x.
No. 2472.
Zaturdag 30 November 1867.
24slc Jaai'f
Wat er gebeurd is.
Nieu wstij dingen
ütultCi
Z1EB1KZBESCHE NIEUWSBODE.
Men abonneert zicli:
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Abonnements-Prijs:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maanden1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90.
Yersch\jnt:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiên:
10 cent voor eiken regel.
Zegelrcgt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiên kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Iugczondene Stukken, franco.
Wij beleven een hoogst kritiek moment op politiek
terrein. Onze taak is ditmaal onze lezers een kort ver
haal van de jongste politieke gebeurtenissen te geven.
De algemeene beschouwingen over de begrooting
duurden twee dagen. Het regeeringsbeleid op finantieel,
politiek en koloniaal gebied werd toen bestreden en
verdedigd. Bij de vrij kalme discussie, waarin de zaak
van het onderwijs evenzeer besproken werd, staan wij
nu niet stil.
Vóór de begrooting van buitenlandsche zaken was
het tractaat, te Londen gesloten, over Luxemburg aan
de orde. De heeren van der Maesen, Godefroi en Thor-
becke gispten de houding van den minister, graaf van
Zuijlen, anderen wezen op den uitslag en waren be
vredigd. Wat was zijn antwoord? In plaats zich tot
verdediging te bepalen tegen de bestrijding van zijn
regeeringsbeleidtegen de verwijten van gemis aan
zelfstandigheid, ernst en kalmte, zoodat hij bij zyne
onrustige geaardheid Europa in vuur en vlam had ge
dreigd te brengen en Nederland beladen had met eene
verantwoordelijkheid voor de neutraliteit van Luxem
burg, waartegen het machtige Engeland had opgezien,
beriep de minister zich niet alleen op zijn succes ten
opzichte van Limburg, maar deed allerlei aanvallen op
zijne tegenstanders en nam een ongelooflijken toon van
zelfverheffing en arrogantie aan.
Reeds bij het algemeen debat had hij overmoedig
uitgeroepen: hoe durft gij nu nog de ontbinding van
November 1866 laken! Wij hebben de meerderheid ge
kregen! Alsof het doel de middelen heiligde.
Tweeërlei werd door graaf van Zuijlen volgehouden.
Ik heb den vrede van Europa gered, beweerde hijtoen
ik optrad was de spanning tussclien Pruissen en Neder-
I land zoo groot, dat ik alles moest goedmakende vorige
minister Cremers had, vóór den oorlog in Duitschland,
eene nota aan den toenmaligen Duitschen Bond gezon
den, waarin hij voorstelde Limburg vrijwillig los te
latendat was zoo „ondoelmatig" geweest, zeide graaf
van Zuijlendat Pruissen eene scherpe nota aan onze
regeering had gezonden en deze had een ontwerp van
wet gereed gemaakt om twee lichtingen van de militie
op te roepen. Halve waarheden zijn dikwijls onwaar
heden. Wij zullen niet schrijven, dat graaf van Zuijlen
onwaarheid sprak, maar even als de president der Ka
mer verzocht, van onjuistheid spreken.
Wat was juist? Maandag jl. stond de heer Geertsema
op en betoogdedat de beweringen „onjuist" waren
dat in 1866 het liberale ministerie met Duitschland en
Pruissen in onmin lag; de zelfverheffing van graaf van
Zuijlen beteekende nietshij had zich veeleer onnoodig
in de Luxemburgsche zaken gemengd. Het beroep op
eene nota van Pruissen was „onjuist." Immers die nota
was volstrekt niet scherp en bovendien was met de Pruis
ische regeering vooraf overleg gehouden over den stap,
dien men doen zou, omdat Pruissen, dat toen reeds zijne
plannen gereed had, Limburg wel wilde loslaten. Alleen
omdat de oorlog nog niet uitgebroken was en Pruissen
zich dien wilde laten verklaren (een gewoon streekje
in de diplomatie)was aan den gezant te 's Gravenhage
eene schijnbaar afkeurende nota van den eisch van onze
regeering gezonden.
