No. 2595.
25
Woensdag 27 J 1869.
IZy-
ill*
van Middelburg en Zierikzee.
iESCHE NIEUWSBODE.
Tholen 26 Januarij 1869.
Door het Postkantoor Tholen zijn gedurende de 2de
helft der maand December jl. verzonden onderstaande
brieven waarvan de personen op de plaat9 van be
stemming niet bekend waren
A. DJ5 ItlJKE te Ooltgensplaat.
Van het hulpkantoor Oud-Vossemeer
Wed. J. van GRAAF te Nieuwerkerk.
Decoration en
geheime uitgaven.
Aan het slot van de begrootingsdebattèn is in de
Eerste Kamer een punt ter sprake gekomen dat wij
meermalen behandeld hebben. Wij -wenschen daarbij
even stil te staan omdat de zaak een kenmerkend
verschil aanduidt >tnsschen de partijen in. Nederland. I
De Eerste Kamer had in het verslag over Hoofd-
stuk X der begroetingonvoorziene uitgaven eenige
vragen aan de regeering gedaan over de mededeeling,
dat in 1867 circa ƒ1100 waren uitgegeven onder den
naam van geheime uitgavendie door de afgetreden
ministers van finantien en binnenlandsche zaken besteed
zijn om ordeteekens van de Eikekroon te betalen die
op hunne voordracht aan Nederlanders zijn geschonken, j
De heer Messchert van Vollenhoven kwam in de zitting 1
der Eerste Kamer van 13 dezer daarop terug.
Het uur was laat. De Kamer verlangde naar sluiting
der werkzaamheden. Maar de heer Messchert nam zijn
tijd om ecne lange geschrevene redevoering af te lezen
hem blijkbaar door zijne vrienden onder de afgetreden
bewindslieden verstrekt. Had hij dat maar nagelaten!
Een onvoorzichtig vriend is erger dan een vijand.
De heer Messchert meende dat de Koning „geheime''
uitgaven kan bevelen en dat dus de thans gedane mede-
deeling waartoe die gelden gestrekt hadden zijdelings
in strijd was met de rechten der Kroon. Ook was het j
onedelmoedig van den heer van Bosse om dat feit
openbaar te maken want wijlen de heer lietz had het
van een vroeger kabinet bedekt.
De minister van finantien heeft geantwoord dat het
hem onbekend was dat in ons land geheime uitgaven
noodig zijn en dit na 20jarige ondervinding kon zeggen
dat het 'vreemd was, dat de heer Messchert, die niet
minister van finantien was geweest, détails daaromtrent
wist; maar dat onze begrootings- en comptabiliteits
wetten alleen geheime uitgaven voor justitie toelaten
dat men volgens de begrootingswet te doen had met
onvoorziene en niet met „geheime" uitgaven en dat
als de Koning in ons land geheime uitgaven zou bevelen
dan aan de mïnisteriëele verantwoordelijkheid op finan-
tieel gebied'een uitleg zou worden gegeven, dien
niemand er in zag. Inderdaad is het grootste en
krachtigste reclit van elke vertegenwoordiging vast
stelling0 der uitgaven. Geef aan den Vorst daarenboven
de bevoegdheid allerlei geheime uitgaven te gelasten
met of zonder medewerking der ministers cn liet is
gedaan met alle controle van de vertegenwoordiging,
zoo zij gcene verantwoording kan vorderen.
Maar hier was nog een ander staatkundig beginsel
in het spel. Liberale ministerien onthielden zich sedert
1849 van voordrachten aan den Koning om Eikekroonen
te verleenen. Dat is geene onschuldige" zaak zooals de
heer Messchert en anderen zeggen. Een minister van
den Koning der Nederlanden die den Koning-Groot
hertog van°Luxemburg eene ridderorde voor een Neder
lander voordraagt, „treedt art. 64 van de Grondwet te
na," zei de heer van Bos.se zeer juist. De Eikekroon is
eene ons vreemde orde en nietzoo.ils de Grondwet
beveelt, bij onze wetten tot eene Nederlatulsche ridder
orde verklaard. Daarom is het ongerijmd een Neder
lander voor diensten onzen staat bewezen met die
orde te begiftigen. En is het onkiesch van een minister
dergelijke voordracht te doen.
