\o. 2562. Zaturdag 10 October 1868. 25sle Jaarg*. i Nieuwstijdingen. JFmnftrijR. te. ZIËRIKZËËSCHË NIEUWSBODE. Ziorik/eo, 9 October 1868. Onderstaand adres is bij den Boekhandelaar P. de Looze ter teekening neder gelegd tot uiterlijk donderdag 15 October a. s. Aan het Kies-Collegie der Nederd. Hervormde Gemeente te Zierikzee. De ondergeteekenden, zoo vrouwelijke als mannelijke lidmaten der Nederd. Hervormde Gemeente te Zierikzee Geven met gepaste doch tevens hoog ernstige be scheidenheid te kennen dat zij, met het oog op het weder aanstaand beroep van een' predikantzich ge drongen gevoelen, om ojj vernieuwing Uwe aandacht te vestigen op de godsdienstige behoeften van die ge meenteledendie noch voor zich zeiven, noch voor hunne kinderen, vrede kunnen of mogen hebben, met eene zoogenaamde Moderne of Liberale Evangelie verkondiging en onderwijzing, wijl zij naar hunne diep gevoelde overtuiging niet alleen in strijd zijn met de grondslagenwaarop ons Hervormd Kerkgenootschap rust, maar ook en boven alles, omdat die verkondiging en onderwijzing de heiligste waarheden des Evangelies aantasten, ondermijnen of minst genomen in het midden laten. Dat zij, ten einde noodelooze herhaling te vermijden, zich gedragen aan de drangredenen in vroegere adres sen, aan den algemeenen Kerkeraad ontwikkeld en wel meer bijzonder aan dat van 1 Mei 1867 waarvan een afdruk voor zooveel noodigter kennisname hierbij wordt overgelegd. Redenen waarom ondergeteekenden zich thans wenden tot Uwe vergadering om haar met ernst te wijzen op het waarlijk niet zoo gering deel der Gemeente-leden, (zijnde p. m. dat voor zich en de zijnen meer of min levendige behoefte gevoelt, aan eenen Leeraar, die het Evangelie verkondigtniet alleen op de grond slagen onzer Hervormde Belijdenismaar boven alles naar den vollen raad Godszooals die in den Bijbel is geopenbaard. Zierikzee9 October 1868. 'tWelk doende enz. Het protest van koningin Isabella tegen het gebeurde in Spanje is van den volgenden inhoud: „Aan de Spanjaarden. „Eene zamenzwering, waarvan om zoo te spreken bij geen ander volk van Europa een voorbeeld bestaat, heeft Spanje in de gruwelen der anarchie gedompeld. Strijd krachten te land en ter zee, die door de natie op ruimen voet werden onderhouden, en wier diensten ik altoos vol tevredenheid heb beloond, hebben, met verloochening der roemrijke traditiën en met schending der meest geheiligde eeden, zich tegen het vaderland gekeerd en brengen daar over dagen van rouw en droefheid. De kreet der rebellen, in de baai van Cadix opgegaan en door een gedeelte der armee in de andere gewesten des lands herhaald weergalmt in het hart van de groote meerderheid der Spanjaarden, als het voorafgaand geraas van een storm, die de belangen der godsdienst, de grondslagen van regt en wet, de onaf hankelijkheid en de eer van Spanje in gevaar brengt. „Dejaramerljjke reeks van afvalligheden en de ongeloof lijk déloijale handelingen, die in een zoo kort tijdsbestek hebben plaats gehad, zijn voor mij nog meer eene kwetsing mjjner Spaansche fierheid dan eene aanranding mjjner koninklijke waardigheid. „Laat zelfs de grootste vjjanden van gezag in hunne dwaze droomerijen niet denken dat de openbare magt, die uit een zoo lioogen oorsprong voortvloeit, kan worden ver leend, gewijzigd of opgeheven door de werking van mate- rieele kracht op de blinde impulsie der verleide bataillons. z/Zoo de steden en het platteland, toegevende aan den eersten indruk van het geweld, zich voor een oogenblik aan het juk der opstandelingen onderwerpen, dan zal toch weldra het algemeen gevoel, in het edelste en innigste ge krenkt, weder ontwaken, om aan de wereld te toonen dat, den hemel zij dank, de verdonkering van rede en eer in Spanje slechts van voorbij gaanden aard is. ,/Als wettige koningin van Spanje heb ik het na onder zoek en ernstige raadgevingen raadzaam geacht om, tot dat oogenblik zal zijn aangebroken, in de staten van een doorluchtigen bondgenoot de noodige