\o. 2562.
Zaturdag 10 October 1868.
25sle Jaarg*.
i
Nieuwstijdingen.
JFmnftrijR.
te.
ZIËRIKZËËSCHË NIEUWSBODE.
Ziorik/eo, 9 October 1868.
Onderstaand adres is bij den Boekhandelaar P. de
Looze ter teekening neder gelegd tot uiterlijk donderdag
15 October a. s.
Aan
het Kies-Collegie der Nederd. Hervormde
Gemeente te Zierikzee.
De ondergeteekenden, zoo vrouwelijke als mannelijke
lidmaten der Nederd. Hervormde Gemeente te Zierikzee
Geven met gepaste doch tevens hoog ernstige be
scheidenheid te kennen dat zij, met het oog op het
weder aanstaand beroep van een' predikantzich ge
drongen gevoelen, om ojj vernieuwing Uwe aandacht
te vestigen op de godsdienstige behoeften van die ge
meenteledendie noch voor zich zeiven, noch voor
hunne kinderen, vrede kunnen of mogen hebben, met
eene zoogenaamde Moderne of Liberale Evangelie
verkondiging en onderwijzing, wijl zij naar hunne diep
gevoelde overtuiging niet alleen in strijd zijn met de
grondslagenwaarop ons Hervormd Kerkgenootschap
rust, maar ook en boven alles, omdat die verkondiging
en onderwijzing de heiligste waarheden des Evangelies
aantasten, ondermijnen of minst genomen in het midden
laten.
Dat zij, ten einde noodelooze herhaling te vermijden,
zich gedragen aan de drangredenen in vroegere adres
sen, aan den algemeenen Kerkeraad ontwikkeld en wel
meer bijzonder aan dat van 1 Mei 1867 waarvan een
afdruk voor zooveel noodigter kennisname hierbij
wordt overgelegd.
Redenen waarom ondergeteekenden zich thans wenden
tot Uwe vergadering om haar met ernst te wijzen op
het waarlijk niet zoo gering deel der Gemeente-leden,
(zijnde p. m. dat voor zich en de zijnen meer of
min levendige behoefte gevoelt, aan eenen Leeraar, die
het Evangelie verkondigtniet alleen op de grond
slagen onzer Hervormde Belijdenismaar boven alles
naar den vollen raad Godszooals die in den Bijbel
is geopenbaard.
Zierikzee9 October 1868.
'tWelk doende enz.
Het protest van koningin Isabella tegen het gebeurde
in Spanje is van den volgenden inhoud:
„Aan de Spanjaarden.
„Eene zamenzwering, waarvan om zoo te spreken bij
geen ander volk van Europa een voorbeeld bestaat, heeft
Spanje in de gruwelen der anarchie gedompeld. Strijd
krachten te land en ter zee, die door de natie op ruimen
voet werden onderhouden, en wier diensten ik altoos vol
tevredenheid heb beloond, hebben, met verloochening der
roemrijke traditiën en met schending der meest geheiligde
eeden, zich tegen het vaderland gekeerd en brengen daar
over dagen van rouw en droefheid. De kreet der rebellen,
in de baai van Cadix opgegaan en door een gedeelte der
armee in de andere gewesten des lands herhaald weergalmt
in het hart van de groote meerderheid der Spanjaarden,
als het voorafgaand geraas van een storm, die de belangen
der godsdienst, de grondslagen van regt en wet, de onaf
hankelijkheid en de eer van Spanje in gevaar brengt.
„Dejaramerljjke reeks van afvalligheden en de ongeloof
lijk déloijale handelingen, die in een zoo kort tijdsbestek
hebben plaats gehad, zijn voor mij nog meer eene kwetsing
mjjner Spaansche fierheid dan eene aanranding mjjner
koninklijke waardigheid.
