Zatuniag 24 October 1868.
2L\
[o. 2566.
25s,e Jaarg.
ft Middelburg, getrokken 19 October 1868.
J Bij de behandeling van het adres van antwoord op
de Troonrede, op 2 dezer, sprak de heer Lenting het
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
LIJST der Pi-ijzen in de LOTERIJ
ten behoeve der Zeeuwsclie 1>1i!»<l« *1»
1892 1920 1979 2004 2041 3846
1929 1983 2005 2042 3848
1937 1990 2009
1939 1991 2015
1953 1993 2018
1961 1999 2020
1973 2000 2037
4857
4858
860
866
1870
SS 873
II876
1893
1895
1900
1911
1914
1917
2042
3827
3829
3840
3844
3845
1
I Belanghebbenden worden verzocht hunne getrokken
Iiiizen op vertoon <1 er Leteu af te halen
bij den Boekhandelaar P. de LOOZE.
Eene betreurenswaardige zaak.
|°„ïk heb het voornemen niet om over de onderhavige
laragraaph het woord te voeren doch heb gemeend
leze gelegenheid te mogen te baat nemen eene zaak
bespreken, die zoo in Indie als hier te lande bewe-
[gin* heeft gemaakt.
„Er loopt namelijk een gerucht en ik meen daaraan
•eloof te mogen hechten omdat een der betrokken
personen zelf daartoe aanleiding heeft gegeven in een
Indisch dagblad dat de vorige Minister van Koloniën
,an een bekend schrijver in ons vaderland vrijen over
hebt heeft verleend om zich in Indie aan het hoofu
[an een dagblad te plaatsen, dus 's lands gelden heeft
bestemd 0111 iemand te plaatsen in eene particuliere
laak. Ik bedoel de bekende zaak van den lieer Busken
Huetdie in de Indische dagbladen zooveel beweging
leeft gemaakt en die zelfs in eene handelsvereeniging
Batavia aanleiding gegeven heeft dat de Javabode
[waarvan de redactie aan dien heer is opgedragen, daar
- niet meer zal gelezen worden. Ik wenschte dus van
an nuttigtYe gelegenheid gebruik te maken om een verzoek aan
U den Minister van Koloniën te richten, namelijk ot het
LEN. hem zou kunnen behagen de daarop betrekkelijke stuk
ken aan de Kamer over te leggeu. Die zaak moet op
gehelderd, daarover moet meer licht verspreid worden,
m ik geloof dat dit niet beter zal kunnen geschieden,
dan door te voldoen aan het verzoek dat ik de eer had
;ot de Regeering te richten. Het publiek zal dan kunnen
beoordeelen wat er van die zaak is.'1
De Minister van Koloniën antwoordde daarop:
„Eene betreurenswaardige zaak Mijnheer de Voor
zitter, want zij heeft nieuwe beroering in Indie en in
dit land te weeg gebracht, waaraan beide geen behoefte
hebben. Het geldt eene daad, zeker mot de beste be
doeling gepleegd, maar waarvan men de strekking en
de noodzakelijke gevolgen waarschijnlijk niet genoeg
heeft doordacht. Hoe het zijtoen de stukken in de
eerste dagen na mijn optreden te mijner kennis kwa
men, was het mijn voornemen ze geheim te houden, ze
met den mantel der verzoeningsgezindheid te bedekken.
En men heeft dat kunnen zien uit het antwoord dat ik
*af, toen ik geïnterpelleerd werd, met die volle kennis
voor mijomtrent de questie der drukpers in Indie.
Maar nu een gedeelte der waarheid bekend is geworden
en niet alleen demónstratien heeft uitgelokt, maar ook
verregaande vermoedens, die ik zeer bedenkelijk acht,
meen ik in het belang van alle betrokkenen te handelen,
door de voordracht aan clen Koning met het Koninklijk
besluit betreffende die zaak aan de Kamer over te leggen.1'
De heer Niertrasz vroeg daarop, dat de Minister ook
zou mededeelen „in hoever het verleenen van vrijen
overtocht naar Indie min of meer gebruikelijk isof
het niet sedert jaren „eene soort van gebruik is ge
weestof niet in de laatste acht jaren aan ambtenaren
of particulieren, „aan wie eene missie was opgedragen,"
vrije overtocht was verleend van of uit Indie, dan wel
„of het eene vinding was van den laatst afgetreden
Minister."
