No. 2485. 24s,e Jaarg. Woensdag 8 Ja1868. I Nieuwst ij dingen ZIEREKZEESCHE NIEUWSBODE Men abonneert zich: Iu Nederland bij deu Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUTNTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Ab 1111 em ents-Prijs: voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-Yorlc - 3,90. V crscliUnt: Op Woensdag en Zaturdag, Advertentiën: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advcrtcntiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithavcn, B, No. 94. Brie.vftn en Tngezondene Stukken, franco. Er is VERMIST op den lsten Januarij 11., uit eene woning binnen deze. Stad, een roodkoperen Waterketel, ter grootte van drie kannen water, met smallen bodembreeden buik schuins opgaanden halshouten hengsel en een omlioogloopend deksel waarop een knopje aan de eene zijde eenigzints verbrand. De OFFICIER van JUSTITIE te Zierikzeenoodigt iedereen uit, die daaromtrent eenige inlichting kan geven, dit te komen doen op het Parquet. P. PAULUS. Wie lieI>T>en liet "V"a,<ïei*lancl in nood gebragt? Wij beleven een hoogst ernstig oogenblik en zien dagelijks duidelijker dat het Vaderland als het ware in eene crisis verkeert, die tot kalm overleg en tot ernstig handelen ons roept. De grafelijke regering geeft het telkens meer te aanschouwen, dat zij niets anders beoogt dan willekeurig over het volk, zijne vrijheden en regten, te beschikken en indien het haar gelukken mogt, om, bij de aanstaande verkiezing, door allerlei kunstmiddelen waarin zij rijk is en waarbij zij niets ontziet, eene meerderheid, hoe klein ook, in de kamer te verkrijgen, dan zullen wij eene vaste regeringeen stabielkabinet hebben, waaronder, God weet hoelang, de natie zuchten zal. Wat er toch van dat kabinet te wachten is, laat zich gemakkelijk raden. En zijn er ook in den lande die dat als het hoogste geluk zich voorstellen en het daarom aanprijzen en bevorderen, de vrye Nederlanders schuwen den dwang der graven en baronnen en keeren zich met afgrijzen af van een stel sel, dat ons volk zijn verleden, zijn tegenwoordig stand punt, zijn edel vrijheidsgevoel onwaardig is. Duizenden willen daarom die regering, die zich aan het volk opdringt, niet. Maar wat gaf haar kracht en moed om zoover te gaan, om alles te trotseren? Was het niet de steun dien zij in de kamer vond? Hier boog eene menigte van laffe vleijers voor haar neer en keurde alles wat men maar wilde, goed; al kwamen ook gewigtige bedenkingen daartegen op. Daar schaar den zich zoogenaamd conciliante mannen aan de zijde der regering, alleen omdat zij geene verandering wil den, misschien meest, omdat zij zelve gaarne hunne plaats behouden wilden. Thanshet is waar zijn 38 mannen opgestaan die zich ferm en krachtig toonden tegenover eenen minister, dien zij geen vertrouwen schonken, maar waren er onder hen niet, wie de oogen wat laat opengingen en stonden tegenover die 38 niet 37 anderen die meest allen er hunne eer in stelden om handlangers der regering, eenvoudig stemwerktuigen van het ministerie te zijn? Die gedienstige geestendie bewonderaars van het tegenwoordig kabinet werden bij de vernieuwing der kamer in 1866 door de kiezers derwaarts gezonden. Het ontbrak ook toen niet aan ernstige waarschuwin gen, maar zij werden in den wind geslagen. Men liet zich door allerlei partijen slingeren en in verwarring brengen en menig kiezer, die den loop der zaken be treurt, zegt thans bij zich zeiven: had ik mij toen maar niet door schijnvromen en mooipraters laten verschalken, ik zou het mijne hebben toegebragt, om te voorkomen wat wij nu zien, wat wij te laat betreuren. Wij onderstellen dat eene treurige ervaring den kie zers wijsheid zal geleerd hebben en in zooverre zien wij niet zonder vertrouwen do toekomst te gemoet. Maar 'tis noodig om er op te wijzen, wat vroegere keuzen geweest zijn om de volgende beter te doen uitvallen. Wij moeten er op wijzen wat enkele leden der kamer zich