.2545. Woensdag 5 Augustus 1808. 24s"'Ja:u
M-
Nieuwstijdingen.
Hjpawjie.
l\«
Bij de LOTERIJgehouden door de
COMMISSIE voor de Tentoonstelling'
alhier,
zijn
PRIJZEN gevallen op de ouderstaande
nummers.
1 1
157
229
550
454
518
004
701
819
13
147
234
500
437
519
010
702
825
27
148
242
504
443
520
017
704
831
43
130
244
503
450
521
019
708
854
54
150
251
307
451
520
024
709
830
33
157
253
371
404
532
029
710
837
58
150
253
372
403
533
037
728
840
81
101
200
575
409
539
045
732
841
83
104
207
570
471
553
048
733
833
107
109
277
578
473
538
050
730
801
100
173
282
590
474
502
057
745
877
1 10
174
284
594
479
507
000
744
881
112
183
294
598
488
572
003
749
892
114
189
501
400
498
577
003
700
893
119
192
507
408
499
583
009
703
897
120
193
510
410
501
580
072
777
900
123
200
515
41 1
503
587
G80
780
127
204
324
419
500
595
082
789
150
200
520
420
510
001
084
792
153
221
529
429
515
002
080
794
130
222
547
433
517
003
090
795
Men
wort
t vriendelijk
uitgenoodigd de PHIJZEN
te laten afhalen, bjj den Heer SCHÓCK, in de Lange
Pad.
Berigten uit Spanje melden dat de bevolking van dat
land thans meer gebrek heeft te lijden dan ooit vroeger
in de laatste halve eeuw. Geheele provinciën lijden nu
reeds in het midden van den zomer nijpend gebrek
aan levensmiddelen en worden met hongersnood be
dreigd, hetgeen natuurlijk ook nadeeligen invloed op de
ontvangsten der schatkist moet hebben.
Uit Oud-Castilie, hetwelk altijd als de graanschuur
van Spanje is beschouwd stroomen duizenden men-
schen, gelijk gemeld wordt, naar de naburige gewesten
om werk en brood te zoeken en de straten van de
voornaamste steden, zelfs van de hoofdstad, wemelen
van menschen die onderstand voor zich en hun gezin
komen vragen.
's» Gruveiiliuge, 31 Julij. De gemeenteraad van
Ylissingen heeft zich bij adres tot Z. M. gewend en
aan Z. M. in eerbiedige overweging gegevenom de
algeheele voltooijing van den Zeeuwsch-Limburgschen
spoorweg tot Vlissingen zooveel mogelijk te bespoedigen,
waartoe vooral zal kunnen leiden de afdamming van
het Sloe, in elk geval het gereedmaken van de spoorweg-
baan YlissingenSloe, vóór dat het kanaal door Wal
cheren zal kunnen geopend worden.
De algemeene synode van de Nederlandsche her
vormde kerk heeft bij haar vonnis van heden in de zaak
van dr. J. C. Zaalberg, predikant te 'sGravenhage, het
vonnis van het prov. kerkbestuur van Zuid-Holland
waarbij die heer tot gedwongen ontslag veroordeeld was,
vernietigd en de aanklagt van den kerkeraad van
's Gravenhage geheel afgewezentevens heeft zij de
persoonlijke eer en het regt van den heer Zaalberg op
den kansel onbepaald erkend en gehandhaafd. Zij heeft
hem echter vier weken geschorst wegens de stoute
woorden door hem in zijn werk, „Een verboden preek
na weigering van kansel en preekstoel," alsook in zijn
adres aan de synode tegen zekere personen en het
Haagsche college gebezigd. Hij is tevens in de kosten
van het geheele geding veroordeeld.
Na verloop van vier weken zal de heer Zaalberg de
predikdienst weder aanvaarden.
Op de in de nabijheid van Delft aangelegde nieuwe
begraafplaats, welke den naam van Jaffa (de schoone)
heeft ontvangen, is in het aan den ingang aangebragt
gebouw het vertrek aanwezig, alwaar de lijken eenigen
tijd worden neêrgezet van hen, wier spoedige verwijde
ring, ter voorkoming van besmetting, vooral in tijden van
epidemie, wordt noodzakelijk geacht. Door eene vernuf
tige toepassing der electriciteit zal gezorgd worden, dat,
voor het geval er zich een schijndoode mogt bevinden,
de geringste beweging van het ligchaam eene bel doet
overgaan, ter waarschuwing van den opzigter, terwijl de
in dergelijke gevallen aan te wenden geneesmiddelen
steeds zullen voorhanden zijn.
