Zatuniag 24 October 1868. 2L\ [o. 2566. 25s,e Jaarg. ft Middelburg, getrokken 19 October 1868. J Bij de behandeling van het adres van antwoord op de Troonrede, op 2 dezer, sprak de heer Lenting het ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. LIJST der Pi-ijzen in de LOTERIJ ten behoeve der Zeeuwsclie 1>1i!»<l« *1» 1892 1920 1979 2004 2041 3846 1929 1983 2005 2042 3848 1937 1990 2009 1939 1991 2015 1953 1993 2018 1961 1999 2020 1973 2000 2037 4857 4858 860 866 1870 SS 873 II876 1893 1895 1900 1911 1914 1917 2042 3827 3829 3840 3844 3845 1 I Belanghebbenden worden verzocht hunne getrokken Iiiizen op vertoon <1 er Leteu af te halen bij den Boekhandelaar P. de LOOZE. Eene betreurenswaardige zaak. |°„ïk heb het voornemen niet om over de onderhavige laragraaph het woord te voeren doch heb gemeend leze gelegenheid te mogen te baat nemen eene zaak bespreken, die zoo in Indie als hier te lande bewe- [gin* heeft gemaakt. „Er loopt namelijk een gerucht en ik meen daaraan •eloof te mogen hechten omdat een der betrokken personen zelf daartoe aanleiding heeft gegeven in een Indisch dagblad dat de vorige Minister van Koloniën ,an een bekend schrijver in ons vaderland vrijen over hebt heeft verleend om zich in Indie aan het hoofu [an een dagblad te plaatsen, dus 's lands gelden heeft bestemd 0111 iemand te plaatsen in eene particuliere laak. Ik bedoel de bekende zaak van den lieer Busken Huetdie in de Indische dagbladen zooveel beweging leeft gemaakt en die zelfs in eene handelsvereeniging Batavia aanleiding gegeven heeft dat de Javabode [waarvan de redactie aan dien heer is opgedragen, daar - niet meer zal gelezen worden. Ik wenschte dus van an nuttigtYe gelegenheid gebruik te maken om een verzoek aan U den Minister van Koloniën te richten, namelijk ot het LEN. hem zou kunnen behagen de daarop betrekkelijke stuk ken aan de Kamer over te leggeu. Die zaak moet op gehelderd, daarover moet meer licht verspreid worden, m ik geloof dat dit niet beter zal kunnen geschieden, dan door te voldoen aan het verzoek dat ik de eer had ;ot de Regeering te richten. Het publiek zal dan kunnen beoordeelen wat er van die zaak is.'1 De Minister van Koloniën antwoordde daarop: „Eene betreurenswaardige zaak Mijnheer de Voor zitter, want zij heeft nieuwe beroering in Indie en in dit land te weeg gebracht, waaraan beide geen behoefte hebben. Het geldt eene daad, zeker mot de beste be doeling gepleegd, maar waarvan men de strekking en de noodzakelijke gevolgen waarschijnlijk niet genoeg heeft doordacht. Hoe het zijtoen de stukken in de eerste dagen na mijn optreden te mijner kennis kwa men, was het mijn voornemen ze geheim te houden, ze met den mantel der verzoeningsgezindheid te bedekken. En men heeft dat kunnen zien uit het antwoord dat ik *af, toen ik geïnterpelleerd werd, met die volle kennis voor mijomtrent de questie der drukpers in Indie. Maar nu een gedeelte der waarheid bekend is geworden en niet alleen demónstratien heeft uitgelokt, maar ook verregaande vermoedens, die ik zeer bedenkelijk acht, meen ik in het belang van alle betrokkenen te handelen, door de voordracht aan clen Koning met het Koninklijk besluit betreffende die zaak aan de Kamer over te leggen.1' De heer Niertrasz vroeg daarop, dat de Minister ook zou mededeelen „in hoever het verleenen van vrijen overtocht naar Indie min of meer gebruikelijk isof het niet sedert jaren „eene soort van gebruik is ge weestof niet in de laatste acht jaren aan ambtenaren of particulieren, „aan wie eene missie was opgedragen," vrije overtocht was verleend van of uit Indie, dan wel „of het eene vinding was van den laatst afgetreden Minister." Die vragen werden geadstrueerd door het Dagblad en de Nieuwe Arnhemsclie Courant. Men verspreidde het uit de lucht gegrepen verzinseldat de heer Fransen van de PutteMinister zijnde, aan een zoon, later werd gezegd neefvan den Minister van Bosse ƒ5000 uit 's lands kas had geschonken om naar Nederland te komen in 't huwelijk te treden en met zijne vrouw naar Java