No. 2469.
24sle Jaarg.
Woensdag 20 November 1867.
Nieuwstijdingen.
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE
Men abonneert zich:
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Ab o 1111 ements-Prys:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maandenf 1»30
Franco per post, in Nederland
Voor Noord-Amerika, franco New-York
- 1,60.
- 3,90.
V er sell y ut:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiên:
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiên kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken, franco.
©w
Londen, 13 Nov. Uit een nader ingesteld onder
zoek is thans gebleken dat bij de ontploffing in de
kolenmijn bij Cardiff 170 menschen zijn omgekomen.
De mijn zelve schijnt grootendeels verwoest te zijn.
't Volgende vrolijke verhaal van 't vertrek der twee
uit den Manchester-gevangen wagen verloste Fenians,
Deasy en Kelly, leest men in de New-York Sun„kapi
tein Deasy heeft met behulp van kolonel Kelly te
Liverpool zijne koffers gepakt, en beiden hebben zich
vermomd, zoodat zij onkenbaar waren. Zoo zijn zij op
weg gegaan naar de City of Parisdie naar New-York
zou vertrekken. Kolonel Kelly was als sjouwerman
gekleed en droeg zelf, trots den beste van 't gild, de
zware koffers zijn vriend achterna. Zoo gingen beiden
rustig al de politie-agenten langs, die bij 't vertrek der
gewone mailboot naar Amerika natuurlijk in grooten
getale vertegenwoordigd waren. Aan boord gekomen,
gaf Deasy Kelly een shilling. Maar de kolonel-sjouwer
man was daarmee niet tevreden en begon lastig te
worden. Hij dreef de grap zoo ver, van de andere
sjouwerlui op te ruijen, om te getuigen, dat hij niet
genoeg ontving, het werd eene soort van oploop, totdat
eindelijk een politie-agent dreigde hem achter slot te
zullen brengen, zoo hij niet stil met zijn shilling heen
ging wat dan ook toen, als geraden zijnde, door den
kolonel al brommende gedaan werd. Het onwaar
schijnlijke van dit verhaal is, dat Deasy niet gelagchen
heeft. Intusschen meldt de New-York Sundat hij
den 27sten November te New-York is aangekomen en
den 29sten op verzoek publieke receptie zou houden.
De storm, die over de West-Indische eilanden is
gevaren, heeft ook verschrikkelijke verwoestingen langs
de kust der Yer. Staten aangerigt. De Picayune zegt
dienaangaande" het volgende: Op -de Rio Grande was
de orkaan de geduchtste, dien men zich kan herinneren.
Een bombardement gedurende een jaar zou bezwaarlijk
zooveel schade hebben kunnen veroorzaken als door
dien storm in één nacht is te weeg gebragt. Te Mata-
moros zijn 26 menschen en te Brownsville 10 gedood
en 1 gekwetst. Te Brazos hebben, zoover men weet,
12 personen het leven verloren. Te Clarksville zijn
slechts 2 huizen overeind gebleven en te Bagdad geen
enkel. Hoe vele menschen daar zijn omgekomen, weet
men nog niet. Ontelbaar zijn de vaartuigen, die op
strand werden geworpen, waardoor insgelijks vele per
sonen het leven verloren.
De ruwheid en domheid der Ieren is te New-York
spreekwoordelijk geworden. Als bewijs daarvan moge
het onlangs plaats gehad hebbend geval dienen. Een
Ier trad aan het venster van een postbeambte, en vraagt
„Is er ook een brief voor mij „Hoe heet gij vroeg
natuurlijk de ambtenaar. „Dat gaat u niet aan„Dan
kan ik u brief niet uitzoeken„Ik heet Patrick O'Neil,
antwoordt de Ier na eenige oogenblikken nagedacht te
hebben. De postbeambte zoekt. „Daar is niets voor u
bij.1' Nu, dan dank God, dat hier slechts uw venster
en geen deur is anders zou ik binnen komen, en uw
beenen stuk slaan, wegens uw domdrieste vraag naar
mijn naam! Of dacht gij dat ik zulk een ezel zou ge
weest zijn u mijn regten naam te zeggenuilskuiken
die gezijt!" In het bewustzijn van zijn verstand stapte
de Ier trotsch als een paauw zijns weegs.
