No. 2500. 24s,e Jaarg. Woensdag April 1808. Een oogenblik van stilstand. Nieuwstijdingen. m ÜISSCHË IWSIIOI) Men aI»on neert zieh: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren; In Noord-A incrika bij J. QUINTUS, te Grand Hapids, Staat Michigan. 1 11 ïi eni c» ai ts-Prijs: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden.30. Franco per post, in Nederland- 1.60 Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3.90. Verschynt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiö n 10 cent. voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. J)e inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddag» 10 nre. Huroa lis Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94 Brieven en Tngezondciie Stukken, franco. De strijd op politiek terrein is voor een oogenblik gestaakt. De Tweede Kamer heeft den Bden dezer een reces tot 21 dezer genomen. Vooraf heeft zij de Indische begrooting voor 1868 behandeld. De daartoe betrekkelijke wetten hadden reeds voor 1 Januari in Indie afgekondigd moeten zijn. De klachten over de moeilijkhedendie de toepassing van o-oede regelen van comptabiliteit in Indie veroor zaakt hebben, zooals elke nieuwe regeling medebrengt, zijn vermeerderd door de wijzewaarop uir. F. AI ij er de begrooting had ingericht en zijn gemis aan finan- tieele en administratieve bekwaamheid. Het was zaak dien toestand zoo spoedig doenlijk te doen ophouden, door vaststelling der nieuwe begrooting voor Indie. Bij het verdwijnen van don heer Trakranen was de Indische begrooting voor 1868 gereed. Maar de heer Ilasselman trad op, ging alles nog eens „onderzoeken en overwe gen" het eenige wat de goede man weet of doet en toen de wetten eindelijk waren ingediend, had hij twee maanden noodig om het verslag der Kamer te beantwoorden. Zijn antwoord is een toonbeeld van reactionaire neigingen, die hij onmachtig is in praktijk te brengen. Uit de cijfers der begrooting, na de ont binding weder ingediend, bleek toch geen verschil van richting. Maar de partijdie vroeger zoo hoog opgaf van herstel der finantien en het brengen van stabiliteit in de inkomsten in Indie, voert bij deze begrooting de uitgaven met 6 milioen in één jaar op en raamde de inkomsten op een half milioen minder! Ziedaar dan het practisch finantieol beleid in Indie van dit kabinet. De Tweede Kamer heeft zooveel mogelijk door allerlei amendementen besnoeid en een milioen geschrapt. Over de cijfers kon strijd zijnmaar zelfs het minis- terieele lid W. ran Goltstein verklaarde den Bisten Maart onder meer: „Degenen, die in opinie omtrent de kolo niale politiek van den minister verschillen, kunnen tegen de cijfers der begrooting geen bezwaar hebben." Ook de heeren Hochussen en van Wassenaer zeiden, dat de heer Ilasselman in hun zin zeer goed sprak, maar geen enkel bewijs in de begrooting had gegeven, dat hij het behoudende stelsel in Indie voorstaat. Verschillende reactionairen hebben dan ook ten slotte onder de 17 leden behoord, die tegen de bcgrooting stemden. Geen wonder; wel kan hij lang in het wilde praten en zeer weinig waardige uitvallen tegen personen richten; maal ais hij handelen moet, weet de heer Ilasselman niet waar hij beginnen zal en is de onbekwaamheid zelve. De liberale meerderheid besloot dan ook de begroo ting voor Indie vast te stellenafgescheiden van elke politieke beschouwing en in het belang van een gere- gelden gang vau zaken in Indie alles zoo spoedig mo gelijk af te doen. In politieke beschouwingen, zeidc de meerderheid in het eindverslag, zullen wij bij de staats- begrooting treden. Het kwam ook niet te pas, met dit kabinet meer te redekavelen dan strikt noodig is. Bij het onderzoek der staatsbegrooting waven toch deze beschouwingen vooropgezet „Bij de overweging in de afdeelingen der Kamer van de wets-ontwerpen tot definitieve vaststelling der staats begrooting voor het loopende jaar, werd eerst en vooral de toestand, waarin de vertegenwoordiging zich met betrekking tot het ministerie geplaatst vindt, besproken. Van de zijde der meerderheid noemde men eeuparig dien toestand even voorbccldeloos als treurig. Toen het tegenwoordig bewind zijne taak aanvaardde