No. 2165. 21sle Jaari>*. IVoensdag 50 October 1867. Ons krijgswezen. Nieuwstijdingen. JTrsswfe rijft. Mefcerittitfr. ZIERIKZËESCHE NIEUWSBODE. Men abonneort zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abon ii emeiits-l3rys: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30, Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. "V crscliljiit: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiën: 10 cent Voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco* De liberale richting wordt door onze tegenstanders beschuldigd het krijgswezen verwaarloosd te hebben. Intusschen zijn de begrootingen van oorlog langzamer hand steeds gestegen en werd door de liberalen eenmaal eene begrooting van marine verworpen, omdat de toen malige minister geene middelen tot herstel der marine wist aan te geven. Wat een gedeelte van de liberale leden der Tweede Kamer echter steeds verlangd beeft, was dat men bewijzen gaf de gelden, die voor oorlog aangevraagd werden, goed besteed werden. En dit is vroeger niet altijd geschied, maar is nu nog minder het geval. De oppositie tegen de hooge oorlogsuitgaven verlangde in het vorige jaar waarborgen voor eene doelmatige besteding der vele milioenen, die aangevraagd werden. Geholpen door politieke omstandigheden buiten 's lands wist de regeering behendig elk ander vraagstuk ter zijde te stellen en de kwestie der weerbaarheid voorop te schuiven. Zij kreeg schatten ter beschikking. Wat zien wij nu in dit jaar? Wij hebben één ram- torenschip en er zijn drie, benevens drie monitors in aanbouw. De regeering verklaarde 10 van de eersten en 14 van de laatsten noodig te hebben en vraagt nu geld om in het volgende jaar één ramtorenschip op 8/12 en twee monitorsook voor dat gedeelteaf te werken. Zoo zullen wij over een tiental of meer jaren de schepen krijgen, die noodig zijn, die dan hoogst waarschijnlijk niet meer zullen deugen, omdat de uitvin dingsgeest telkens nieuwe vernielingsmiddelen uitdenkt. Yan het ministerie van oorlog kwam in 't vorige jaar aanvraag op aanvraag om geld. De Staten-Generaal gaven dat. Het heette immers, dat men al de verzuimen van vroeger moest herstellen! Men nam verder zijne toevlucht tot eene geheime mededeeling in comité-ge neraal om schrik aan te jagen. En hoe is nu het oor deel van de Tweede Kamer, uit de verkiezingen van November 1866 gesproten? Men leest het volgende in het verslag van de commissie van rapporteurs: z/0p den 8sten Augustus 1866 werd door de regee ring een wets-ontwerp bij de toenmalige Tweede Kamer ingediend tot verhooging van hoofdstuk VIII der staatsbegrooting van dat dienstjaar met eene som van ƒ570,000, om daarmede de aanvankelijke uitgaven te bestrijden, die voor den aanbouw van vier forten in de stelling vóór Utrecht werden gevorderd. In de bijge voegde memorie van toelichting worden die werken dringend noodig genoemd, en tevens verklaard, dat zoo onverhoopt de aangevraagde som in 1866 niet geheel kon worden verwerkt, het minder uitgegevene in het volgende jaar meer zoude worden aangevraagd {Bijblad 1865/66, Bijlagen 1731.) De minister van oorlog wachtte dus klaarblijkelijk slechts op het toestaan der noodige gelden, om met den arbeid aan te vangen, waarvan hij meende, dat in 1866 een derde kon worden voltooid. Op den 17den Augustus werd door de commissie van rapporteurs omtrent dit wets-ontwerp een voorloopig verslag uitgebracht. „Nagenoeg alle leden," zoo luidde dat stuk, „juichen het plan der regeering toe, om de vaste werken aan te leggen, die tot verzekering der hoofdlinien van onze defensie noodig zijn.. Zij drongen er op aan, dat hetgeen werkelijk tot verdediging van het vaderland tegen den overhoopten aanval van eenen buitenlandschen vijand noodig is, met kracht mogt worden aangevat en zoo spoedig mogelijk voltooid." En wat verder werd er in vermeld, dat enkele leden gevraagd haddenof het niet in het belang van een ordelijk finantieel beheer zoude geweest zijn, wanneer de aangevraagde gelden ten laste der staatsbegrooting