Florence, 18 Nov. Het gouvernement heeft
heden de mededeeling ontvangen dat het aantal gevan
gen genomen vrijwilligers te Rome 1765 bedraagt.
De dépêche van het Italiaansche kabinet maakt,
nu zij in haar geheel bekend is, een eenigzins anderen
indrukdan het telegrafisch resumé er van gaf. Zij
stelt op den voorgrond twee1 punten, die, in verband
gebragt, over het schrijven van het ministerie Menabrea
een karakter geven hetwelk men er niet terstond in
zag: Wij lezen er in: »Het doel hetwelk wjj ons voor
stelden is bereikt geworden." En terstond daarop volgt:
»De Italiaansche troepen zijn overal met dankbaarheid
ontvangen. In verscheidene plaatsen is bij volksstem
ming tot de inlijving bij Italië besloten."
Heeft dan het overtrekken der Pauselijke grenzen
gestrekt om de volksmeening te leeren kennen, of liever
om die te doen blijken, want er was waarlijk geen on
derzoek meer noodig om te weten hoe de Romeinen
denken over eene vereeniging met Italië.
Na de korte opsomming van de feiten komt Menabrea
tot de slotsomdat voor het bestaan van Italië de
toetreding van Rome tot eene overeenkomst eene
levenskwestie is.
Ook die slotsom is geen nieuwe ontdekking maar
zö geeft thans officieel het standpunt van Italië aan.
De eigenlijke beteekenis van dit Staatsstuk is alzoo:
de Romeinen willen Italiaansch zijn; het belang van
den Paus is met Italië zich te vereenigendie vereeni
ging is voor Italië eene onvermijdelijke noodzakelijkheid.
Te gelijk met die circulaire en als om er kracht aan
bij te zetten vaardigt het gouvernement het bevel uit
tot het oprigten van drie legerkorpsen, waarvan een
tusschen Florence en Pavia, een by Poggio Mirteto en
het derde bij Napels kwartieren zal betrekken. Het is
dus Italië ernst met zijn doel, en het zal nu de oude
lang bespotte leus moeten handhaven Italia fara da se.
Sedert eenigen tijd bespeurt men in de tuighuizen
van Yenetie een buitengewone werkzaamheid. De bevel
hebber der artillerie heeft last ontvangen alle forten en
vestingwerken in, en om de stad met den meest moge
lijken spoed te wapenen en de kruidfabrieken zyn dag
en nacht bezig om ammunitie gereed te maken. In het
arsenaal der vloot is men ook druk in de weer met
het in gereedheid brengen der benoodigdheden voor
de uitrusting der in de haven liggende oorlogschepen,
die in gereedheid moeten worden gebragt, om een paar
uren na ontvangen kennisgeving in zee te kunnen steken.
Botterdam, 18 Nov. Gisteren is een groot
aantal jongelieden uit verschillende oorden des lands,
en daaronder verscheidene Rotterdammers, van hier per
spoorboot naar Brussel vertrokken, om van daar verder
naar Rome te reizen, ten einde dienst te nemen bij de
pauselijke zouaven. Een groot aantal menschen was by
het vertrek dezer jongelingen tegenwoordig.
Woensdag morgen omstreeks 9 ure liep op den
Langendijk te Delft het gerucht, dat er een kind in het
water lag. Spoedig was eene groote menigte op de been
en bezig met haken en dreggen te visschendaarop komt
de brievenbesteller W. aan; deze aarzelt niet, op het
gejammer der menigte te water te gaan; doch ook dit
was vruchteloos: hij vond geen kind! Eindelijk bleek
het, dat eenige knapen een grooten steen in het water
geworpen en een loos alarm gemaakt hadden.
Ouwcrkerk, 18 Nov. In de namiddag-gods
dienstoefening van gisteren, nam onze geliefde leeraar
Ds. M. Corstius, beroepen naar Oostzaan, afscheid van
deze gemeente met eene rede, naar aanleiding van
Philipp. 1 27. Na het uitspreken van den zegen, werd
door de gemeente gezongen Psalm 121, vs. 3 en 4 en
daarna Psalm 134, vs. 3.