Die vragen werden geadstrueerd door het Dagblad en
de Nieuwe Arnhemsclie Courant. Men verspreidde het
uit de lucht gegrepen verzinseldat de heer Fransen
van de PutteMinister zijnde, aan een zoon, later werd
gezegd neefvan den Minister van Bosse ƒ5000 uit
's lands kas had geschonken om naar Nederland te
komen in 't huwelijk te treden en met zijne vrouw
naar Java terug te keeren
Dat was verspreid sommigen wijzen terecht of ten
onrechte Koorders als zegsman aan met het doel oin
de aandacht af te leiden van de zaak Hasselman-Iluet.
Het Dagblad ging zoover van te beweren ja, al blijkt
daarvan niets uit eenig stuk, dan moet men maar eene
enquête instellen, want er zijn weieens stukken verloren
gegaan. Die laaghartige insinuatie gevonden om een
leugen en men wistdat het een logen wasom
een contra-schandaal te maken is alleen voor on-
noozele halzen geschreven. Onze Indische finautien
mogen vroeger ongeregeld bestuurd zijn voordat de
heer Fransen van de Putte de wet er door kreeg
waarbij de Indische begrooting bij de wet is geregeld, er
is meer dan één stuk, waaruit big kt waar 5,000 van
's lands geld blijft. Dat kan zoo niet spoorloos verdwijnen.
De heer Fransen van de Putte verzocht den Minister
en hij voldeed daaraan, dan ook aan de Kamer alle
inlichtingen over dat gerucht te willen geven.
De Minister heeft nu de stukken overgelegd, die ge
waagd zijn.
In de eerste plaats zegt hijdat uit het nauwkeu
rigste onderzoek blijktdat in de laatste 8 jaren
toen liberale Ministers en sedert 1866 reactionairen aan
W
't bestuur waren, aan twee personen vrijen overtocht
naar Indie is verleend, nis: 1". in 1861, aan een Chi
nees, een geneesheer, die in gezelschap van twee tolken
voor de Chineesche taal, ambtenaren naar Java, terug
keerde, om hun tot oefening te dienen, door den heer
Loudonen 2°. in Mei 1868 aan eene in Indie geboren
vrouw, gescheiden echtgenoot van een Indisch ambtenaar,
in behoeftige omstandigheden verkeerende, door Has
selman.
De poging om den heer Fransen van de Putte een
klad aan te wrijven, is dus op de meest afdoende wijze
gelogenstraft. Zij doet zien tot welke middelen men I
afdaalt. Is het eene waardige houding voor een officier l
en afgevaardigde zulk slijk op te rapen en dat in de
Kamer te brengen?
De andere mededeeling noopt ons het Dagblad ten j
deele in het gelijk te stellen. Beter ingelicht over de
drijfveêren van een man als Hasselman dan wij had i
het gezegd Huet spreekt de waarheid niet dan ten j
halve, toen hij zeide dat Hasselman alleen een bekwaam j
journalist naar Indie wilde zien gaan; hem werd eene
missie gegeven. Wij betwijfelden dit laatste. Nu blijkt
dat de heer Hasselman toch eene missie aan Huet gaf;
onderzoeken wij dit feit met de stukken in de hand. j
De heer Hasselman zelf is vooraf met een ellenlang
artikel in het Dagblad „opheldering" komen geven. Hij
had een lijvigen bundel stukken uit Indie ontvangen I
en die zaak gold een landsbelang; Huet had hij niet in
Indie geplaatst; toen hij er heen ging, zag hij in hem
den man om die zaak tot een goed einde te brengen
en „hij heeft nog de beste verwachtingen" van Huet.
