ZZatttrtftifi 25 J/'lij I8(>8.
IkZI ISdlF NIEUWSBODE.
;Vo. 2540.
24s,e Jaarg.
i\ ieuwstijdingen.
©ostein irijlL
Te Triest hebben dc ongeregeldheden van de afgeloopcn
weck jammerlijke gevolgen gehud. Acht personen zijn gedood
en onderscheideuei) gekwetst. Volgens sommige berigten schijnt
cr aanhitsing van dc landelijke tegen de stadsbevolking iu het
spel geweest te zijn en moet men te gelijk om dc liberale
regering zwart te maken, van zekere zijde het gerucht ver
breid hebben, dat zij die woelige demonstrntiën aanmoedigt
l)e ware aanleiding is echter de aanmatigende houding door
Home tegeuover de nieuwe staatsinstellingen van Oostenrijk
aangenomen en de beinoeijing van die zijde met Oostenrijks
inwendige aangelegenheden.
Het berigt omtrent de velen die gesneuveld en gekwetst
werden bij het oproer te Triëst wordt echter officieel weder-
legd door de opgaxe van de slagtoffers. Een persoon werd
gedood door eene bajonnetsteok, twee zwaar gekwetst. Andere
personen zijn in ligtere mate gewond. In elk geval is het
bij liet tweede oproer ruwer toegegaan dan bij het eerste.
Toen namelijk heeft de militaire magt niet van hare scherpe
wapenen gebruik gemaakt: de kommanderende officier liet het
muziekkorps spelen en die aangename tooueii bragt de gemoe
deren spoedig in een goede stemming en deden het volk
uiteengaan.
Zh
Het bof van assises te Freiburg (groothertogdom
Baden) beeft dezer dagen een hoogst zeldzame zaak
behandeld. Een veertienjarig meisje stond teregt terzake
van kindermoord; zij bad baar pasgeboren kind, welks
vader, haar buurjongen, zestien jaar oud is, gesmoord,
op raad van hare moeder. Het meisje werd vrijgesproken
als hebbende gehandeld zonder oordeel des ouderscheids
doch de moeder der moordenares werd, wegens aan
hitsing tot, en medepligtigheid aan den moord, tot 15
jaren gevangenisstraf veroordeeld.
sHebcrliuib.
Arnhem21 Julij. Een der Duilsche geïllustreerde
hinden bevat een portret van den heer Thorbeeke en voegt
irbij de volgende biografie dieal zijn ook verscheidene
{onderbeden aan velen niet onbekend, 'och wel verdient
haar geheel te worden medegedeeld
«Ofschoon het zeer moeijelijk is zegt een even sclierp-
nig als geleerd Fransch schrijver, Charles de Remusat
de teleurstellingen, welke de ervaring steeds met zich brengt,
te verdragen, zonder moedeloos te worden, zijn er toch over
tuigingen die zich door niets laten schokken, mannen die alles
met onverschrokken blik gadeslaan, vast besloten om zich door
niets te laten ontmoedigen ondanks de ervaring van het
oogenblik en, wat er ook geschiede, nooit aan de toekomst te
twijfelen. Zij hebben liet onwankelbaar geloof, dat de maat
schappij, wanneer zij aan de beweging van den nieuweren tijd
deelneemtdoor eene goede gedachte bezield is."
Tot deze overtuigingen, tot deze mannen behoort zeker Jan
Rudolf Thorbeeke, het uitnemende hoofd van de Nederlandsche
constitutionele partij de leider en ziel van de tegenwoordige
legering, al is het ook dat hij niet aan haar hoofd staat. (1) Nie
mand uieer dan hij is in staat om de groote materiele en
intellectuele beweging van onzen tijd te volgen, haar te begrijpen
en er nooit aan te twijfelen, dat het Nederlandsche volk zoowel
de magt als de roeping en den pligt heeft deel te nemen aan
de beweging van den nieuwen tijd.