„Laat zelfs de grootste vjjanden van gezag in hunne
dwaze droomerijen niet denken dat de openbare magt, die
uit een zoo lioogen oorsprong voortvloeit, kan worden ver
leend, gewijzigd of opgeheven door de werking van mate-
rieele kracht op de blinde impulsie der verleide bataillons.
z/Zoo de steden en het platteland, toegevende aan den
eersten indruk van het geweld, zich voor een oogenblik
aan het juk der opstandelingen onderwerpen, dan zal toch
weldra het algemeen gevoel, in het edelste en innigste ge
krenkt, weder ontwaken, om aan de wereld te toonen dat,
den hemel zij dank, de verdonkering van rede en eer in
Spanje slechts van voorbij gaanden aard is.
,/Als wettige koningin van Spanje heb ik het na onder
zoek en ernstige raadgevingen raadzaam geacht om, tot
dat oogenblik zal zijn aangebroken, in de staten van een
doorluchtigen bondgenoot de noodige veiligheid te gaan
zoeken, om in dezen moeijelijken zamenloop te handelen
zooals overeenkomt met mijne waardigheid als koningin
en met de pligten die op mij rusten, om op mijnen zoon
ongeschonden mjjne regten over te brengen, die door de
wet beschermd, door de natie erkend en bezworen en bo
vendien bekrachtigd zijn door een 85-jarig tijdperk van
opofferingen, wisselingen en innige genegenheid.
//Mijnen voet op vreemden bodem zettende, hart en oog
gestadig gerigt naar den grond, die mijn vaderland en het
vaderland mijner kinderen is, haast ik mij om voor God en
de menschen mijn duidelijk en plegtig protest te formu
leren, onder verklaring dat de overmagt, waarvoor ik moet
bukken door mjjn koningrijk te verlaten, niets kan afdoen
op de integriteit mjjner regten, evenmin als dat zij haar
in iets zou kunnen verzwakken of compromitteren, of dat
die intégriteit op eenigerlei wjjze zou kunnen worden ge
troffen door de handelingen van het revolutionair gouver
nement, en nog minder door de besluiten zijuer vergade
ringen, die noodwendig zullen gevormd worden onder de
pressie der demagogische buitensporigheden en onder
omstandigheden van blijkbaar geweld op de gemoederen
en den wil.
//Onze vaderen hebben voor het godsdienstig geloof en
de onaf hankel jjkheid van Spanje een langen en gelukkigen
strijd doorgestaan. Het tegenwoordige geslacht heeft
rusteloos er op gewerkt om het groote en heldhaftige,
hetwelk de vervlogene eeuwen hebben opgeleverd, te ver
binden aan hetgeen in de jongste tijden als gezonde en
vruchtbare zaden ligt opgesloten. Derevolutie, die doode-
ljjke vijandin der traditiën en van den wettigen vooruit
gang, bestrijdt alle beginselen, die de levende kracht, der
ziel en de sterkte der Spaansche natie uitmaken. De vrij
heid eenmaal in hare onbeperkte uitbreiding en in al hare
manifestatien de katholieke eenheid, de monarchie en do
wettige uitoefening der magt aanrandende, brengt onrust
in de familien, vernietigd de geheiligdheid van het huisse-
lijk leven en doodt de deugd en de vaderlandsliefde.
„Indien gjj denkt, dat de Spaansche kroon op het hoofd
eener koningin, die het geluk had haren naam aan de
staatkundige en maatschappelijke herleving van den staat
te verbinden, het zinnebeeld dezer beschermende beginse
len is, dan zult gij, zooals ik hoop, getrouw blijven aan
uwe eeden en aan uw geloof. Laat de revolutionnaire
zwijmel, waarin de ondankbaarheid, de ontrouw en de
kwade eerzucht hare beroeringen te weeg brengen als eene
plaag voorbijgaan, en houdt u verzekerd, dat ik niets zal
nalaten om, zelfs te midden van het ongeluk, dat zinne
beeld te handhaven, zonder hetwelk er voor Spanje geene
aantrekkelijke herinnering noch eenige steunende hoop
bestaat.