De zaak zelve verzweeg hij.
Dat blijkt nu uit de overgelegde voordracht van Has
selman aan den Koning en het Koninklijk besluit, daarop
gevolgd? Dat C. Buslcen Iluet van Hasselman f 3,000
ontving, oni binnen zes maanden het Indisch bestuur
te dienen van advies: „welke maatregelen in Indiê wor
den vereischt tot breideling van de uitspattingen der
drukpers;" dat er bijgevoegd is »zonder de vrijheid van
de pers meer te belemmeren dan tot verzekering der
openbare orde gevorderd wordt," is een doekje voor het
bloeien want de heer Hasselman rapporteerde tevens
den Koning, „dat lliieCs overtuiging geheel de zijne
uitdrukte, dat de pers in Indie noodzakelijk op beter
terrein moest worden geleid." Het doel was: een man,
die zich aan het hoofd ging stellen van een liberaal
blad, de Javabodein het duister te laten werken om
ketenen voor de pers in Indie te smeden.
Huet heeft onlangs geschrevenmen moet moraliteit
van politiek scheiden. Dat begrijpen wij van een man,
die in Indie schrijft: ik weet niets van Indie, en in
Nederland scbachert met een gewichtig belang van Indie,
de drukpersvrijheid om binnen zes maanden te oor-
deelen over eene der behoeften van de Indische maat
schappij ook wat de inlanders en Chineezen betreft;
want de groote fout van het drukpersreglement van
Mijer was, dat men de Europeesche pers beknelde en
geen toezicht op inlanders of Chineezen had. Hoe zou
nu Busken lïuet dat. alles zoo spoedig regelen, mits hij
slechts de dreizig ducaten kreeg, terwijl tal van advie
zen Hasselman niet volledig voorkwamen Moraliteit
is een woord, zegt Huet; dat vat men van een man,
die tot afscheid aan ons land een roman schreef, die
zelfs een ander renegaat, het Dagblad„walgelijk" noemt.
Maar er is meer. De kwestie van moraliteit moge
zulk een man gering achten is het moreel van eene
regeering een politiek renegaat te gebruiken die een
stuk brood in Indie ging verdienen vroeger liberaal
was en zegt dat te zullen blijven om in het duister
eene drukperswet te makenzooals Hasselman die
verlangde
Kon Iluet dat doen Gesteld hij zou een liberaal
ontwerp leveren dan was het voor Hasselman onbruik
baar. Gesteld het was in zijn geest, welke waarde had
het dan Iluet is geen juristeene wet op de druk
pers is altijd eene soort van strafwet; wat kon een
man, die geen rechtsgeleerde is, leveren?
Belachlijk is het streven van een man als Haspelman
om eene pers aau banden te leggen en „op een ander
terrein" te willen brengen. Wat Karei V, Philips II
en Koning Willem I niet vermochten, zal in deze dagen
in Indie even onmogelijk zijn. Is de Europeesche maat
schappij in Indie ontevreden, wetten op de pers baten
niet, maar zouden den toestand verergerenwant wij
zouden de kennis dan niet meer krijgen van hetgeen
men daar wil en waarover men klaagt.
Aan Huetdie men vooraf ƒ3000 in de handen stopte,
was dat geld weggeworpen. Hij kon zulk eene taak
niet verrichten. Hasselman had voor zich een ontwerp,
vroeger gemaakt door de commissiedie het strafwet
boek voor Indie heeft gemaakt; hij had aan het
departement de adviezen van den Raad van Indie
van „vele Indische autoriteiten," zegt hg zelf; van de
gouverneurs-generaal Sloet en Mijervan den Raad van
State over een vorig ontwerp. Dat alles is niet genoeg.