Deze geniale staatsman werd te Zwolle uit ouders, tot den
burgerstand behoorende, geboren, die, ofschoon slechts weinig
bemiddeld, toch zorg droegen hem eene bijzonder goede opleiding
te doeu geven.
Reecis in zijne vroegste jeugd toonde hij een bijzonderen lust
voor de studie van de Gricksche en Komeinsche oudheden, de
wiskunde en bovenal voor de geschiedenis. In den zomer van
1814 verliet hij de latijnsche school van zijne geboortestad inet
den eersten prijs in de eerste klasse en werd aan de hoogeschool
ingeschreven. In het begin van 1815 volgde hij den cursus aan
liet Athenaeum 11 lustre te Amsterdam en inzonderheid de col-
legies der hoogkeraren van Lennep, van Swinden en van Rcenou.
In 1817 behaalde bij te Leiden de eerste groote gouden medaille,
die kort te voren door den koning voor de beantwoording van
eene prijsvraag was uitgeloofd. In 18IS zette hij zijne studiën
voort aan de nkademie te Leiden en verwierf in 1819 nogmaals
de gouden medaille. Nadat hij den doctorsgraad verkregen had
ondernam hij, ondersteund door de regering, eene wetenschap
pelijke reis naar Duitschlaud. Hij bezocht de voornaamste
akademien en maakte zich met de studie der wijsbegeerte
vertrouwd, welk in dien tijd aan de Duitsche hoogescholen in
zoo hooge mate bloeide.
Toen hij in 1822 in zijn vaderland terugkeerde, om een
akademischen leerstoel te btkleeden die vroeger voor hem
bestemd was, werd hem deze geweigerd, juist op grond van
zijne wijsgeerigc studiën omdat uit ecu kerkelijk opzigl
daartegen bezwaren bestonden. Men vreesde de gevaren die
voor de studenten uit de kennis der philosophic van Spinoza,
Schelling en llegel konden voortspruiten. Zelfs de beschermer
van Thorbeeke de minister Falck wien onze staatsman vijf
jaren vroeger eene onpartijdige historische studie gewijd had
was niet bij mngte de toenmaals bestaande vooroordeeleu te
trotseren.
1 horbeckcdie nu in Nederland zonder betrekking was,
keerde naar Duitschlaud terug en begaf zich allereerst naar
Giesscn, waar hij als privaat-docent een akademischen cursus
opende. Later vestigde hij zich te Göttingen waar hij zijn
brief aan professor Eichhorn «over de organische karakters der
geschiedenis uilgaf en optrad als medewerker aan liet weten
schappelijk tijdschrift de *Göttinger Gelehrter Anzeiger"
l oen in liet najaar van 1824 het vooroordeel geweken scheen
dat voor hem vroeger in Nederland een hinderpaal was geweest,
keerde hij naar zijn vaderland terug en gaf kort daarop zijne
t Bedenkingen aangaande het Regt en hel Natuurlijk Regt" in
liet licht. In het begin van 1S26 werd hij tot. professor in de
staatswetenschappen aan de hoogeschool te Gent benoemd. Ilitr
hield Thorbeeke van 1S25 tot 1830 een cursus in de geschie
denis der staatswetenschappende staatshuishoudkundede
statistiek en hare toepassing.
De beginselen der regering dien toen gehuldigd werden, gaven
hem aanleiding om in 1829 zijn vlugschrift over de inrigting
van het ouderwijs uit te geven.
(1) In dit opzigt, wij hebben het vroeger reeds gezegd, ver
schilt de reductie in opvatting met deu Dnitschon schrijver.