terug te keeren Dat was verspreid sommigen wijzen terecht of ten onrechte Koorders als zegsman aan met het doel oin de aandacht af te leiden van de zaak Hasselman-Iluet. Het Dagblad ging zoover van te beweren ja, al blijkt daarvan niets uit eenig stuk, dan moet men maar eene enquête instellen, want er zijn weieens stukken verloren gegaan. Die laaghartige insinuatie gevonden om een leugen en men wistdat het een logen wasom een contra-schandaal te maken is alleen voor on- noozele halzen geschreven. Onze Indische finautien mogen vroeger ongeregeld bestuurd zijn voordat de heer Fransen van de Putte de wet er door kreeg waarbij de Indische begrooting bij de wet is geregeld, er is meer dan één stuk, waaruit big kt waar 5,000 van 's lands geld blijft. Dat kan zoo niet spoorloos verdwijnen. De heer Fransen van de Putte verzocht den Minister en hij voldeed daaraan, dan ook aan de Kamer alle inlichtingen over dat gerucht te willen geven. De Minister heeft nu de stukken overgelegd, die ge waagd zijn. In de eerste plaats zegt hijdat uit het nauwkeu rigste onderzoek blijktdat in de laatste 8 jaren toen liberale Ministers en sedert 1866 reactionairen aan W 't bestuur waren, aan twee personen vrijen overtocht naar Indie is verleend, nis: 1". in 1861, aan een Chi nees, een geneesheer, die in gezelschap van twee tolken voor de Chineesche taal, ambtenaren naar Java, terug keerde, om hun tot oefening te dienen, door den heer Loudonen 2°. in Mei 1868 aan eene in Indie geboren vrouw, gescheiden echtgenoot van een Indisch ambtenaar, in behoeftige omstandigheden verkeerende, door Has selman. De poging om den heer Fransen van de Putte een klad aan te wrijven, is dus op de meest afdoende wijze gelogenstraft. Zij doet zien tot welke middelen men I afdaalt. Is het eene waardige houding voor een officier l en afgevaardigde zulk slijk op te rapen en dat in de Kamer te brengen? De andere mededeeling noopt ons het Dagblad ten j deele in het gelijk te stellen. Beter ingelicht over de drijfveêren van een man als Hasselman dan wij had i het gezegd Huet spreekt de waarheid niet dan ten j halve, toen hij zeide dat Hasselman alleen een bekwaam j journalist naar Indie wilde zien gaan; hem werd eene missie gegeven. Wij betwijfelden dit laatste. Nu blijkt dat de heer Hasselman toch eene missie aan Huet gaf; onderzoeken wij dit feit met de stukken in de hand. j De heer Hasselman zelf is vooraf met een ellenlang artikel in het Dagblad „opheldering" komen geven. Hij had een lijvigen bundel stukken uit Indie ontvangen I en die zaak gold een landsbelang; Huet had hij niet in Indie geplaatst; toen hij er heen ging, zag hij in hem den man om die zaak tot een goed einde te brengen en „hij heeft nog de beste verwachtingen" van Huet. De zaak zelve verzweeg hij. Dat blijkt nu uit de overgelegde voordracht van Has selman aan den Koning en het Koninklijk besluit, daarop gevolgd? Dat C. Buslcen Iluet van Hasselman f 3,000 ontving, oni binnen zes maanden het Indisch bestuur te dienen van advies: „welke maatregelen in Indiê wor den vereischt tot breideling van de uitspattingen der drukpers;" dat er bijgevoegd is »zonder de vrijheid van de pers meer te belemmeren dan tot verzekering der openbare orde gevorderd wordt," is een doekje voor het bloeien want de heer Hasselman rapporteerde tevens den Koning, „dat lliieCs overtuiging geheel de zijne uitdrukte, dat de pers in Indie noodzakelijk op beter terrein moest worden geleid." Het doel was: een man, die zich aan het hoofd ging stellen van een liberaal blad, de Javabodein het duister te laten werken om ketenen voor de pers in Indie te smeden. Huet heeft onlangs geschrevenmen moet moraliteit van politiek scheiden. Dat begrijpen wij van een man, die in Indie schrijft: ik weet niets van Indie, en in Nederland scbachert met een gewichtig belang van Indie, de drukpersvrijheid om binnen zes maanden te oor- deelen over eene der behoeften van de Indische maat schappij ook wat de inlanders en Chineezen betreft; want de groote fout van het