De heer van Bosse sprak toch
„Er bestaat ecne regeling omtrent dat onderwerp
door de in dezen alleen bevoegde macht gemaakten
dat was niet de Koning der Nederlanden maar de
Groothertog van Luxemburg. Ik heb van den Koning-
Groothertog verlof gevraagd en bekomen (ik mag dit
hier zeggen omdat het eene handeling van den Groot
hertog °van Luxemburg is), om die regeling aan de
Kamer mede te deelen. Zij is van 10 Mei 1849 en
bestaat in eene circulaire (dat was eene circulaire), die
destijds op last des Konings aan al de hoofden van
Departementen van algemeen bestuur is gericht en
waarin voorkomt: Het heeft de aandacht des Konings
tot zich getrokken dat door sommige Departementen
ter gelegenheid van het doen van voorstellen tot het
verleenen van decoratiënbepaalde voordracht is
geschied tot het doen van benoemingen in de orde
van de Eikekroon niettegenstaande deze gcene Ne-
derlandschemaar eene Groothertogelijk Luxemburg-
sche is. Daar de omstandigheid dat de Groothertog van
Luxemburg tevens Koning der Nederlanden is aan de
bovengemelde orde haar karakter van eene aan de
Nèderlandsche Regeering vreemde orde te zijn niet
kan ontnemen, zoo heeft Zijne Majesteit mij opgedragen
de Departementen hierop beleefdelijk opmerkzaam te
maken van welke taak ik de eer heb mij bij deze te
kwijten." Die circulaire was geteêkend door den direc
teur van liet kabinet des Konings.
Uit deze mededeeling. waartoe de minister gemach
tigd was, blijkt dat Z. M. de Koning het. in 1849 vast
gestelde beginsel ook na nog huldigt. Dit beginsel was
steeds dat van de liberale richting. Men heeft er zich
toch tot 1856 aan gehouden geen penning aan Eike
kroonen uit onze schatkist te besteden. "Van 1856 tot
Maart 1858 vond dit wel plaats. Van dien tijd tot Maart
1860 werd op het beginsel van 1849 weder geen inbreuk
gemaakt, maar het kabinet, dat tot Februari 1862 aan
het. roer was deed dit wel. Het liberale kabinet van
1862 tot Juni 1866 eerbiedigde daarentegen al weder
's Konings wensch van 1849, terwijl het vorige minis
terie op nieuw Eikekroonen aanvroeg en met 's lands
geld betaalde.
Hieruit blijkt dat onder alle liberale kabinetten sedert
1848 de Luxemburgsche orde als eene vreemde orde is
beschouwd en dat de meeste conservatieve kabinetten
er zoo nauw niet over dachten. Intusschen heeft men
steeds tegenover het buitenland behooren to waken
niet als één beschouwd
werden; de verwarring had ons in groot gevaar kunnen
brengen; dit beginsel handhaafden alleen liberale mi
nisterien. Graaf van Zuijlen dacht er anders over en
bemoeide zich tevens verder met hetgeen ons niet aan
ging; dit licht in het conversatieve beginsel, dat ook
de Luxemburgsche orde aan den Koning-Groothertog
voor Nederlanders doet vragen en uit 's lands schatkist
bekostigen.
Er is niets onedelmoedigs tegenover de afgetreden
ministers in de gedane mededeelingén gelegen; er wa
ren antecedenten en het lag in hun beginsel; maar dat
beginsel is bepaald verkeerd en dat is nu eenmaal voor
goed beslist, door openlegging van de feiten over een
tal van jaren. De voordracht aan deu Koning van mi
nisters in Nederland, 0111 Eikekroonen te schenken, is
niet-nationaal, maar tevens onstaatkundig, onbescheiden
en onbetamelijk, nadat de Koning in 1849 Zijn wil
duidelijk had doen kennen. Wel verre dat dus de ge
dane mededeeling eene aanranding van rechten der Kroon
is, blijkt nu dat de Koning steeds heeft gedacht zrtonls
wij: dat ons staatsbelang en alle gezonde begrippen niet
medebrengen eene vreemde orde aan onze landslieden
te geven wanneer zij eene onderscheiding van wege
de Nederlandscho regeering hebben verdiend. Wij heb
ben den Nederlandschen Leeuw en de militaire Wil
lemsorde, om verdiensten te beloonen. Alleen aan den
Koning-Groothertog en het Luxemburgsche ons
vreemde gouvernement behoort beschilcking over de
Eikekroon.
Wij zijn van meening, dat deze discussie bovendien
de les geeft, dat liberale kabinetten het niet noodig.
achten 's lands penningendoor de burgerij hier te*
lande en den Javaan opgebracht, ruimschoots aan
allerlei ridderorden te besteden terwijl de miuisters
Betz en van Bosse niet alleen bevinden, dat hunne, voor
gangers niet alleen niet kunnen rondkomen met den
begrootingspost voor ridderorden, maar er bovendien
nog eigenlijk onwettige geheime uitgaven voor
dat doel gedaan waren.
