Zuturdag 11 1868. Xo. 2556. 24slc Jaaru. Nieuwstijdingen. 11 vtentié'n. Z1E RlkZ E E S C H E I EH W SHORE. t 'p. j I Londen, 6 Julij. Eene zekere Miss Rye heeft haar leven in Engeland aan eene zeer edele taak gewijd. Zij heeft het lot beklaagd van de hondorde arme naaisters en dienstboden, die in het overbevolkte Engeland schier van honger omkomen en zij heeft getracht aan deze behoeftige zusters een boteren werkkring te openen. Tot de overtuiging gekomen zijnde, dat de Britsche koloniën in Amerika, zoo als Canada, de beste gelegenheid aan fatsoenlijke en ijverige vrouwen aanbiedt om een over vloedig bestaan te vinden, heeft zij reeds verscheidene keereif geheele scheepsladingen uiet arme Eugelsche luei-jes naar het W.;st ;n ;n 1 ^genom »n. Onlangs we Ier- om met drie honderd in Ctuada aangekomen zijnde, waren allen reeds op den dag harer aankomst als dienst boden «rehnurd. Emigranten zouden wel doen te beden ken of°het altijd wenachelijk is naar de Vereenigde Staten te gaan, 'alwaar in dezelfde havens de duizenden der geheetje wereld aankomen, en of Canada niet beter kans tot slaging aanbiedt, daar volgens de officiële opgaven, vooral landbouwers nooit behoeven te vreezen, geen overvloedig werk te zullen vinden. In hetblaauweboek over den abyssinischen veldtogt vindt men twee brieven van koning Theodoras aan sir Robert Napier, kort voor zijn dood geschreven, die een blik in dit zonderlinge karakter doen werpen. De eerste dezer brieven is door luitenant Prideanx overgo - bragt en luidt woordelijk In naam des vadersdes Zoons en des Heiligen Geestesdes eenigen God in eenheid en drieëenheid. Mijne landgenooten hebben mij den rug toegekeerd en haat jegens mij opgevat, omdat ik hun schatting oplegde en hen onder militaire tucht wilde brengen. Gij hebt mij overwonnen, door een volk dat aan gehoorzaamheid is gewend. Mijn aanhangers, die mij liefhadden, werden door een kogel angst aangejaagd en vlugtten ondanks mijne bevelen. Toen gij hen verslagen hebt, was ik niet meer onder de vlugtelingen. Mij een magtig heer achtend, leverde ik u slag. Het volk van mijn land hoonde mijomdat ik het geloof der Franken aange nomen hadmen zeide dat ik muzelman was geworden en wekte op tien andere wijzen mijn toorn tegen zich op. Moge God het booze dat ik hem gedaan had ten woede keeren. Ik had het voornemen had God zoo gewild, de gansche wereld te onderwerpen en het was mijn wensch te sterven, als mijn doel niet bereikt kon worden. Ik had gehoopt na mijne vijanden in Abysinie bedwongen te hebben mijn leger naar Je ruzalem te voeren om dit van de Turken te bevrijden. Een krijgsman die sterke mannen als kinderen in zijne armen wiegt, zal nooit dulden, dat hij zelfs in de armen van anderen gewiegd wordt." De tweede brief werd den 12den April door Bender overgebragt. z/De koning der koningen, Theodoras: moge dit den beminden dienaar der groote koningin van Engeland bereiken. Ik schrijf u zonder u bij naam te kennen, omdat ons verkeer zoo onverwachts kwam. Dat ik gis teren u mijn brief gezonden heb en met u getwist heb, doet mij leed, mijn vriend. Toen ik uwe manier van oorlogvoeren zag en de kloekheid van uw leger en toen mijn volk mijne bevelen niet uitvoerde ver teerde mij dc smart bij de gedachte, dat mijne soldaten, ofschoon ik hen doodde en tuchtigde, niet tot eene strijd wilden terugkeereu. Terwijl het vuur der ijverzucht in mij gloeide, kwam satan tot mij in den nacht, die mij in verzoeking bragt mij met mijne eigene pistolen te dooden. Maar bedenkendedat God toornig op mij wezen zon, wanneer ik op deze wijze voortging en de mijnen zonder eenige bescherming achterlietzond ik in allerijl tot u, opdat ik niet zou sterven en niet alle dingen in verwarring zouden geraken, voor mijne bood schap u had bereikt. Nadat mijn bode vertrokken was. spande ik de haan van mijn pistool, hield die in mijn mond