Eene groote menigte uit deze en omliggende gemeen
ten woonde deze plegtigheid bij.
Zierikzee, 18 Nov. De WelEerw. Heer Ds.
J. H. C. Heijsepred. bij de Evang. Luthersche ge
meente alhier heeft het beroep naar die gemeente te
Zaandam aangenomen.
Te Leiden is tot pred. bij de Herv. gemeente
beroepen Ds. Knappertpred. te Deventer.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen en
accijnsen te Arnemuiden c. a. de hr. A. G. Radijs Ellens
thans surnumerair der dir. belast, in- en uitg. regten
en acc. in de directie Groningen.
Het Middelburgsche adres aan den minister van
oorlog, betreffende de garnizoensverandering is Zatur
dag, voorzien van 336 handteekeningen van ingezetenen
der gemeente, verzonden.
Donderdag 11. heeft te Arnhem een duel met de sabel
plaats gehad tusschen den luitenant Y. der rijdende
artillerie en den baron v. B., gewezen officier der
cavallerie. Beide partijen moeten ligtelijk aan den arm
gekwetst zijn. Een verschil over eene loge in den
schouwburg heeft tot dit middeleeuwsch gevecht aan
leiding gegeven.
Uit Schoonoord wordt dd. 14 November gemeld:
Heden voormiddag verwoestte een noodlottige brand,
door onvoorzigtigheid der kinderen veroorzaakt, de
gansche bezitting van een oppassend arbeider te dezer
plaatse. Het eigen huisje met schuur, bijna geheel het
inboedeltje, een kleine voorraad hooi en stroo, boekweit
en aardappelen, alles werd een prooi der vlammen. En,
helaasniets was verzekerd. Een gezin van zeven per
sonen, onder welke nog kleine kinderen, is alzoo plot
seling van alles beroofd en houdt smeekend het oog op
den menschenvriend gerigt, van wien het ook de kleinste
gave in dank zal ontvangen.
In een weinig bezocht koffijhuis te Maastricht
werd door den eigenaar sedert eenigen tijd geld vermist,
hetwelk hem te meer bevreemdde, daar het vertrek,
waar hij zijn geld borg, alleen door huisgenooten werd
bezocht. Aan de vrouw van zekere J., die het bovenhuis
bewoonde, deelde hij dit mede, en deze gaf voor, sedert
eenige dagen vreemde geluiden in het huis vernomen
te hebben, zoodat zij vermoede, dat alleen een spook
de oorzaak van het wegrooven van het geld kon zijn.
De waard echter, die met dezen hebzuchtigen geest
nader kennis wilde maken, liet zonder medeweten zijner
huisgenooten in genoemd vertrek waken, met het ge
lukkig gevolg, dat de wakers in den afgeloopen nacht
zich reeds van het geldspook mogten verzekeren; het
was de vrouw van den bij hem inwonenden .T. die, met
eenige lakens omhangen, zich als een bovennatuurlijke
geest aanstelde, doch bij de wakers weinig opgang
maakte en spoedig het schimmenrijk met de gevangenis
ntoest verwisselen.
GcAnengdo bcrig^tcn.
Aan niets beter heeft men den minister Borret leeren
kennendan aan het weigeren eener wijkplaats aan
eenige uitgewekene Hannoveranen in Nederland, die in
Zwitserland alle vrijheden genieten. Dit is alleen genoeg
om voor hem geen standbeeld op te rigten. Keizer
Napoleon begint nu te zien dat hij zich bespottelijk
gemaakt heeft voor de wereld, eerst in Mexico en nn
te Romehij zegt zelf, dat hij nu eerst begint te voelen
waar hem de laars wringt, en vreest dat hij eksteroogen
zal krijgen. Volgens berigten hebben de Franschen
met natuurlijke geestdrift gevochten tegen de Garibal-
dianen, en de overwinning behaald. Men is het nog
niet eens wat er met Garibaldi moet gedaan worden;
sommigen willen hem radbrakendie doodschieten
anderen hem braden in een auto-da-fé, en weer anderen
willen hem hertog maken van Italië. In den Haag
verdiept men zich in gissing wat een Fransche minister
zoo dikwijls in den Haag doet, want die soort van lui
reizen met geen brillenglazen-oogen of gemaakte
menschen-tanden. Te Deventer is dr. van Vloten tot
candidaat gesteld als lid van den gemeenteraad. Dus
die slaapmutsen die hem van de baan hebben geknikkerd,
zullen aan hem een ongemakkelijke buurman krijgen.