veiligheid te gaan zoeken, om in dezen moeijelijken zamenloop te handelen zooals overeenkomt met mijne waardigheid als koningin en met de pligten die op mij rusten, om op mijnen zoon ongeschonden mjjne regten over te brengen, die door de wet beschermd, door de natie erkend en bezworen en bo vendien bekrachtigd zijn door een 85-jarig tijdperk van opofferingen, wisselingen en innige genegenheid. //Mijnen voet op vreemden bodem zettende, hart en oog gestadig gerigt naar den grond, die mijn vaderland en het vaderland mijner kinderen is, haast ik mij om voor God en de menschen mijn duidelijk en plegtig protest te formu leren, onder verklaring dat de overmagt, waarvoor ik moet bukken door mjjn koningrijk te verlaten, niets kan afdoen op de integriteit mjjner regten, evenmin als dat zij haar in iets zou kunnen verzwakken of compromitteren, of dat die intégriteit op eenigerlei wjjze zou kunnen worden ge troffen door de handelingen van het revolutionair gouver nement, en nog minder door de besluiten zijuer vergade ringen, die noodwendig zullen gevormd worden onder de pressie der demagogische buitensporigheden en onder omstandigheden van blijkbaar geweld op de gemoederen en den wil. //Onze vaderen hebben voor het godsdienstig geloof en de onaf hankel jjkheid van Spanje een langen en gelukkigen strijd doorgestaan. Het tegenwoordige geslacht heeft rusteloos er op gewerkt om het groote en heldhaftige, hetwelk de vervlogene eeuwen hebben opgeleverd, te ver binden aan hetgeen in de jongste tijden als gezonde en vruchtbare zaden ligt opgesloten. Derevolutie, die doode- ljjke vijandin der traditiën en van den wettigen vooruit gang, bestrijdt alle beginselen, die de levende kracht, der ziel en de sterkte der Spaansche natie uitmaken. De vrij heid eenmaal in hare onbeperkte uitbreiding en in al hare manifestatien de katholieke eenheid, de monarchie en do wettige uitoefening der magt aanrandende, brengt onrust in de familien, vernietigd de geheiligdheid van het huisse- lijk leven en doodt de deugd en de vaderlandsliefde. „Indien gjj denkt, dat de Spaansche kroon op het hoofd eener koningin, die het geluk had haren naam aan de staatkundige en maatschappelijke herleving van den staat te verbinden, het zinnebeeld dezer beschermende beginse len is, dan zult gij, zooals ik hoop, getrouw blijven aan uwe eeden en aan uw geloof. Laat de revolutionnaire zwijmel, waarin de ondankbaarheid, de ontrouw en de kwade eerzucht hare beroeringen te weeg brengen als eene plaag voorbijgaan, en houdt u verzekerd, dat ik niets zal nalaten om, zelfs te midden van het ongeluk, dat zinne beeld te handhaven, zonder hetwelk er voor Spanje geene aantrekkelijke herinnering noch eenige steunende hoop bestaat. /,Door den dwazen hoogmoed van eenigen wordt voor het oogenblik de geheele natie in beroeringen omkeering, worden de gemoederen in verwarring en wordt de maat schappij anarchie gebragt. Ik heb in mjjn hart zelfs geene plaats voor gevoel van haat jegens dat klein getal. Ik zou vreezen, dat bij de opwelling van dat armzalig ge voel mjjne innige verteedering zou verzwakken jegens die getrouwen, die hen leven blootgesteld en hun bloed gestort hebben voor de verdediging van den troon en de orde, en jegens alle Spanjaarden, die met smart en schrik staren op het schouwspel eener zegepralende revolutiedie schandelijke bladzjjde in de geschiedenis onzer beschaving. z/Op den edelen bodem, van waar ik thans tot u het woord rigt, zoowel als overal elders, zal ik zonder klein moedig te worden de rampen van mijn welbemind Spanje, die ook mijne eigene rampen zijn, blijven dragen. Zelfs wanneer ik, onder vele andere voorbeelden, niet vóór mij had dat van den hoogst waardigen vorst, die het toonbeeld van onderwerping en moed en even als ik door weder waardigheden en bittere rampen omringd is, dan zou ik mjjne kracht zoeken in mijn vertrouwen op de loyauteit mijner onderdanen, op de regtvaardigheid mijner zaak, en bovenal op de raagt van