drukpersreglement van Mijer was, dat men de Europeesche pers beknelde en geen toezicht op inlanders of Chineezen had. Hoe zou nu Busken lïuet dat. alles zoo spoedig regelen, mits hij slechts de dreizig ducaten kreeg, terwijl tal van advie zen Hasselman niet volledig voorkwamen Moraliteit is een woord, zegt Huet; dat vat men van een man, die tot afscheid aan ons land een roman schreef, die zelfs een ander renegaat, het Dagblad„walgelijk" noemt. Maar er is meer. De kwestie van moraliteit moge zulk een man gering achten is het moreel van eene regeering een politiek renegaat te gebruiken die een stuk brood in Indie ging verdienen vroeger liberaal was en zegt dat te zullen blijven om in het duister eene drukperswet te makenzooals Hasselman die verlangde Kon Iluet dat doen Gesteld hij zou een liberaal ontwerp leveren dan was het voor Hasselman onbruik baar. Gesteld het was in zijn geest, welke waarde had het dan Iluet is geen juristeene wet op de druk pers is altijd eene soort van strafwet; wat kon een man, die geen rechtsgeleerde is, leveren? Belachlijk is het streven van een man als Haspelman om eene pers aau banden te leggen en „op een ander terrein" te willen brengen. Wat Karei V, Philips II en Koning Willem I niet vermochten, zal in deze dagen in Indie even onmogelijk zijn. Is de Europeesche maat schappij in Indie ontevreden, wetten op de pers baten niet, maar zouden den toestand verergerenwant wij zouden de kennis dan niet meer krijgen van hetgeen men daar wil en waarover men klaagt. Aan Huetdie men vooraf ƒ3000 in de handen stopte, was dat geld weggeworpen. Hij kon zulk eene taak niet verrichten. Hasselman had voor zich een ontwerp, vroeger gemaakt door de commissiedie het strafwet boek voor Indie heeft gemaakt; hij had aan het departement de adviezen van den Raad van Indie van „vele Indische autoriteiten," zegt hg zelf; van de gouverneurs-generaal Sloet en Mijervan den Raad van State over een vorig ontwerp. Dat alles is niet genoeg. Alleen Iluet zal het weten. Waarom Omdat hij Koorders in de Kamer hielp? Of omdat hij aan de oprechte Haarlemmer berichten overnam want dat blad bevat nooit artikelen Behoefte aan eene nieuwe wet voor Indie is er ook niet, om „uitspattingen" te voorkomen, want onlangs is nog een halve gek, die zijne stukken bij alle bladen zag weigeren en toen te Makasser een blaadje oprichtte, tot een jaar (zegge 12 maanden) gevangenisstraf veroordeeld. Onder een liberaal gou vernement werden twee mannen uitgezetdie zich vergrepen. En Mijer zal zijn reglement wel weten uit te voeren. De indruk van dit alles is: dat men eene missie uitdacht om overtocht te verleenen. Wie dergelijke missie aannam is geoordeeld. De Handelsvereenigingen te Batavia on Soevabaija hebben verklaard de Javabode niet te willen lezen en geene advertentien te zullen geven zoolang Huet redacteur blijft. De Indische maatschappij verklaart hem dood. De man, die de missie opdroeg, kan alleen door een parlementairen blaam getroffen worden. Maar het ge beurde bewijst meer dan ooit de dringende behoefte aan eene wet op de finantieele verantwoordelijkheid der Mi nisters, want een reactionair Minister, zoo er ooit weder een aan 't bestuur mocht komen, hetgeen daden als die wij bespreken bijna tot de onmogelijkheden maken moet zelfs niet bij machte zijn zóó met 's lands pennin gen om te springen dan tot eigen schade. Ni eu wstiij d i ngen. zich langs de oostzgde van het meer Michigan uitstrekte. Op zes mijlen afstands van de plaats, waar de Black- rivier in het meer valt, bouwden zjj van boomstammen twee zoogenaamde log cabins groot genoeg om hen allen te bevatten. Met ijver en volharding bebouwden zij de woestenij en langzamerhand werden de hutten door goede en gemakkelijke woonhuizen vervangen. Emi granten uit Holland vergrootten hun getal en zaagmolens werden opgerigtterwijl weldra eene fabriek verrees van ijzeren werktuigen voor den landbopw. Dus ontstond de stad Holland aan het meer Michigan, welke thans bestuurd wordt door een burgemeester