Alleen Iluet zal het weten. Waarom Omdat hij Koorders
in de Kamer hielp? Of omdat hij aan de oprechte
Haarlemmer berichten overnam want dat blad bevat
nooit artikelen Behoefte aan eene nieuwe wet voor
Indie is er ook niet, om „uitspattingen" te voorkomen,
want onlangs is nog een halve gek, die zijne stukken
bij alle bladen zag weigeren en toen te Makasser een
blaadje oprichtte, tot een jaar (zegge 12 maanden)
gevangenisstraf veroordeeld. Onder een liberaal gou
vernement werden twee mannen uitgezetdie zich
vergrepen. En Mijer zal zijn reglement wel weten uit
te voeren.
De indruk van dit alles is: dat men eene missie
uitdacht om overtocht te verleenen.
Wie dergelijke missie aannam is geoordeeld. De
Handelsvereenigingen te Batavia on Soevabaija hebben
verklaard de Javabode niet te willen lezen en geene
advertentien te zullen geven zoolang Huet redacteur
blijft. De Indische maatschappij verklaart hem dood.
De man, die de missie opdroeg, kan alleen door een
parlementairen blaam getroffen worden. Maar het ge
beurde bewijst meer dan ooit de dringende behoefte aan
eene wet op de finantieele verantwoordelijkheid der Mi
nisters, want een reactionair Minister, zoo er ooit weder
een aan 't bestuur mocht komen, hetgeen daden als die
wij bespreken bijna tot de onmogelijkheden maken
moet zelfs niet bij machte zijn zóó met 's lands pennin
gen om te springen dan tot eigen schade.
Ni eu wstiij d i ngen.
zich langs de oostzgde van het meer Michigan uitstrekte.
Op zes mijlen afstands van de plaats, waar de Black-
rivier in het meer valt, bouwden zjj van boomstammen
twee zoogenaamde log cabins groot genoeg om hen allen
te bevatten. Met ijver en volharding bebouwden zij de
woestenij en langzamerhand werden de hutten door
goede en gemakkelijke woonhuizen vervangen. Emi
granten uit Holland vergrootten hun getal en zaagmolens
werden opgerigtterwijl weldra eene fabriek verrees
van ijzeren werktuigen voor den landbopw. Dus ontstond
de stad Holland aan het meer Michigan, welke thans
bestuurd wordt door een burgemeester en een raad.
Drie Hollandsche dagbladen worden in de stad uitge
geven en een theologisch seminarie, benevens verschei
dene scholen, verkeeren in bloegenden toestand. De
geheele kolonie telt 15,000 inwoners van welke 4/5
Hollanders zijn. In 3 van de 4 kerken heeft de dienst
in het Nederduitsch plaats en de gemeente zingt eiken
Zondag-de psalmen volgens de oude berijming. Graan,
vruchten en hout zijn de voornaamste producten dezer
hollandsche kolonie, waarvoor te Chicago aan de andere
zijde van het meer eene goede markt wordt gevonden.
De New-Yorlc Times zegt, dat de Nederlanders te voor
spoedig en tevreden in hun eigen land zijn om te willen
emigreren, maar dat allen die willen komen van harte
welkom zijn. Hun karakter en hunne gewoonten zouden
een element van onwaardeerbare kracht en voorspoed
schenken aan het land hunner keuze.
Op den spoorweg van de Hudson-streek heeft men
met goed gevolg gswagons gebezigd tot overbrenging
van versch vleesch. De wanden dier wagons zijn ver
deeld in drie afdeelingende buitenste bevat watten
wol of een ander slecht warmtegeleider; de middelste
luchten de binnenste ijs. Het vleesch blijft op die
wijze, geheel en al door ijs omgeven, langen tijd frisch
en kan duizenden mijlen ver, van de prairiën van het
verre Westen tot aan New-York zonder te bederven,
getransporteerd worden.
In New-York bestaat eene fabriek van papieren
halsboorden, die aan 450 personen arbeid verschaft en
werkt met een kapitaal van 500,000 dollars. Er worden
350 verschillende soorten van boorden vervaardigd, en
binnen 24 uren kunnen 5 mill, stuks afgeleverd worden.