Men denkt dan ook dat de grootste helft van den Raad
bedanken zal, als hij gekozen wordt. Een trotsche
persoon in Zuid-Beveland begint^zyne waarde te
verliezen, nu zijn zoon als strooper moet teregt staan.
Hij begrijpt nu dat trotschheid niets voor hem baat.
Aan het Sas van Goes is het eene dame toch gelukt
een vischje te vangen, tot grooto blijdschap van hare
ouders. Het feest was dan ook één uit honderden; er
wapperden vlaggen en er werden zelfs teertonnen ge
brand, terwijl de meesten vrolijk waren dat er
niet behoorlijk kon gezongen^ worden. Een Visch-
boers-zoon te Goes wordt verzocht, om zoo druk geen
kermis meer te houden met eene dameanders zal er
meer van gezegd worden.
Ingezondene Stukken.
CadzandNovember 1867.
Mijnheer de Redacteur
Er is eene zaak aanhaDgig die voor het laud van Cadzand
van algemeen belang, die voor velen eene levenskwestie is; de
geldleening voor een nieuw uitwateringskanaal, en daarom vraag
ik U een plaatsje voor enkele opmerkingen over die zaak, 1® ten
einde de aandacht er op te vestigen a. van verscheiden heeren in
Walcheren die hier landerijen hebben wier belang èn direct in
den eigendom zelf èn indirect in hunne pachters er in betrokken
is; b. van de kapitalisten, daar het mij uiet zoude verwonderen
als verscheidene hunner niet wisten dat er een leening tegen
5% is opengesteld; 2e om bij enkelen hier eeuige verkeerde
indrukken uit te wisschen, die, hetzij uit domheid, hetzij ter
kwader trouw gemaakt zijn. Ik zal,u niet lastig vallen met de ge
schiedenis van de kanaalkwestie, gij kunt die, m. i. uitmuntend
beschreven vinden in het ingezonden stuk in het Sluisch Week
blad van 1 dezer; en waarin de schrijvers van den brief in
de Gentsche Beurzen Courant, welke brief voorkomt in het vorige
nummer van het Sluisch Weekbladbehoorlijk wordt aangetoond
dat de commissie niet zich zeiven heeft benoemd en zij dus
ook geene Belgische leden in zich kon opnemen; dat ontbreken
van Belgische heeren in de Commissie wordt nu toch door
sammige dito eigenaren als een reden gebruikt om hunne niet
inschrijving te regtvaardigenhet is echter, behoudens allen
eerbied uiets dan eenuitvlugt; gij weet waarschijnlijk dat men
in Belgie 3 ten honderd een schoonen intrest van land noemt
en dat men daartegen dan ook de hier gelegen landerijen, wan
neer ze te koop komen vrij grif koopt, maar waarschijnlijk
weet gij niet dat verscheidene Belgische eigenareu er een zeer
eigenaardig loopje op weten om dien schoonen intrest nog schoo
ner te maken; het recept is dit: verpacht uw land voor niet
langer dan 7 jarenzeg aan uw pachter dat hij de volgende
pdcht een paar gulden meer per gemet moet betalen en dat
gij een nieuwen hoed of een paar handschoenen moet hebbeu
die 2- a 3Q00 franken moeten kosten, of dat hij verhuizen
moet; dit middel werkt meestal zeer goed; weigert de oude
pachter, en dit gebeurt wel eens wanneer hij wat al te sterk
gelaten wordt, (er zijn toch voorbeelden dat men duizende
guldens gevraagd heeft); er zijn in Vlaanderen nog jonge boeren
zonder bestaan genoeg die de kans willen wagen om een eigen
stijl te hebben; wanneer men nu die extra heffingen afschrijft
op het kapitaal, verbetert natuurlijk het inkomen; sommigen
zorgen ook zoo weinig mogelijk aan de gebouwen te doen
zoodat dc pachters niet zelden hier of daar zelf iets laten ma
ken; anderen belasten de pachters met de gratis leverantie van
boter, kippen, aardappels, enz.; of de pachters daarbij wel
kunnen varen is een andere vraag, maar het is hunne zaak,
zij verkeeren in het geval van den ezel die boos werd op den
man die partij voor hem trok en meende dat het niemand
aanging als hij (ezel) wilde geslagen zijn. Het land koopen
tegen zulk een intrest is dus zoo onvoordeelig niet, en vele
Belgische heeren schrijven dus liefst niet inomdat zij huu
geld disponibel willen hebben; de leening geeft ja vijf percent,