zeide men, werd het met welwillendheid ontvangen. De zedelijke kracht, daaraan te ontlcenen. werd echter weldra dooi de teleurstelling, welke de verwisseling van betrekking door don heer Mijer berokkende, gestuit. De wijze van optreding van het ministerie bij de in 1866 uitgeschre ven algemeene verkiezingen en in do nieuwe Kamer kon geen vertrouwen vestigen. Die Kamer stemt de begrooting van buitenlandsche zaken, voor 1867 met eene kleine meerderheid aangenomen, voor 1868 af, niet enkel uithoofde van diplomatieke handelingen van het hoofd van het departement, maar ook omdat, althans bij een deel der leden, het algemeen regeringsbeleid afkeuring vond. Die afstemming had dns eene zeer be paalde beteekenis. In verband met vroegere verschijn selen zou de beteekenis weinig minder zijn geweest zoo bedoelde begrooting met de meerderheid van eene enkele stem wave aangenomen. Nu grijpt het ministerie op nieuw, voor de tweede maal binnen vijftien maanden, niettegen staande het naderen van de gewone tweejaarlijksche ver nieuwing- der Kamer voor de helft, naar het uiterst middel. Het waagt eene nieuwe proefneming, men kon het niet an ders beschouwen, van dwang op kiezers en vertegenwoor diging; het doet eene algemeene spanning ontstaan; en bedenkt niet, welke, geenszins heilzame indrukken zoodanige herhaalde volksoproeping in een groot deel des lands achterlaat. Het doel der herhaalde ontbinding wordt gemist. Het kabinet ziet die veroordeelen en Be ontbonden Kamer in het gelijkstellen. Niets klaarder thans dan tusschen regeering en vertegenwoordiging de noodige overeenstemming ontbreekt.. Niettemin blijft het ministerie een onbegrijpelijk proces voor zijn bestaan voeren; een proces, waarin, zoo veel men zien kan, geenerlei landsbelang betrokken is. „Ondertusschen wordt niets wezenlijks verricht, lijdt zoo menig gewigtig staatsbelang bij stilstand of uitstel neemt eene algemeene onzekerheid omtrent den gang der publieke zaak de gemoederen in, en daalt de zede lijke invloed van het gezag meer en meer. Onder zulke omstandigheden laat liet ministerie aan de vertegen woordiging geen anderen uitweg over dan afstemming van alle begrootingen." Vervolgens werd de vraag besproken, of men niet eenvoudig een votum van wantrouwen bij hoofdstuk XII, onvoorziene uitgaven, zou uitbrengenmaar de meer derheid vroeg, of het ministerie zich daarom zou be kreunen, na al zijne nederlagen. Eindelijk werd, afgescheiden van do politiek, in het finantieel beleid van deze ministers afdoende reden ge vonden om het alle vertrouwen te ontzeggen. Voor zulk een toestand staande, sprak het van zelf, dat de meerderheid bij de Indische begrooting alleen de kwestie van cijfers besprak. Wat. deed nu de ministerieele partij? Zij redekavelde eindeloos eerst twee volle dagen over algemeene begin selen van koloniale politiek en rekte de discussie over de artikelen daarna dagen achtereen; zij sarde de libe rale meerderheid door allerlei aan- en uitvallen en tergde, met den heer Ilasselman aan het hoofd, de op positie. Welk eene waardige houding! De oppositie be waarde evenwel een minachtend stilzwijgen totdat de zaken en de cijfers behandeld werden. Wat wilde men Och, het guheele doel was door lang te praten en zaniken, zegt de lijd, liet leven van dit iiic'onstitutionecle ministerie te rekkendat zich als wanhopig aan de portefeuille vastklemt. De heer Fokker had den Bisten Maart immers voor gesteld onmiddelijk de staatsbegrooting na de Indische aan de orde te stellen. De ministerieelen wilden dit niet, en ook de ministers verzochten uitstel. De Kamer nam het voorstel Fokker echter met 36 tegen 34 stem men aan. Nu wilde men rekken. Daarom werd eindeloos gepraat en geredeneerd en wist de ministerieele partij tot den Bden dezer te komen. Toen stond de stille week voor de deur ou wilden velen een reces. Daarom is dan ook met 46 tegen 27 stemmen besloten eerst den 21sten dezer weder bijeen te komen. Tot dien tijd is er dus rust. Maar men walgt van de handelwijze eener partij, die zulke toeren verricht om nog enkele weken langer aan het gezag te blijven en den strijd door zulke kunstjes wat uitstelt. te goochelen. Hij