en trachtte af te schieten. Ik beproefde en beproefde weder, maar het schot wilde niet afgaan. Maar toen mijn volk op mij losstormde, ging het af juist op het oogeiiblik, als ik het van mijn mond verwijderd had. Nadat God alzoo uitgewezen had dat ik leven zou, niet sterven, zond ik Rassam tot u. Gij eischt alle Europeanen van mij, zelfs mijn besten vriend, den heer Waldmeijer. Welaan, het zij zoo. Maar nu, daar wij vrienden zijn, moet gij mij niet zonder werklieden laten, daar ik een vriend van de werktuigkunde ben." \TV Bij de voortzetting der discussie» over het budget in de zitting van het wetgevend ligchaam heeft de lieer Jules Fnvre gezegd, dat Frankrijk onder de tegenwoordige finantiele om standigheden niet rijk genoeg is om een keizerrijk te betalen. Hij werd deswege door den president tot de orde geroepen. De heer Rouher heeft het gevoelen wederlegd, dat Frankrijk op een voet van gewapenden vrede staat. Onze effectieve leger- sterkte, zeide hij, is die van eene armee op voet van vrede. Onder alle omstandigheden en tegenover alle landen, als Grieken land, de Donau-vorstendommen, zoowel als tegenover Duilschland hebben wij altoos de bevrediging en onafhankelijkheid der na tiën tot beginsel gesteld. l)e volmaking van de magt dei- wapenen is slechts een onmisbare waarborg tegen oorlog. Wij moeten op alle eventualiteiten voorbereid zijn. IIet zou on- voorzigtig zijn eene groote natie bloot te stellen aan het gevaar van in de onmogelijkheid te worden gebragt om hare eer en hare vlag te verdedigen, voor hot geval dat dit noodig uiogt zijn. Het gouvernement heeft daarbij volstrekt geene neven bedoeling. Voor ons is de vrede de groote voorwaarde tot beschaving en de oorlog een groote ramp. In dien wensch naar vrede stemt het gouvernement met de oppositie en de meerderheid overeen. Doch de vrede te willen handhaven, dit leidt niet tot de conclusie dat wij ons moeten ontwapenen want het gonvernement hoeft op de broederlijke gevoelens der volken niet zooveel vertrouwen als de heer Fnvre er np heeft. Daarna ziju de nlgcmeene beraadslagingen gesloten. Voor de regtbank te Algiers stond, volgens de franschc bladen, een zeventienjarig jongmenseh teregf, beschuldigd van inenseheneterij. Hij had, zoo luidde de acte van beschuldiging, liet lijk van een kind opgegraven en het opgegeten. Du iu- gewunden h id hij gekookt, een deel van het lijk rauuw ver slonden. l)e beschuldigde voerde aan, dat het lijk was opge graven door een jakhals, die het reeds half verslonden had. Toen had hij deze vrceselijke prooi aan het dier betwist en. zelf er zich mede gevoed, daar bij wegkwijnde van honger en geen kans zag voedsel te bekomen. I)e regters, zijn honger en de verdere omstandigheden tot verouschuldiging in aanmer king nemende, spraken hein vrij. De San Antonio Express van 21 Mei geeft de vol gende bijzonderheden aangaande een hagelstorm. „Onze stad is een tooneel van verwoesting; geen huis is er dat niet meer of minder beschadigd is; vele zijn vol slagen puiiilioppen waarvan niets anders dan eenige brokken muren zijn staande gebleven. De hagelsteenen drongen door de beste daken; zij vlogen door zinken daken als kanonkogels. Alle ramen op het noorden uitziende werden verpletterd; zelfs vensters en deuren in splinters geslagen. De stad kon na een bombardement niet erger uitgezien hebben. De daken in de geheele stad zitten zoo vol gaten als een zeef. De hagelsteenen waren van een onregelmatigen vorm en van allerlei grootte alsof een massa ijs verbrokenen door een dwarrelwind boven onze aan het verderf gewijde hoofden, ter aarde werd geworpen. Men vond een enkelen hagel steen ter zwaarte van vijf pond, en een ontzaggelijke menigte ter grootte van een mans vuist. Vele familiën wier huizen inhagelden kropen onder bedden en tafels en ontkwamen op deze wijze ligchamelijke beschadiging. Wij hebben slechts