Hem, die het lot der staten in Zijne hand heeft. z/De monarchie van vjjftien eeuwen van strijd, over winning, vaderlandsliefde en grootheid kan nietten gronde gaan in een veertien dagen van meineed, ontrouw en ver raad. Laat ons vertrouwen hebben op de toekomst; de roem der Spaansche natie lag altoos in den roem harer koningen, en de ongelukken harer vorsten hebben altoos op het volk teruggewerkt. ,/In het vaste en vaderlandslievend streven naar de handhaving van regt, wet en eer, zal uw geest en zullen uwe pogingen altoos overeenstemmen met het energiek besluit en de moederlijke toegenegenheid uwer koningin". Kasteel Pau80 Sept. 1868. „Isabella." 6 Oct. De junta is gisteren alhier definitief geconstitueerd. De Gaceta deelt het protest der koningin mede voorafgegaan door deze woorden: „Isabella rigt een manifest tot de Spanjaarden. De junta zal dit niet kwalificeren. De natie heeft in hare souvereiniteit de daden der koningin beoordeeld en zal ook hare woorden beoordeelen." IMacIricl 5 Oct. Prim wordt te Saragosse door de bevolking terug gehouden. Hij zal morgen alhier aankomen. Allerwege worden zegebogen opgerigt. 4 Oct. De Gaceta de Madrid deelt in zijn nommer van 1 Oct. het volgende mede. Het voorloopig bestuur der hoofdstad heeft in de eerste plaats omge zien naar middelen, om eenig werk aan de arbeidende volksklasse te verschaffen en om den regelmatigen staat van de handelszaken en van de stemming der gemoe deren te schragen opdat de belangen der Madridsche bevolking in het algemeen voor schade worden behoed. Eene vereeniging voor gezellig verkeerhet Casino heeft besloten om in de zes eerste dagen dezer maand dagelijks duizend ponden brood onder de bevolking der hoofdstad uit te deelen. Den lsten Oct. heeft te Toulouse op den Pont Neuf een vreeselijk ongeluk plaats gehad. Bij het openen van een op 9traat uitkomende pijp der waterleiding, heeft een der werklieden die met de herstelling er van belast was een brandende lucifer er boven gehouden om onderzoek te doen naar den stank die er uit oprees. Eene ontploffing volgde, waarbij twee voorbijgangers gedood en twintig anderen gekwetst zijn. Sommigen zijn reeds aan hunne wonden overleden. De werkman zelf, die de oorzaak van het onheil was, kreeg slechts ligte brandwonden. De conservative belgische bladen hebben in de jongste dagen grooten ophef gemaakt van de arrestatie van den uitgever van het vlaamsche dagblad 't Jaer 30 van St. Genois. Die aanhouding, welke geschiedde ten gevolge eener huiszoeking is namelijk volgens die bladen niet te regtvaardigen. Inmid dels is de bedoelde uitgever weder op vrye voeten gesteld en tevens eene zaak aan het licht gekomen waardoor zich de gevoeligheid der conservative pers maar al te gemakkelijk laat verklaren. De invrijheidstelling is namelijk geschiednadat de aangehoudene den naam had genoemd van den schrijver van het geïncrimineerde artikel, in hetwelk de eigendommen van verschillende vrijzinnigen werden aangeduid, die door brand zouden worden verwoest en werkelijk spoedig daarop eene prooi der vlammen werden. Die schrijver is zoo als nu blijkt, niemand anders dan de vicaris van Eecke, die van den pre dikstoel had verkondigd dat Saint Genois zou worden ver woest zoo als Sodom en Gomorrha werden verdelgd. Onge lukkigerwijze heeft deze geestelijke sedert jl. zondag het hazenpad gekozen en heeft de politie tot dusver zijn spoor niet konuen ontdekken. Ow-r-oniisgreii5 Oct. Gisteren heeft alhier eene gruweljjke misdaad plaats gehad. De verwersknecht G. heeft bjj een twist met zjjne vrouw de wiegwaarin zijn jongste kind lagmet zooveel hevigheid neerge smeten dat het kind gestorven is. De justitie doet onderzoek. 