hebben getoond, of het de oogen openen mogt, om ze niet wederom ter Staten-Generaal te zenden. Uit velen is de keuze moeyelijk. Maar ten voorbeelde kiezen wij den Zeeuwschen afgevaardigde, van wieu men tot aan de uiterste grenzen des lands gezegd heeft dat hij slechts in een onzalig oogenblik van verblinding der kiezers op bet binnenhof binnen gesmokkeld werd. Is bet noodig den naam te noemen van den wijdbe- ruchten Saaymans VaderPartijzucht, zoogenaamde godsdienstijver, en wat niet al meer deden hem de plaats innemen van den waardigen en om zijne talenten hoog- geaebten de Kanter. Men spiegelde den kiezers in bet district Goes voor, dat een Saayman alleen waardig was in 's lands hooge vergadering zitting te nemen. De ver- achtelijkste kunstgrepen werden te baat genomen om den dusgeimemden regtzinnigen kandidaat te doen ze gevieren; bij trad op en de kiezers in bet district Goes mogen het zelf zeggen boe beschaamd zij uit kwamen, boe hunne keuze hen ten spot stelde van bet geheele Vaderland. Wat heeft Vader Saaymans in de kamer gedaan Schier over alle onderwerpen sprak bij mede; 'tis waar maar hoe? Zijne adviezen worden in bet Bijblad bewaard om bet nakroost te doen zien, boe billijk de bespotting en afkeuring waren, waarmede zij begroet werden in en buiten de kamer. Zijne stem klonk luide, ja, voor het ministerie, maar tegen de belangen van zijn district, van zijne provincie. Men denke slechts aan de overbrugging van den Moer dijk, voor Zeeland eene levenskwestie, door Saaymans afgestemd. Waar het er op aankwam bet Vaderland met een kostbaar leger en nog kostbaarder oorlogstuig te be zwaren, daar aarzelde Vader niet om 's lands kinderen lasten op te leggen tot bevordering van den onzaligen onchristelijken krijg. Reeds liet bij doorschemerendat bij de militie-wet ondersteunen zou, die niet anders bedoelde dan onze kinderen weg te roovenplaatsvervanging onmogelijk en onze nijvere zonen tot soldaten te maken. Die slag is nog verhoed, maar dit Ministerie en Saay mans nog wat aan bet roer en bet staat als voor de deur. Eene heldendaad deed de Goessche afgevaardigde, belangeloos als bij isna zich een pensioen van 1200 verworven te hebben, wist bij zijnen schoonzoon tot regter te doen benoemen in zijne plaats bij de .)£gt- bank te Goes. Gelijk een zijner voorgangers en geestverwanten, van Deinseals lid der kamer zijnen zoon van ambtenaar bij de belastingen tot ontvanger wist te doen verheffen, zoo werd de schoonzoon van Saaymans, nog maar wei nige jaren kantonregter en reeds door gunstige voor spraak van Sluis naar Tholen verplaatst, thans regter in eene arrondissements-regtbank, niettegenstaande op de aanbevelingslijst voorkwamen, Wier aanspraken ouder en vrij wat degelijker waren. - Er wordt zoo gesnoefddat deze regering geen ne potisme wil en dat zij zoo regtvaardig is, het boven staande kan bet den kiezers leeren, zij weten wat zij van mannen als Saaymans te wachten hebben; zij zien het nn toch wel duidelijk hoe men ben met zijne aan beveling bij den neus heeft gehad. Zou bet niet beter, Zeeland en Goes waardiger ge weest zijn, indien men den braven man in zijn stil vertrek had gelaten, om daar de bevordering van zynen schoonzoon te zoeken, indien men hem er niet aan gewaagd bad om een voorwerp van bespotting te zijn, op de plaats waar bij zich vreemd gevoelen moest? Doch dat ligt in bet verledene en is niet te berdoen. Zoo maar bij eene nieuwe keus, het Goessche district toonen moge geleerd te hebben. Wil de eenmaal fiere en onafhankelijke Zeeuw een jabroer zendendie om zijne beperkte gaven door het ministerie wordt verlangd, wil men eenen afgevaardigde, die voor zich en zijne familie zorgt, de Far/erhanden zullen U zegenen kie zers, maar gij zult van schaamte blozen en als bet kwaad onherstelbaar is, zullen de Saaymannen U ont rusten en beroeren tot in uwe droomen. Wij wezen slechts op één voorbeeld, 't Is inderdaad eenig maar toch er