van één doodelijk geval gehoord een negerjongen; velen echter werden zwaar gekwetst, ja sommigen armen en beenen gebroken; de geheele bevolking verkeerde in doodsangst. De aan alles toe- gebragte schade is zeer grootzij is met geen 500 duizend dollars te dekken. De korenvelden en moesge wassen in tuinen liggen plat op den grond, en zien er uit alsof zij gedorscht zijn. Alle vruchten zijn vernield. De storm geleek een vreeselyken veldslag; het geraas was zoo verschrikkelijk dat de menschen malkander niet konden verstaan, of zij moesten elkander in de ooren schreeuwen. Wij vernemen dat de storm over een breedte van 5 tot 25 mijlen gewoed heeft alles vernielende over een streek van 30 mijlen van het Zuiden naar het Noorden en van 10 tot 20 mijlen van het Oosten naar het Westen. Te Duinkerken heeft II. Zatunlag een geweldige brand gewoed, waardoor het uitgestrekt entrepot der heeren Bourdon Cie., aan de Citadelkade, vernield is. Do brand begon des middags len 12 ure in een lokaal, hetwelk lag opgevuld met partijen alkohol, vlas en andere ligt brandbare goederen. Niet- tegeiis aandc alle inspanning en de hulp van militairen, was men eerst des avonds tegen 9 ure het vuur meester. Volgens den Précurseur zou de schade op eenige milliocnen begroot en het onheil aan de onvoorzigtighVid van een werkman to-go- schreven moeten worden. Eenige personen hebben verwondingen bekomen, hoewel niet gevaarlijk. 31-eft «r la j Beostl, 4 Julij. Laatstleden Zondag heeft er in de It. C. kerk te Rhenoy, gemeente Beesd, een brutale diefstal plaats gehad. Iemand had zich in de kerk laten sluiten, ten einde zich meester te maken van een geldkasje dat op het orgel bewaard werd. De pastoor zich 'savonds oin 10 ure in de kerk begevende, meende eenig geraas te hooreuhij ging den kappellaan roepen, en toen de beide heeren terugkwamen, sloop de dief, die met den lokalen toestand zeer goed scheen bekend te zijn, met den vermeesterden buit. de kerkdeur uit en was weldra uit het gezigt. Men kreeg intusschen kwaad vermoeden op zeker persoon uit de gemeente; de politie werd er van ouderrigt en hoogst waarschijnlijk zul de vermoedelijke dader wel uitgevonden worden. IVeii-vJoii, 8 Julij. Heden namiddag had alhier de plegtigheid plaats van de eerste steenlegging voor het stations-gebouw der spoorwegen NeuzenMec-helen en NeuzenGent. Dit, om der gevolgen wille, voor deze stad zoo gewigtig werk werd, namens concessionarissen, verrigt door den heer H. van de Waltynevan Sas-van- Gent, terwjjl door het muzijkgezelschap Apollotot op luistering, vóór, bij en na de plegtigheid eenige stukken werden uitgevoerd; de vaderlandsche vlag wapperde zoowel van de openbare gebouwen als van de meeste woningen der ingezetenen, terwijl die op het stations- veld doormengd waren met de Belgische kleuren. Warme toespraken werden gewisseld zoowel door den aannemer Verkuijl Quakkelaarals door de heeren van de Wattijne SteenkampSturm en van Pienbroekvooral ten betoge hoe deze internationale zaak niet anders dan tot meerdere verbroedering moet leiden tusschen de inwoners vooral van dit gedeelte van Nederland met die van Oost- Vlaanderen en verder aangrenzende Belgische provinciën. Tot lid van den gemeenteraad alhier is gisteren gekozen de heer J. de SmidtJz.in plaats van den landbouwer N. Bakkeroverleden. Zierikxee10 Julij. Bij de herstemming van een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal in het kiesdistrict Dordrecht zijn ingekomen 2005 stembriefjes door 2004 kiezers ingele- leverd. Van onwaarde zijn 21 verklaard. De Heer Bichon van IJsselmonde heeft 1071 en de Heer Jhr. Gevers Dcynoot 913 stemmen bekomen. Eerstgenoemde is alzoo gekozen. Het vijfde algemeen Evangelisch-nationaal zen- dingsfeest zal den 29slfn dezer in de nabijheid van het station de Steeg op het daartoe door mevrouw douarière gravin Bentinck van Middachten