's Gravenhage, 5 Oct. Men meent te weten, dat de volle synode der Ned. Herv. kerk heden hare laatste zitting zal houden in zake van den predikant Zaalberg en dat men de bekendmaking van hare uit spraak binnen weinige dagen kan te gemoet zien. De algemeene synode der Ned. Herv. kerk heeft in hare zittingen van 1 23 en 5 Oct. jl. het ver zoek van den Haagschen kerkeraad, tot herziening van het eerste gedeelte der uitspraak van synodus contracta i. d. 27 Julij jongstl. in zake van den predikant Dr. J. C. Zaalberg in overweging genomen en heeft besloten, dat de bezwaren door den kerkeraad te 's Hage tegen voormelde uitspraak van de synodus contracta ongegrond zjjn en diensvolgens deze uitspraak bevestigd. Deze definitieve beslissing maakt dus aan deze zaak een langgewenscht eindezoodat Dr. Zaalberg vier weken na deze uitspraak zjjn dienstwerk te 'sHage hervatten kan en in zjjne betrekking tot de gemeente geheel hersteld is. Door de synode is bepaald, dat de kosten van revisi, zullen gedragen worden door den kerkeraad van 'sHage. Neuasen, 6 Oct. De baan voor den spoorweg van hier op Gent, sectie Neuzen—Sluiskilis zoover in gereedheid dat de rails zijn gelegd en reeds een paar wagens met jjzeren bakken alhier uit Belgie daarover zijn gearriveerdzoomede vordert men met de daar- stelling der gebouwen en verdere werken ook goed en mag men hoop voeden, dat het plan zal verwezen lijkt wordenom nog met het aanstaande Nieuwjaar de geheele lijn tot Gent te zien openstellen. 5 Oct. Heden is voor het provin ciaal geregtshof in Zeeland de behandeling voortgezet der zaak van Anna Catharina Kouyzcrvan Hontenissebeschuldigd van vergiftiging. De beschuldigde heeft ook ter teregtzitting volledig bekend. De advocaat-generaal heeft hare schuldigverklaring en ver oordeeling tot de doodstraf geëischt. De verdedigerrar. A. J. van Deinse concludeerde tot vrijspraak. De uitspraak is bepaald op a. s. Maandag, des morgens te tien nren. Zierikzee 6 Oct. De koning heeft op het adres der tweede kamer het volgende geantwoord. Mijne Heer en „Het is mij aangenaam van de tweede kamer der statcn- generaal wederom te ontvangen de betuiging van hare ver knochtheid aan mijn Huisen zeer gaarne vereenig ik mij met den wensch in dit adres uitgedrukt, dat de te verrigten werkzaamheden, onder hoogeren zegen, tot krachtige bevordering van de belangen des vaderlands mogen strekken. „Ik verzoek u, mijne heeren, aan de tweede kamer mijnen dank voor haar adres van antwoord te willen overbrengen*" Ziei*iIcz:oo, 8 Oct. De bevolking des koningrjjks bedroeg op 31 Dec. 1867 3,592,416 inwoners, te weten 1,782,212 van het manneljjk en 1,810,204 van het vrouweljjk geslacht, gezamenlijk 38,875 meer dan een jaar te voren en 14,487 meer dan het gemiddelde jaarljjksche cjjfer van aanwas van 1830—67. Op 1 Jan. 1830 telde het koningrijk 2,526,306 zielenin 1850 3,056,591 en in 1860 3,308,969. Voortaan zullen al de miliciens van de in te ljjven ligting bjj de infanterietot hunne eerste oefening 10 maanden achtereen onder de wapenen bljjven en bjj de vesting-artillerie de pontonniersden trein en de mineurs en sappeurs 6 maanden. In het jaar 1869 zullen onder de wapenen worden gehouden, boven en behalve de officieren, 13,600 man kader en vrijwilligers6600 miliciensdie dienen moeten tot aanvulling van het incompleet der vrij willigers 10,400 miliciens die 6, 10 maanden en 1 jaar onder de wapenen moeten blijven7800 miliciens bestemd tot het bjjwonen der najaarsoefeningen, waar toe zullen worden bestemd al de miliciens behoorende tot de ligting van 1865 en verder die van de overige ligtingenwelke tot dusverre slechts gedurende 5 maanden in den wapenhandel zjjn geoefend geworden, terwjjl het getal paarden zal bedragen bjj de cavallerie 2300 en bjj de artillerie 1100. In het volgende jaar zal er geen kamp bjj Millingen worden gehoudeu, maar zullen een gedeelte der artillerie en van het bataillon mineurs en sappeurs weder in het kamp bjj Zeist en het corps pontonniers in dat bjj Andel worden geoefend. De Staatscourant van 7 dezer bevat het koninkljjk besluit van den 1 dezer, tot intrekking der koninklijke besluiten van 5 Juljj 1836 (Staatsblad n°. 42) en van 9 Januarjj 1841 (Staatsblad n°. 