Z1ER1KZEESC1IE NIEUWSBODE No. 2492. 24sle Jaarir. Zaturdag 8 Feb 1868. N ieuwstij d ingen. SPüHtsdiiïmK Men abonneert zich: Iu Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Aniorika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. A 1> o ïi 11 ements-Pi'ijs: voor reide uitgaven. 1,30. - 1,60. - 3,90. Voor 3 maanden Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerika, franco New-York V ei-scliijiit: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentie n 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advcrtcntiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Iloek van de Schuithavcn, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. Holi Freymonddoor het geregtsliof te Moudori,, Waadland, ter dood veroordeeld wegens het vergiftigen zijner vrouw, en poging tot een dergelijk misdrijf op een jongman, aan zijn schoonzuster verloofd, die hij wensohte te trouwen, heeft dezer dagen zijn vonnis on dergaan. In Zwitserland wordt noch de gnilottinne noch de galg gebruikt, de manier van ter dood brenging bestaat in onthoofding door middel van liet zwaard. Do misdadiger wordt stevig gebonden, geblinddoekt, met de handen op den rug vastgeknoopt, op een stoel op het schavot geplaatst. De beulsknecht haalt dan het hoofd bij de haren achterover, terwijl zijn meester een twoehandig zwaard grijpende, don hals met een wonder baarlijke behendigheid doorsnijdt. Bij de tegenwoordige gelegenheid waren omstreeks 12,000 personen tegen woordig. De veroordeelde had gedurende den vóoraf- gaandeu naeht zeer goed geslapen. Te tien ure dronk hij twee glazen wijn, en vertrok toen naar de gerechtplaats voorafgegaan door den beul in scharlaken gekleed met een driekanten hoed op het hoofd. Toen de misdadiger het schavot had bereikt omhelsde hij den kapelaau en de gendarmes. De toebereidselen duurden omtrent vijf minuten; de beul greep toen zijn zwalt'deen suisend geluid werd door de lucht gehoord en het hoofd was van het ligchaam gescheiden. De kapelaan. Beniot hield een korte aanspraak gedurende dat het ligchaam losge bonden werd en met een zwart kleed bedekt. Men schrijft uit Laar dd. 21 Jan. 11. De Rh. u. Ruhr-Ztg. zegt: Het is huiveringwekkend te vernemen, hoe vaak de gruweldaden op den weg van Ruhrort naar Laar zich herhalen. Zaturdag-avond jl. begaf zich de 14-jarige zoon des slagers W.te Laar met een door een' hond getrokken kar naar huis, doth werd plotselings door twee straatroovers overvallen, ran welke de eene de kar doorzocht terwijl de andereeen gespierde kerel, den knaap bij de borst pakte,en herri zijn geld afvroeg. Op de verklaring van den aangevallene, dat hij geen geld bezat, trok de booswicht een groot mes te voorschijn om het den knaap door de hersens te jagen. Deze echter pareerde den geweldigen stoot met den arm af, doch werd daardoor op drie plaatsen ernstig gewond, zoodat hij het behoud van zijn leven slechts aan de tijdige tus- schenkomst van zijn hond had te danken. Zij het, dat het edele dier door de hulpkreten zijns meesters of door den reuk van diens bloed zijn gevaar besefte, genoeg, het scheurde zich los van de kar, waaraan het was gespannen, wierp zich woedend op den roover en slin gerde hemna deerlijke verwonding weerloos op den grond neder. Nog met de lappen van het verscheurde gewaad van den roover in den bek, vervolgde het trouwe dier nu den anderen roover, doch zonder hem te kunnen vinden. Een der van dit feit verdachte booswichten is reeds in hechtenis genomen. Vermoedelijk zal men hem ter recognitie, met den hond confronteren die, is hij der regte persoon, niet zal nalaten behoorlijke getuigenis tegen hein af te leggen. XI In de volgende week zal voor het kantongeregt te T (Seine en Marne)volgens 7 Epoquede vol gende zonderlinge zaak dienen. Op de laatste markt te T waren een pachter en een