Dat feit bewees de heer Geertsema door extracten voor
te lezen uit twee 'particuliere brieven door graaf van
Bijlandtonzen gezant te Berlijn, aan zijn vriend Cre
mers, toen minister, gericht. In die brieven werd gezegd
stel u gerust; ik heb alles met graaf Bismarck overlegd
en ik laat hiervan officieele berichten volgen, zooals ook
verwezen werd op andere officieele stukken bij het de
partement voorhanden.
Het was dus „onjuist," dat graaf van Zuijlen beweerde,
dat de liberale regeering ons bijna in oorlog had ge
wikkeld met Pruissen. Hij had geen bluf te slaan over
zijn succes; alles was voorbereid. Het was „onjuist" de
Kamer voor te praten, dat eene scherpe nota van Pruis
sen was ingekomen en dat daarom onze regeering het
I leger wilde oproepen, want hij wist en moest weten, dat
I zoo ons gouvernement in het geheim, toen geheel Eu-
I ropa in vlam stond, eenige voorzorgmaatregelen nam,
evenwel onze betrekkingen op den besten voet stonden.
I Dat was men verplicht te doen.
Welk oordeel moet men vellen over een diplomaat,
die zulke „onjuistheden" aan 's lands vertegenwoor
diging vertelt? Verdient hij vertrouwen Welk oordeel
verdient een minister van buitenlandsche zaken, die,
eene nota vindendeniet onderzoekt of zij ernstig ge
beend is? En hij heeft van alles kennis gedragen, toen
Mj het tegendeel beweerdewant onze gezant te Ber
lijn is in den Haag geweestkort na zijn optreden
tij heeft van den heer Cremerszooals deze in een
trief aan de Tweede Kamer plechtig verzekert, mon
deling inlichtingen ontvangenhij heeft officieele stuk-
ten in zijn bezitdie de kracht der Pruissische nota,
*aarop hij. zich beroept, verzwakken; hij heeft zelf
'ater de verklaring afgelegddat het voorloopig ont
werp van wet om ons te wapenen alleen een voor-
2ergmaatregel was, die zelfs nog niet door alle bureaux
was gegaan!
De regeering tfachtte zich er uit te helpen door te
beweren dat de brieven van graaf van Bijlandt aan
den heer Cremers niet waren van particulieren aard
maar dat hij die in het archief had moeten latendan
ware zijn opvolger volkomen ingelicht geweest en
daarom eischte zij die op. Maar de heer Cremers ont
kent dat en verwijst naar officieele stukken, die in het
departement zijn met nummer en datum, tot beves
tiging van zijne privé-correspondentie. Hij heeft die
nu echter ter beschikking gesteld.
Maar dat daargelaten sloeg graaf van Zuijlen tevens
zulk een beleedigenden toon aan tegen alle leden, dat
hij door het gemor der vergadering tot een anderen
toon werd gedwongen. Hp heeft van alle zijden over
zijue arrogantie aanvallen ondervonden.
En toen nu de begrooting met 38 tegen 36 stemmen
Keuchenius stemde nog vóór, omdat hij geene be
grooting ooit verwerpt) werd afgestemd, komt de re
geering tot de Kamer zeggen gij hebt ons regeerings
beleid „tot behoud van den vrede in Europa en bij
de losmaking van Limburg" afgekeurddaarom bieden
wij allen ons ontslag aan den Koning aanIs dat
niet geene nieuwe mystificatie Neende heer Stieltjes
had uitdrukkelijk gezegd ik laat alles ter zijdemaar
een ministerdie. zijne voorgangers zwart maaktin
strijd met de „juistheid," vertrouw ik niet en zijne
begrooting stem ik en anderen af.