0,i hit laatst van 1830 zag hij zich gedwongen, door de
scheiding van Belgie en Holland, Gent te verlaten. Hij begaf
zich naar Leiden waar hij benoemd werd tot hoogleeraar in
de regten. In dezen tijd schreef hij zijne beroemde werken over
de verandering van het Earopesche statcn-stelscl (1831) en
over de erkenning van de onafhankelijkheid van Belgie. Behalve
iu het genoemde vak, hield hij te Leiden ook een cursus over
de geschiedenis van het Romeinsche regt en liet huudelsregt
over de geschiedenis der constitution, die van de Nederlandsche
wetgeving, het administrative regt, de uitlegging van de grond
wet van 1815. Door de groote sympathie, welke hem overal
ten deel viel. vormde zich een school van jeugdige leerlingen,
die voortdurend toenam en die den geest zijner beginselen
alom verbreidden en op die wijze zijn arbeid in zekeren ziti
voltooiden.
Zijne werken ondersteunden dien geest en zijne pogingen.
Zijne «aanteekeningen op de grondwetwaarvan spoedig een
tweede druk het licht zag, stelden de talrijke gebreken en
ergelijke misbruiken aan de kaak, die sedert IS 14 in de regering
dezes lands waren ingeslopen. Bij dat werk voegde hij eene
«proeve van grondwetsherziening," aanmerkingen die een histo-
siseh overzigt van het ontstaan der grondwetten van 1814 en
1815 bevatten en tevens eene opwekking voor de toekomst. Dit
werk heeft de publieke opinie geheel wakker geschud, die reeds
sedert geruimen tijd, maar altijd te vergeefs, op eene verbetering
der constitutionele instellingen aandrong. Des ondanks ontbrak
der regering de moed tot doortastende hervormingen, waarvan
het gevolg was, dat de weinig beduidende verbeteringen, welke
Thorbeeke in 1840 met cenigc van zijne politieke vrienden in
de dubbele kamer voorstelde, verworpen werden. Maar weldra
liet de openbare meening aan deze overtuiging regt wedervaren.
De volksvertegenwoordiging en de hooge collegien van staat
ijverden onverdroten door adressen voor doortastende verbete
ringen en de openbare meening door hare organen.
Nogtans s'uitte liet voorstel tot grondwetsherziening, hetwelk
in December 1844 negen loden der tweede kamer voordroegen,
ondanks de schitterende verdediging van Thorbeekeop den
onverbiddelijke!! tegenstand van de partij, die uit beginsel tegen
de invoering van alle nieuwigheden was. Aan deze partij is
ook de nederlaag toe te schrijven die het hoofd der negen
mannen, Thorbeeke, na deze vruchtelooze poging ondervond,
toen hij in 1S46 door de provinciale staten van Zuid-Holland
niet herkozen werd.
De Duitsche schrijver laat hierop eene 9chcts volgen van de
politieke geschiedenis van ons land tot op den tegenwoordigen
tijd, eene geschiedenis, die wij als bekend mogen onderstellen.
Hij eindigt zijne biographic aldus:
Wij zagen korten tijd geleden dat het Thorbeeke gelukte
niet slechts een liberaal kabinet te vormen, maar, wat hij reeds
vroeger, in 1862, verlangde, een kabinet, waarin hij zelf geen
zitting had. Toen waagde het nog niemand van zijne partij
om zonder zijne persoonlijke deelneming in een ministerie op
te treden dat hij gevormd had. Than9 gelukte het hem den
arbeid van zijn gansche leven te voltooijen en er levenskracht
aan te schenken. Hij wenschte; dat het onafhankelijk van zijn
persoon zou beslaan hij benoemde de leden van het ministerie
en blijft zelf, hen steunend, lid der kamer.
LI. Vrijdag viel te Roosendaal een zóó hevige
plasregen, dat een volwassen persoon aldaar, die bezig
was een dam bij zijne woning te maken, door het plot
seling van de hoogten afkomende water werd omgewor
pen en een eind weegs medegevoerd, zoodat hij bijna
verdronken was. De bui had veel overeenkomst met
eene wolkbreuk.
I£otter<lMrr«, 21 July. Eergisteren werd in de
Nederduitsche Hervormde kerk te dezer stede bekend
gemaaktdat bij regenten der diakonie-scholen was
ingekomen van een onbekende eene som van ƒ8000
met toezegging van nog ƒ22000tot opbouw eener
nieuwe ruime diakonie-schoolonder voorwaardedat
de tegenwoordige regenten aanblijven totdat die school
gebouwd en in gebruik genomen zal zijn.