/,Door den dwazen hoogmoed van eenigen wordt voor
het oogenblik de geheele natie in beroeringen omkeering,
worden de gemoederen in verwarring en wordt de maat
schappij anarchie gebragt. Ik heb in mjjn hart zelfs
geene plaats voor gevoel van haat jegens dat klein getal.
Ik zou vreezen, dat bij de opwelling van dat armzalig ge
voel mjjne innige verteedering zou verzwakken jegens die
getrouwen, die hen leven blootgesteld en hun bloed gestort
hebben voor de verdediging van den troon en de orde, en
jegens alle Spanjaarden, die met smart en schrik staren op
het schouwspel eener zegepralende revolutiedie
schandelijke bladzjjde in de geschiedenis onzer beschaving.
z/Op den edelen bodem, van waar ik thans tot u het
woord rigt, zoowel als overal elders, zal ik zonder klein
moedig te worden de rampen van mijn welbemind Spanje,
die ook mijne eigene rampen zijn, blijven dragen. Zelfs
wanneer ik, onder vele andere voorbeelden, niet vóór mij
had dat van den hoogst waardigen vorst, die het toonbeeld
van onderwerping en moed en even als ik door weder
waardigheden en bittere rampen omringd is, dan zou ik
mjjne kracht zoeken in mijn vertrouwen op de loyauteit
mijner onderdanen, op de regtvaardigheid mijner zaak, en
bovenal op de raagt van Hem, die het lot der staten in
Zijne hand heeft.
z/De monarchie van vjjftien eeuwen van strijd, over
winning, vaderlandsliefde en grootheid kan nietten gronde
gaan in een veertien dagen van meineed, ontrouw en ver
raad. Laat ons vertrouwen hebben op de toekomst; de
roem der Spaansche natie lag altoos in den roem harer
koningen, en de ongelukken harer vorsten hebben altoos
op het volk teruggewerkt.
,/In het vaste en vaderlandslievend streven naar de
handhaving van regt, wet en eer, zal uw geest en zullen
uwe pogingen altoos overeenstemmen met het energiek
besluit en de moederlijke toegenegenheid uwer koningin".
Kasteel Pau80 Sept. 1868. „Isabella."
6 Oct. De junta is gisteren alhier
definitief geconstitueerd.
De Gaceta deelt het protest der koningin mede
voorafgegaan door deze woorden: „Isabella rigt een
manifest tot de Spanjaarden. De junta zal dit niet
kwalificeren. De natie heeft in hare souvereiniteit de
daden der koningin beoordeeld en zal ook hare woorden
beoordeelen."
IMacIricl 5 Oct. Prim wordt te Saragosse door
de bevolking terug gehouden. Hij zal morgen alhier
aankomen. Allerwege worden zegebogen opgerigt.
4 Oct. De Gaceta de Madrid deelt in zijn
nommer van 1 Oct. het volgende mede. Het voorloopig
bestuur der hoofdstad heeft in de eerste plaats omge
zien naar middelen, om eenig werk aan de arbeidende
volksklasse te verschaffen en om den regelmatigen staat
van de handelszaken en van de stemming der gemoe
deren te schragen opdat de belangen der Madridsche
bevolking in het algemeen voor schade worden behoed.
Eene vereeniging voor gezellig verkeerhet Casino
heeft besloten om in de zes eerste dagen dezer maand
dagelijks duizend ponden brood onder de bevolking der
hoofdstad uit te deelen.
Den lsten Oct. heeft te Toulouse op den Pont Neuf
een vreeselijk ongeluk plaats gehad. Bij het openen van een
op 9traat uitkomende pijp der waterleiding, heeft een der
werklieden die met de herstelling er van belast was een
brandende lucifer er boven gehouden om onderzoek te doen
naar den stank die er uit oprees. Eene ontploffing volgde,
waarbij twee voorbijgangers gedood en twintig anderen gekwetst
zijn. Sommigen zijn reeds aan hunne wonden overleden. De
werkman zelf, die de oorzaak van het onheil was, kreeg slechts
ligte brandwonden.