Betreffende de vrceselijke ramp die Zaturdag II. het
stadje 's Ueerenberg getroffen heeft wordt aan het Leidsche
Dagblad door een ooggetuige, die zich toevalligerwijze dien
dag aldaar bevond, het volgende medegedeeld:
De brand waarvan de oorzaak nog onbekend schijnt, brak
uit in een klein burgerhuisje, gelegen in de nog al (ligt ge
bouwde Kelderstraat en werd eerst bekend toen dit reeds red
deloos verloren was en het vuur zich aan de belendende gebouwen
had medegedeeld; schrik verspreidde zich onder de geheele
bevolking. De ligt ontvlambare door de langdurige droogte en
gloeijeude zonnehitte reeds half verschroeide daken, de frissche
koelte uit het noordoosten, de schaarschtc van water en de
afwezigheid van zoovele mannen die wegens den arbeid op
het land niet spoedig huiswaarts konden keeren, een en ander
boezemde bij eeuig bedaard nadenken de overtuiging in, dat
de geheele stad in gevaar verkeerde en binnen korten tijd een
prooi der vlammen worden zon. Wel werden de plaatselijke
brandvvecrmiddelen zoo spoedig mogelijk in werking gebragt
maar alras bleek daarvan het volstrekt ongenoegzame zoowel,
van 's Heerenberg als van liet naburige Zeddam, toen de brand
ook tot de tegenoverliggende huizen en schuren, inet hooi en
stroo gevuld, oversloeg, ja zich zelfs iu de nokken van verder
afgelegen gebouwen en ook in den top der tamelijk verwijderde
roomsch-kalolieke kerk vertoonde. Men wist niet waarheen
zich het eerst te wenden, maar wnarl.e n men zich met de
enkele spuiten waarover beschikt kon wordenook keerde
nergens was men in staat de woedende kracht des vuurs te
stuiten, terwijl wat men hier of daar scheen te winnen vier
voudig verloren weid op andere plaatsen.
De toestand werd inderdaad met elk kwartier bedenkelijker
en de velen, die tot hier met ongeloofelijke inspanning voor
anderen gearbeid hadden, werden genoodzaakt of voelden zich
gedrongen op het behoud hunner eigene woningen en bezit
tingen bedacht te zijn. Weldra vertoonden al de straten een
schouwspel van jammerlijke verandering. Men kon zich soms
door het opgestapelde en door elkander geworpen huisraad
hier en daar slechts met moeite heenworstelen en werd bij
elke schrede door tranen en gebeden tot persoonlijk hulpbe
toon gedrongen.
Iu dezen wanhopigen toestand kwam eensklaps vreemde hulp
opdagen. De brandweer van het naburige Emmerik baande
zich een weg. Tu de meest volmaakte onle, geleid door be
kwame hoofden en bestuurd door den burgemeester dier stad,
werden de inedegebragte spuiten op de meest gevaarlijke punten
geplaatst en zoo doelmatig aangewend, dat binnen weinige uren
aan het woedende element paal en pcik gesteld werd. Viel
en twintig gebouwen waren tot een puinhoop geworden en
40 huisgezinnen van dak beroofdmaar de stad was gered.
Gelukkig dat de wind nagenoeg geheel was gaan liggen, zoo
dat toen de helpers uit Emmerik naar hunne woonplaats
terugkeerden, de verdere blussehing aan de bevolking der plaats
zelve kon worden overgelaten, die daarmede den gansehen nacht
nog de handen vol genoeg heeft gehad.
Wie als vreemdeling getuige is van zulke tooneelen en dus
met meer kalinen blik al wat er gebeurd gadeslaat, acht zich
ook in staat een meer juist eu reglvaardig oordeel te vellen
over sommige dingen, die later misschien niet zonder hartstogt
ter sprake worden gebragt. Niet weinige daden van zeldzame
onverschrokkenheid en zelfopoffering zouden kunnen vermeld
worden, en inzonderheid de kloeke volharding, waarmede twee
mannen te zamen alleen den toren der rooiusch-kaiholieke kerk
hebben gebluseht. Maar ook feiten van minder aangennmen
aard hebben plaats gehad die in het regtc daglicht behooren
gesteld te wordenal ware het maar alleen om ze uit de
omstandigheden te verklaren en te verontschuldigen. Du edele
mcnscbenvrienden uit Emmerik hebben misschien wel eenige
reden te klagen over gemis van orde bij de bevolking der be
dreigde stad en over de min welwillende behandeling, die zij
van sommige lieden uit den geringen stond moesten ondervinden.