maar daar blijft het bij; men kan van zijn effect niet alle
7 jaren een nieuwen hoed vorderen. Toen de vorige maal de
inschrijving beproefd werd hoorde men dan ook de tegenwoor
dige reden niet; toen heette hetwij zullen eerst eens zien wat
men bij u doet, vergeefs was het daartegen aan te voeren
dat het bij het openen der bussen te laat zoude zoude zijn om
dan nog in te schrijven; de Belgische Heeren hadden besloten
het niet te doen en daarmede uit. Intusschen is het niet te
verwouderen dat er geene Belgen in de commissie gekozen zijn,
(daar gelaten of het kon hetgeen ik thans in het midden laat)
de mecsten dier eigenaren zijn hier alleen bij hunne pachters
bekend; op de jaarlijksche poldervergaderingen, schitteren zij,
op weinige gunstige uitzonderingen na, door hunne afwezigheid;
de meesten zenden hunne pachters als gemagtigden; niet zelden
hebben die pachters er ook het meeste belang bij omdat zij de
lasten aan den eigenaar moeteu terug betalen; dit maakt echter
niet zelden, dat eene voorgedragen verbetering van wegen of
vaarten wordt afgestemd, omdat die pachters, niet lettende op
of niet kunnende beseffen het nut van zoodanige verbetering
legen eene mogelijke verhooging van lasten opzieuande
ren zenden hunne (Belgische) notarissen of zaakwaarnemers;
onder dc enkelen die zoo als ik zeide eene gunstige uitzonde
ring maken door zelf te komen, worden er nog verscheidenen
gevonden die onze taal of in het geheel niet öf zoo weinig
verstaan, dat hun het verhandelde nog eens in het fransch moet
verhaald worden; te bevreemden is het dus niet dat bij benoe
mingen van comraissien de keuze valt op de Nederlandsche
ingezetenen, die men van oudsher en van nabij kent. Oin met
regt te kunnen klagen dat men verongelijkt wordt, zoude men
eerst moeten beginnen met wat meer belangstelling te betoonen;
er zijn toch pachters die hunne eigenaren nimmer gezien hebben,
en die er uiet meer van weten dan de zaakwaarnemer hen ge
lieft mede te deelen. Inmiddels tiert het door de Beurzen
Courant gezaaide onkrnid maar al te welig; men heeft het
nummer dan ook vrij algemeen toegezonden, zelfs aan leden
van de commissie, hetgeen m. i. een vrij laffe beleedigiog was;
die toezending was alleen dan roijaal geweest wanneer de schrij
ver openlijk en niet anonym beschuldigd had. Een voorname
redeu tot tegenstand wordt, het is op de meeting te Aarden
burg gebleken, aan de Beurzen Courant ontleend dat er een
goedkooper plan zoude zijn en die valsche meening zoude ik
zoo gaarne helpen weg nemenzoo als gij weet is door den
heer Caspreau dit jaar het deukbeeld geopperd om de polders,
thans sueerende door de sluizen aan den kapitalen Dam, eene
eigen uitwatering boven eene aansluiting aan het ontworpen
afwateringskanaal door het 4de district te doen verkiezen in
ZEd. brief van 10 April 1867, heeft hij aan dc polderbesturen
te kennen gegeven dat zoodanige suatie, volgens eene globale
berekening, in de eerste jaren ongeveer tien (en niet zoo als
men in de Beurzen Courant schrijft) acht gulden per bun
der zonde kunnen korten. In de eerste jaren, want ZEd. voorziet
zèer goed dat de sluizen te Biervliet (waardoor hij het water
wil loozen) zullen opslikken, doch hij meent dat in dat geval
(echter weder volgens eene globale berekening) eene contributie
van 20 voldoende zoude zijn om de kosten van verlenging
van dit kanaal te bestrijden. Ik heb het woord globaal gesous-
ligneerd, omdat ik er de aandacht op wil vestigen dat er nog
geene uitgewerkte plannen voor dit plan bestaan en ieder weet
dat bij het in bestek brengen van globale berekeningen, het
primitive cijfer bijna altijd overschreden wordt. ZEd. zegt ook
in dien brief dat bij een erlangen van Rijkssubsidie de
kosten bij het bereiken van hetzelfde doel oog niet de helft en mo-
mentaneel slechts een vierde van de thans voorgestelde som
men zouden bedragen.