De conservative belgische bladen hebben in de jongste dagen
grooten ophef gemaakt van de arrestatie van den uitgever
van het vlaamsche dagblad 't Jaer 30 van St. Genois. Die
aanhouding, welke geschiedde ten gevolge eener huiszoeking
is namelijk volgens die bladen niet te regtvaardigen. Inmid
dels is de bedoelde uitgever weder op vrye voeten gesteld en
tevens eene zaak aan het licht gekomen waardoor zich de
gevoeligheid der conservative pers maar al te gemakkelijk laat
verklaren. De invrijheidstelling is namelijk geschiednadat
de aangehoudene den naam had genoemd van den schrijver
van het geïncrimineerde artikel, in hetwelk de eigendommen
van verschillende vrijzinnigen werden aangeduid, die door brand
zouden worden verwoest en werkelijk spoedig daarop eene prooi
der vlammen werden. Die schrijver is zoo als nu blijkt,
niemand anders dan de vicaris van Eecke, die van den pre
dikstoel had verkondigd dat Saint Genois zou worden ver
woest zoo als Sodom en Gomorrha werden verdelgd. Onge
lukkigerwijze heeft deze geestelijke sedert jl. zondag het hazenpad
gekozen en heeft de politie tot dusver zijn spoor niet konuen
ontdekken.
Ow-r-oniisgreii5 Oct. Gisteren heeft alhier eene
gruweljjke misdaad plaats gehad. De verwersknecht G.
heeft bjj een twist met zjjne vrouw de wiegwaarin
zijn jongste kind lagmet zooveel hevigheid neerge
smeten dat het kind gestorven is. De justitie doet
onderzoek.
's Gravenhage, 5 Oct. Men meent te weten,
dat de volle synode der Ned. Herv. kerk heden hare
laatste zitting zal houden in zake van den predikant
Zaalberg en dat men de bekendmaking van hare uit
spraak binnen weinige dagen kan te gemoet zien.
De algemeene synode der Ned. Herv. kerk heeft
in hare zittingen van 1 23 en 5 Oct. jl. het ver
zoek van den Haagschen kerkeraad, tot herziening van
het eerste gedeelte der uitspraak van synodus contracta
i. d. 27 Julij jongstl. in zake van den predikant Dr.
J. C. Zaalberg in overweging genomen en heeft
besloten, dat de bezwaren door den kerkeraad te 's Hage
tegen voormelde uitspraak van de synodus contracta
ongegrond zjjn en diensvolgens deze uitspraak bevestigd.
Deze definitieve beslissing maakt dus aan deze zaak
een langgewenscht eindezoodat Dr. Zaalberg vier
weken na deze uitspraak zjjn dienstwerk te 'sHage
hervatten kan en in zjjne betrekking tot de gemeente
geheel hersteld is.
Door de synode is bepaald, dat de kosten van revisi,
zullen gedragen worden door den kerkeraad van 'sHage.
Neuasen, 6 Oct. De baan voor den spoorweg van
hier op Gent, sectie Neuzen—Sluiskilis zoover in
gereedheid dat de rails zijn gelegd en reeds een paar
wagens met jjzeren bakken alhier uit Belgie daarover
zijn gearriveerdzoomede vordert men met de daar-
stelling der gebouwen en verdere werken ook goed
en mag men hoop voeden, dat het plan zal verwezen
lijkt wordenom nog met het aanstaande Nieuwjaar
de geheele lijn tot Gent te zien openstellen.
5 Oct. Heden is voor het provin
ciaal geregtshof in Zeeland de behandeling voortgezet der zaak
van Anna Catharina Kouyzcrvan Hontenissebeschuldigd
van vergiftiging.
De beschuldigde heeft ook ter teregtzitting volledig bekend.
De advocaat-generaal heeft hare schuldigverklaring en ver
oordeeling tot de doodstraf geëischt.
De verdedigerrar. A. J. van Deinse concludeerde tot
vrijspraak.
De uitspraak is bepaald op a. s. Maandag, des morgens te
tien nren.