Als eene bijzonderheid kan worden gemeld dat
eene vrouw alhier na ten vorigen jare in October
bevallen te zijn van een tweeling eergisteren avond
weder een tweeling heeft ter wereld gebragt, in de zeven
de maand harer zwangerschap. In tien maanden tijd
heeft dus dpze vrouw aan haar gelukkigen echtgenoot
vier kinderen geschonken.
Bij het begraven van een lijk te Koog a/d. Zaan
werd 11. Zondag een der dragers op het kerkhof plot
seling zoo hevig ongesteld, dat hij als lijk werd te
huis gebragt.
Vlïssiiig-on, 18 Julij. Op officieuse wijze onder-
rigt, dat het maritieme etablissement, met alles wat
daartoe behoort gebouwen, magazijnen, dokken, wer
ven en uitgestrekte terreinen door het ministerie van
marine aan dat van finantiën zal worden overgegeven,
en terwijl onze gedrukte toestand ons naar gepaste
middelen doet uitzien om, zoo mogelijk, aan deze on
gelukkige en vroeger zoo bloeijende en welvarende stad
opbeuring te verschaffenheeft de kamer van koop
handel en fabrieken zich met een eerbiedig adres tot
Z. Exc. den minister van finantiën gewend, met verzoek,
bekend te worden gesteld, of het de goedkeuring van
dien staatsman wegdroeg, dat die kamer, door het
plaatsen van artikelen in de vreemde dagbladen en het
schrijven van brochures, de vreemde industrie opmerk
zaam make op de boven alle beschrijving schoone en
veel belovende situatie voor scheepsbouwgrootsclie
handelsontwikkelingen en industrieele ondernemingen,
welke Vlissingen met zijne schoone havens, uitgestrekte
ruimten magazijnen enz. den wereldhandel aanbiedt.
Ook van wege het plaatselijk bestuur is een adres aan
Z. M. den Koning ingezonden ten einde met bescheiden
aandrang te verzoeken, dat zooveel mogelijk spoed
met de spoorwegwerken worde gemaakt; het eenige
middel waardoor de volslagen ondergang der stad kon
worden voorkomen.
De behoefte aan drinkwater wordt hier met eiken
dag grooter. Naar ik verneem wordt er van wege het
gemeentebestuur eene poging gedaan om water te laten
halen van het kanaal van Neuzen, boven Sluiskil, doch
door gebrek aan beschikbaar vaatwerk en waterschepen
kan dit slechts op kleine schaal geschieden. Het is
te wenschen dat het kanaal-water goed bruikbaar zal
bevonden worden.
Goes, 23 Julij. Gepasseerde nacht omstreeks 3
uur barstte er brand uit in den windkorenmolen van
de Gebr. Allaart te Weuieldingen die eerst Ontdekt
werd toen het gebouw in lichte laaije vlam stond. De
brand schijnt door den bliksem veroorzaakt te zijn. Het
gebouw was tegen brandschade verzekerd, de voorraad
echter niet. Er zouden GO zakken tarwe van den eige
naar en ongeveer 40 zakken graan van verschillende
personen door den brand vernield zijn.
Tengevolge het voortdurend gunstige weder is
de bezorgdheid, die eerst over den nieuwen oogst was
ontstaan, thans geheel verdwenen en zijn de berigten om
trent de te veld staande gewassen van alle deelen van ons
eiland bijzonder gunstig. De nieuwe tarwe en rogge
waarvan II. Dingsdag eenige partijtjes aan de markt waren
is uitmuntend van kwaliteit, terwijl de oogst bijzonder
voordeelig belooft te zijn.
Even als in andere plaatsen begint zich ook hier het
gebrek aan zuiver drinkwater te doen gevoelen en alge
meen wordt er reikhalsend naar weêrsverandering uit
gezien. Heden morgen toekende de Thermometer van
Fahrenheit 88°. Omstreeks 5 uur na den middag betrok
de lucht en daalde de Thermometer tot op 70°. doch de
wind blijft de regen ophouden.