Mystificatie was hettoen dit kabinet mr. P. Mijer
tot landvoogd voordroegnadat hij beloofd had tal
van zaken te zullen doen en daarom was opgetreden.
Mystificatie was het de natie toe te roepende 39
motiemannen grijpen naar de rechten der kroon. Mys
tificatie was het in het Haagsche orgaan der regeering
een geroep van Oranje boven! aan te heffen en de
kiezers te zeggenkiest alleen mannendie wij aan
bevelen, want zij zijn alleen de vrienden van den
Koning. Eindelijk was het mystificatie zich te beroe
men op diplomatiek beleid en op eene notadie men
wist dat zij niets bewees. Dat stelselmatig mystificeren
en bang makenverdragen geene Nederlanders.
De conservatieve ministers hebbeu hun ontslag aan
den Koning aangeboden. Er is geen uitweg dan hun
ontslag of eene nieuwe ontbinding der Tweede Kamer.
Deden wij ten onrechte eenigen tijd geleden de vraag
drijven de ministers het daar heen weder met opzet?
De Koning overweegt. Wat de Koning beslistzullen
wij eerbiedigen. Maar de liberale meerderheid in den
lande wacht met spanning de beslissing af. God geve
den Koning wijsheid en verstandige raadslieden.
London, 25 Nor. In het lagerhuis is tegen as. Vrijdag
eene interpellatie betreffende de conferentie aangekondigd.
Gelijk reeds kortclijk is gemeld, is het doodvonnis aan
de Feniers Allen, Larkins en Gould Zaturdag morgen te Man
chester voltrokken. De openbare autoriteit was niet gerust dat
dit zonder ongeregeldheden zou afloopen, omdat er reeds 's avonds
te voren eene buitengewone agitatie in de stad heerschte, vooral
doordien duizende Ieren uit alle omliggende eu zelfs ver gelegen
plaatsen derwaarts waren gekomen. De burgerij vond het dan
ook een zeer ongelukkig denkbeeld, dat men juist den Zaturdag
hiertoe had uitgekozen, daar toch gewoonlijk dien dag bij de
werklieden reeds gedeeltelijk, maar bij de minste aanleiding tot
uitgaan geheel tot een vrijen dag wordt gemaakt, terwijl er dan
gewoonlijk meer dan op andere tijden verteerd wordt, hetwelk
alweer van zelf leidt tot allerlei woelingen en buitensporigheden.
Zelfs de bejaarde scberpregter Calcrafft, die anders voor geen
klein geruchtje vervaard is, zag er zwarigheid in om persoonlijk
zijne functie te verrigtcn, inzonderheid omdat hij bij zoo menige
.bedreiging ook een brief had ontvangen, waarin hij gewaarschuwd
werd dat hij bij de executie de Feniers spoedig in den dood
zou volgen. Hij heeft dien brief aan de regters voorgclegi en
den wensch te kennen gegeven, dat er ook voor zijne veiligheid
buitengewone maatregelen zonden genomen worden. Dit laatste
werd hem toegezegd en het viel trouwens niet moeijelijk, daar
men toch allerlei strenge maatregelen moest nemen, zelfs reeds
Donderdags avonds te voren, waarna de straten Vrijdag avond
moesten bezet worden, want toen reeds was er in de om
streken van de plaats der executie geen mogelijkheid om door
de volksmassa heen te dringen. Dientengevolge werd met behulp
der gewapende magt het terrein ontruimd en de passage op
verschillende punten langs den openbaren weg voor rijtuigen
en voetgangers eu zelfs te water voor de schuiten gesloten.