en een raad. Drie Hollandsche dagbladen worden in de stad uitge geven en een theologisch seminarie, benevens verschei dene scholen, verkeeren in bloegenden toestand. De geheele kolonie telt 15,000 inwoners van welke 4/5 Hollanders zijn. In 3 van de 4 kerken heeft de dienst in het Nederduitsch plaats en de gemeente zingt eiken Zondag-de psalmen volgens de oude berijming. Graan, vruchten en hout zijn de voornaamste producten dezer hollandsche kolonie, waarvoor te Chicago aan de andere zijde van het meer eene goede markt wordt gevonden. De New-Yorlc Times zegt, dat de Nederlanders te voor spoedig en tevreden in hun eigen land zijn om te willen emigreren, maar dat allen die willen komen van harte welkom zijn. Hun karakter en hunne gewoonten zouden een element van onwaardeerbare kracht en voorspoed schenken aan het land hunner keuze. Op den spoorweg van de Hudson-streek heeft men met goed gevolg gswagons gebezigd tot overbrenging van versch vleesch. De wanden dier wagons zijn ver deeld in drie afdeelingende buitenste bevat watten wol of een ander slecht warmtegeleider; de middelste luchten de binnenste ijs. Het vleesch blijft op die wijze, geheel en al door ijs omgeven, langen tijd frisch en kan duizenden mijlen ver, van de prairiën van het verre Westen tot aan New-York zonder te bederven, getransporteerd worden. In New-York bestaat eene fabriek van papieren halsboorden, die aan 450 personen arbeid verschaft en werkt met een kapitaal van 500,000 dollars. Er worden 350 verschillende soorten van boorden vervaardigd, en binnen 24 uren kunnen 5 mill, stuks afgeleverd worden. Parijs, 19 Oct. Een brief uit Madrid, dd. 17 dezer meldt dat er twee sericuse candidateu zijn voor den Spaansclien troon, namelijk de koning van Portugal en de Hertog van Montpensier. Men zegtdat het pro gramma der regering nog niet is afgekondigd, uithoofde er nog verschil van gevoelen bestaat betreffende de beginselen nopens de vrijheid van godsdienst. De Gaulois bevat het volgende berigt. De generaal Prim heeft aan den correspondent van het bladte Madrid gevestigd, verzekerd dat hij niet slechts nooit het voornemen heeft gekoesterd om de kroon van Spanje te vermeesteren, maar dat hij haar zelfs van de hand zou wijzen, indien zij hem werd aangeboden. De fransche bladen blijven vasthouden aan het beweerde tractaat tusschen Frankrijk en Nederland gesloten. l)e Epoque zegt daaromtrent: »Aan het hof te 's Gravenhagc neemt de sympathie voor Frankrijk met den dag toe. De brieven, welke wij van daar ontvangen, gewagen van de naauwe betrekkingen, die do minister van buitcnlandsche zaken, de heer Roest van Limburg, met onzen gezant bij het Nederlandsche hof onder houdt. Alles doet dus vermoeden, dat de volmaakste overeen- s'emming tussehen de kabinetten van Parijs en den Haag lieerscht." De Opinion Nationale schrijft over die zaak: wat sommige Duilsehc en Belgische bladen die ongetwijfeld in de kwestie betrokken zijn, ook zeggen mogen, de overeenstemming tus schen Frankrijk en Nederland is een voldongen feit, dat niet publiek zal worden voor het oogenblik, dat de gebeurtenissen dit noodzakelijk doen zijn." Dat er eene goede verstandhouding tusschen Frankrijk en Nederland hoerscht en meer zeggen genoemde bladen niet is een zaak die niemand wraken zal; integendeel men zal ze algemeen goedkeuren. Elke staat heeft er belang bij met vreemde mogendheden op goeden voet te staan, en ons gou vernement zou bezwaarlijk aan die bladen welke berigteu dot deze wcnschelijke toestand bestaat, een démenti kunnen geven. Met zou don moeten verklaren, dat wij niet op goeden voet met Frankrijk staan. Geheel iets anders echter is hetwat eeu Belgisch blad, le Journal de Liège, blijft volhouden, dat er een tractaat tusschen Nederland en Frankrijk zou zijn ge sloten. Zoo er al sprake is van een tractaat, dan zou het eene overeenkomst kunnen zijn in het belang van het internationaal verkeerdie geenerlei vrees behoeft in te boezemen. Men schijnt echter volstrekt, bij gebrek aan ander politiek