2), houdende bepalingen omtrent de toelating en erkenning van gemeenten van afgescheidene van het hervormd kergenootschap. Uit Velzen wordt van 3 October gemeld Heden nacht had alhier het navolgende bedroevende voorval plaats. Eene arme dagloonersvrouw, lijdende aan typhuswerd bewaakt door haren mandie pas van dezelfde ziekte was hersteld. Na eenige nachten wakens was de man van uitputting ingesluimerd; in dien tjjd schjjnt de vrouw het bed verlaten en eene ontzettende daad gepleegd te hebben een kind van 21 maanden lag met afgesneden als in het wiegje. Het aldus jammer- ljjk vermoorde wicht, later bjj de schouwing aan de kranke moeder voorgehouden, oefende geen den minsten indruk uit op haar bewustzjjn. Het voormelde feit levert voorwaar een treffend voorbeeld op van de hoogst ge brekkige wjjze, waarop ten platten lande de armoede in ziekte ondersteund wordt. Men leest in den SiècleDoor eene van die zonder linge spelingen in 's menschen lot, zoo gewoon in onzen tjjd, doet zich nu het verschjjnsel voor, dat paus Pius IX vrjjmetselaar is en Napoleon III kanunnik van St. Jan. Met betrekking tot dit kanunnikschap zjjn eenige bij zonderheden aan het licht gekomen omtrent het aloude gebruik volgens hetwelk de keizer van Duitschland kanunnik moest zijn van de Sint Maartenskerk te Tours, de hertogen van Berry kanunniken van St. Jan te Lyon enz. Het was uit gebrek aan geld, dat Bonifacius III aan zjjne leeken den titel van kanunnik verkocht. Die leeken-kanunnikschappen waren langen tjjd erfeljjk. Keizer Napoleon III echter is geen kanunnik door erfopvolging, want zjjn vader, de koning van Holland, ter waren met die waardigheid bekleed. Hij heeft dus den titel moeten vragen en waarschjjnljjk zeer duur moeten betalen. Het merkwaardigste is, dat de keizer Napoleon III in hoedanigheid van kanunnik van Sint Jan het regt zou hebben, om aan het volgende ecumenisch concillie deel te nemen, waartoe hjj niet als keizer is genoodigd. In dat geval zal hjj zich moeten toojjen met den domheeren mantel. Het regt om de concilies bjj te wonen is erkend door het vierde concilie van Carthagena. Het Journal de Rome deelt een brief mede van den pau» aan de protestanten en andere niet-catholickenomdat zij zich, ter gelegenheid van het te houdeu concilie, aan de catbolieke kerk aansluiten en zoo doeude de vereeniging helpen tot stand brengen, waarvan voornamelijk het heil der christelijke maat schappij afhangtde wereld zal geen ware vrede genieten zoolang er niet één kudde bestaat, door één herder geleid. Aan de Bombay Gazette van 8 Sept. ontleenen wjj het volgendeMet het schip Indiakapit. Crawford onlangs te Bombay gearriveerd, vernemen wjj het treu rige onheil ter zee dat den 26 Juljj plaats had. Een IIolland8ch schip is totaal verbrand en de kapitein, zjjne zuster en acht man der equipage zjjn daarbjj omgekomen. Het was de Hollands Trouw, een schip te huis behoorende He Amsterdam (dit moet zjjn Alblasserdam) en onder bevel van kapitein Brauer, den 7den Mei van Shields vertrokken, geladen met steenkolen en met bestemming naar Batavia. Alles ging goed tot aan den 25sten Juljj maar in den vroegen ochtend van dien dag zag men dat er in de nabjjheid van de kajuit rook naar boven steeg. De kapitein was ziek geweest van af het oogenblik dat het schip uit Shields vertrokken wasde stuurman begaf zich dus onmiddelljjk naar beneden en, de kolen in een broejjenden toestand vindende, gaf hjj bevel om de luiken met geteerde bezenningen te voorzien. De equipage ging hiermede den geheelen dag voort, steeds beducht dat de brand zou uitbarston. Men slaagde er echter in een barkschip te seinen, welks kapitein beloofde gedurende den nacht in den omtrek te zullen bljjven. De duisternis viel in en de bark zette verraderljjk zjjn koers voort. Het vuur brak spoedig daarna uit; er werden noodsignalen gebrand, noodschoten gelost, maar men ontving geen antwoord. Vroeg in den morgen begaf de bemanning zich in twee booten, de stuurman en negen man in de eene, en de kapitein, zjjne zuster