Evenwel, in weerwil van al het rumoer en alle agitatie en
niettegenstaande het gerucht dat er plannen waren ontdekt om
den beul dood te schieten, is alles zonder de minste stoornis
afgeloopen. liet schavot was in het front der New-Bailey-
gevangenis opgerigt en zoodanig langs de hooge balustrade met
zwart behangen, dat men van de veroordeelden enkel het hoofd
zien kon. Dit laatste hinderde echter voor de nieuwsgierigen
niet veel, aangezien er op het oogenblik der executie zulk een
dikke mist hing, dat het alleen voor de politie in de onmid-
delijke nabijheid van het schavot ecnigzins mogelijk was, de
veroordeelden van elkander te onderscheiden. Het gevolg hiervan
wus, dot velen ouder het volk nog altoos stonden te wachten
p de afkondiging der gratie en reeds met veel beweging vooraf
de hoeden zwaaiden, om die bekendmaking met een luid hoera
te begroeten, toen er eensklaps werd geroepen dat alles reeds
lang was afgeloopen. Voor het overige behelzen de bcrigten
omtrent de zaak niets bijzonders, althans niets meer dan eene
beschrijving der gewone formaliteiten, die zulk ccuc handeling
voorafgaan.
Zondag avond heeft op Clerkcnwell Green eene volksver
gadering plaats gehad, welke weinig betcckcnend was. Zij werd
slechts door weiuigen bezocht, die ook zonder ongeregeldheden
uiteengingen. Birmingham en Liverpool zijn rustig.
Te Belfast hebben ongeregeldheden plaats gehad, De winkels
der bakkers zijn geplunderd. De politie heeft op de oproermakers
gevuurd.
Te Dublin is op twee politic-beambten geschotende dader is
ontsnapt.
Dien dag zijn 1500 Fenians van beiderlei geslacht in op-
togt door de straten van Manchester getrokken. Toen de stoet de
woning van Allen en Larkin passeerde, ontblootten al de deel
nemers aan den optogt zich het hoofd.
De markiezin van Queensbury, wonende op het
eiland Wight, heeft eene expresse naar Manchester ge
zonden om aan de vrouw van Larkineen der opge
hangen fenians, eene som van 300 ter hand te stellen.
Florence, 25 Nov. De Gazetta Ufjiziale meldt,
dat de regering op raad der geneesheeren heeft besloten,
om Garibaldi naar het eiland Caprera te doen ver
trekken. Zijn overtogt derwaarts zal geschieden met
de Exploratore.
Parijs, 23 Nov. In een Spaansch klooster is een
monnik overleden, die vroeger, blijkens zijne eigene
nagelaten verklaringen en de bepalingen van zijn tes
tament, aanvoerder was eener rooverbende, welke som
mige Spaansche provinciën in den tijd onveilig maakte.
Men herinnert zich dat de vermaarde koorddanseres
Mme Saqui in 1851, na eenen togt in Algerie, waar zij
veel geld had verdiend, op hare terugreis, in Spanje
door bandieten van al wat zij had werd beroofd. An
tonio de L.de nu overleden monnikwas toen de
hoofdman dier rooverbende. Bij eene bepaling van zijn
testament heeft hij aan Mme Saqui eene som van 40
a 50 duizend francs vermaakt. Ongelukkig komt deze
erfenis te laat, daar Mme Saqui ongeveer twee jaren
geleden in hoogen ouderdom te Neuilly in een aan
armoede grenzenden toestand overleed. Hbl
Groningen, 24 Nov. De doopsgezinde broeder
schap alhier nam heden een zeer gewigtig, en voor de
toekomst der gemeente allerbelangrijkst besluit. Zij wees
het verzoek van de beide predikanten Ds. Straatman en
Ds. ürrver, om de beginselen der moderne theologie,
op de instellingen en gebruiken der gemeente te mogen
toepassen, met 85 tegen 79 stemmen van de hand. Beide
predikanten hebben hun eervol ontslag aangevraagd. Een
en ander beeft een diepen indruk gemaakt. Met belang
stelling ziét men het verdere beloop dezer zaak tegemoet,
vooral met het oog op de zoo sterke minderheid. Let
men toch op het feit, dat 79 tegen 85 broeders, ver
klaarden, de opbouwing te willen in mordernen zin,
dan is die belangstelling allezins gewettigd.