Zierikzee 6 Oct. De koning heeft op het adres
der tweede kamer het volgende geantwoord.
Mijne Heer en
„Het is mij aangenaam van de tweede kamer der statcn-
generaal wederom te ontvangen de betuiging van hare ver
knochtheid aan mijn Huisen zeer gaarne vereenig ik mij
met den wensch in dit adres uitgedrukt, dat de te verrigten
werkzaamheden, onder hoogeren zegen, tot krachtige bevordering
van de belangen des vaderlands mogen strekken.
„Ik verzoek u, mijne heeren, aan de tweede kamer mijnen
dank voor haar adres van antwoord te willen overbrengen*"
Ziei*iIcz:oo, 8 Oct. De bevolking des koningrjjks
bedroeg op 31 Dec. 1867 3,592,416 inwoners, te weten
1,782,212 van het manneljjk en 1,810,204 van het
vrouweljjk geslacht, gezamenlijk 38,875 meer dan een
jaar te voren en 14,487 meer dan het gemiddelde
jaarljjksche cjjfer van aanwas van 1830—67. Op 1 Jan.
1830 telde het koningrijk 2,526,306 zielenin 1850
3,056,591 en in 1860 3,308,969.
Voortaan zullen al de miliciens van de in te ljjven
ligting bjj de infanterietot hunne eerste oefening
10 maanden achtereen onder de wapenen bljjven en
bjj de vesting-artillerie de pontonniersden trein en
de mineurs en sappeurs 6 maanden.
In het jaar 1869 zullen onder de wapenen worden
gehouden, boven en behalve de officieren, 13,600 man
kader en vrijwilligers6600 miliciensdie dienen
moeten tot aanvulling van het incompleet der vrij
willigers 10,400 miliciens die 6, 10 maanden en 1 jaar
onder de wapenen moeten blijven7800 miliciens
bestemd tot het bjjwonen der najaarsoefeningen, waar
toe zullen worden bestemd al de miliciens behoorende
tot de ligting van 1865 en verder die van de overige
ligtingenwelke tot dusverre slechts gedurende 5
maanden in den wapenhandel zjjn geoefend geworden,
terwjjl het getal paarden zal bedragen bjj de cavallerie
2300 en bjj de artillerie 1100.
In het volgende jaar zal er geen kamp bjj Millingen
worden gehoudeu, maar zullen een gedeelte der artillerie
en van het bataillon mineurs en sappeurs weder in het
kamp bjj Zeist en het corps pontonniers in dat bjj Andel
worden geoefend.
De Staatscourant van 7 dezer bevat het koninkljjk
besluit van den 1 dezer, tot intrekking der koninklijke
besluiten van 5 Juljj 1836 (Staatsblad n°. 42) en van
9 Januarjj 1841 (Staatsblad n°. 2), houdende bepalingen
omtrent de toelating en erkenning van gemeenten van
afgescheidene van het hervormd kergenootschap.
Uit Velzen wordt van 3 October gemeld
Heden nacht had alhier het navolgende bedroevende
voorval plaats. Eene arme dagloonersvrouw, lijdende aan
typhuswerd bewaakt door haren mandie pas van
dezelfde ziekte was hersteld. Na eenige nachten wakens
was de man van uitputting ingesluimerd; in dien tjjd
schjjnt de vrouw het bed verlaten en eene ontzettende
daad gepleegd te hebben een kind van 21 maanden
lag met afgesneden als in het wiegje. Het aldus jammer-
ljjk vermoorde wicht, later bjj de schouwing aan de
kranke moeder voorgehouden, oefende geen den minsten
indruk uit op haar bewustzjjn. Het voormelde feit levert
voorwaar een treffend voorbeeld op van de hoogst ge
brekkige wjjze, waarop ten platten lande de armoede
in ziekte ondersteund wordt.
Men leest in den SiècleDoor eene van die zonder
linge spelingen in 's menschen lot, zoo gewoon in onzen
tjjd, doet zich nu het verschjjnsel voor, dat paus Pius IX
vrjjmetselaar is en Napoleon III kanunnik van St. Jan.