Eindelijk is het al bijzonder toevallig dat er .zoovele
verdienstelijke mannen onder conservatieve kabinetten
te decoreeren vallen. Zou men daaruit niet mogen op
maken dat liberale regeeringen een anderen maatstaf
daarvoor hebben even als voor de rechten der Kroon
en van de Staten-Generaal, zoodat zij geene ontbindingen
en al wat daarmede in min of meer direct verband
staat, behoeven?
Ni e ii vvs Ij dingen.
5pnitiesdïla«b.
Als een bijdrage tot do kennis van het schoolwezen in
sommige gedeelten der Prnissische monarchie deelen
eenige dagblftd.-Mi lïefc volgende mede »'In bet liptvtnfc van
December des vorigen jaars hadden de gezamehtlijke
onderwijzers in het stadje Marienburg zich hij rekest tot
den magistraat gewend met het verzoek hun inkomen
(220 th.) te verhoogen dewijl deze som volgens de
bewering der adressanten niet alleen tot bestrijding der
kosten van een huisgezinmaar zelfs voor de behoeften
van een ongehuwd persoon onvoldoende is. Do adres
santen hadden gewezen op de duurte der levensmiddelen
en brandstofen beweerden o. a.dat in vele opzigten
de toestand hunner collega's te Koningsbergen en te
Dantzig veel gunstiger was. Dezer dagen nu ontvingen
zij van den magistraat het volgende antwoord „Op
ulieder verzoek beschikken wijdat wij geen hoogere
traetementen betalen willen. Het staat u vrij, te Konings
bergen of te Dantzig eene betrekking te zoeken indien
gijlieden meent, daardoor uwe positie te verbeteren.
Het bedrag voor het zegel waarop uw rekest had
behooren geschreven te zijn alsmede voor het zegel
van dit antwoord, zult gij, ter voorkoming van executie,
binnen acht dagen moeten betalen."
BimisscI, 22 Jan. üe kroonprins is heden nacht
ton 12% ure overleden nadat zijn doodstrijd 8 uren
geduurd had. Naar ik verneem ging het treurige oogen
blik van zijn overlijden vergezeld van tooneelen, waarin
de diepe smart der koninklijke familie op alle aan
wezigen een harfcverscheurenden indruk maakte.
Omtrent het ziekbed van den thans overleden
Belgischen prins verneemt men ftmus nogdat de
koningin in de laatste dagen dag en nacht aan zijne
sponde vertoefde en zich zelfs niet ontkleedde.
De koning bezocht hem herhaaldelijk over dag en
ook telkens des nachts. Toen het kind was gestorven,
zonk hij in een armstoel en uitte hartverscheurende
kreten. De geneesheeren waren verpligt hem eene
aderlating te doen.
De prins kende zijn toestand en vroeg meer dan eens
hoe lang hij nog leven zou. Op nieuwjaarsdag verzocht
hij zijne moeder om liera 6000, ïVs. te geven en op de
vraag waartoe die strekken moesten, antwooordde hij
om ze te verdeelen tusschen de twee engelen, die mij
verplegen. Hij bedoelde de beide liefdezusters welke
die taak hebben aanvaard.
Tengevolge van den dood van den kroonprins is de
graaf van Vlaanderen de aangewezen troonopvolger en
alzoo regtens lid van den senaat. De graaf van Vlaan
deren, broeder des konings is 32 jaren oud.
Zoodra de doodtijding bekend was, werden te Brussel
de winkels gesloten en velen met zwart gedrapeerd.
De begravenis van den Kroonprins, zal Maandag te
Laeken plaats hebben. De Koning heeft een offieielen
rouw van 3 maanden voorgeschreven. De beide Kamers
zullen en corps de begrafenis van den prins bijwonen.
Ül «brrlaitb.