voor 1867 waren gebragt, maar daartegen werd op het hooge belang der uitvoering van de ontworpen werken gewezen, dat het noodig maakte, om daarmede nog in 1866 een aanvang te maken. Bijblad 1865/66, Bijlagen 1761.) Het antwoord des ministers, dat de dagteekening van 26 Augustus droeg, was in denzelfden geest opge steld. Daarin werd weder het hoog belang eener spoedige uitvoering op den voorgrond geplaatst en verder gezegd „Is eenmaal de goedkeuring der vertegenwoordiging op de onderwerpelijke voordracht verkregen, dan zal met kracht aan de uitvoering worden begonnen en zeker zal het den minister niet te wjjten zijn, wanneer de voltooijing dier werken niet binnen den door de re geering bepaalden termijn van drie jaren plaats vindt." {Bijblad 1865/1866, Bijlagen 1789.) Het eindverslag volgde op 31 Augustus, maar de Kamer ging kort daarop uiteen, en toen na de opening der nieuwe zitting het wets ontwerp op nieuw was ingediend, bleef het door de ontbinding der Tweede Kamer onafgedaan liggen. De tweede zitting der Staten-Generaal van 1866/67 werd den 17den November geopend en de wets-voordragt is op 1 December weder ingediend, maar strekte toen tot verhooging van hoofdstuk VIII der staatsbegrooting voor 1867. Zij kon daarom niet behandeld worden, voor dat die begrooting zelve was vastgesteld. Het voor- loopig verslag der commissie van rapporteurs zag op 22 December het licht. De regeering antwoordde daarop den 31 sten Januarij met eene memorie, waarin nog eens op de noodzakelijkheid eener spoedige behandeling werd gewezen. „De minister zag met genoegen dat in die zienswijze door de vertegenwoordiging wordt gedeeld en liij mag dan ook met grond «vertrouwendat de Kamer hem thans ten spoedigste in de gelegenheid zal stellen de handen aan het werk te slaan." En in de bijgevoegde tabellarische opgave van passive weermiddelen, welker aanleg in het belang der verdediging noodig is, worden onder de in 1867 uit te voeren werken aangetroffen. „2°. Werken in de stelling van Utrecht. Te verdeelen over twee jaren, met dien verstande, dat de werken reeds bij het einde van 1867 in verdedigbaren toestand zullen zijn." {Bijblad 1866/67, Bijlagen 817, 823. Op den 27sten Maart werd de aangevraagde som door de Kamer met bijna algemeene stemmen toegestaan, en korten tijd daarna schonk ook de Eerste Kamer hare goedkeu ring aan het wets-ontwerp. „Thans naderen wij reeds het einde van 1867. Maar in de plaats, dat volgens de gedane toezegging binnen korten tijd de bedoelde verdedigingswerken, bestaande uit vier forten, in verdedigbaren toestand zouden zijn, is eerst op 7 October jl. het bouwen van een gedeelte van één dier forten aanbesteed. Het verschil van den tegenwoordigen toestand met den aandrang en de be loften van vroeger springt in het oog. In welk opzigt is thans de toestand der Utrechtsche linie, en meer be paaldelijk van het acces op de Houtersche vlakte, waar van zooveel bij de verdediging des vaderlands afhangt en waaromtrent in Augustus 1866 voorziening dringend noodig werd geacht, verbeterd, nadat daartoe reeds zoo lang gelegen de noodige gelden aan de regeering zijn toegestaan. „Wanneer het waarheid is, dat de trage voortgang dezer werken daaraan moet worden geweten, dat de plannen voor hunne uitvoeringniettegenstaande de vroeger gedane verklaringenniet voorhanden waren, wenschte men te weten of de minister thans een geheel afgewerkt plan voor den aanbouw der forten in de stel ling van Utrecht in gereedheid heeft. Mag men datzelve ook veronderstellen ten aanzien der forten bij Amster dam en bij Pannerden, voor welker aanleg ook gelden door de regeering zijn aangevraagd Reeds voor lang werd eveneens op de noodzakelijkheid gewezen, 0111 in de verdediging onzer kusten, met name van de stellin gen Helder—Texel en van het Haringvliet, te voorzien. In de reeds genoemde tabellarische opgave worden de daartoe benoodigde werken opgenoemd onder die welke in 1868 moeten aangelegd worden. Maar ook daarvoor heeft de regeering tot dusverre