerd waar
eene lijkschouwing is gehouden.
Regtzakeii.
Door het Kantongeregt te Zierikzee zijn bij ver
schillende vonnissen van den 27 Januarij jl. veroor
deeld tot geldboeten en gevangenisstraf; als:
Vier personen, wegens het maken van nachtgerucht
op een openbare straat te Ouwerkerk.
Een persoon, wegens jagt-overtreding te Bruinisse.
Drie personen, wegens het rijden met eeu kruiwagen
over een klinkerpad te Zierikzee.
Een persoon, wegens enkele diefstallen van te veld
staand gras te Zierikzee.
Een persoonwegens het als voerman laten staan
zonder toezigtvan een rijtuig bespannen met twee
paarden op een openbare straat te Nieuwerkerk.
Zeven personen, wegens het spelen met teerlingen-aui
centen op een openbare straat te Zierikzee.
Gemengd herigten.
Het ijsvermaak heeft te Dirlisland veel vreugde op
geleverd en alles is in de beste orde afgcloopc
alleenlijk is een schipper zoodanig gevallen dat het '*t
'savonds t' huis bedroefd uitzag, daar ieder weet I r
die man geen drank gebruikt, veronderstelt men alge
meen dat hij door de kou bevangen was en men z gt
ook dat de geneesheer zulks beeft verklaard. Een
vethouder te B. mag wel blijde zijn dat het ijs-vermaak
weder is afgeloopen, want anders zouden er nog twee
vrouwtjes handgemeen zijn geraakt op het ijs. Twee
Brabandsche boeren-dochters onder H. worden gewaar
schuwd zich zoolang te Ouddorp niet op te houden
met het plan om heeren in de fuik te krijgen, want
dat zal zoo gemakkelijk niet gaan als zij wel zeggen.
Een persoon te W. moest zoo haastig niet loopen
naar Krabbendijke om brieven en boodschappen te be
zorgen, daar de menschen goed weten voor wien hij die
bezorgt. Men zoude dit dan ook niet verwachten van
een man, die van ieder leven moet. Eene dame piet
haren broeder te S. worden aangeraden geen valeche
rouwbrieven meer te schrijven, anders zullen zij met de
justitie in kennis worden gebragt. Drie dametjes van
Stad aan 't Haringvliet, moesten hun fatsoen wat
houden als zij te Ooltgensplaat te visite komen.
O. in wijk B. wordt de dienstmeid aangeraden zoo
niet om te kijken als zij ora melk gaat; dus:
Meisje! houdt toch uw fatsoen
Anders zullen wij het doen
Houdt daarbij uw snater-taal
Of gaat anders naar Klaaswaal.
Eene weduwe te 'sH. zegt dat zij zich zelfbedr »gen
heeft, nu 'zij Bram heeft laten loopen. Zij heelt un
reeds driemaal op 't trouwen gestaan, en er komt niets
van. Eene vrouw, de meid en de knecht te B.zyr.
zoo op elkander gesteld, dat zij altijd 't werk zamen doen.
ter
Te
Correspoiiclentie.
De voorslag van W. goedgekeurd.
Mi<lclelen van vervoer.
SPOORBOOTDIEN s>T
Corresponderende op den Staatsspoor v. 045-
FEBRUARI.J ISO O.
Van MIDDELBURG:
Woensd.
Donderd.
Vrijdag
Znturdag
Zondag
Maandag
Dingsdag
Woensd.
3'smorg. 6,15 n.
3 's inidd. 2,V,
4 2,— V
5 's morg. 10,15
6 10,15
7 's midd. 2,V
8 2,15
9 2,15»
10 's morg. 10,15
Van ZIERIKZEE
Woensd. 3's morg. 10,45 uV.
Donderd.
Vrijdag
Zaturdag
Zondag
Maandag
Dingsdag
Woensd.
mid J
6.80
6.80
6.30
10 45
10.45
10,45
6,80
2,45
De reizen via Veere (naar den waterstand voor-
houden) zijn met "V aangeduid.
K