nieuws van algemeen belang, een Franscb-Hollandsch bondgenootschap tot het onderwerp van beschouwingen te willen maken, om daaraan dc plannen en profetien vast te knoopen, waartoe men anders eene aanleiding missen zou, linnen®». De Londensche Times ontleent aan de New-York Times de volgende belangrijke bijzonderheid21 jaren geleden kwamen 33 Nederlanders aan in de Vereenigde Staten en kochten een stuk lands in eene ruwe wildernis, welke Nionwetlioj) 20 Oct.. Men deelt ons het ver schrikkelijk berigt mede, dat de gezagvoerder van het schip Christinadat heden van Batavia hier is bin nengekomen, met zijne vrouw in volle zee over boord gesprongen en verdronken is. GrOi"ï«icliOiii18 Oct. De diefstallen bij den predi kant der christelijk afgescheiden gemeente te Herwijnen blijven voortduren. Niettegenstaande het huis eiken nacht door ecnige personen bewaakt wordt, hoort men telkens dat na hun ver trek weer het een of ander ontvreemd is. Een paar malen heeft men reeds getracht zijne woning in brand te steken daar men het echter spoedig bemerkte, is men er in geslaagd den brand in zijn begin te stuiten. Dezer dagen zijn door de politie al de van tijd tot tijd gestolen voorwerpen gevonden, doch tot heden toe is het der politie niet mogen gelukken den dader of de daders op te sporen. Met gespannen verwachting ziet men de oplossing van dit raadsel te gernoet. Werkendam18 Oct. De beetworteldelving is in deze omstreken in vollen gangdagelijks ziet men wagens en karren van de velden genoemd product naar de rivierzijden vervoeren, welke daar op groote hoopen worden gestort en dan in schepen worden geladen om naar de fabrieken te worden vervoerd zoodat een en ander aan veler handen een arbeid verschaft die nog al belangrijk is. Ook de aardappelteelt is hier gunstig, er komen er veel uit den grond en de smaak is over het algemeen uitmuntend, ze worden voor ƒ2.30 per mud afgeleverd. Ilellevoetsluis, 18 Oct. Naar wij vernemen bestaat bij den minister van marine liet plan, om aan 's rijks werf alhier groote bezuinigingen in te voeren en zelfs bij vele afdeelingen tot de helft terug te brengen. Even als de opheffing vau de rijkswerf te Vlissingen aldaar groote schade heeft veroorzaakt, zoo zal ook de gedeeltelijke opheffing van de hier gevestigde rijks instelling gevoelige verliezen aan vele ingr-zeteneu toebrengen. 23 Oct. Uit eene met talent ge schrevene brochure, in de laatste dagen uitgekomen en getiteld „de Conservatieve partij in 1868" ontleenen wij de volgende beoordeeling van het Dagblad van 's Gra- venhage. „Een dagblad waarin zjj(middelmatige of nietige lieden, van welke men er sommigen als Ministers aan het werk heeft gezien)" brekende met alle aristocratische traditiënmet verzaking van alle edelaardigheid en ridderlijkheid, ja zelfs van alle fatsoen en eerlijkheid, een Asmodée in lastertaal en gemeenheid op zijde zoo niet vooruit streven en dat zoo geheel en al hun orgaan verdient genoemd te worden omdat het onder de aristocraten zijn meest bestendige lezers en in hun geld eene ondersteuning vindt eener betere het algemeen welzijn meer bevorderende onderneming waardig. Bre kende met hare eigene traditiën, het „noblesse oblige" geheel uit het oog verliezende, in strijd met den geest van matiging, welke indertijd in het conservatieve orgaan „de Nederlander" heersehte, heeft de reactie in haar dag blad, om hare absolutistische oogmerken te bereiken alle middelen goedkeurende, niet zoozeer de ruwe soms aan onbeschoftheid grenzende taal der vroegere plebejische oppositiebladen tot de hare gemaakt', maar zich veeleer den invloed, dien deze in hun tijd uitoefenden, trachten te verzekeren, door de overdrevenheid der voorstelling, welke die vorm zelf kenmerkte, te bedekken in een even listig als talentvol gebruik maken van zooveel waarheid als noodig is om leugen en laster ingang te doen vinden. Men verzekert dat, in afwijking van de tot nu toe ge volgde gewoonte, de leden der tweede kamer, na afloop vau het onderzoek der staatsbegrooling, niet