geene gelden aange vraagd. Evenmin geschiedt dit voor de verbetering-der inundatien." Ziedaar het oordeel over de werkzaamheid van deze regeering geveld en nader aangedrongen in twee nota's van de beide beste deskundigen in de Kamer Stieltjes en de Roo. Ziedaar het antwoord op de vraag, die het Dagblad gedaan heeft: waar zijn de milioenen gebleven? Sedert vele jaren zijn vele milioenen door het krijgs wezen verslonden en ondoelmatig besteed. Maar nooit is het hiermede erger gegaau dan onder de conserva tieve regeering, die met ophef verklaarde beter te zullen en te kunnen doen. Rome, 24 Oct. Sedert eergisteren is deze stad het tooneel van ernstige ongeregeldheden. Heden avond is de toestand verergerd; bommen werden tegen de kazernen geworpeneene mijn liet men springen en barrikades versperren de straten. Er is groote ongerustheid. De politie heeft op nieuw wapenen en ammunitie in beslag genomen. Een tweede oproerige beweging wordt voorbereid. Er is een proclamatie uitgevaardigd, waarbij zamenscholingen van meer dan vier personen verboden worden en aan alle burgers gelast wordt huiswaarts te keeren op het hooren van het alarm-signaal. Vijfmaal heeft men heden op niet meer dan een halve mijl afstand van Rome het geweervuur van gevechten gehoord. 25 Oct. Gisteren hebben een duizendtal Garibal- dianen onder commando van Ghireli een aanval gedaan op Viterbo. Zij hebben eene der stadspoorten in brand gestoken doch zij zijn verdreven door de Pauselijke troepen, die velen hunner, onder anderen hun aanvoerder gedood en eene hoeveelheid wapenen en ammunitie benevens een aantal rijtuigen buit gemaakt hebben. De bevolking aldaar is niet het minst geagiteerd. Hier te Rome heerscht eene volmaakte rust. Een aantal Rornein- sche burgers, zelfs uit de aristocratie, doen gewapend de ronde door de stad. 26 Oct. De Paus heeft een encyclica openbaar gemaaktgerigt aan alle bisschoppen der wereld be treffende den tegenwoordigen staat van het patrimonium der kerk tengevolge van den aanval der revolutie. In die encyclica wordt ook gesproken van den ongelukkigen toestand der kerk in Polen. De Paus vraagt daarin dat er publieke bededagen zullen gehouden worden. Gisteren heeft de Romeinsche politie by het doen van huiszoeking tegenstand ondervonden. Het huis is met gevelde bajonet ingenomen en 15 Garibaldianen zijn er gedood, terwijl 36 gevangen genomen zijn. Slechts twee onder de tegenstanders waren Romeinen uit den aller- 1 angsten stand. Er is een groote hoeveelheid wapenen in beslag genomen. De stad is rustig. Florence, 26 Oct. Volgens berigtcn uit Terni heeft Garibaldi de Pauselijke troepen verslagen en zich van drie kanon nen meester gemaakt. De Osservatore bevestigd dat dc Garibaldianen onder Acerbi te Viterbo geslagen zijn door de Pauselijke troepen. De vlugt van Garibaldi van Caprera vermeerdert weder het aantal avontuurlijke lotgevallen uit het leven van den Italiaanschen vrijheidsheld. Caprera was, in den letterlijken zin des woordsin staat van beleg. Niemand mogt na drie ure in den namiddag het eiland naderen of verlaten. Elk vaartuig werd naar het fregat Prince~ Umberto gebragt om daar onderzocht te worden. Nogtans waagden een paar jongelieden naar het eiland te varen met een roeibootje, ten einde dit ter beschikking van Garibaldi te stellen. Eene eerste poging in den nacht van 11 October mislukte; zij werden aangehouden, maar nadat zij zich voor visschers hadden uitgegeven en dit werkelijk hadden doen gelooven liet men hen weder los. Des dingsdag daaraanvolgende, den 15den, heeft men de boot op Caprera doen landen. Zij was zoo klein dat de bewakers van het eiland er geen gevaar in zagen. Het was een van die bootjes waarmede de jagers in de moerassen varen en niemand kon dus ver moeden dat men het wagen zou daarmede zee te bouwen. Nogtans is daarmede de generaal ontsnapt. Den 19den kwam hij in de wateren van Vada aan en landde weldra op Toskaansch grondgebied. Na eerst in de moerassen verdoold te zijn geraakt, kwam hij in een