Gi*oning;on, 23 Jan. Gisteren liad alhier het
volgend ongeluk plaats
De sergeant M. Bart, 28 jaar oud, ging met zijn
vriend, den fourier L. J. Petit, 22"jaar oud. beiden
geplaatst bij de te Groningen in garnizoen liggende
artillerie, op schaatsen op de Heerepoortengrachtzij
reden over eene plek, die twee dagen vroeger nog geheel
open lag. Bart had dan ook bet ongeluk al spoedig door
lietqjs te zakken. Zijit vriend dit ziende, trok zijn jas uit j
en wilde, door hem deze toe te werpen, zijn kameraad j
trachten te redden. Deze pogingen mislukte evenwel
zooUat de fourier zelf het slagtoffer zijner menschlievend-
heitl werddoor op hetzelfde oogenblik onder het ijs 1
te schieten. Een derde daarbij tegenwoordig zijnde per
soon G. Buisman bleef ook niet werkeloosmaar
vewnogt in dezen niets, daar hij zelfs ook alras door 'tijs
zakte en door anderen gered moest worden. De lijken
van de beide ongelukkige onderofficieren zijn eerst een
grqöt uur daarna met veel moeite uit het water opgehaald.
Harl inzeil, 21 Jan. De Volksvoorlezingen, die
hier èn nut, èn vermaak, èn voordeel aan 'tvolk ver
schaffen daar het er altijd wat leerde, zich amuseerde
en uit de kroeg bleef, (zij worden 's Zaterdags-avonds
gebonden,) dreigen thans zonder geldelijke ondersteuning
den weg van alle vleesch te gaan. Er is een beroep
«edaan op de mededeelzaamheid der burgers, doch daar
in wordt, helaas! niet yeel verwachting gekoesterd.
Een treurig ongeval had den 19 dezer alhier
plaats. Eenige personen hadden zich reeds op het jjs
gewaagd om schaatsen te rijden op de diepe breede
vijver achter het stationsplein van den spoorweg. Vier
van hen zakten door het ijs, en bij de pogingen om hen
te redden geraakten er nog twee aVideren in. Met groot
gevaar en na veel inspanning is men er in geslaagd
vijf hunner te redden; doch een jongelifig van 22 jaar
een matroos was in de diepte verdwenen en na zeer
lang zoeken is deze levenloos opgehaald.
Aangezien do lecraaraangesteld om aan de hoogere
burgerschool alhier onderwijs te geven in het boekhou
den zulks -zelf. nog loeren moet, heeft hij het verrigten
van zijn weilc uitbesteed ann een hulponderwijzer, tegen circa
f\.lb per les-nnr. Hoe vreemd zulks ook moge schijnen
is het toch de letterlijke waarheid.
Rotter<lain 24 Jan. Bij de behandeling eener
administratie zaak in de gisteren door de regtbank alhier
gehouden teregtzitting-had het navolgende incident
plaats, dat gelukkig tot de zeldzaamheden behoort. De
beklaagde, een brander te Delfshaven, die was gedag
vaard wegens verzet tegen en verhindering van ambte
naren in werkzaamheden bij visitatie en controle
gevorderd, had eenige getuigen ter zijner ontlasting
uiedegebragt. De eerste hunner legde bij zijn verhoor
eene getuigenis afwaarbij hij verklaarde dat de beide
rijks-ambtenaren welke het proces-verbaal hadden
opgemaakt en thans ook als getuigen waren gehoord
geweigerd hadden hunne cominis*iën to ].i.ten zien, hij
het doen der visitatie, hoewel daarom herhaaldelijk
verzocht was. De bedoelde ambtenaren, omtrent dit punt
ondervraagd, verklaarden ten stelligste en hielden steeds
vol, dat zij wel degelijk hunne commissiën hadden ver
toond. Niettegenstaande deze verklaringen, ontkende de
getuige a décharge pertinent, dat de vertooning der
commissie door de aintnenareii /.uu zijn o., hléef
bij zijne eerst afgelegde verklaring volharden even als
de rijks-ambtenaren hunne getuigenis volhielden. De
heer voorzitter wees den getuige op het onwaarschijnlijke
zijner verklaring en het tegenstrijdige daarvan met die
der ambtenarenmaande hem aan de waarheid te zeg
gen en wees op het gevaarlijke van zijn toestand indien
omtrent de waarheid zijner getuigenis twijfel ontstond.
In weërwil hiervan persisteerde de getuige bij zijne
afgelegde verklaring, waarop de heer officier van justitie
de onmiddelijke inhechtenisstelling van den bedoelden
getuige a décharge requireerdeals verdacht van het
afleggen eener valsclie getuigenis. Na schorsing verleende
do regtbank het gereqnireerde bevel waarop de getuige
door een rijksveldwachter werd weggeleid en met de
behandeling der oorspronkelijke zaak werd voortgegaan.