Maar hoe kon dit haast anders, wanneer het sauve qui peut
de geesten en harten min of meer heeft bedwelmd en opge
wonden? Wie zal de schuld van enkele ligtzinnigen op de
gansche burgerij willen werpen Dit is zeker: in het hart van
alle weidenkenden heeft Emmerik zich een zuil gesticht en
de naam van den waardigen burgemeester Frank, die uit eigen
zak eene premie had uitgeloofd van 10 tlil. voor de eerste
spuit, die te 's Heerenberg zon aankomen en onvermoeid van
het begin tot het einde zelf het gansche beleid der zaken op
zich nam waarlijk die naam zal in veler gezegend aandenken
blijven, ook al mogt zulk een treffend blijk van internationale
menschlievendheid onverhoopt niet nog op eene andere wijze
schitterend beloond worden.
Omtrent den brand te 's Heerenberg meldt men
nogdat de aanblik van het stad je allertreurigst is.
Daar de stallen wegens het gebrekkige weidevoeder vol
vee zijn, is er voor de van woning beroofde inwoners
daarin geene plaats en kamperen deze grootendeels
onder den blooten hemel.
Uit 1s Heerenberg schrijft men aan de Arnh. Ct.dat
de burgemeesterwiens gezin ook gevlugt was voor den
naast en boven hen dreigenden vuurgloed, thans als ge
volg van den verduurden schrik en angst zijn jongste
dochter heeft moeten verliezen.
Ziorikzoe, 3 Aug. In de vorige week had het
zesjarig zoontje van den Boer alhier het ongeluk
om spelende in de Nieuwe Haven te vallen, en zoude
zeker verdronken zijn geweest, indien de persoon van
J. Verbeek zich niet te water had begeven en -het
voorregthad mogen smaken om het kind van een wissen
dood te redden.
Zioi'ilc^oo, 3 Aug. De gemeenteraad alhier heeft,
in zijne den 29sten Julij gehouden zitting, besloten,
den heer J. Korsten tijdelijk aan te stellen tot leeraar
in de teekenkunde aan de school voor meer uitgebreid
loger en middelbaar onderwijs, tegen eene beloon ing
van ƒ300 'sjaars en onder bepaling dat wekelijks zes
uren les zal gegeven worden.
Gisteren werd in de voormiddag-godsdienstoefening
bij de Evang. Luthersche Gemeente alhier de nieuw
beroepen leeraar Ds. F. G. Lagerslaatst pred. te de
Rijp. bevestigd door den WelEerw. Heer Ds. J. H. W.
Bückmann pred. te Amsterdam met eene rede naar
aanleiding van Jac. 2 7. Des namiddags deed de be
vestigde leeraar zijne intreê-rede, tot grondslag nemende
2 Petrus 1 10 - 12.
Beide godsdienstoefeningen werden door een zeer
talrijk publiek bijgewoond.
Ziorlkzoe, 4 Aug. Op 31 Julij is het Barkschip
Schelde, kapitein A. L. Hoffmanvan Banjoewangie op
28 Februarij vertrokken, te Nieuwediep gearriveerd.
Alles wel aan boord.
De Jury voor de Tentoonstelling van Neder
landsche Nijverheid en Kunst te Arnhem heeft hare
bekrooningen bekend gemaakt. Daaronder komen slechts
twee uit de Provincie Zeeland voor:
1°. De Koninklijke kantwerkschool te Sluis eene
zilveren medaille.
2°. De heer J. M. Knaap, horlogiemaker te Zierikzee,
eene eervolle vermelding voor door hem ver
vaardigde olie voor horlogiën en chronometers.
Z. M. heeft benoemd tot officier van gezondheid
2le klasse, de heer P. C. Buijzethans officier van
gezondheid 3de klasse.
Er wordt veel gesproken van eene vernuftige
uitvinding van M. Replovskeydiaken der kerk van
Stuttgard. Door middel van een toestel, hetwelk op de
brievenbussen wordt toegepastbekomt men bij het
werpen van een brief in de bus oogenblikkelijk een
ontvangbewijs, bevattende het jaarde maand en den
dag waarop de brief in de bus wordt geworpen. Het
is ounoodig op de waarde dier uitvinding te wijzen.
Een treffend voorbeeld van moederlijke liefde
kwam dezer dagen te Iowa aan het licht. Êene vrouw
Catharine Mc Ardle, was tot levenslange gevangenisstraf
veroordeeld geworden. Zij zat reeds 4 jaren, omdat zij
vroeger bekend had haren man vermoord te hebben.
Thans bleek het dat zij aan deze misdaad geheel on
schuldig was en dat haar zoon die moord bedreven
had. Om hem van het schavot te redden, had zij zich
opgeofferd. Gouverneur Merril heeft haar onmiddelijk
ontslagen.