Parijs, 19 Oct. Een brief uit Madrid, dd. 17 dezer
meldt dat er twee sericuse candidateu zijn voor den
Spaansclien troon, namelijk de koning van Portugal en
de Hertog van Montpensier. Men zegtdat het pro
gramma der regering nog niet is afgekondigd, uithoofde
er nog verschil van gevoelen bestaat betreffende de
beginselen nopens de vrijheid van godsdienst.
De Gaulois bevat het volgende berigt. De generaal
Prim heeft aan den correspondent van het bladte
Madrid gevestigd, verzekerd dat hij niet slechts nooit
het voornemen heeft gekoesterd om de kroon van Spanje
te vermeesteren, maar dat hij haar zelfs van de hand
zou wijzen, indien zij hem werd aangeboden.
De fransche bladen blijven vasthouden aan het beweerde
tractaat tusschen Frankrijk en Nederland gesloten. l)e Epoque
zegt daaromtrent: »Aan het hof te 's Gravenhagc neemt de
sympathie voor Frankrijk met den dag toe. De brieven, welke
wij van daar ontvangen, gewagen van de naauwe betrekkingen,
die do minister van buitcnlandsche zaken, de heer Roest van
Limburg, met onzen gezant bij het Nederlandsche hof onder
houdt. Alles doet dus vermoeden, dat de volmaakste overeen-
s'emming tussehen de kabinetten van Parijs en den Haag lieerscht."
De Opinion Nationale schrijft over die zaak: wat sommige
Duilsehc en Belgische bladen die ongetwijfeld in de kwestie
betrokken zijn, ook zeggen mogen, de overeenstemming tus
schen Frankrijk en Nederland is een voldongen feit, dat niet
publiek zal worden voor het oogenblik, dat de gebeurtenissen
dit noodzakelijk doen zijn."
Dat er eene goede verstandhouding tusschen Frankrijk en
Nederland hoerscht en meer zeggen genoemde bladen niet
is een zaak die niemand wraken zal; integendeel men zal
ze algemeen goedkeuren. Elke staat heeft er belang bij met
vreemde mogendheden op goeden voet te staan, en ons gou
vernement zou bezwaarlijk aan die bladen welke berigteu dot
deze wcnschelijke toestand bestaat, een démenti kunnen geven.
Met zou don moeten verklaren, dat wij niet op goeden voet
met Frankrijk staan. Geheel iets anders echter is hetwat
eeu Belgisch blad, le Journal de Liège, blijft volhouden, dat
er een tractaat tusschen Nederland en Frankrijk zou zijn ge
sloten. Zoo er al sprake is van een tractaat, dan zou het eene
overeenkomst kunnen zijn in het belang van het internationaal
verkeerdie geenerlei vrees behoeft in te boezemen. Men schijnt
echter volstrekt, bij gebrek aan ander politiek nieuws van
algemeen belang, een Franscb-Hollandsch bondgenootschap tot
het onderwerp van beschouwingen te willen maken, om daaraan
dc plannen en profetien vast te knoopen, waartoe men anders
eene aanleiding missen zou,
linnen®».
De Londensche Times ontleent aan de New-York Times
de volgende belangrijke bijzonderheid21 jaren geleden
kwamen 33 Nederlanders aan in de Vereenigde Staten
en kochten een stuk lands in eene ruwe wildernis, welke
Nionwetlioj) 20 Oct.. Men deelt ons het ver
schrikkelijk berigt mede, dat de gezagvoerder van het
schip Christinadat heden van Batavia hier is bin
nengekomen, met zijne vrouw in volle zee over boord
gesprongen en verdronken is.
GrOi"ï«icliOiii18 Oct. De diefstallen bij den predi
kant der christelijk afgescheiden gemeente te Herwijnen blijven
voortduren. Niettegenstaande het huis eiken nacht door ecnige
personen bewaakt wordt, hoort men telkens dat na hun ver
trek weer het een of ander ontvreemd is. Een paar malen heeft
men reeds getracht zijne woning in brand te steken daar men
het echter spoedig bemerkte, is men er in geslaagd den brand
in zijn begin te stuiten. Dezer dagen zijn door de politie al
de van tijd tot tijd gestolen voorwerpen gevonden, doch tot
heden toe is het der politie niet mogen gelukken den dader
of de daders op te sporen. Met gespannen verwachting ziet men
de oplossing van dit raadsel te gernoet.