slagter, die zamen zaken gedaan hadden aan dezelfde tafel gezeten en haalden hun hart op aan heerlijken visch met een piquante saus. De slagter haalde onder het eten uit zijn porte feuille een bankbillet van 200 francs voor den dag om den pachter de schapen te betalen, welke hij van deze gekocht had. Het ongeluk wilde, dat het billet in de sauskom viel. De slagter haalde het met voorzigtigheid er uit en het tusschen zijn vinger en duim houdende, schudde hij het om het te laten uitdruipen. Maar de hond van den pachter, deze beweging als eene gracieuse invitatie beschouwende, hapte naar het billet en slokte het, zonder het te kaauwen, in eens naar binnen. De slagter stond van verbazing te kijken en werd daarop verschrikkelijk boos. „Ik moet mijn bankbillet terug hebben. Uw hond zal ik dood maken en openen," zeide hij tot den pachter. „Ik verbied u welhernam de ander, „dat gij mijn hond zoudt doodmaken hij is meer dan 200 francs waard." Wel, dan ben ik u niets schuldig. Uw hond heeft u voor het geld geïnd en dat nog wel onder getuigen." „Mijn hond is mijn kassier niet. En buitendien, waar is uw kwitantie?" „Nu gooit ge het op dien boeg, dan vervolg ik u." „Goed zoo," ant woordde de pachter. Deze zaak nu zal a. s. Vrijdag voor den kantonregter te T te berde komen, die wel wenschen zou dat dien dag Salomo in zijne plaats zat. XJti'eolit, 2 Febr. Heden morgen voor 6 uur werd in het gebouw der inkwartieringskazerne aan de Lange Nieuwstraat alhier brand ontdekt. De vlammen sloegen uit de bovenzalenwaar de veld-artillerie haar magazijn heeft, en deelden zich dadelijk mede aan de groote zaal van het stud, gezelschap Olympia en de artillerieschool. Voor dat eenige spuit aanwezig kon zijn hadden de vlammen reeds zooveel voedsel ge kregen, dat er aan redding van het brandende gebouw niet te denken viel en men zich moest beijveren de panden in den omtrekdie reeds last begonnen te krijgente beveiligen. Door de wind-rigting liepen de huizen in de Zuilenstraat, vooral die bewoond dooi den adv. de Koek en majoor de Man, en de stal nevens het huis van den Heer Patijn, veel gevaar. Door ijverige zorg van de brandweer, bijgestaan door eenige officieren en particulieren, werd dit gevaar afgewend, maar niet het minst door eene verandering in de windrigting. Daardoor werd evenwel de pas zoo prachtvol herstelde Cath. kerk van St. Katharijne op nieuw bedreigd. Inmiddels was echter de watermassa door een 12tal spuiten van verschillende kanten van de L. Nieuw straat door de huizen der Zuilen straat en van de Nieuwe Gracht, aangevoerd, zóó groot geworden, dat men niet alleen de geheele omgeving kon beveiligd achtenmaar ook den lang smeulenden puinhoop kon bedwingen. Tegen half negen ure was men het gevaar, dat zeer ernstig was geweestte boven. De schade is niet gering. Op het magazijn was veel goed; de schade voor den staat wordt op duizende guldens begroot. De goederen van het gezelschap Olympiavan zijne leden en van vele anderendie aan de wapens doen, zijn geheel weg; alleen .de werk tuigen van Olympia zijn geassureerdmaar te laag. Het stadsgebouw is verzekerd. MjwlclelHiirg-, B Febr. Het prov. geregtshof in Zeeland heeft eergisteren arrest uitgesproken in de zaak van Johanna Meliefste, oud 30 jaren zonder beroep, wonende te Burgli beklaagd als zou zij in den nacht van 31 October op 1 November jl.uit een schuurkot, staande op eene van alle zijden afgesloten erf, dat tot de aanhoorigheid der door K. Bijkerk, te Burgh, bewoonde huizing behoort, ten diens nadeele, een zwarten merinos rok, een baaijemThoolschen rok en een bruin gestreepte boezeroengeschat op eene gezamenlijke waarde van 85 cent, arglistig weggenomen en zich toegeëigend hebben, alsmede als zou zij in den namiddag van 31 October-jl., uit een ongesloten kabinet in de woning van genoemden Bijkerk, een katoenen laken, ter waarde van ongeveer een gulden vijf en dertig cents, ten nadeele van den vrachtrijder J. Kostense arglistig hebben weg genomen en zich toegeëigend is schuldig verklaard aan eenvoudigen diefstal en diefstal gepleegd bij nacht in de aanhoorigheid van een bewoond huis, en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroor deeld tot eene correctioneele gevangenisstraf van zes maanden, alsmede in de kosten der procedure. 