De hoog-ovens te Blansko in Moraviëzijn het
tooneel geweest van een verschrikkelijk voorval. Op
het oogenblik toen men eene groote massa gesmolten
ijzer in den vorm zou laten loopen is onverwachts de
kraan, die de buizen afsloot, opengesprongen en hebben
zestig centenaars gesmolten ijzer zich als een woeden
den lavastroom over den grond verspreid. Deze wit
gloeijende massa die over een vochtig terrein voort-
stroomde ontwikkelde zulk een digien rook dat do
ongelukkige werklieden daardoor verblind huu weg
door de werkplaats niet weer konden vinden. Een groot
aantal van hen zijn door den vuurstroom bereikt en
hebben vreeselijke brandwonden gekregen. Van de
zwaartst gekwetsten, en deze alleen zijn ruim twintig-
in getalzijn reeds verscheidene bezweken.
Aangaande den moordaan boord van liet Ned.
koopvaardijschip Fennechienate huis behoorende te
Nieuwe Pekelanemen wij het volgende extract uit
een brief van den gezagvoerder Otto R. Hotze, uit de
Veencl. Ct. over
„Slechts 2 dagen in zee, toen de stuurman de Grooth
de eerste wacht had van 's avonds 8 tot 12 uur met
2 van het volk, gaat deze ten 10 ure vooruit, om den
matroos James Rodgereen Engelschman te zeggen
dat hij aan het roer moest komen. Deze was zoo woedend,
dat hij, zonder dat de stuurman nog iets gezegd had,
hem een slag met een stuk ijzer toebragt en toen
dadelijk den hals afsneed en over boord wierp. De k k
Jacob Biemholtdie de wacht met mij had en waar
schijnlijk wakker te kooi laggaat er uit om den
stuurman te helpendie nog buiten boord aan een
eind touw hingdat hij gegrepen had. Jacobniet
wetende dat de stuurman geslagen en gesneden was
is druk bezig om den stuurman op te halen doch de
matroos James Rodger is eensklaps achter hem, grijpt
hem bij de beenen en gooit Jacob ook over boord. Nu
beiden aan het touw hingen, snijdt Rodger dat af,
zoodat ze verdronken zijn. Van dat gebeurde wisten
wij niets, namelijk ik en een raatroos, die ik te Londen
gekregen hadaangezien wij sliepen en alles op het
voordek gebeurde. Doch toen zij tegen het achtereinde
van het schip gedreven waren, heeft een van de over
boord geworpenen geroepen van: „„Help! pik mij op!
ik drijf."De Amerikaansche matroos John Hughes,
die het roer had, heeft dit gehoord en riep „Een man
over boord." Toen vloog James Rodger achteruit met
de groote bijl in de hand om dezen het stilzwijgen
op te leggen. Hij bleef bij de kajuit staan om ook
mij dood te slaan als ik aan het dek kwam. Daar ik
nergens van wist, zou ik zeker op het dek zijn gegaan,
omdat ik wakker was geworden door het slaan der zeilen,
en Frans ook maar deze ziet hem gelukkig dadelijk bij
de kajuit staan met opgeheven bijl. Toen sprong Frans
in de kajuit en mij die opging op 'thoofd, roepen
„Moord, kapitein, geef de wapens; ik geloof, dat de
stuurman al over boord is." Wij deden spoedig kogels
in de geweren, eri de revolver werd geladen, doch deze
wilden niet af, daar ik ze twee dagen te voren inge
smeerd had met olie, zoo van buiten als van binnen.