3>Iiitelooi*<l 21 Jan. Heden morgen is alhier
door de justitie uit Breda een onderzoek ingesteld naar
eenen door Jacoba Reefurs, oud 30 jaren, ongehuwd,
gepieegden kindermoord deze persoon had kort te voren
aan de vrouw bij wie zij in dienst was, voorgegeven
zich naar hare moeder te zullen begeven om aldaar
hare bevalling af te wachten; hieraan voldeed zij echter
niet, maar toen het oogenblik daar was verborg zij zich
in eene schuur alwaar zij een levend kind ter wereld
bragt hetwelk zij aanstonds, door met beidev handen
mond en keel toe te wringen, om het leven bragt; de
verdachte heeft haar misdaad bekend en voorgegeven
dit te hebben gedaan, onulat zij reeds een kind heeft
en niet in staat was om in beider onderhoud te voorzien,
zij is door de justitie aangehouden en naar Breila
overgebragt.
Ziorilizeéi 26 Jan. In de gisteren gehouden
vergadering van den gemeenteraad is behandeld het
voorstel van Burgemeester en Wethoudersom tot
dékking chsr hoogere kosten van het onderwijs alhier,
de opcenten op de personele belasting of den hoofdc-
lyken omslag te verhoogen. Op voorstel der commissie
is aan Burgemeester en Wethouders opgedragen de
noodige informatiën te bewerkstelligen, of er gelegen
heid bestaat tot het plaatsen eener leening en op
welke voorwaarden.
Men schrijft uit 'sHage:
Men wil hier weten dat Z. M. de Koning en H. M.
de Koningin in dezen zomer aan het Noorden des rijks
een bezoek zullen brengen. Bij de hartelijke ontvangst
die Z. K. H. de prins van Oranje en Z. K. H prins
Hendrik in 'tafgeloopen jaar in Groningen en Drenthe
werd bereidis het tevens aan die vorsten gebleken
hoe vurig men daar verlangt ook Z. M. den Koning en
H. D. gemalin eens te zien; trouwens het is ook al
jaren geleden dat de bevolking in het noorden geen
bezoek van de koninklijke familie ontvangt.
Eergisteren nacht hebben te Antwerpen twee hevige
branden gewoed. De ecne was het gevolg eener ontploffing
bij een photogrnaf in de me Leys, waarbij niet moeite een
vrouw, vijf kinderene n eene dienstbode werden gered. Naauwelijks
was te een uur ongeveer deze brand geblnscht of wederom
klonken de alarmsignalen en bleek het dat de magazijnen
van den lieer Ceulemnns in de Courtc ruc dn Nord in volle
s'lam stonden. De vrij sterke wind joeg de vonken de straten
door en dat deel der stad was helder verlicht door het schijnsel
der vlammen. Het blusschen ging hier vrij moeijelijk daar
er gebrek aan water was. Ongeveer ten zes uren iu deu
morgen was men de/.eu tweeden brand meester.
Te Nieuwe-Tonge worden eenige personen aange
raden zich niet te bemoejjen met zaken van eens
anders huisbestuur, daar anders de vlekken, welke zij
in hunne kleêren hebben, ook aangewezen zullen wxueden,
en die erger zijn, dan van hen, die zij
tigten, dat altjjd maar een raadsel blijft,
te St.-M. heeft een boer verzocht op eei
weigerde om aan dit feest deel te nemj
daar niet zuiver is. Onder Tholen
wat voorzigtiger zijn als zij naar de
haren buurman geen gezelschap gaan ho
van in de kerk te gaan. Vinger in
meêdoetroept men nu te Zierikzee óp
een zot bij de ouders van een meisje heeft wezen vragen
om vasten-avond te houden en om met haar te vei
lt eeren, hoewel hij het meisje daarover nog niet heeft
geproken. Men ziet dus: de gekken kent men aan hun
werken. Een wjukel-hediendo te G. wordt gewaar
schuwd, deli gouden ring Litug U>. brengen, daar aiuir.s
zijne listen bekend zullen worden gemaakt. Twee
naanigenooten te Nieuwe-Tonge moesten des Zondag
avonds bij zeker iemand niet aan de ramen luisteren,
daar dit maar gedaan wordt uit nieuwsgierigheiden
luisteraars zijn leugenaars.
Kerkniemvs.
Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Goes
is door het kiescollege tot predikant beroepen de heer
11. V. Ilogerzeilthans predikant te Veeneudaal.
De heer C. C. J. Hiebendaalpredikant hij de
Nederd. hervormde gemeente te Otterloo, is beroepen bij
die gemeente te St.-Philipsland.
Hoekaaiikondiging.