en negen man in de andere. Men bleef bjj het schip, de beide booten waren door een loodljjn aan elkander verbonden, terwjjl men tevens door dit middel gemeen schap met het schip had. Ten 7 ure vroeg de kapitein, die stervende was aan den stuurman om zich weder aan boord van het schip te begeven, alsdan naar boven te gaan om te zien of hjj eenig zeil kon ontdekken. De stuurman was bezig hieraan gevolg te geven, toen de booten door eene zware stortzee werden beloopen, en de eenewaarin zich de kapitein en zjjne zuster bevonden onmiddelljjk werd omgeslagen. De andere was bjjna half vol water geloopen, maar hare bemanning deed al het mogeljjke om hunne kameraden te redden, die met de zee worsteldenop het oogenblik echter dat dit onheil gebeurde, waren de booten omtrent 50 vade men van elkander verwjjderd, en aangezien hunne eigen groote boot half vol water was, konden zjj weinig uit voeren, zoodat zjj er slechts in slaagden één man op te visschen. De kapitein de dame en acht man zjjn verdronken. De overbljjvenden besloten daarop het schip te verlaten. Nadat zjj eenige uren in open zee hadden gezeild, werden zjj ten half vjjf ure gelukkig door de India opgemerkt, die onmiddelljjk naar hen afhield en hen redde uit hun gevaarljjken toestand. De zee was op dat oogenblik in zulk een toestand dat men alle eigendommen en scheepspapieren in de boot moest ach terlaten, die hetzelfde lot ondergingen, al9 het logboek en andere zaken van waarde, die bjj het omslaan van de kapiteinsboot waren te loor gegaan. Gelukkig werd de bemanning der boot echter gered terwjjl kapitein Crawford en zjjne bemanning het hen zoo aangenaam maakten, als de omstandigheden het hun toelieten. De India was op dat oogenblik op 10° OL. en 39° ZBr. bewesten de Kaap de Goede Hoop en de Hollands Trouw werd door haar op een afstand van eenige mjjlen gezien. Laatstgenoemd schip stond echter in lichte laajje vlam, zoodat men het noodeloos achtte het te naderenten gevolge waarvan de India haren koers vervolgde. Ka pitein Crawford zou gaarne de geredde manschappen die allen Hollanders waren, volgens hunnen wensch te Mauritius aan wal hebben gezetmaar hjj ondervond dat dit onraogeljjk was. Den 12den Augustus ontmoette men een Fransche schoener, die juist Bourbon verlaten hadwaarop de manschappen van de Hollands Trouw aan boord overgingen. Het was destjjds stil en de ka pitein beloofde de manschappen hen te Bourbon aan wal te zetten, indien spoedig wat wind kwam opdagen en zoo niet, dat hjj hen dan naar Mauritius zoude over brengen. Niemand van de bemanning kende den naam van het schip, welks kapitien beloofd had bjj de Hol lands Trouw te zullen bljjven, zoodat de naam van dien kapitein niet openbaar kan worden gemaakt. Kapitein Crawford heeft aan den Hollandschen consul te Bombay een rapport overlegd van alle omstandigheden, betreffende de reis en het verlies van het verbrande schip, zoo als deze door den stuurman, volgens zjjn geheugen, werden geschrevon, voordat hjj de India verliet. NB. Nog is te Rotterdam een telegram uit Suez ontvangen, waarin gezegd wordt dat de stuurman per, stoomboot Copernicks vertrokken is. Gemengde berigten. Men berekent dat er in Spanje op elke 160 menschen één geesteljjke is. Stond dit nu met Zierikzee geljjk dan zouden wjj 50 dotniné's en pastoors moeten hebben en wjj doen het er met 8, en het gaat toch goed. Geen wonder derhalve dat de Spanjaarden dit heirleger kost gangers zoeken te verminderen. „Als de katten van huis zjjn, hebben de muizen den vrjjen loop," is een oud spreekwoord. Dit ziet men thans ook te Middel- harnis, maar ongelukkig zit er een in de knip. Twee zusters aldaar worden verzocht zich wat stil te houden over twee meisjes uit een fatsoenljjk huisgezin. Een persplank-ridders-knecht te Middelharnis, uit de duinen opgenomen onder het menscheljjk geslacht, heeft laten zien dat hjj nog een weinig opvoeding noodig heeft

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1868 | | pagina 1