huiswaarts zullen keeren. liet voornemen schijnt te zijn zoo spoedig doenlijk me' Je behandeling der indische begrooting een aanvang te maken, ten einde die, zoo mogelijk, reeds in liet beging van het vol gend jaar in werking le doen treden. Een te Avnhem woonachtig oud israëlitisch rab bijn werd, uithoofde van zijn voorkomen en kleediug, herhaaldelijk door de straatjeugd nageroepen en geplaagd. Dezer dagen, toen dit te erg ging, wilde hij een der straat jongens daarover te regt zetten, doch verloor daarbij zijn evenwigt en viel met het hoofd op de straatsteenen. Aan de gevolgen van dezen val zegt men, waarop terstond bloedstorting volgde, is hij niet lang daarna overleden. Maandag namiddag vernam de koster der R. C. kerk te Groesscn, dat een onbekend persoon in de kerk aandachtig zat te bidden. Weinig vertrouwen in de betoonde aandacht stellende en aan de offerbussen denkendebesloot hij even te gaan zien en ontdekte weldra iemand die bezig was met een Ijjmhoutje centen uit de bus te krijgen. Hij verliet stil de kerk, liep naar de pastorie, kreeg er den sleutel eu sloot den dief op, die, weinig op zijn gemak door den gemeente veldwachter, aan wicn dc koster zijn vang-t had medegedeeld, werd gearresteerd. Voor den burgemeester gebragtbekende hij zijne misdaad en verklaarde verder, dat hij des morgens met behulp van zijn kameraad, die hem te Groessen in den steek had gelaten, nog eene kerk tusschen Arnhem en Nijmegen had aangedaan. Het is te hopen, dat ook zijn mcdepligtige spoedig in de handen der justitie moge geraken. Men verneemt dat de schadevergoeding, welke door Mevrouw de wed. W. te Groningen van de Rijn- Spoorweg-maatschappij is uitgekeerd en de zaak derhalve in der minne is geschikt. De schadevergoeding bedraagt naar men zegt de som van 40,000 Bij het wetsontwerp tot afschaffing van het zegelregt op drukwerken en advertentien in de nieuwspapieren aan de Tweede Kamer ingediend, wordt voorgesteld die afschaffing met 1 Mei 1869 te doen plaats hebben. Al- equivalent voor het daardoor te lijden verlies van ƒ710,742,121/,, wordt voorgedragen eene belasting op het debiet in het klein van sterke dranken, berekend op ƒ450,000, en op dat vau tabak, berekend op ƒ50,000 Het invoerregt op de thee zou worden verhoogd mei ƒ15 per 100 pond, zoodat dit regt ƒ230,000 meer dar thans zou opbrengen. De stukken omtrent de zaak van den heer Busken Huët zijn Maandag door den minister van koloniën, met magtiging des Konings, aan de Tweede Kamer rondge deeld. In de begeleidende missive constateerd de heei de Waal, dat in de laatste acht jaren slechts aan twee personen een Chineesch geneesheer en een van zijne echtgenoot gescheiden Indisch ambtenaar vrije over- togt uit Nederland is verleend. Uit de voordragt van den heer Hasselman blijkt, dat de zending van den heer Huët bestaat in een overleg met het Indisch bestuur omtrent het nemen van maatre gelen tot het breidelen der uitspattingen van de drukpers in Indië, zonder de drukpersvrijheid meer te belemmeren dan tot verzekering der openbare orde gevorderd wordt Uit Oisterwijk wordt van 15 October gemeld: Eene nabij deze plaats eenzaam in het bosch gelegen hut, is dezen nacht het tooneel van een ontzettend drama geweest. De bewoner, iemand die vaak misbruik maaktt van sterken drank, zou gisteren avond zijne vrouw en vijf kleine kinderen de deur hebben uitgezet en alleen in huis zijn gebleven. Terwijl de vrouw den nacht in het boseh doorbragt, hoorde zij in huis een groot geraas zoo althans luidt haar verhaal. Des morgens vond men den man op meer dan 20 plaatsen door mes of bijl gewond, dood op zijne met bloed doorweekte legerstede i Waarschijnlijk zal het geregtelijk onderzoek het duistere in deze zaak wel ophelderen maar zeer vreest men dat er eene vreeselijke misdaad is gepleegd. Een later berigt zegt Het onderzoek der justitie omtrent den moord, be- doeld in het berigt van gisterenheeft heden den ganschen dag geduurd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1868 | | pagina 1