Uit den Geuzentijd. Verhalen uit den I 'rijhehls-
oorlog tegen Spanje; door W. N. Wolterink, tV.J.z".
(Pred. te Sirjansland.) Met 2 platen. Dordrecht
J. P. Revers 1868. Prijs 3 gulden.
liet is mij als vurig beminnaar van Zeelauds geschiedenis
eene behoefte den Eervv, schrijver van voornoemd werk hier
openlijk mijnen dank te betuigen voor zijne zoo wel volbragie
onderneming. Trouwens, ten geschikteu tijde, nu juist 3 eeuwen
geleden, dat onze voorvaderen den strijd op leven of dood tegen
het magtige ons overhecrscheude Spanje aanvingen, welke na
80 bange jnrou sti«h mei eenen roemrijken vrede bekroond zag,
cn waarbij toen ons vaderland een zelfstandig bestaan met
vrijheid in kerk- en burgerstaatverkreegbij zulk eene
gedeukwaardige herinnering is het voorzeker alleszins prijsselijk
de treffende feiten, zooals die in den aanvang van dezen Vrijheids
oorlog hebben plaats gehad, als bij vernieuwing den volke te
verhalen, opdat het nimmer verguien ivnrde wat wii aan Oranje,
ow,i,<r God* ziirtbare besturing, te danken hebben. De Eerw.
schrijver heeft eenen zeer doelmaligen weg ingeslagen om zijn
werk zoo aanlokkelijk mogelijk te maken, door de geschied
verhalen in eenen roinantischen vorm voor te dragen. Wie
intusschen met de bronnen der geschiedenis bekend is, zal met
mij moeten bekennen, «lat de schrijver een getrouw verhaal va»
hot voorgevallene heeft geleverd, en dat de inkleeding, tot
veraangenaming van de lectuur, in hooge mate bijdraagt om
ons als met den geest in die tijden te verplaatsen. Evenwel,
hoezeer het aan de waarde van dit werk niet liet minste
afdoet, kunnen wij toch onze spijt niet verbergen, dat de
schrijver bij de verlossing van Vlissingen bet bekende, en zelfs
tot een spreekwoord geworden, geval van Jan Alman stilzwijgeus
is voorbij gegaan gelijk hij ook verkeerdelijk, in navulging
van velen, den Spanjaard Pacheco den 29 April te Vlissingen
laat ophangen, aangezien het, na een langdurig twistgeschrijf,
in den Navorscher (Deel XIII, bl. 293) eindelijk is uitgemaakt,
dat die tcregtstc.lling op den 9 Mei 1572 heeft plaats gehad.
Behalve deze enkele opmerking, alleen uit belangstelling in
het werk voortgevloeid, en welke de schrijver ons alzoo wel
niet en vel zal opnemen, betuigen wij bij herhaling onze hooge
ingenomenheid met dit geschrift, en wenschen vuriglijkdat
het vele belangstellende lezers vindé, en dat daartoe deze een
voudige aankondiging ook eenigermate bijdragen moge.
WolfuartsdijkJanuarij 1S69. J. van der Baan.
Middelen van vervoer.
SPOOKIJOOTDIENST
Corresponderende op den Staatsspoor
JANUARIJ 18«9.
V. Zierikzee n. Middelburg.
Woensd. 27's morg. 6,30 u. V.
d 27 'smidd. 2,45 x V.
Dondcrd. 28 2.45 V.
Vrijdag 29 's morg. 10,45
Zalurdag 30 10,45
V. Middelburg n. Zierikzee.
Woensd. 27 's morg. 10,u. V
Douderd. 2S
Vrijdag 29
Zalurdag 30
6,—
6,
6,15 3
De reizen via Veere (naar den waterstand voorbe
houden) zijn niet V aangeduid.
Weldodi^hci<l.
DIAKENEN der Hervormde Gemeente te
Zierikzee maken bekend, dat door hen in de
voormiddag godsdienstoefening in de Kleine Kerk, op
Zondag den 24 dezer is gecollecteerd oou ïiiimt-
t>illot, groot ÏO,voor welke gift zij tevens bij
deze hunnen liavtolijJcoji betuigen.
Zierikzee, 26 Januarij 1869.
Diakenen voornoemd,
Mr. J. M. 1SEBREE MOENS, Voorzitter.
J. BETHE, Secretaris.
Bevallen van eene Dochter, N.M. KNAAP-
OCHTMAN.
Zierikzee, 21 Januarij 1869.
Algeraeene kennisgeving.