Wij konden niet op het dek komen, zonder gevaar te
loopen vermoord te worden. Ten 1 ure 's nachts vroeg
Rodger mij of ik niet aan het dek kwam. Op mijne
vraag, waar de stuurman was, kreeg ik ten antwoord:
„Hij is naar de hel en ik reken daar komt gij ook
als gij boven komt." Toen maakte hij de kajuit digt,
legde zeilen om het sehijnlicht, opdat wij niets aan het
dek konden zien, voorzag alles inet ankers en kettingen,
en wilde de boot over boord hebben. De andere twee
manschappen moesten hem helpenol zij zouden er
ook aan. Zij hebben toen de boot in de waarding ge
zet hij sloeg den bodem van het watervat in en sneed
het schoonerzeil in stukken. Vervolgens ging hij voorin,
om de poort open te slaan doch toen sneed ik hein
de pas afdoor het schot in de kajuit in stukken te
breken, vooruit over de lading te kruipen en daar weêr
te breken, om op hem te kunnen schieten of hem anders
te overmannen. Hij wachtte mij evenwel niet op. Toen
hij mij hoorde kloppen eu breken, ging hij snel langs
het dek en maakte het luik digtopdat wij nergens
konden uitkomen. Toen beproefde hij het schip in brand
te steken doch de beide anderen zeiden dat ze nog
te ver van land waren, en dat bleef dus na. Woensdag
zag ik zijne schaduw in de zon door de zeilen, om het
vallicht. Dadelijk schoot ik op heraw doch de kogel
miste. De zeilen geraakten in brand, doch werden door
hem gebluseht. Donderdag avond legde hij zich bij het
roer te slapen opdat de anderen hem maar even be
hoefden aan te stootenals wij iets begonnen. De
Amerikaan nam de bijl bij hem weg, toen hij sliep,
en bragt hem daarmede zulk een slag toe. dat hij niet
weer overeind kwam. Toch trok hij nog het mes, maar
viel dadelijk neer, toen hij nog eenige bijlslagen ont
ving. Dadelijk riepen beiden: „Kapitein, de moordenaar
is dood." Edoch wij durfden het niet gelooven den
kende, dat ze met hun drieën het op ons gemunt hadden,
en zeiden daarom dat ze hem in de kajuit zonden
neder werpen. Zij namen toen de kettingen en zeilen
van de kajnits-kap af en smeten hem neer. Wij vingen
hem op de bajonetten van de geweren op, en, na ons
van zijn dood overtuigd te hebbenliet ik een voor
een beneden komen. Wij hebben het lijk vervolgens
buiten boord geworpen. Tot oven;, it vui ramp was
de eene matroos ook ziek geworden, zood.it ik mijne
reis van 34 dagen met twee man en een krank- heb
vol bragt, waarvan de 2do etc urn au Frans en ik 4 dagen
iii doodsangst hebben doorgel ragt." Tot toelichting
diene, dat de stuurman de Grooth ;o huis behoorde te
Nieuwe Pekela, en de kok J. Biemholt ie Nieuwe Schans.
A M ERIK A ANSCH E G E M E N G D E :J K RIG TEN
Het gaat in Amerika, zoo als het gaat in Europa.
Zoo lang men iemand noodig heeft en voordeel van
hem kan trekken, wordt voor hem gezorgd, maar zoodra
dit ophoudt, wordt men vergeten. Vooral is it van
toepassing bij het krijgswezen. Doch iedereen denkt zoo
niet; zoo heeft een senator eene petitie aan den senaat
ingediend verzoekende om de oude soldaten van den
oorlog van 1812 nu eindelijk eens te gaan pensioneren.
In Amerika ziet men echter geene oude soldaten met
een kruis op de borst met een orgel en een aap bedelen,
zoo als men dit in Nederland ziet. Te New-York
hebben de hotelhouders in de laatste dagen goede zaken
gemaakt, ter gelegenheid der scherpschutters-feesten.
Nu, dit was te voorzien maar dat me 10 en 15 dollars
per persoon voor éénen dag logies liet betalen is
toch wat kras. Eenige dagbladen bewerendat het
kerkgaan niets meer is, dan een middel om geheime
bijeenkomsten toe te staan, om onder het masker van
vroomheid de ongeoorloofste plannen te beramen. Die
dus naar Amerika wil komen om dc zuivere leer te
hooren, kan wel in Nederland blijven, hoe verward de
spraken daar ook al worden en hoeveel soorten pro
testanten men daar reeds vindt. Met de wetenschappen
gaat het beter vooruit, en vooral ook met de drukkunst.
Zoo worden de drukpersen van den New-York Herald
gedreven door eene machine van 125 paardenkracht, waar
mede 15,000 exemplaren van die groote courant per uur
worden gedrukt. In 1868 bragt het abonnement van
dit blad op 1,330,000 dollars, maar op kosten worden
ook niet gezien; meermalen worden er meer dan 1000
dollars betaald voor een telegram door den Atlanlischen
kabel. Bij het einde van den burgeroorlog in het Zuiden,
bestond Grant's officiéél rapport uit 18,000 woorden.
Men zegt wel eens dat Yankee's slimmer zyn dan de
duivel, en waarlijk ze zijn listig. De sigaren zijn belast
per stuk, en nu maken die mannen sigaren zoo lang
dat men die wel met twee man moet opligtën, om niet
te brekener. die zoo kort gesneden kunnen worden
als men verkiest. Ofschoon de emigratie steeds blijft
toenemen, schijnen de pas aangekomene Duitscbers het
niet te bevallen wegens de duurte in de groote steden,
en zouden naar de oude wereld wel terug willen, maar
het ontbreekt bij velen aan reisgeld. Evcnv.el denkeu