Zierilïxee, 24 Julij.
Uit een berigt in de Amslerdamsc'ie Courant van den
lieer J, van Lennep, zien wij dat hel plan van de heeren de
Kern penner, Vreede en v. Lennep is. om nan den graaf vnn
Zuylen en den heer Heemskerk ieder een gouden gedenkpen
ning aan te bieden.
Uit Bergen-op-Zoom wordt gemeld: Gisteren
avond is wegens oproer aan de Nieuwe-Tonge een de
tachement troepen sterk 50 man onder bevel van
kapitein van Heel, naar de plaats vertrokken waar de
ongeregeldheden plaats grepen.
Ten gevolge van de buitengewone warmte is den
7 dezer te Kloosterburen een daglooner onder het werken
bij het raapzaad-dorscben bezweken. De man laat eene
vrouw met vijf kinderen na.
Arm maar eerlijk Een treffend voorbeeld hier
van is uit Zwolle te vermelden. Vrijdag morgen 11.
keerde een koopman in visch van daar naar zijne
woonplaats Genemuiden terug en verloor onderweg eene
portefeuille, bevattende ƒ445 aan bankpapier. De dood
arme weduwe Bonke (haar naam verdient hier wèl
vermeld te worden) vond die portefeulleen toen zij
door hulp van anderen ontwaar was geworden dat
het gevondene voor haar een schat zou kunnen zijn
bragt zij het dadelijk aan het bureau van policieom
aan den eigenaar te worden teruggegeven. Deze heeft
het brave oudje op milde wijze beloond.
De armen te Wilna hebben een groot verlies ge
leden. Een Israëlietisch koopman Apatof is gestorven,
bij wien dagelijks 300 behoeftige familien haar brood
voor halven prijs konden bekomen. Van die familien
waren twee derden Israëlieten een derde Christenen.
Toen hij begraven werdvolgden 20,000 menschen
zijne lijkkoets.
Te Antwerpen werd jl. Vrijdag de Paradijsstraat
in rep en roer gebragt door een vrij hevig liefdestooneel.
Een jongeling, die in deze straat woonde, had met eene
jonge modiste, met welke hij eene innige liefdesbetrek
king had aangeknoopt, gebroken. Den volgenden dag
viel zij met eenige harer gezellinnen den ontrouwen
minnaar aanen mishandelden zij hem zoo zeerdat
men hem geheel bebloed naar zijne woning moest dragen.
Omtrent de stranding van het Hamburger schip Ophilia
van Hongkong naar Callao op 25/26 Julij wordt gemeld:
Op plu9 minus halfweg de reis strandde liet schip en wij
landden op het eilaud Atafoe (Zuidzee). Wij kwamen met
twaalf man aan wal, doch een van onze manschappen verdronk,
zijnde Willem Boeieus, van Veendam. De stuurman en een
matroos kwamen naakt aan wal, de overigen halfnaakt, barre
voets, euz. De stranding geschiedde 's nachts pl. m. 12 ure,
en tot den morgen hieven wij op het eiland vertoeven. Toen
zijn wij weder gaan zien wat van het schip was overgebleven:
doch alles was weggeslagen en verbrijzeld van klceding vond
men niets, alleen eenige koffijbalen, waarmede zij die naakt
waren, zich konden dekken. Des middags 4 ure ontdekte men,
dat het eiland door menschen bewoond werd, daar er alstocn
menschen bij ons kwamen. Daar wij niet met hen konden
spreken, beduidden wij hun, dat wij schipbreukelingen waren,
waarop zij vertrokken. Een half uur later kwarneu zij terug,
zoowel mannen als vrouwen van het dorp, om ons af te
halen. Zij waren allen zwarten. Wij waren gestrand op den
Zuidhoek, eu zij woonden op den Noordhoek van het eiland.