afgestane landgoed Middachten gehouden worden. Omtrent de feestregeling wordt het volgende medegedeeld: Vooreerst zullen 4 extra-treinen de reizigers tot onmiddelijk voor het feest terrein voeren, terwijl de gewone treinen aan het station op ongeveer '/4 uur aftand van het feestterrein ophouden. Nadat zich sedert 's morgens acht uur de muziek van tijd tot tijd zal hebben doen hooren, wordt te 10 u. 15 m. de openingsrede op de hoofdspreekplaats gehouden door den heer Cohen Stuart, predikant te Rotterdam. Ver volgens zal de heer Looman verslag doen omtrent den toestand en de werkzaamheden der zendingsvereenigingen in Nederland, waarna de groote pauze zal plaats hebben. Ten 2 ure en ten 3'/4 ure zal op drie verschillende spreekplaatsen het woord gevoerd worden door de heeren A. Couvee, predikant te Doesburg; J. van Dijk Mz., te Doetinchein; L. T. Esseler, zendeling te Worchester (in de Kaapkolonie;) H. E. Faure theologisch doctor en predikant, te Doesborgh Herhst, predikant te Nijmegen; Ph. J. Hoedeinaker, theologisch doctor en predikant te Veenendaal; J. van der Hoorn, te Zutphen; Joh. van 't Lindenhout, te Nijmegen; J. H. van Linsclioten te Zutphen; F. L. Rutgers, theologisch doctor en predikant te Brammen, en O. G. Schot, oud-zendeling. Ten 5 ure wordt de slotrede gehouden voor de reizigers die naar Rotterdam en Amsterdam en verder gelegen plaatsen moeten vertrekken door den heer A. Brummelkamp docent aan de theologische school te Kampen. Nadat middelerwijl op eene andere spreekplaats nog onder scheidene sprekers zullen zijn opgetreden wordt de finale slotrede ten 6 ure gehouden door den heer P. Huet, laatst predikant aan de Kaap. Zr. Ms. oorlogsfregat Prins van Oranje is zondag jl. uit het dole van Vlissingen naar de reede gehaald en ligt thans geankerd. Aan boord bevinden zich ver scheidene overgeplaatste werklieden met] hunne huis gezinnen. Jl. Dingsdag is het fregat, gesleept door Zr. Ms. stoomschip de Valk, naar het Nieuwedicp vertrokken. In den nacht van 8 op 9 Julij is in het schaar van Waarde, nabij het vuurschip op de Westerschelde, door den feilen stroom met het anker doorgegaan en tegen de plaat gedreven en daarna vol water geraakt, de Nederl. tjalk „Marguretha," schipper Jacob Tbeunisse, geladen niet gerst, komende van Hoofdplaat en bestemd naar Antwerpen veel van den inventaris en een weinig van de lading is te Bath aangebragt, ook zijn de op varenden aldaar behouden aangekomen het schip zal evenwel geheel weg zijn daar hetzelve reeds in het zand is geweld. De schipper is daardoor van zijn middel van bestaan beroofd en tot armoede vervallen, daar het schip niet is verassureerd. Uit Harlingen wordt geschrevenSedert eenigen tijd voert men van Londen en Huil hier eene groente aan, welke nog weinig in Nederland bekend is, te weten de bladsteelen der rhabarberplant. Wel wordt zij hier en daar bij ons te lande aangekweekt als sierplant en soms als iets bijzonders gegeten, maar verbouwd wordt zij eigenlijk nergens. Zooals men weet, smaakt de moes er van bijna als die der kruisbessen. Dezer dagen is te Posen zekere boekbinder, met name Wittmann, ter dood veroordeeld. Deze man schijnt eene bijzondere voorliefde voor het verkrijgen van er fenissen gehad te hebben, en daarbij al te logisch zich gehouden te hebben aan den regel, dat om eene erfe nis te maken altijd iemand moest sterven, en om iemand te doen sterven arsenicum een geschikt middel is. In 1858 kwam Wittmann te Wolion wonen, waar hij vroe ger kennis gemaakt had met Pirsch en zijne huishoud ster, Mor ie Ghem. Weinige dagen later stief Pirschen mejufvrouw Ghem kreeg de erfenis. Een jaar later huwde Wittmann raojufvrouvf, Ghenu Daarop stierf eene tante van de jonggehuwde, en mevrouw Wittmann kreeg eene erfenis. Twee jaar later stierf mevrouw Wittmann en haar man kreeg de erfenis. Een jaar later trouwde Wittmann op