is die pogingen moede en zal eerlang eene brochure in het licht zenden waarin hij aantoont, dat de. heer Pellault, de nieuwe eigenaar van den Courrier niet anders is dan een agent van de afdeeling drukpers zaken van het ministerie van biunenlandsche zaken die in last had om het blad te doen sterven. Die dood schijnt dan ook nabij, want in minder dan drie weken is het aantal exemplaren van 16,000 tot 3000 geslon ken. De heer Vermorel verhaalt daarin verder hoe men, met het doel om op de verkiezingen te Parijs invloed uit te oefenen en de stemmen der democratische partij te versnipperen hem, den hoofdredacteur, aangeboden heeft vrijstelling van zijne verdere gevangenisstraf en verdere boeten te schenken, alsmede de noodige gelden om de schulden van den Courrier te betalen en zelf zich te verwijderen enz. London, 4 April. Groote sensatie maakt een ge- regtelijk onderzoek op het lijk van een pas uit een der Londensche gevangenissen ontslagen jongmensch. Ge woonlijk is in de gevangenissen de infirmerie zeer goed zoodat bij vroeger onderzoek telkens de beste bewijzen van ziekenverzorging werden gegeven. Thans echter is er iemand gestorven nadat hij de gevangenis verlaten had. En bij onderzoek blijkt het nu, dat de dwangarbeid in de gevangenissen zoo zwaar en het dieet zoo schraal is, dat de gevangenen zeer ligt onbekwaam voor het werk worden. De geneesheer echter, steeds bedacht op onwil om te werken, begint met die gewaande onwilligen eenige dagen op water en brood te stellen. De thans gestorven persoon was vóór twee maanden gezond in hechtenis gesteld. Een ander was nog niet hersteld van den invloed, die een even lang verblijf in het tuchthuis op zijn gestel gehad had. Een derde persoon die in 1t zelfde huis gewoond had als de thans gestorvene, was mede tengevolge van de behandeling, door hem in de zelfde gevangenis ondervonden vóór eenige maanden gestorven. Drie gevangenen werden gehoord en beves tigden de getuigenissen der overige getuigen. De jury drong op een onderzoek naar het regime der gevan genis aan. Leon Coussac, de knecht van Keizer Napoleon, die reeds lang vóór 1848 in zijn dienst Was, en sedert altijd bij hem is geblevenis verleden week gestorven. De lijkdienst werd in de kerk St. Germain L'Auxerrois gehouden. Geheel het dienstpersoneel op de Tuilerien, dat niet hoog noodig op zijn post moest zijn had last ontvangen, de lijkdienst bij te wonen. Dit verlies wordt diep door den Keizer gevoelt, die zeer innig aan zijn ouden getrouwen dienaar gehecht was. Leon was de eigenaar van het huis, dat de Keizer bewoonde, wanneer hij naar Vichy ging, en plagt Z. M. dan schersend tot zijn begunstigden knecht te zeggen: „Leon ik ben uw logeergast. Uit Reims ontvangt men berigt omtrent avbeids- staking, het gevolg van den ongunstigen toestand, waarin de arbeidende klasse verkeert. Men ducht, dat het te Rijssel en Rouaan er eveneens toe komen zal. De heer Vermorel, hoofdredacteur van den Courrier Francaisdie zich thans in de gevangenis St.- Pelagie bevindt, beklaagt zich zeer over de wijze, waarop men van zyne gevangenisstraf partij trekt om zijn blad weg 4 April. Te 's Gravenhage loopt weder het gerucht dat eene derde ontbinding volstrekt niet zoo geheel buiten de plannen zou liggen, als velen geloven. Wanneer daartoe mogt. worden overgegaan zou echter daarmede tevens het optreden van een nieuw of gere construeerd kabinet gepaard gaan. Voor de waarschijnlijkheid van dat gerucht voerde men aan het besluit, gisteren in de Tweede Kamer geno men, in strijd met de vroegere beslissing, om eerst na Paschen de begrooting te behandelen. Wij hebben van de „MaatschappijTot nut van den Javaan" een vliegend blaadje ontvangen, inhoudende, dat in Augustus 1867 op de Algemeene vergadering der 1 „Maatschappij tot nut van de Javaan" besloten werd het derde eeuwfeest van den tachtigjarigen oorlog plegtig te vieren, hoe in 1568 onze vaderen in het vertrouwen op God den kamp aanvaarden voor vrijheid en regt tegen den matigsten vorst der aarde. Op een volk met zulk een verleden, rust een zware verantwoordelijkheid, daar het zelf geen kluisters willen- j de dragen den armen Javaan tot