Met betrekking tot dit kanunnikschap zjjn eenige bij
zonderheden aan het licht gekomen omtrent het aloude
gebruik volgens hetwelk de keizer van Duitschland
kanunnik moest zijn van de Sint Maartenskerk te Tours,
de hertogen van Berry kanunniken van St. Jan te Lyon
enz. Het was uit gebrek aan geld, dat Bonifacius III
aan zjjne leeken den titel van kanunnik verkocht. Die
leeken-kanunnikschappen waren langen tjjd erfeljjk.
Keizer Napoleon III echter is geen kanunnik door
erfopvolging, want zjjn vader, de koning van Holland,
ter waren met die waardigheid
bekleed. Hij heeft dus den titel moeten vragen en
waarschjjnljjk zeer duur moeten betalen.
Het merkwaardigste is, dat de keizer Napoleon III in
hoedanigheid van kanunnik van Sint Jan het regt zou
hebben, om aan het volgende ecumenisch concillie deel
te nemen, waartoe hjj niet als keizer is genoodigd. In
dat geval zal hjj zich moeten toojjen met den domheeren
mantel. Het regt om de concilies bjj te wonen is erkend
door het vierde concilie van Carthagena.
Het Journal de Rome deelt een brief mede van den pau»
aan de protestanten en andere niet-catholickenomdat zij zich,
ter gelegenheid van het te houdeu concilie, aan de catbolieke
kerk aansluiten en zoo doeude de vereeniging helpen tot stand
brengen, waarvan voornamelijk het heil der christelijke maat
schappij afhangtde wereld zal geen ware vrede genieten
zoolang er niet één kudde bestaat, door één herder geleid.
Aan de Bombay Gazette van 8 Sept. ontleenen wjj
het volgendeMet het schip Indiakapit. Crawford
onlangs te Bombay gearriveerd, vernemen wjj het treu
rige onheil ter zee dat den 26 Juljj plaats had. Een
IIolland8ch schip is totaal verbrand en de kapitein, zjjne
zuster en acht man der equipage zjjn daarbjj omgekomen.
Het was de Hollands Trouw, een schip te huis behoorende
He Amsterdam (dit moet zjjn Alblasserdam) en onder
bevel van kapitein Brauer, den 7den Mei van Shields
vertrokken, geladen met steenkolen en met bestemming
naar Batavia. Alles ging goed tot aan den 25sten Juljj
maar in den vroegen ochtend van dien dag zag men
dat er in de nabjjheid van de kajuit rook naar boven
steeg. De kapitein was ziek geweest van af het oogenblik
dat het schip uit Shields vertrokken wasde stuurman
begaf zich dus onmiddelljjk naar beneden en, de kolen
in een broejjenden toestand vindende, gaf hjj bevel om
de luiken met geteerde bezenningen te voorzien. De
equipage ging hiermede den geheelen dag voort, steeds
beducht dat de brand zou uitbarston. Men slaagde er
echter in een barkschip te seinen, welks kapitein beloofde
gedurende den nacht in den omtrek te zullen bljjven.
De duisternis viel in en de bark zette verraderljjk zjjn
koers voort. Het vuur brak spoedig daarna uit; er
werden noodsignalen gebrand, noodschoten gelost, maar
men ontving geen antwoord. Vroeg in den morgen
begaf de bemanning zich in twee booten, de stuurman
en negen man in de eene, en de kapitein, zjjne zuster
en negen man in de andere. Men bleef bjj het schip,
de beide booten waren door een loodljjn aan elkander
verbonden, terwjjl men tevens door dit middel gemeen
schap met het schip had. Ten 7 ure vroeg de kapitein,
die stervende was aan den stuurman om zich weder
aan boord van het schip te begeven, alsdan naar boven
te gaan om te zien of hjj eenig zeil kon ontdekken.