Werkendam18 Oct. De beetworteldelving
is in deze omstreken in vollen gangdagelijks ziet men
wagens en karren van de velden genoemd product naar
de rivierzijden vervoeren, welke daar op groote hoopen
worden gestort en dan in schepen worden geladen om
naar de fabrieken te worden vervoerd zoodat een en
ander aan veler handen een arbeid verschaft die nog
al belangrijk is.
Ook de aardappelteelt is hier gunstig, er komen er
veel uit den grond en de smaak is over het algemeen
uitmuntend, ze worden voor ƒ2.30 per mud afgeleverd.
Ilellevoetsluis, 18 Oct. Naar wij vernemen
bestaat bij den minister van marine liet plan, om aan
's rijks werf alhier groote bezuinigingen in te voeren
en zelfs bij vele afdeelingen tot de helft terug te brengen.
Even als de opheffing vau de rijkswerf te Vlissingen
aldaar groote schade heeft veroorzaakt, zoo zal ook de
gedeeltelijke opheffing van de hier gevestigde rijks
instelling gevoelige verliezen aan vele ingr-zeteneu
toebrengen.
23 Oct. Uit eene met talent ge
schrevene brochure, in de laatste dagen uitgekomen en
getiteld „de Conservatieve partij in 1868" ontleenen wij
de volgende beoordeeling van het Dagblad van 's Gra-
venhage.
„Een dagblad waarin zjj(middelmatige of nietige
lieden, van welke men er sommigen als Ministers aan
het werk heeft gezien)" brekende met alle aristocratische
traditiënmet verzaking van alle edelaardigheid en
ridderlijkheid, ja zelfs van alle fatsoen en eerlijkheid,
een Asmodée in lastertaal en gemeenheid op zijde zoo
niet vooruit streven en dat zoo geheel en al hun orgaan
verdient genoemd te worden omdat het onder de
aristocraten zijn meest bestendige lezers en in hun geld
eene ondersteuning vindt eener betere het algemeen
welzijn meer bevorderende onderneming waardig. Bre
kende met hare eigene traditiën, het „noblesse oblige"
geheel uit het oog verliezende, in strijd met den geest
van matiging, welke indertijd in het conservatieve orgaan
„de Nederlander" heersehte, heeft de reactie in haar dag
blad, om hare absolutistische oogmerken te bereiken alle
middelen goedkeurende, niet zoozeer de ruwe soms aan
onbeschoftheid grenzende taal der vroegere plebejische
oppositiebladen tot de hare gemaakt', maar zich veeleer
den invloed, dien deze in hun tijd uitoefenden, trachten
te verzekeren, door de overdrevenheid der voorstelling,
welke die vorm zelf kenmerkte, te bedekken in een even
listig als talentvol gebruik maken van zooveel waarheid
als noodig is om leugen en laster ingang te doen vinden.
Men verzekert dat, in afwijking van de tot nu toe ge
volgde gewoonte, de leden der tweede kamer, na afloop vau
het onderzoek der staatsbegrooling, niet huiswaarts zullen keeren.
liet voornemen schijnt te zijn zoo spoedig doenlijk me' Je
behandeling der indische begrooting een aanvang te maken,
ten einde die, zoo mogelijk, reeds in liet beging van het vol
gend jaar in werking le doen treden.
Een te Avnhem woonachtig oud israëlitisch rab
bijn werd, uithoofde van zijn voorkomen en kleediug,
herhaaldelijk door de straatjeugd nageroepen en geplaagd.
Dezer dagen, toen dit te erg ging, wilde hij een der straat
jongens daarover te regt zetten, doch verloor daarbij zijn
evenwigt en viel met het hoofd op de straatsteenen. Aan
de gevolgen van dezen val zegt men, waarop terstond
bloedstorting volgde, is hij niet lang daarna overleden.