dwangarbeid voor i 's gouvernements rekening in koffijtuinen suikerrietvel den doemt., een straf, die zelfs tot geeseling en brandmerk veroordeelde misdadigers niet mogt opgelegd worden. Spanje zelfheeft niet zoo onregtvaardig met onze voor vaders gehandeld. De Maatschappij uit in dit haar blaadje den wensch, dat wij, wanneer wij op 24 Mei a. s. het derde eeuwfeest van den bevrijdingsoorlog tegen j Spanje vieren, wij dit feest de kroon opzetten, door I de kluisters te verbreken, waarin wij den armen Javaan j geketend houden. N<3iizen, 6 April. Omtrent den in de vorige week j in deze gemeente gepleegden diefstal bij IluijssenSr. j kan men mededeelen, dat er bereids op vermoeden eergisteren twee personen te Hulst in verzekerde be- waring zijn gesteld, woonachtig in de gemeente Clinge, Hulsten zoo men zegt door Iluijssen en zijne j vrouw zijn erkend. Het zijn twee kooplieden in wild, j die dagelijks de boeren bezoeken tot het drijven van hunnen handel. 5 April. Gisteren heeft het pro vinciaal geregtsbof in Zeeland uitspraak gedaan in het i in de vorige week behandelde regtsgediug tegen J. van i Dam mg, bijgenaamd de Dekker, oud 33 jaren, wonende te Lamswaarde. Het hof heeft den besch. vrijgesproken van de hem ten laste gelegde brandstichting, alsmede van liet schrijven van eenige brandbrieven. Daarentegen is hij schuldigverklaard van diefstal bij nacht in de aanhoorigheid van een bewoond huisen mondelinge en schriftelijke voorwaardelijke bedreiging om een anders eigendom in brand te steken, en is mitsdien veroordeeld tot eene tuchthuisstraf van twaalf jaren, eene geldboete van ƒ12.50 en in de kosten. Het Zeeuwsch genootschap der weteuschappen is dezer dagen in het bezit gekomen van een exemplaar van den zoog-enaamden maanvisch Orthragoriscusmola Linn.). Hoezeer deze bewoner van de groote zeeën, die zich door zijn omvang, maar bijzonder door zijne vreemde gedaante onderscheidt, bij onze Noordzee-visschers zeer goed bekend is, zoo gebeurt het zelden, en in den regel slechts ten gevolge van stormwederdat hij op onze kusten verdwaalt en strandt. Dit is met dit exemplaar het geval geweest in de maand November van het afgeloopen jaar te Westkapelleterwijl het als eene bijzonderheid melding verdient dat op denzelfden tijd een exemplaar van den maanvisch gestrand is te Helder, zijnde daarvan eene uitvoerige beschrij ving met af beel ding en zeer belangrijke ontleding medegedeeld dooi den hoogleeraar Harting in do Verhandelingen dei- koninklijke academie van wetenschappen elfde deel. Het exemplaar van het Zeeuwsch genootschap werd te Leiden opgezet en maakt thans een natuurkundig sieraad van zijn kabinet uit. Zicu'ilizioe, 7 April. De eerste kamer der staten- generaal is bijeengeroepen tegen Diugsdag 14 dezer. Naar men verneemt, moet gepasseerde week eene geweldige windhoos de diligence rijdende van Veen- wouden tot Heerenveen digt bij Gorredijk zoodanig hebben getrofien dat de bagage daarboven op werd opgeligt en de conducteur van schrik, zoo spoedig hem zulks doeulijk was, zijne verhevene plaats verliet, om niet mede opgenomen te worden onder de trekvogels, die thans bij menigte komen vliegenechter is er weinig beschadigd en zijn de passagiers met den schrik vrij gekomen. -- Onlangs zijn weder onderscheidene personen naar 't nieuwe werelddeel gestevend, terwijl p. in. 500 a 600 (waaronder vele hands werklieden) uit. de provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel zich gereed makenom in de eerste helft der maand April den vaderlandschen bodem te verlaten en hun geluk in ver wijderde oorden te gaan beproeven. Opmerkelijk is t aanzienlijk aantal vrouwelijk personeel, dat thans mede den togt zal aanvaarden; men fluistert, dat velen hunner met het heimelijk doel vertrekken, om in het voorgesteld Eldorado t.e vinden, wat hier hoe langer hoe bezwaarlijkei- wordt, een welgesteld echtgenoot. Als 't waar is, dan mag zulks ongetwijfeld met regt een treurig teeken I des tijdsgenoemd worden; wel waardig, dat mannen van i ervaring en wetenschap te dien aanzien een onderzoek instellen en middelen opsporen, waardoor de oorzaak j van dit droevig feit, zoo 't mogelijk is, worde