De stuurman was bezig hieraan gevolg te geven, toen
de booten door eene zware stortzee werden beloopen,
en de eenewaarin zich de kapitein en zjjne zuster
bevonden onmiddelljjk werd omgeslagen. De andere
was bjjna half vol water geloopen, maar hare bemanning
deed al het mogeljjke om hunne kameraden te redden,
die met de zee worsteldenop het oogenblik echter dat
dit onheil gebeurde, waren de booten omtrent 50 vade
men van elkander verwjjderd, en aangezien hunne eigen
groote boot half vol water was, konden zjj weinig uit
voeren, zoodat zjj er slechts in slaagden één man op
te visschen. De kapitein de dame en acht man zjjn
verdronken. De overbljjvenden besloten daarop het schip
te verlaten. Nadat zjj eenige uren in open zee hadden
gezeild, werden zjj ten half vjjf ure gelukkig door de
India opgemerkt, die onmiddelljjk naar hen afhield en
hen redde uit hun gevaarljjken toestand. De zee was
op dat oogenblik in zulk een toestand dat men alle
eigendommen en scheepspapieren in de boot moest ach
terlaten, die hetzelfde lot ondergingen, al9 het logboek
en andere zaken van waarde, die bjj het omslaan van
de kapiteinsboot waren te loor gegaan. Gelukkig werd
de bemanning der boot echter gered terwjjl kapitein
Crawford en zjjne bemanning het hen zoo aangenaam
maakten, als de omstandigheden het hun toelieten. De
India was op dat oogenblik op 10° OL. en 39° ZBr.
bewesten de Kaap de Goede Hoop en de Hollands Trouw
werd door haar op een afstand van eenige mjjlen gezien.
Laatstgenoemd schip stond echter in lichte laajje vlam,
zoodat men het noodeloos achtte het te naderenten
gevolge waarvan de India haren koers vervolgde. Ka
pitein Crawford zou gaarne de geredde manschappen
die allen Hollanders waren, volgens hunnen wensch te
Mauritius aan wal hebben gezetmaar hjj ondervond
dat dit onraogeljjk was. Den 12den Augustus ontmoette
men een Fransche schoener, die juist Bourbon verlaten
hadwaarop de manschappen van de Hollands Trouw
aan boord overgingen. Het was destjjds stil en de ka
pitein beloofde de manschappen hen te Bourbon aan
wal te zetten, indien spoedig wat wind kwam opdagen
en zoo niet, dat hjj hen dan naar Mauritius zoude over
brengen. Niemand van de bemanning kende den naam
van het schip, welks kapitien beloofd had bjj de Hol
lands Trouw te zullen bljjven, zoodat de naam van dien
kapitein niet openbaar kan worden gemaakt.
Kapitein Crawford heeft aan den Hollandschen consul
te Bombay een rapport overlegd van alle omstandigheden,
betreffende de reis en het verlies van het verbrande schip,
zoo als deze door den stuurman, volgens zjjn geheugen,
werden geschrevon, voordat hjj de India verliet.
NB. Nog is te Rotterdam een telegram uit Suez
ontvangen, waarin gezegd wordt dat de stuurman per,
stoomboot Copernicks vertrokken is.
Gemengde berigten.
Men berekent dat er in Spanje op elke 160 menschen
één geesteljjke is. Stond dit nu met Zierikzee geljjk
dan zouden wjj 50 dotniné's en pastoors moeten hebben
en wjj doen het er met 8, en het gaat toch goed. Geen
wonder derhalve dat de Spanjaarden dit heirleger kost
gangers zoeken te verminderen. „Als de katten van
huis zjjn, hebben de muizen den vrjjen loop," is een
oud spreekwoord. Dit ziet men thans ook te Middel-
harnis, maar ongelukkig zit er een in de knip. Twee
zusters aldaar worden verzocht zich wat stil te houden
over twee meisjes uit een fatsoenljjk huisgezin. Een
persplank-ridders-knecht te Middelharnis, uit de duinen
opgenomen onder het menscheljjk geslacht, heeft laten
zien dat hjj nog een weinig opvoeding noodig heeft