IMeliszaiicï, 26 Nov. Hoewel ons reeds sedert
vijf jaren, zoo door rijks-, provinciale- en gemeente-
bijdragen, eene kerk met daaraan verbonden predi-
kants-woning was ten deel gevallen, zoo bleef toch de
predikantsplaats tot op heden onvervuld. In het begin
dezes jaars heeft het kerkbestuur, in overeenkomst met
het collegie van ouderlingen en diakenen, kandidaten
tot de Heilige Dienst uitgenoodigdzeven hebben aan
die uitnoodiging gehoor gegeven en op verschillende
tijden hunne gaven doen hooren. Zeer groote zwarig
heden deden zich hierin op: de een was te modern,
de ander te orthodox. Eindelijk is het na veel wikken
en wegen gelukt, één te vinden die de vereischten in
zich vereenigd, welke omschreven zjjn in Openb. 3 15.
Wij wenschen den beroepene alsmede deze gemeente
van harte geluk, daar sedert 1576, toen broeder Cor
nells, die boetprediker tegen de schoone sekte, deze
gemeente heeft verlaten, deze plaats zonder herder en
leeraar is geweest.
Jl. Zaturdag is alhier, op authorisatie vaD den
heer M. Rooijsecretaris en ontvanger dezer gemeente,
door den deurwaarder Bastiaan van de Roovaart, gead-
sisteerd door den brigadier van 's rijksveldwacht, in het
openbaar verkocht den inboedel van Jan van Ouden
aarden, arbeider alhier, om eene som van ƒ2,50, waar
voor hij in den Hoofdelijken Omslag dezer gemeente,
volgens het kohier van 1867, was aangeslagen.
Hoewel deze verkooping, in weêrwil van alles, den
volke bekend was, en eene zeer aanzienlijke menigte
voor de woning van den executant was verzameld, deed
zich niet één kooper voor, tot dat de inboedel door
den beminden vader van den brigadier der rijksveld
wacht voor de som van ƒ16,55 werd aangekocht, en na
afloop der verkooping in een der vertrekken van het
raadhuis werd gedeponeerd. Ingez
Ziex'iltzee, 28 Nov. Z. M. heeft tot commissaris
der loodsen en ontvanger der loodsgelden alhier benoemd
de heer II. J. Rusman.
Bij beschikking van den minister van binnenland-
sche zaken, dd. 25 dezer, is de heer J. J. Boeije, ar-
rondissements-ijker der maten en gewigten alhier, als
zoodanig overgeplaatst naar Amersfoort, en in zijne
plaats alhier benoemd de heer C. J. van Kerkwijkthans
te Brielle. beiden met ingang van 1 Januarij 1868.
Z. M. heeft benoemd tot griffier bjj de arrond.-
regtbank te Middelburg Mr. J. de Fremerijthans
griffier bij de arrond.-regtbank alhier.
Volgens ontvangen mededeeling bljjkt het, dat de
minister van binnenlandsche zaken aan Z. M. den koning
in overweging zal gevenden prjjs van enkelvoudige
telegrafische berigten voor binnenlandsch verkeer, van
af 1 Januarij 1868, op 30 cents te stellen.
Gemengdo berigten.