gehuchtje, van waar hij met postrijtuig den togt voortzette. Zijne vlugt is lang geheim gebleven; zelfs na zijne ontsnapping moet nog door den kommandant van de kleine vloot en de mariniers, die hem bewaken moesten, zijn voorgeslagen om een tweede cordon te trekken om de woning waarin Garibaldi zich niet meer bevond. De Patrie berigt dat Garibaldi Maandag avond te Florence is geweest en aldaar eenige uren heeft door- gebragt in gezelschap van eenige zijner vertrouwde vrienden. By die gelegenheid heeft hij hevig uitgevaren tegen de regering en tegen Keizer Napoleon. Des nachts is hij uit Florence vertrokken, zonder dat men wist waarheerj hij zich had begeven. Later is hij te Foligno aangehouden. Garibaldi heeft de volgende proclamatie uitge vaardigd, gedagteekend Florence 21 October: Italië beyryden of sterven. Ik ben thans tot u teruggekeerd, dappere verdedigers van Italie's eer. Met u wil ik mijn pligt volbrengen en u bijstaan in de vervulling van het heiligste en roem rijkste deel onzer taak. Italië heeft de overtuiging bekomen dat het zonder hoofd en hart, zonder Rome niet leven kan en slechts eenige slaven willen ten koste van hun regt en nationale eer zich ten offer brengen aan de willekeur van een ellendigen tyran. Voorwaarts dus! Ik vraag van u geen dapperheid omdat ik u ken, maar ik vraag van u standvastigheid. De Amerikanen hebben veertien jaren lang den roem rijken strijd gestreden, welke hen tot de magtigste en meest vrije natie der wereld heeft gemaakt. Wij echter, als wij eendragtig zamenwerken, hebben slechts weinige maanden noodig om Italië te bevrijden van de schande, welke het bezoedelt, wat ook de op het vaticaan gezetelde tyrannie, of diegenen welke deze ondersteunen, mogen beweren. g. garibaldi. I?»ry s26 Oct. De Corriere Italiano berigt Gisteren heeft Garibaldi met vier bataillons een corps Zouaven te Monto-Rotondo geslagen. Het gevecht was allerhevigst. De pauselijken hadden een batterij kanon nen. De opstandelingen hebben zich van een groot aantal gevangenen, sommigen zeggen 200 in getal, en drie kanonnen meester gemaakt. Er waren veel dooden en gewonden aan beide zijden. Onder de opstandelingen zijn de bevelhebbers Mosto en Salomone zwaar gewond. De pauselijken zijn op de vlugt gejaagd en door Gari baldi nagezet. Tonloii, 26 Oct. Het gepantserd eskader is heden ochtend ten 6 ure vertrokken. Elk oogenblik vertrekken transportschepen met troepen beladen. Het inschepen van wapenen en levende strijdkrachten duurt voort. Uit Rome wordt gemeld, dat in den nacht van 22 op 23 dezer eene kolonne van 70 Romeinen, aange voerd door de beide broeders Cairoli, door 500 zouaven werden omsingeld. Na een hardnekkig gevecht vielen al de insurgenten dood of gewond in de handen der zou aven. Een der Cairoli's werd gedood, de ander gekwetst. Civita Vecchia is in staat van beleg verklaard. Volgens de Patrie wordt in telegrammen van de Romeinsche grenzen verzekerd, dat Garibaldi zonder acht te slaan op de sommatie, die de regering hem te Foligno heeft doen toekomen, Terni en vervolgens Norni heeft bereikt en gereed staat het pauselijk grondgebied te betreden. De overblijfselen der benden van Nicotera en Menotti Garibaldi zouden een kern vormen, sterk genoeg om generaal Garibaldi in staat te stellen den aanval te hervatten. De geest onder de Italiaansche troepen is eenigermate verbeterd, dank zij de populariteit van Cialdini, maar de tijding van ernstige gebeurtenissen op Romeinsch grondgebied zou wel eens eene zekere agitatie onder het leger kunnen ten gevolge hebben. Kampen, 26 Oct. Heden morgen is door onzen Commissaris van politie bij eenen bakker alhier ter stede eene overgroote hoeveelheid roggebrood in beslag ge nomen dat bij weging te ligt was bevonden; moge zulks tot waarschuwend voorbeeld strekken voor andere bakkers, wier brood ook wel tot klagten aanleiding geeft. Amersfoort, 25 Oct. Tot ons leedwezen ver nemen wij dat Jacobus van der Heijden, die voor een tweetal dagen door zijn rampzaligen zoon op zoo vreese- lijke wijze met de kolf van een geweer is gewond, heden namiddag is bezweken, Ook zijne schoonzuster is, ten gevolge van den schrik, welke haar op het vernemen der noodlottige gebeurtenis beving, in den nacht van Don derdag op Vrijdag overleden. 