Het eerst namen wij onzen intrek hij den missioner of prediker,
die ons van kleederen en spijs voorzag, vervolgens werden
wij bij de Negers ingekwartierd eu moesten ons daar volgens
hun gewoonte, niet raauwe visch en kokosnoten behelpen. Daar
op dit eiland geen scheepvaart was, besloot de kapitein om
gezamelijk een boot te houwen, om zoo van hel eiland weg
te komen Na verloop van vier maanden was alles gereed
boot en zeilen en nu besloot de kapitein om met vijf man
uit te zien om een ander eiland te gaan zoeken doch na ver
loop van drie dagen kwam men met de boot terng. Nu zoude
men een tweede reis beproeven, doch de vijf eerstgenoemden
hadden geen zin deze togt mede te doen. Wij staken den
laatsteu December 1867 in zee en daar wij alle zeeman9-
iustrumenteu misten, wisten wij niet, welken koers te nemeu
Wel wetende dat er digtbij eilanden moesten zijn, zeilden wij
nu eens om de Zuid dan weder om de Noord dan weder
om de Oost, dan weder om de West. maar geen landdo, h
met den zeventienden dag bij het aanbreken van den morgen,
zagen wij land. Wij kregen toen tegenwind, zoodat wij kruisen
moesten. Toen hebben wij zoolang met de vlag geseind dat
er booten uitkwamen en ons binnenhaalden. Dit eiland was
een van de Samoa-groep, Apia of Upollo genoemd, waar wij
door den konsul van het uoodige werden voorzien. Hier lag
een Hamburger hark, Sophia, die ons naar Europa hcefi terug
gevoerd.
Gemengde berigten.
„Valsche vrienden zijn gevaarlijker dan openbare
vijanden," zegt men thans in de omstreken van Dordt
sedert de laatste verkiezing van een lid voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal. Ongelooflijk is het dan ook
welke Jezuiten-listen er gebruikt zijn om op de verkie
zing te werken, dat al meer en meer uitkomt, terwijl
Judas van het Dagblad er goede zaken mede maakt.
Te Washington was de heer Roest van Limburg zeer po
pulairen men hoopt er dat de Nederlandsche regering
een Nederlaudschen gezant er zal heen zenden van
diezelfde beginselen. Het verkiezingswerk is afge-
loopen, en zoo als voorspeld was is Johnson niet
herkozen. Bij de laatste stemming heeft de heer Seymour
al de stemmen op zich vereenigd van de democratische
partij. Het regerings-programma isinkrimping der
staatsuitgaven, gelijkmatige belastingen, afschaffing vau
het militaire stelsel, en meerdere punten die door de
Souvereinen van Europa wel nagevolgd moesten wor
den. De Chinesche gezanten zijn hoogst voldaan
over hun ontvangst te Washington, en trachten nieuw-e
handels-traktaten tusschen de vereenigde Staten en
China tot stand te brengen. Te Parijs bevindt zich
thans een gewezen minister van Koning Theodorus van
Abyssinio die verklaart naast zjjn Koning tegen de
Engelschen te hebben gestreden, en dat Theodorus door
Erigelsche Soldaten is omgehragt. In Engeland zegt
mendat Holland te arm is om de vestingwerken in
Luxemburg at te breken waaraan reeds lang moest
begonnen zijn. Dus de graaf van Zuylen heeft meer
op zich genomen als hij ten uitvoer kon brengen, dat
vroeg of laat zeker wel weder oneffentjes zal geven.
Een waarnemende garnizoens-Commandant te X.
zal nu voor zijne vrouw en dochter nieuwe model
hoedjes laten komen en eenige andere artikelen van
weelde, daar die dames die wel verdiend hebben met
het water-verkoopen uit een garnizoens-regenbak. Maar
die man is nu juist voor zijne goede daden en voor
liefde tot zijnen naasten geschorst in zijn waterkraam.