nieuw. Na eenige maanden stierf zijne tweede vrouw, en kreeg hij weder eene erfenis. Kort daarna trouwde hij voor de derde maal. Vier maanden later stierf de derde vrouw, die vrij bemiddeld was, en Wittmann kreeg de erfenis. Nu wachtte hjj slechts twee maanden, om zijne vierde vrouw te nemen, die nog rijker was, maar een zoon had. Die zoon stierf den dag na het huwelijk, en de vierde mevrouw Witt mann kreeg de erfenis. Toen ging Wittmann te Posen wonen. Doch zijne vierde vrouw had nog geen testa ment ten zijnen gunste gemaakt Zij deed dat eerst an derhalf jaar na haar huwelijk, ten gevolge waarvan zij ook eerst in September 1866 stierf, en Wittmann kreeg de erfenis. Zyne vrouw was zoogenaamd aan de cholera ge storven en moest dus den eerstvolgenden dag be graven worden. Doch Wittmanns buitengewoon erven was in Posen bekend geworden. Men verwonderde zich. Men kreeg achterdocht. Men bemerkte, dat de vrouw zonder docter gestorven was. Het huis werd doorzocht, in eene kist eene massa arsenicum gevonden. De lijken der vierde, derde, tweede en eerste vrouw werden opgegraven en bleken arsenicum te bevatten. Wittmann werd gevat en ter dood veroordeeld. Als men Pirsch en de tante der eerste vrouw, den zoon der derde vrouw, en nog een eigen zoon van Wittmann mederekent, wiens dood wij niet eens ven- meld hebben dan krijgt Wittmann acht moorden op zijne rekening, welke hem een niet onaanzienlijk ver mogen, benevens de doodstraf hebben opgebragt. Om een denkbeeld te geven van de verbazende massa persónen, die uit de oude wereld naar Amerika gaan om zich aldaar te vestigen, diene dat van 1 Jan. tot 1 Junij 1868 alleen in de haven van New-York 80 duizend landverhuizers zijn aangekomen. Dit aantal zal echter nog wel vermeerderen als de Staten van ons werelddeel voortgaan met hunne buitensporige wape ningen en met het vermeerderen van de belastingen. AMERIKAANSCHE GEMENGDE BERIGTEN. Gelijk gewoonlijk op een lievigen storm, stilte volgt, zoo zijn ook de verschrikkingen van het impeachments proces voorbij gedreven, en hebben plaats gemaakt voor kalmte en rust, terwijl de president verlangend uitziet naar den 4den Julij, doch hij zal niet herkozen worden. Kolonel Jeröme Bonaparte doet thans een reisje met Ge neraal Grant, zeker met het doel om op de verkiezing te werken. Te Washington is eene chinesche ambassade aangekomen die alle mogelijke eer wordt bewezen. Men zoekt al het mogelijke te doen, om de Vereenigde Staten als een voorbeeld van gastvrijheid en eensgezindheid te doen kennen. Men hield er eene revue over de troepen die door die mannen met jurken met belangstelling werd bij gewoond in gezelschap van den president. Nu 4 Julij zoo langzaam komt aanhuppelen en de New-Yorkers hunne feestgewaden in orde brengenkomt ook eene verbazende levendigheid opdagen. Het zal gewis eene der levendigste verjaardagen der omweutelings onafhanke lijkheid in deze stad zijn, sinds jaren gevierd. Het begin reeds te wemelen van vreemdelingen; en, wat het beste van alles is menig stuivertje zal in de zakken onzer burgers rollen, die te zamen geteld geen onaanzienlijk sommetje zullen uitmaken. Met rassche schreden worden de voorbereidingen tot het houden van de scherp schutters-feesten te New-York voortgezet, eneere-pryzen komen van alle zijden inuit Weenen o. a. een zilveren drinkhoorn ter waarde wel van ƒ2000 Nederlandsch geld. Verschillende tijdperken en Natiën zullen in hun oor spronkelijk kostuum worden voorgesteldwaaronder Wilhelm Teil en dc uitvinder van het buskruid. De afgevaardigden uit Europa is men dagelijks wachtende. Het zal op de feesten te New-York niet ontbreken aan ijs en vlaggen. Zoo zal één huis 100,000 vlaggen leveren en op dit oogenblik is er voor drie millioen dollars ijs in voorraad. De heer Jacob Whitlook te New- York heeft verleden week zulk een geducht pak slagen van zjjn lief wijfje