zijn er helaas nog velen buiten Zeeland, waarvan de natie vraagt: en waarom zenden de kiezers dezulken ter Staten vergadering. Daarom, gij allen die weldra weder geroepen zijt tot zoo gewigtige keus, verzint eer gij begint, opdat niet later de nood kliinme en op de vraag: aan wie moet die geweten worden, de kiezers worden aangewezen, die eene onwaardige, zy het dan ook onnadenkende keus hebben gedaan. Berigten uit Engeland bevatten voortdurend tijdingen omtrent aanslagen van Feniers. Nu eens geldt het een plan om den Tower met zijne arsenalen te vermeesteren, dan om een kruidtoren te doen springen of om een aanval te doen op eenige belangrijke stad. De politie heeft tot dusverre die plannen weten te verijdelen waarbij zij krachtig ondersteund wordt door hetEngelsche volkdat bij duizenden vrywillig zich met de zorg voor de openbare veiligheid belast. Een voorbeeld biervan levert het volgende: Zondag ochtend ontving de Londenscbe politie berigt dat een aantal personen, die zich als voorstanders der Feniers hadden doen kennen, voornemens waren dien dag in Clerkenwell eene groote vergadering te houden. Dadelijk werden de noodige maatregelen genomen, om aldaar eene voldoende gewapende magt op de been te hebben, zoodat de bedoelde personen, op bet terrein gekomen, alle punten bezet zagen door ruim 600 man waarouder 200 jongelieden, die als speciale constables beëedigd waren en gezamenlijk flink en corps manoeu vrerende,er zeer veel aan toebragten dat bet plan tot de bijeenkomst in duigen viel. Daags te voren was de openbare autoriteit te Woolwich gewaarschuwd, dat een aauval was beraamd op het arsenaal aldaar en op den Londenscben Tower. Volgens de informatien hadden de Feniers ten opzigte van bet arsenaal krachtige toebereidselen gemaakt, ten einde den aanval te kunnen openen van de rivierzijdeom zich eerst meester te kunnen maken van een aautal aldaar aanwezige negen ponder Armstrong-kauonnen. Tevens zou een aanslag worden ondernomen op bet nabijgelegen zoogenaamde Ronde Huisvan waar de aanvallers een duizendtal kisten met wapens van de vrijwilligers hoopten weg te voeren. Voor bet transport van een en ander zouden twee groote schepen op de Theems gereed liggen. Dadelijk na de ontvangst dezer berigten werden twee kompagnien der Koninklijke marine, elk man voorzien van vijftig scherpe patronen, er op afgezonden. Ver volgens werden de noodige seinen geregeld, om op een gegeven oogenblik snel eene voldoende magt artillerie tegen de aanvallers te doen manoeuvreren. Werkelijk vertoonden zich ook op bet bepaalde oogenblik de twee bedoelde schepen der Feniers en daar de gezag voerders zich niet konden verantwoorden omtrent de redenen van de aanwezigheiddezer vaartuigen en hetgeen bun verder werd gevraagd, ging de water-politie onder medewerking van de gewapende magt, er toe over om de schepen onder baar toezigt te stellen. Daardoor begrepen de andere Feniers, dat bet te gevaarlijk was de zaak door te zetten en zoo kwam er dan ook niets van. Als een maatregel van voorzorg zijn 1600 man der werven aldaar en vervolgens nog een aantal andere personen als constable in functie getreden, zoodat de Feniers in hun toeleg zouden gestuit zijn op een korps van ongeveer 5000 man. Het aantal speciale constables is te Londen reeds tot 70,000 geklommen. Ook om H. M. de Koningin tegen overvallen te beveiligen zijn maatregelen van voorzorg genomen. De pogingen, om den Tower van de rivier- en landzijde te bestoken, is geheel mislukt; de beide vaartuigen der Feniers werden door de politie genomen. Ook de plannen der rustverstoorders tegen de kruidmolens te Dartfort en tegen bet buskruidmagazijn te Plumstead gesmeed, zijn verijdeld, doordien tijdig de loopgraven werden ontdekt. Men moet echter voortdurend op zijne hoede blijven. Dit is vooral te Liverpool bet geval. f Omtrent het springen van de kruidmolens te Favesbam, in het graafschap Kent, niet ver van Can