5 Febr. Maandag zoo wordt gemeldt waren eenige matrozen van een ter reede van Rammeken9 liggend Hanoveraansch schip aan het stoeijen weinig vermoedende dat hunne grappen zoo treurig zouden eindigen. Een jongeling van 22 jaren had het ongeluk te vallen, waardoor zijn mes in de zijde drong, terwijl het lemmet afbrak. Na een lijden van eenige uren"is lnj aan de gevolgen bezweken. Zierikzee, 5 Febr. Vemits zooals wij reeds gemeld hebben de longziekte onder het rundvee in de gemeente Zonnemaire is uitgebroken, hebben gedepu teerde staten van Zeeland de volgende bepalingen vast gesteld. Als door de longziekte besmet wordt verklaard het gedeelte der gemeente Zonnemaire, begrensd ten noorden en ten oosten door den Noorddijk van den zeedijk van den Kijkuit-polder tot het nieuwe veer van Zonnemaire: ten zuiden door den Langendijk van gezegd veer langs den bebouwden kring van het dorp Bommenede, de zoo genaamde achterweg daaronder niet begrepen, en ten westen door den dijk tusschen de polders Bloois, Oud- Bommenedeen Kijkuiten Nieuw-Bommenede; bestaande alzoo het gemelde besmette gedeelte uit de polders Nieuw-BommeDede en Nieuw-Nataarsmet dien ver stande dat de gemelde dijken daaronder niet zijn be grepen. Als verdacht van de longziekte wordt verklaard, het overige gedeelte van de gemeente Zonnemaire, met uit zondering van de landen gelegen bezuiden den Langen- weg; alsmede de Groote 's Jacobs-polder gelegen onder de gemeente Brouwershaven. In de onder de eerste alinea vermelde gedeelten dei- gemeente Zonnemaire zal geenerlei in-, uit- of vervoer van runderen mogen plaats hebben. In de overige gedeelten van die gemeente en in het vermelde gedeelte der gemeente Brouwershaven zal geen uitvoer van vee mogen geschieden dan met schriftelijke toestemming van den commissaris des konings, en zulks op den voet en de wijze bepaald bij art. 4 van het regle ment ter voorkoming van de verspreiding der longziekte onder het rundvee in Zeeland. De in- en uitvoer is aldaar geoorloofd. MiddCt.) Z. M. heeft benoemd tot directeur van het kabinet des Konings mr. W. baron van lleeckeren van Keil, tot dusver lid "Van Gedeputeerde Staten van Gelderland kamerheer des Konings in buitengewone dienst. Z. M. heeft bnoemd tot kantonregter te Tholen Mr. J. II. L. van Buren thans kantonregter te Sluis. De storm, die Zaturdag woedde, heeft te Amster dam, Rotterdam en 1s Gravenhage menige schade ver oorzaakt. Ook in het noorden heeft men de kracht er van ondervonden. Van de kusten der Zuiderzee waren zeer onheilspellende geruchten in omloop. Men schrijft uit Leeuwarden van 1 February: Een hevige storm uit het Zuid-Westen, gisteren avond reeds aangevangen en eerst heden namiddag ten 3 ure eeuigzins tot bedaren gekomen, heeft hier aan een groot getal gebouwen vrij wat schade aangerigt. Van veel belang is zij aan de gasfabriek, waarvan het dak heden ochtend ten 6 ure grootendeeels werd afgeslagen. Geluk- kiglijk hadden zich de stokers, die de nachtdienst hadden gedaanjuist verwijderd, en stonden de stokers voor den dag eerst op het punt om binnen te komen. De beschadiging aan de mijn is van dien aard, dat de gas- verbruikers zijn verwittigd, dat heden avond vermoe delijk geen gas voor de particuliere verlichting zal kunnen worden beschikbaar gesteld. De groote schoor steen van de pas nieuw gebouwde stroo-cartonfabriek is mede voor het grootste gedeelte omgewaaid. Hij kwam echter aan de buitenzijde teregt, waardoor de machinerie geen schade ontving. Voorts uit Meppel: Aan den buitenkant staan de straten onder; zoover het oog reikt is alles zee. Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Hol land hebben bepaald, dat 1.° de verkiezing van een lid der provinciale staten, ter vervanging van wijlen den heer O. N. J. Lette Anemaetzitting gehad heb bende voor het hoofdkiesdistrict Middelharnis en die als zoodanig moest aftreden in het jaar 1868, zal plaats hebben op Donderdag den 20 February a. s.en 2.° wanneer eene herstemming mogt worden vereischt deze zal geschieden op donderdag, den 5 Maart daar aanvolgende. Uitslag- der herstemmingen voor Leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Alkmaar. Gekozen jhr. mr. C. van Foreestoud lid. Almelo. Gekozen Mr. G. M. v. d. Linden, oud lid. Arnhem. Gekozen de heeren Dullert en Sloet van den Beele. Birertfi. Gekozen Mr. P. J. J. Hollingerus Pijpers, oud lid. Doll't. Gekozen mr. J. van Kuijk en J. L. Nierstrasz. Haarlem. Gekozen G. L. J. van der Hucht oud lid en jhr. mr. J. de Bosch Kemper. Beiden. Gekozen baron Taets van Amerongen, oud lid. R oermond. Gekozen mr. Cornelisse. Gemeng-de berigten. Onlangs is een echtpaar in Tennesse, en een ander in Alabama gescheiden wegens verschil van Staatkundige gevoelens. Ofschoon Garibaldi op dit oogenblik den degen tegen den Paus niet mag gebruiken, gebruikt hij nu tegen hem en geheel de Priesterschap zijn pen scherper nog dan de scherpste degen. Te Roche la- Moliére (Loire) overleed dezer dagen een oud man, met name Coutnrier, in den ouderdom van 103 jaren ten gevolge van de koude. Hy was ruim met aardsche goederen gezegend doch zoo gierig, dat hij zich de noodzakelijkste levensbehoeften ontzeide. Toen men hem miste werd zijij deur opengebroken. Men vond hem op zijn legerstede met slechts een oud geitenvel tot dekking en »dood gevroren." Hij laat verscheiden zonen na waarvan de oudste boven de tachtig jaren oud is. Een fijn naaistertje te Zis zoo dol, dat zij zelf maar een kloris gevraagd heeft om in de huwelijks-boot te stappen, en wel een schippers-knecht, die het bootje goed kan besturen; maar het kind is gewezen van de hand. Dus Pietjewilt ge in 't huwelijk treên Schrikt dan van geen blaauwe scheen; En al liep het nu eens mis Ligt vangt gij een minder visch. Te Goes heeft nu een schipper zijn zin gekregen, daar een dienstmeisje haren vrijer heeft afgezegd, niet zoo zeer voor den schipper, maar voor haar eigenbelang; en Doet zij nu des schippers zin Is zij zeker een gekkin En welligt na zeven jaar Komt het bootje nog niet klaar. „Het gaat niemand aan," zegt Sientje te Oud-Vosse- meer, „dat ik een mantel draag, want ik ben er van overtuigddat ik hem met eigen handen in de aarde heb verdiend." Een zot te X. wordt aangeraden, wanneer hij des Zondags een bezoek brengt aan een meisje op den tol, dat hij eerst wat wachten moet tot dat de tolbaas naar de kerk is, waarover zijne moeder zoo kwaad is, dat hij aan een ketting zal moeten.— Een berigt-schrijver te Bruinissewordt verzocht, wanneer hij nog meer iemand beschuldigen wilzich beter van de zaak te doen onderrigten, om niemand meer valsch te beschuldigen. Opgerigt in de Vriendschap te 's H.: een dichterlijke club, onder directie van Jan, waardoor hij eene aangename uitspanning geniet, dat lekker en goedkoop is; maar: Botte .Tan die rijmen kan Blijft bij uw stijlbij schaaf en bijl. Wordt verwacht te Baarlandde bruiloft van Grietje met een beer of een muis. Een bakker te S....? is zoo geweldig aan het hollen met eene Brabantsche jufvrouw, dat hij in de bakkerij gaat suffen; maar: Als de suffer het eens wist, Hoe hij zich welligt vergist Want haar afkomst is niet veel, Hij bleef zeker bij zijn meel. Te Nieuwe Tonge