gekregen, dat hy voor zijn geheele leven verminkt zal blyven. Dus in Amentia zyn de vrouwtjes ook niet mak. De fenians woelen nog steeds voort; zij zoeken zich nu van Canada meester te maken, en de kogels welke zij gegoten hebben zjjn niet van zoetemelksche kaas zamengesteld. In Mexico blyft wanorde heerschen en de reizigers worden op de groote wegen geplunderd en vermoord; terwijl de Europesche krijgsgevangenen met stokken worden geslagen en krygen weinig en sjecht voedsel. Gémcngde bcrigfteii. Een slagter te C. heeft zijne begunstigers zoo smakeljjk laten peuzelen van een afgestorven varken dat er velen van ongesteld waren. Wordt daar niét beter naar ge zien, dan is er geen keurmeester meer noodig. Drie fatsoenlyke meisjes uit de ganzenkooi te B. worden aan geraden zoo vriendschappelijk niet te zijn met een water vogel en een boer, en vooral des Zondags niet, daar men dit niet van hen verwachten zou. Een Geldersch juffertje te X. moest haar gesnap wat inhouden, daar men anders een slot op haar mond zal hangen en een ring doen door haar klein neusje. Dus: Yryster! let maar op uw zaken, En zijt geen mensch tot overlast, Want nu krijgt gy beschaamde kaken, Met 'tslot dat op uw snavel past. Op de markt te S. is een zwarte vink gevangen dat nog al wat rumoer en klucht heeft veroorzaakt; En zij riep bij gekke sprongen „Heb ik uu geen lieve jongen?" Maar men lacht die gekke bruid Nu in alle kringen uit. De Dordtenaars hebben zich nu eens regt afgesloofd met het verkiezen van een Lid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dit zal wel de schuld niet zyn van de Dordtenaars zelf, maar zeker van de Lichten op het platteland. Dus nu staat de Staatkundige balans juist in den evenaar, want men heeft nu juist zooveel conservatieven als liberalen, waarde vrienden van achter uitgang over juichen zullen, zonder te begrypen boe zij misleid worden. Valt dan ook de verkiezing in het volgende jaar in dien geest uit, dan gaan wij bepaald terug naar het oude, en de belasting op het gemaal, brandstoffen enz., zullen spoedig worden ingevoerd, en dan zullen er wat jérémiaden opgaan onder degenen die er het meest belang by hebben dat het brood on belast blyft. Sedert drie weken is de tarwe een paar gulden gedaald, en het brood is geen cent afgeslagen ware dit omgekeerd, het brood zoude zeker een paar cent duurder zijn; en by dat moois komt nog, dat het brood by vele bakkers altijd te ligt is voor de smalle gemeente. De meeste bakkers hebben dan ook twee Bootten broodhet brood dat de wigt heeft en van zuivere tarwe gebakken is, is voor de noblesse, en dat te ligt is en van kunstmeel is gebakken is voor de mindere broeders, maar in prys is het gelyk. ^larktprij/ien to Zirnril{/ec. 9 JULIJ 1 868. Boter, laagste koers 0,62s en .hoogste koers 0,75 per 5 ons. Kip-Ëyeren, laagste koers ƒ0,65 en hoogste koer9 0,70 per 25 stuks. Burgerlijke Stand te Zierikzee. geboren: Eene dochter van P. F. Guinée en W. C. Eene dochter van L. de Waal en C. van dito. Eene dochter van A. Douw en A. de 4 July. Schouten. Zon. 6 Waard. overleden: 4 July. P. J. Hoeder, oud 75 jaar, man van C. Tuinman. 6 dito. P. Janse, oud 4 maanden, dochter. 8 dito. G. Lokker, oud 3 maanden, zoon. 10 dito. J. van Wezemaal, oud 76 jaar, wed. van J. Merlie. Getrouw<1 Elkerzee, den 8 July 1868. L. STEENLAND, Az. en A. MATTHIJSSE, Md. Heden overleed, tot droefheid van hare Kin deren en Behuwd-Kinderen MAATJE van WOUWE, Weduwe J. Evertse in den ouderdom van byna 73 jaren. Kerkw.erve Uit aller naam den 5 July 1868. P. EVERTSE. Eenige kennisgeving. Heden overleed, in den ouderdom van byna 61 jaar, onze geliefde Moeder FEMMETJE ZEKVELD, geb. Kok. Eene slepende ziekte maakte een einde aan haar voor ons zoo dierbaar leven. Amsterdam Uit aller naam 5 J u 1 i 1 8 6 8. G. KOK Jr.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1868 | | pagina 1