terbury, verneemt men nog het volgende: De ontplof fing was allervreeselijkst. In bet tien Engelsche mijlen verwijderd Canterbury schudden de huizen en werden massa's vensterruiten gebroken. Reusachtige olmen werden met wortel en al uit den grond gerukt, een zware stoomketel vloog als een vogel door de lucht, jonge boomen lagen als gemaaid^ halmen op den grond en van de elf verongelukte werklieden vond men tot dusver slechts weinige met moeite te erkennen over blijfsels. Do molens bestonden uit drie afzonderlijke gebouwen, elk door een dikken muur omgeven en 300 voet van elkaar verwijderd. De muren bleken ten conon- male nutteloos, want zij beletten niet dat alle drie de gebouwen in de lucht vlogen, met tusscbenruimten van een halve minuut. Wat de oorzaak van het ongeluk is, zal bezwaarlijk worden uitgemaakt, daar do eenigen, die inlichtingen zouden kunnen geven, er het leven bij ver loren hebben. De eigenaars van de molens,- John Hall and Son verzekeren, dat zij bet er niet aan voorzorgs maatregelen lieten ontbreken, en dat de verongelukte werklieden allezins te vertrouwen waren. De machinist was tot zijn geluk eenige minuten voor de ontploffing weggegaan. Een voerman die juist naar den molen reed werd met paard en wagen opgenomen en in een sloot geworpen, doch kwam er zonder letsel af. Z-wolle, 2 Jan. Gisteren had men hier de gelegen heid om eene buitengewone tegenwoordigheid van geest in een 15 a 16-jarigen knaap op te merken. Deze ver maakte zich met andere knapen op bet ijs en had bet ongeluk er door te vallen. Toen zijne makkers dat zagen ijlden ze tot hem ter zijner redding, dat ben welligt allen liet leven bad kunnen kosten, zoo hij niet geroepen bad blijf daar, blijf daar, ik zal er zelf wel zien uit te komen en werkelijk dat gelukte hem, ofschoon bet broozo ijs verschillende malen afbrak. Intusscben bad men planken en touwen bij elkander gebaald, met behulp waarvan men den knaap op het drooge bragt. -A-polclooi-ii, 1 Jan. Heden voormiddag bevond zich de oudste zoon van den tolgaarder d. H.in gezelschap van zijnen jongeren broeder en andere jonge lieden, in het park op bet Loo, ten einde zich aldaar op de veldvijvers met schaatsenrijden te vermaken. Zich onbedacht op bet nog zwakke ijs wagende, bad hij het ongeluk er door te geraken, met d.it gevolg, dat hij, niettegenstaande alle pogingen tot redding, jammerlijk verdronk. Dc verongelukte was een jongeling van een braaf gedrag, gunstigen aanleg en de vreugde zijner ouders. Ooi-cl ï-eoïit, 2 Jan. Gisteren is in de gemeente Maasdam een treurig ongeluk gebeurd. Twee broeders' wilden op schaatsen een bezoek gaan afleggenhet nog te broozen ijs bezweek echter en zij zakten er door; hunne zuster het ongeval ziende, was onvoorzigtig ge noeg zich ook op bet ijs te wagen met bet treurige gevolg dat zij alle drie verdronken zijn. Volgens zeggen zouden de broeders 25 en 23 jaren en de zuster ÏL jaren oud zijn. Zierikzee, 6 Jan. In een rapport van den miuisterraad aan den koning, hetwelk in de Staatscou rant van 4 Jan. is opgenomen, wordt herinnerd aan de aanleiding tot het door de ministers gevraagde ontslag en aan het antwoord des konings, waarbij dat ontslag niet wordt aangenomen. De regering zoo wordt verder in bet rapport gezegd beeft gemeent aan een zoo groot en boog gewaardeerd blijk van 'skonings vertrouwen te mogen beantwoorden door een vernieuwde poging om, zoo God wil, nog eenigen tyd den koning en bet land te dienen. Daartoe is echter onmisbaar dat zij voldoende ondersteuning bij de volksvertegenwoordiging vindt. Daarom geeft de regering aan den koning den raad op nieuw een beroep op het volk te doen. Op grond van dit rapport is de tweede kamer by koninklijk besluit van gisteren ontbonden verklaard. Bij dit besluit is tevens bepaald dat de nieuwe verkiezingen den 22 dezer zullen plaats hebben en dat de tweede kamer den 25 February zal bijeenkomen. De heer mr. W. Wintgens is Zaturdag