moest iemand toch nalaten, om on waarheid te schrijven van een braaf mensch op het bord, want anders zal men hem er ook eens opzetten vooral zal men nagaan waar zijn hond zoekt, want dat beest vindt hem altijd. Een petten-maker te G. wordt ge waarschuwd zoo laat niet meer te loopen naar de Singels, want hij zal zijn verstand nog verliezen. Pluksel in den Nederl. Spcetsitor. Wat ontbrak er aan het Ministerie toen het aan bleef? Justitie. VanZuylen, verlosser der Limburgers, O Zeghebt gij wel waarheid gesprokelNT TJw edelheid redder des vredes! o J! Ysselmonde, niet Bismarck, gelooft TJ. Loog Stieltjes? Hij zette de puntjes op de I. En gij baart met Pruissen ons standjeS IVu Frankrijk klaagt ook ga maar weg, dan is 'tuiT. JUIST II. Iug^czoudcnc Stukken. NOG EEN WOORDJE yan Oli. aan H. c. Gewogen gevlogen maar te ligt bevonden Bij herlezing van uw opstelletje in de Goessche Courant van 31 Jan. 11., Mijnheer H. c. I bekruipt mij de lust om daarbjj nog eens eenige oogeublikken stil te staan. Het is niet om u belagchelijk of bespottelijk te maken tegenover het publiek, maar alleen, om u den raad te geven, om u in 't vervolg op geen terrein te wagen, waarop gij niet te huis zijt. De baan van (dagbladschrijver is veel te glad voor u, Mijnbeer II. c.l Indien ge u op dat terrein bewegen wilt, dient gij te beginnen met ieder woord dat gij leest te wikken en te wegen en den zin van die woorden goed te begrijpen terwijl gij vervolgens met uwe eigene woorden alvorens ze ter neder te stellen, naar eenen Apotheker moet gaan, om u daar, met de fijnste balans, waarmede deze gewoon is de belladona en het arsenicum te wegen, van het zuivere gewigt van die woorden te overtuigen. Wanneer ge in 't vervolg zóó handelt, dan zal het hierboven aangegeven motto: „Gewogen, gewogen, maar te ligt bevonden!" niet op u van toepassing zijn. Doch ik begrijp het wel. Toen gij, zoo laat nog, eene kritiek over de opvoering van Vondel, onder uwe oogen hebt gekregen en daarin uwen naam niet met lof zaagt vermeldzwirrelzwarrclde er een heirleger van plannen iu uwe hersenen, om den schrijver van die recensie eens geducht te straffen en hem dat recenseren voor altijd af te leeren, doch, helaas 1 al die gedachten waren nulliteiten, de kracht om zoo iemand te straffenontbrak u. Ik wil uw opstelletje nu niet, gelijk dat van een' school jongen, gaan corrigeren; ik wil u niet uitvensteren ik wil geen bril van vergrooting op den neus zettenik wil nietzoo als gij hebt trachten te doen u eene zee van smaadredenen, geene hageljngt van lasterpijlen naar het hoofd zenden en ook, al wilde ik dat, dan zouden mij de kolommen van dit blad, wegens gebrek aan plaatsruimte, daartoe, niet gegund kunnen wordendochik wil u toch nog met een paar woorden eenen goeden raad geven, en die is: Dat, dewijl gij naar het schijnt niets van de taal afweet, gij haar dus eerst beter moet bestuderen, alvorens u weder op het terrein van schrijver te wagen. Thans is het (oota bene) nog bij eene vriendschappelijke raadgeving, eene vermaning, gebleven; doch wanneer gij het weer durft te wagen, om onbe slagen op het ijs te komen dan zal men u gewis nog eens zoodanig toetakelen dat gij daarvan langen tijd geheugen zult hebben. En hiermede sluit ik mijne woordenwisseling met u, Mijn heer H. c. Goes, 1 Febr. 1868. Ch. Mijnheer 1 Bij het naderen van den tijd dat de aardappelen gepoot wordenzal men het gewis niet overbodig vinden in uw veelgelezen blad te herhalenhetgeen ik onlangs uit een tijdschrift heb overgenomen. „Een landbouwer in het noorden van Frankrijk be weert een middel gevonden te hebben om de ziekte onder de aardappelen tegen te gaan. Even voor het poten wascht hij ze met chloorwater en laat ze vervolgens in de zon droogen. Gedurende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1868 | | pagina 1