26 Oct. De onthulling van het standbeeld voor G. K. van Hoogendorp, heeft volgens programma plaats gehad. Onder de aanwezigen merkte men op den oud-minister Thorbecke. De Heer Mees ont ving na het uitspreken der feestrede uit handen van Z. M. den Koning de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Werkendam, 27 Oct. De delving der beet wortelen is hier in vollen gang; dagelijks ziet men van het land karren en wagens volgeladen met genoemd produkt naar buiten rijden om in schepen geladen en naar de fabriek te worden vervoerd. De hooge prijzen, die voor deze grondstof der suiker word geboden, ver lokt den landman dezelve te verbouwen. Het ware te wenschen dat zulks veranderde, want waar beetwortels worden verbouwd kunnen geen aardappels gepoot wor den, en doet dus laatstgenoemd artikel in prijs stijgen. Haamstedej 26 Oct. Het bestraten en begrin- den van den Zandweg tusscheu deze gemeente en den Zeedijk van Koudekerke over 3280 el lengte, is alhier ten Raadhuize der gemeente aanbesteed en aangenomen door W. Speelman te Bnrgh voor ƒ10200, Oosterland, 28 Oct. Heden avond ontstond er op de hofstede van den landbouwer G. Flohileen he vige brand, waardoor de schuur met 3 koebeesten en al de aanwezige goederen in een oogenblik tijds een prooi der vlammen werd; de oorzaak van den brand is onbekend. Men verneemt dat huis en schuur in de Brandwaarborg Maatschappij de Phoenix verzekerd zjjn. Ziei-iltzee, 29 Oct. Het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland, heeft aan onzen oudsten Leeraar, den Heer J. B. Barenbrugk, een eervol emeritaat verleend, ingaande den 1 January aanstaande. Beroepen tot pred. bij de Herv. gemeente te Ridderkerk Ds. C. de Wilde, pred. te Poortvliet. In de N. R. Ct. van 27 October leest men de volgende zonderlinge advertentie: Willem Aart Elenbaas Nz. geeft namens zijne ouders aan familie en bekenden kennis, dat hij op den 24 October 1867 is geboren bij het stoomgemaal Prins Alexanderonder de gemeente Kralingen. Zierikzee, 29 Oct. Gisteren hield het departement Zierikzee der Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid zijne eerste wintcr-vergadering. die door 24 leden werd bijgewoond. Nadat eenige huishoudelijke werkzaamheten waren verrigt, trad de loco-voorzitter als spreker op en leerde der Vergadering het nut van oude paarden en den oorsprong van het schellak twee belangrijke stukjes uit het Duitsch vertaald. Hierna leverde de Heer J. J. Ochtmnn, industrieel-ingenieur alhier, eene keurige verhandeling over het IJzer. Na eene korte inleiding verklaarde de geachte spreker 1°. de Physische eigenschappen van het ijzer. 2°. de voornaamste Chemische eigenschappen, vooral die, welke men onophoudelijk in toepassing brengt. 3°. de bereiding van het gietijzer met de theorie der hoogovens eu sprak daarna over ijzergieterijen, de bereiding van smeed- of staafijzer, de theorie der frischhanrden eu puddleovens, stoomhamers en eenige eigenschappen van het smeedijzer, vervolgens over de theorie van het staal, dc ver schillende soorten en 3 onderscheidene methodes van bereiding, waaronder die van het meer en meer in gebruik komende Bcssemerstaalvergeleek ten slotte de 3 metalen onderling, vooral in verband met hunne toepassing op alle me'taalcon- structien en deed uitkomen het weerstandsvermogen, dat zij aan verschillende krachten bieden, en dat als gids moet strek ken bij de keuze van een dier metalen in een gegeven geval. De levendige toejuiching der Vergadering strekke den heer Ochtman tot prikkel om haar nog dikwijls op gelykc wijze bezig te houden. Gremengrcïe bcrifften. De^ keizer van Oostenrijk bevindt zich thans te Parijs by zjjn vriend Napoleon, waar nog al wat besproken

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1