Ik twijfel, en meer met mij, of dat */3 Rijkssubsidie zoude
verleend worden, wat meer is, ik deel den twijfel van deskundi
gen, of de regering toe zal stemmen in dien meerderen afvoer
van water door de sluis te Biervliet, aangezien die sluis de
noodigec apaciteit niet heeft; immers reeds ten vorige jare heeft die
sluis een tijd laDg niet getrokken, aangezien men vreesde voor
uitschuiving van den dijk; dit was bij aanvoer waarop bij den
aanleg gerekend was; zal men nu nog meer van die sluis gaan
vorderen? Intusschen blijkt nit den brief zeiven dat de heer
C. de momentanele kosten op ƒ10 stelt; de Beurzen Courant
zegt acht gulden, op enkele plaatsen 8 frankeiide schrijver
vergat zeker dat de brief van den heer Caspreau de som in
volle letters bevat. Of is het met opzet dat men de som wat
verkleind heeft? in de elfde alinea van den brief in de Beurzen
Courant vind ik toch ook gesproken van 45 tegen 5 francs
per bunderhet heeft er dus veel van of men de lieden wat
zand in de oogen wil strooijener is echter ook eene andere
bedenking, het plan van den heer C. geeft wel verdeeldheid
maar wordt het algemeën belang bevorderd? wij gelooven neen,
immers wanneer er geen algemeen kanaal komt volgens de ont
worpen plannen, die ZEd. in zijn brief zelve voortreffelijk noemt,
worden de polders bewesten Eedebenoorden en die bezuiden
Sint-Pietersdijk, de Olijslager en die van de watering van Cad -
zand belet hun water te loozen; de landen daarin gelegen
zullen weder in den vrocgeren toestand komen. Nu beweert men
in de Beur zen-Courant dat een der eigenaren heeft aangeboden
het werk voor acht gulden per bunder te aanvaarden; officieel is
van dat aanbod niets bekend, en ik houd die verzekering van den
heer H...n voor moedwillige misleiding. Zie hier wat van deze gua-
rantie is, en gij zult daaruit zien mijnheer de Redacteur dat
de Belgische heeren althans niet allen kunnen klagen dat zy
onheusch in deze zaak behandeld zijnna de mislukking
van de eerste inschrijving, zijn de gezamenlijke gecommitteer
den der polders te zaïnen geroepen om te beraadslagen wat
nn te doen wasin deze vergadering verscheen de heer G.
een erkend voorstander van het denkbeeld, (niet het plan want
dat is er nog niet), van den heer CaspreauZEd. gaf te
kennendat hij kwam als vertegenwoordigende een afwezig
gecommitteerdevelen in de vergadering roeenden, en ik geloof
teregt, dat de gecommitteerden geen regt van substitutie hadden
en de heer G. niet kon worden toegelaten anderen drongen
aan op zijne toelating omdat men wist dat hij hoog ingeno-