wegge- j nomen. Jl. Dingsdag morgen had te llarlingen een ongeluk i plaats. De trein die ten 6 ure 55 min. van daar naar Groningen zou vertrekken, stond gereed, de passagiers hadden allen plaats genomen en de machinist zou zicli op de machine begeven, toen plotseling, na, een knal, de locomotief als 't, ware uiteenspatte en de ketel na twee a drie malen in aanraking met den grond te zijn geweest eerst op belangrijken afstand in rust. bleef. ï)e voorste wielen werden door de wagenloods geslingerd, op een afstand van p. m. 50 el. De glazen in den omtrek werden allen verbrijzeld, doch gelukkig rukte de locomotief, waarschijnlijk door een stoot, zich van den trein los, zoodat de passagiers, hevig geschokt,, maar overigens met, den schrik vrijkwamen. De stoker Lehman, een huisvader met 4 kinderen, werd letterlijk verplet terd de kleederen hem van het ligchaam gerukt hingen hier en daar, de zolen zijner laarzen lagen bij de locomotief en zijn ligchaam tusschen de goederen wagens. De ontsteltenis was algemeen en de oorzaak van het ongeval is onbekend. Men zegtdat sedert Zaturdag eenig ongemak aan de machine bespeurd is en dat de nachtstokers Dingsdag nacht ontdekt, hebben, dat reeds met 30 pond drukking de stoomfluit afging. Ook was de machine, no. 8, oen van de eerste te Har- lingen aangekomen, die, naar men zegt, door het zoute water veel heeft geleden. Gr xoiiHiiig-de berigteii. Volgens geruchten zal de Tweede Kamer na Paseheu weder ontbonden worden, in de hoop om er mannen in te krijgen als Koorders Mozes Salvador, Iz.iS.kie van het Dagblad van 's Gravcnhage en de mannen van de Nieuwe Gorssche Courant. Nu, dat zijn mannen die vooral bijzonder goed geschikt zijn voor minister van finanliën, want hunne eerlijkheid is bekend en hebben geen kromme vingers. Naar het schijnt zal Mijer als gouverneur-generaal van N. Indie vervangen worden door een van Zuyleii, want het is wel een slimmer!, maar hij is toch geen jonkheer, baron of graaf, en die lieden moeten altijd aan den eersten trek zitten. De conservatieven, die nooit de waarheid spreken, beginnen nu te zeggen, dat Nederland nooit zulk een toppunt van welvaart heeft bereikt dan thans; en die maar kan, gaat naar Amerika om de armoede te onlloopen die het erfdeel is geworden vau het trouwe volk van Nederland. Zij moeten mijne oude schulden maar opnocmeu, dan zal ik die wel binnen een paar dagen betalen," zegt iemand te S. Dus zeker-. Even als de rok En de oude klok. Aldaar moest Jakobijntje zoo boos niet zijn op Brammelje en zijne raadgeefster, want die hebben hef niet gedaan; maar: Eerst in een anders eer getast. Dat toch voor dien man niet past, Maar na roept de winkelier «Man, komt gij eens even hier *25iet nooit naar een anders bult »Maur betaal uw eigen schuld." Een schipper wordt verzocht, wanneer hij nog meer te Z. rnogt vernachten bij gelegenheid van een koopdag van rogge, zich wat fatsoenlijker te gedragen, anders zoude hij wel in uomnier 100 kunnen verdwalen. Te Woudricliem wordt eeoe dame zoo weemoedig als men tot haar over vrijerij spreekt, dat zij begint te huilen doch van de post-weide is zij niet bang. Een sabel man te H. heeft zooveel bier gedronken, dat de dochter van een kastelein hem niet ïueer aandurft, want de brouwers zouden Het ondervinden. Twee zotten te Sint- Maartensdijk moeten zich niet verbeelden, dat er twee dames in de kerk naar hen zitten te lagchon en pinkcloogen, want zij komen in geen aanmerking. Jufvrouw F. te H. zal eerlang in de huwelijksboot stappen met een stuurman, die tweemaal zoo oud is als zij, ongerekend eenige zeemans-jnren. Dns die oude vrijer volgt ook de les: oude wijn en jonge vrouwen. Nu moet hij nog ecu oud huis koopen. dan heeft hg altijd werk genoeg, want die een oud huis heeft en eene jonge vrouw, hoeft nooit te vragen wal hij doen moet. Een kalk- en zandman te B. wordt aangeraden, geene bezoeken meer af te leggen bij zijn collega, daar bij anders veel kans heeft om de deur uit gezet te worden. Te Ellewoulsdijk heefi het barkschip G. in annulling geweest met een kotier, eu zal gerepareerd moeten

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1868 | | pagina 1