door den koning als minister van justitie beëedigd. Bij koninklijk besluit van 3 Jan. is de tweede ka mer ontbonden. De verkiezingen zijn bepaald op 22 Jan. Z. M. beeft herbenoemd tot burgemeester der ge meente Herkingenden Heer A. de Vlieger. Z. M. beeft vergund aan Mr. W. C. de Crane consular agent van Frankrijk alhier, het dragen der gouden medaille, hem door den Keizer der Franschen verleend, wegens betoonde hulp aan schipbreukelingen De Staats-Courant van 3 Januarij bevat bet vol gende Aan den Koning. Bij Uwer Majesteits besluiten van den 21sten April 1862, no. 42 en 43, werden de departementen van eeredienst opgeheven, met dien verstande dat de zaken van de eerediensten eene afzonderlijke afdeeling zouden uitmaken van een der departementen van algemeen bestuur. In het wezen der zaak bleven dus de beide admi- nistratien op den bestaanden voet, slechts met die wijziging, dat als verantwoordelijk hoofd dier admi nistratie zou optreden een der overige ministers. De verandering scheen baar ontstaan alleen te danken aan de omstandigheiddat de werkkring der beide ministers van eeredienst van te weinig omvang geacht werd om het bestaan van afzonderlijke departementen te wettigen, tenzij de maatregel moest dienen als over gang om tot eene werkelijke opheffing der departe menten te komen. In boever dit laatste in de bedoeling lag van Uwer Majesteits raadslieden toen zij Hoogstdenzelve de aan gehaalde besluiten hebben voorgedragen, kan niet met zekerheid uit de bewoordingen van die besluiten wor den opgemaakt. Wat hiervan zij, Sire, dit staat vast, dat dezelfde ministers, die de bedoelde voordragt in het jaar 1862 gedaan hebben, tot op liunne aftreding in 1866 geen afdoenden stap voor de verwezenlijking van dit denk beeld hebben gedaan. Intusschen is aan de hervormde en Israëlitische kerkgenootschappen nog niet diezelfde mate van onaf- hankelykbeid van den staat en van zelfstandigheid verzekerd, waarin bet roomsch-katholieke kerkgenoot schap zich mag verbeugen, en bet volbrengen dier veelomvattende en teedere taak is dan ook van bet hoofd vau een departement, met geheel andere en zwaarwigtige bezigheden belast, redelijker wijze niet te verwachten. Maar ook in de staatsregtelijke betrekkingen tot de kerkgenootschappen, waarmede het departement van roomsch-katholieke eeredienst in aanraking is, doen zich eigenaardige, soms moeyelyke onderwerpen voor, die zeer bijzondere studie en aandacht verdienen. De bestaande toestand is dus in dit opzigt niet gunstig te noemen. Onder een ander opzigt is hij als zeer ongunstig aan te merken. De toevoeging toch der eerediensten aan andere departementen belemmert uit den aard der zaak Uwe Majesteit, in strijd met de grondwet, by voorkomende vacaturen in de keuze van de hoofden dier departe menten. Door de herstelling der departementen van eeredienst wordt echter niet uitgesloten de gelijktijdige vervulling van een daarvan met een ander departement van alge meen bestuur, betzij van de thans bestaande, hetzij van een nieuw daar te stellen departement van nijverheid, indien Uwe Majesteit daartoe in de toekomst mogt willen besluiten. De boven ontwikkelde gronden hebben den raad van ministers geleid tot de eerbiedige voordragt der beide nevensgaande ontwerp-besluiten. Mogt het Uwe .Majesteit behagen zich daarmede te vereenigen, zoude dit rapport daarnevens in de Staats courant kunnen worden geplaatst. 's Gravenkage, den lsten Januarij 1868. De minister van binnenlandsclie zaken, tijdelijk voorzitter van den raad van ministers, Heemskerk. Daarop volgen de beide besluiten tot weder-instelling met 15 Januarij van de beide departementen van eere dienst. Ij Escaut van Antwerpen bevat bet volgende »Naar wij vernemen zullen, zoowel te 'sHage als te Brussel, de onderhandelingen weder worden opgevat betreffende den aanleg van een spoorweg van Antwerpen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1868 | | pagina 1