De aanbidders van het afgetreden ministerie hebben
voorname kruiwagens verloren, om neefjes met weinig
verstand aan vette baantjes te helpen. Maar die draai
borden bidden altijd de opgaande zon aan, en zullen
zich wel weer als schitterende sterren het kortst bij
de nieuwe zonnen weten te draaijen, en zwart noemen
wat verleden jaar wit was. Eigenbelang is alléén hun
geloof en politiek. Izaakje van het Dagblad van
's Gravenhage, is nu geheel schaakmat gezet, nu de
voornaamste eigenaars van dit Dagblad de wapens
hebben nedergelegd. Men is dan ook nieuwsgierig
welke joden-streken men zal gebruiken, om de natie
knollen te verkoopen voor citroenen; zijn sagajone-
wagen is altijd vol met kool. Zoo als te denken
was, zal Garibaldi niet doodgeschoten worden, hoewel
er velen wel een kluifje van zouden willen hebben voor
veel geld. Hij zal naar Caprera gebragt worden, van
waar hij wel weder zal weten te ontsnappen, en Victor
Emanuel zal hem wel weder behulpzaam zjjn als het
noodig is en de tijd geschikt om Rome te veroveren.
Drie metselaars-knechts te Zierikzee worden aange
raden, hunne schulden te Brouwershaven te komen
voldoen, daar zij anders in regten zullen worden ver
volgd. Eenige ingezetenen te B.... worden bang,
dat de grind- en achterwegen nog zullen wegdrijven,
daar er niet meer naar omgezien wordt. Eene tuin-
mans-dochter te Z.vliegt zoo hoog, dat zij
geen tuinmans-knecht hebben wil, maar wel een tuin
man met veel tuinen en veel geld. Maar men denkt
dat zij eene verkeerde rekening maakt, en dat het zal
uitloopen op iemand zonder geld en zonder verstand,
en dan hebben zij malkander niets te verwijten. Te
Middelharnis wordt eene melkverkoopster aangeraden,
wat voorzigtiger te zijn met Hubrecht, daar hij begint
te merken dat er liaaijen op de kust zijn. Aan het
kanaal te Wemeldinge wordt er gevischt naar een
vischje, maar het aas deugt niet. Men denkt dan ook
dat de visscher zelf zal gevangen worden. Een meisje
te Providence (N. A.) heeft geweigerd met haar minnaar
op den bepaalden trouwdag in het huwelijksbootje te
stappen, omdat hij zijn knevel had afgeschoren. Een
gehuwde vischboers-zoon te G. moest zich niet inlaten met
Klaartje, anders zal dit d£ vierde zijn die hij gelukkig
maakt. Eene dienstmeid onder Ouwerkerk zal
zich genoodzaakt vinden, haren vrijer „Vaarwel!"
te zeggen, daar er weldra een uit Amerika terug zal
komen overladen met schatten, die haar spoedig naar
het echt-altaar zal geleiden. Dus:
Toosje! nog een poos geduld,
En gij zult,
Spoedig een boerin wel wezen
Paarden, Chaizen,
Ploegen Eggen Bot en Spa
Komen uit Amerika!
"V ersclieidenïieden.
BRIEF VAN JACOB KEET, PAUSELIJK ZOUAAF,
aan zijne Familie te Schagen.
Rome, 13 November 1867.
Geliefde Ouders, Broeders en ZustersI
Ik twijfel niet of gij zult mijn laatstcn brief nit Valatano
wel ontvangen hebben. Daar ik sedert weer veel ondervonden
heb, zoo gevoel ik behoefte om n weer eens te schrijven, te
meer daar ik nu juist de gelegenheid daartoe heb. Over onze
veldslagen zult ge wel in de couranten gelezen hebben. De
dood is mij dikwijls zeer nabij geweest, maar heeft mij toch
niet kunnen treffen.
Bij Vernisse waren wij met 50 man 25 zouaven en 25
liniejeurs, en dat ging tegen 300 Garibaldisten, die ons eerst
vooruit lieten komen en op eens voor den dag kwamen. Wij
trokken in een huis dat aan den weg stond, en in een oogwenk
hadden zij ons omsingeld en schoten van alle kanten op het
huis. Hun overste kommandeerde »vooruit" en zoo gingen zij
op onze kasemat aan, die allang niet bomvrij was zij ver
zamelden zich achter de blinde muur onzer wijkplaats, om ons
met de bajonet en het vuur er uit te drijven. Onze luitenap