De zoon van een Noord-Bevelandschen boer wordt
aangeraden het gebabbel over anderen na te laten, en
zulke uitdrukkingen niet meer te bezigendaar dit
hem zal berouwen; want:
Die laag op een ander ziet
Deugd den meesten tijd ook niet,
Dat nu weer gebleken is
Bij de voorlaatste Kermis.
Eene dienstmeid te Z. heeft zich 11. Zondag te Schud-
debetirs zoo geamuseerd op den schommel dat zij er
nog stijve leden van heeft. Men kon zien dat het een
voorbereidings-feest was voor de Zierikzeesche kermis,
want de dames waren zoo mak dat zij zonder moeite
te vangen waren. Te zien in de menagerie van A. B.
te Z.vier katten aan elkander geboren, zoodat deze
met zijne andere dieren een kijkje overwaardig zijn.
jMarktprijzen to Ziorikzee.
23 JULIJ 1 868.
Boter, laagste koers ƒ0,75 en hoogste koers ƒ0,90
per 5 ons. Kip-Eijeren, laagste koers ƒ0,625 en hoogste
koers ƒ0,70 per 25 stuks.
Burgerlijke Stand to Ziorikzee.
geboren:
9 July. Een zoon van G. Schroeijers en A. Kanie
11 dito. Eene dochter van C. J. Elsevier en J. van
der Velde. 14 dito. Eene dochter van J. A. van
Woerkens en A. Rikman. Een zoon van M. Berk-
houdt en D. Blok. Eene dochter van T. Bakker en
A. Peterse. 15 dito. Twee zoons van J. Boot en
J. Kostense. 16 dito. Een zoon van J. de Vlieger
en M. Legemate. Een zoon van J. L. Wansink en
I. Lokker. 18 dito. Een zoon van J. C. Vroone en
A. Stolp. Een zoon van J. de Vlieger en N. C.
Slierendregt. 19 dito. Een zoon van F. L. Geerarda
en A. M. van Oort. Een zoon van C. Koevoets en
H. Monnee. 21 dito. Een zoon van C. Paterik en
A. van der Valk. Een zoon van L. van der Valk
en L. Slager. 23 dito. Eene dochter van A. C. de
Mooy en Z. C. Hertstein.
gehuwd:
15 July. G. Lemsonjtn. en J. Hansejd.
overleden:
11 July. E. A. Gerritsen, oud 37 jaar, jd. 13
dito. J. Mulderoud 61 jaarwed. J. Beekman.
16 dito. P. J. Dietvosoud 32 jaar, vrouw van D.
van Wanrooij. 18 dito. J. A. Luijcx, oud 7 m. z.
J. van den Ende, oud 9 m. z. I. J. Leijdekkers,
oud 6 m. z. 20 dito. J. Bolle, oud 9 j. z. 22 dito.
W. Leijdekkers, oud 73 j. man van J. Bezaans. 24
dito. M. G. Kleijsen, oud 80 j. Weduwe van L. Guinee.
flbfocrtemticw.
Ondertrouwd
Goes,
24 July 1868.
Algemeene kennisgeving.
J. A. THEEWIS
en
J. C. SCHEFFER.
Bevallen van een' Zoon, A. van den HOEK—
Tazelaar.
Barendregt, 21 Julij 1868.
Algemeene kennisgeving.
Bevallen van eene Doc lit or, Z. C.
de MOOIJHertstein.
Zierikzee, 23 July 1868.
Tot diepe droefheid van rap en mijne kinde
ren overleed hedenna eene ziekte van acht dagen
mijn geliefde Echtgenoot BARTEL van der WAL, in
den ouderdom van ruim 58 jaren.
Serooskerke, M.* EVERTSE,
20 Julij 1868. Wed. B. v. d. Wal.
Heden overleed op een zeer betreurenswaardige
en noodlottige wijze, tot diepe droefheid zijner Ouders,
Broeder en ZustersJAN van der SLUISin den
ouderdom van 27 jaren en 5 maanden.
Brouwershaven, Uit aller naam,
23 Julij 186S. N. van der SLUIS..