Maandag namiddag vernam de koster der R. C. kerk
te Groesscn, dat een onbekend persoon in de kerk aandachtig
zat te bidden. Weinig vertrouwen in de betoonde aandacht
stellende en aan de offerbussen denkendebesloot hij even
te gaan zien en ontdekte weldra iemand die bezig was met
een Ijjmhoutje centen uit de bus te krijgen. Hij verliet stil
de kerk, liep naar de pastorie, kreeg er den sleutel eu sloot
den dief op, die, weinig op zijn gemak door den gemeente
veldwachter, aan wicn dc koster zijn vang-t had medegedeeld,
werd gearresteerd. Voor den burgemeester gebragtbekende
hij zijne misdaad en verklaarde verder, dat hij des morgens
met behulp van zijn kameraad, die hem te Groessen in den steek
had gelaten, nog eene kerk tusschen Arnhem en Nijmegen had
aangedaan. Het is te hopen, dat ook zijn mcdepligtige spoedig
in de handen der justitie moge geraken.
Men verneemt dat de schadevergoeding, welke
door Mevrouw de wed. W. te Groningen van de Rijn-
Spoorweg-maatschappij is uitgekeerd en de zaak derhalve
in der minne is geschikt. De schadevergoeding bedraagt
naar men zegt de som van 40,000
Bij het wetsontwerp tot afschaffing van het zegelregt
op drukwerken en advertentien in de nieuwspapieren
aan de Tweede Kamer ingediend, wordt voorgesteld die
afschaffing met 1 Mei 1869 te doen plaats hebben. Al-
equivalent voor het daardoor te lijden verlies van
ƒ710,742,121/,, wordt voorgedragen eene belasting op
het debiet in het klein van sterke dranken, berekend op
ƒ450,000, en op dat vau tabak, berekend op ƒ50,000
Het invoerregt op de thee zou worden verhoogd mei
ƒ15 per 100 pond, zoodat dit regt ƒ230,000 meer dar
thans zou opbrengen.
De stukken omtrent de zaak van den heer Busken
Huët zijn Maandag door den minister van koloniën, met
magtiging des Konings, aan de Tweede Kamer rondge
deeld. In de begeleidende missive constateerd de heei
de Waal, dat in de laatste acht jaren slechts aan twee
personen een Chineesch geneesheer en een van zijne
echtgenoot gescheiden Indisch ambtenaar vrije over-
togt uit Nederland is verleend.
Uit de voordragt van den heer Hasselman blijkt, dat
de zending van den heer Huët bestaat in een overleg
met het Indisch bestuur omtrent het nemen van maatre
gelen tot het breidelen der uitspattingen van de drukpers
in Indië, zonder de drukpersvrijheid meer te belemmeren
dan tot verzekering der openbare orde gevorderd wordt
Uit Oisterwijk wordt van 15 October gemeld:
Eene nabij deze plaats eenzaam in het bosch gelegen
hut, is dezen nacht het tooneel van een ontzettend drama
geweest. De bewoner, iemand die vaak misbruik maaktt
van sterken drank, zou gisteren avond zijne vrouw en
vijf kleine kinderen de deur hebben uitgezet en alleen
in huis zijn gebleven. Terwijl de vrouw den nacht in
het boseh doorbragt, hoorde zij in huis een groot geraas
zoo althans luidt haar verhaal. Des morgens vond men
den man op meer dan 20 plaatsen door mes of bijl
gewond, dood op zijne met bloed doorweekte legerstede
i Waarschijnlijk zal het geregtelijk onderzoek het duistere
in deze zaak wel ophelderen maar zeer vreest men
dat er eene vreeselijke misdaad is gepleegd.
Een later berigt zegt
Het onderzoek der justitie omtrent den moord, be-
doeld in het berigt van gisterenheeft heden den
ganschen dag geduurd.