j\ó72462. Zaturdag 26 October 1867. 24ste Jaarg.
Nieuwstijdingen.
ZIERIKZEESCHË NIEUWSBODE.
Men abonneert zicli:
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Abonnements-Prys:
VOOR REIDE UITGAVEN.
Voor 3 maanden1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amcrika, franco New-York - 3,90,
V erscliynt:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiön:
10 cent voor eiken regel.
Zcgelregt voor iedere plaatsing, 85 cent.
De inzending der Advertenties kan geschieden tot
Dingsdag cn Vrijdag, des voormiddags 10 ure,.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken, franco.
Londen, 20 Oct. In het laatst der vorige week
was op de Londensche graanmarkt neiging tot daling
zigtbaar. De handel in zeilende ladingen graan had er
in de laatste weken eene schier voorbeeldelooze leven
digheid gehad; 400 a 450 schepen met graan van de
Zwarte Zee en de Azoffsche Zee waren op het eind der
vorige week nabij de Britsche kust. De zeilende ladingen
zijn 4 a 5 shilling lager.
Te Londen werd dezer dagen aan 2 misdadigers
de doodstraf voltrokken. Bij de eene teregtstelling greep
een vreeselijk tooneel plaats. Eene zekere Wiggins
namelijkdie beschuldigd werd de vrouw te hebben
vermoord, met welke hij woondeverlangde van het
schavot te spreken tot het publiek. Dit werd hem ge
weigerd, doch tevens werd hem medegedeeld, dat indien
hij wat te zeggen had, hij gerust kon zijn dat het ter
kennis van het publiek zou komen, aangezien er ver
tegenwoordigers van de pers aanwezig waren in het
vertrek waarin de misdadiger zich bevond om de laatste
toebereidselen voor de executie te ondergaan. De ver-
oordeeldejswoer daarop een duren eed, dat hij onschuldig
was. Weinige oogenblikken daarna was het noodlottige
uur geslagen; Wiggins werd naar het schavot geleid,
en eenmaal daar aangekomen, ging hij met den beul
eene verwoede worsteling aan, steeds uitroepende, dat
hij onschuldig was en dat de vrouw, die met hem
woonde, zich zelve om het leven had gebragt. Nadat
er hulp was toegeschoten, slaagde men er in den ver
oordeelde te bindenen weinige oogenblikken daarna
was hij een lijk.
r»ar4js, 22 Oct. De Moniteur bevat het volgende
//Tegenover den aanval, waarvan de Pauselijke staat
het voorwerp is geweest van de zijde van revolutionaire
benden, die de grenzen geschonden hebben, had het
Fransche gouvernement het besluit genomen om een
expeditie-corps naar Civita Yecchia te zenden. Deze
maatregel was de vervulling van een pligt, door de
waardigheid en de eer opgelegd. Het gouvernement
kon er zich niet aan blootstellen de handteekening van
Frankrijk, op de conventie van 15 September 1864 ge
steld, verkracht of miskend te zien. Maar het Italiaan-
sche gouvernement heeft aan het gouvernement des
keizers de meest categorische verzekeringen en verkla
ringen doen toekomen. Alle noodige maatregelen zijn
genomen, om overweldiging van den Kerkelijken Staat
te beletten en aan de conventie zijne algeheele werk-
dadigheid te hergeven. Ten gevolge van deze mededee-
lingen, heeft de keizer order gegeven om de inscheping
van troepen te staken.
Eene telegrafische depêche meldt, dat de koning van
Italië het ontslag van Ratazzi aangenomen en generaal
Cialdini met het vormen van een kabinet belast heeft."
De Patrie meldde eergisteren dat het bevel tot in
scheping nog niet is gegeven, dat geen minister nog zijn
ontslag heeft ingediend. Er is nog geen bepaald besluit
genomenalleen is de generaal du Failly naar Toulon
vertrokken en zijn de regimenten aangewezen welke
zullen worden ingescheept. De heer Rouher, de Monstier
en de Lavalette hebben zich gisteren namiddag naar
St. Cloud begeven. Er zijn door tusschenkomst der
Italiaansche legatie belangrijke berigten uit Civita Vecchia
en Florence ontvangen. De dépêches uit Florence, bij
de Patrie ontvangen, melden dat Italië niet toegetreden
is tot bet voorstel eener gemeenschappelijke handeling
met Frankryk. De kwestie zou nu rustenindien de
Italiaansche regering krachtig tegen de Garibaldische
partij handelt. Volgens een ander telegram uit Florence
wordt gemeld, dat de Italiaansche troepen bevel hebben
ontvangen, om zich op de Romeinsche grenzen bijeen
te trekken. Den 20sten was te Florence het gerucht in
omloop, dat zij den pauselijken staat waren binnenge
rukt. De Patrie voegt er bij, dat de troepen naar Toulon
gezonden 20,000 man sterk zijn. Eene tweede beweging
van Fransche troepen had in eene andere rigting plaats.
Een telegram van gisteren meldt dat er contraorder
voor de inscheping is gegeven.
De rijzing van den broodprijs in Frankrijk heeft,
gelijk de Patrie berigt's Keizers aandacht getrokken
en terstond na zijner majesteits terugkomst een onderwerp
van beraadslaging in den ministerraad uitgemaakt.
□Toulon, 21 Oct (des Ochtends). Het vertrek dei-
vloot is uitgesteld.
jSI ft.
Al'liliom, 21 Oct. Op dit oogenblik is misschien
de teerling reeds geworpen, en zyn de Fransche troepen
op weg naar Civita Vecchia. Een telegram uit Toulon
althans bevat dit berigtdat trouwens na de telegrammen
van gisteren en eergisteren niet onverwacht komt. Er
werd evenwel nog altijd uitzigt geopend dat aan de
expeditie vooreerst geen gevolg zou worden gegeven,
wanneer men van Italië een bevredigend antwoord ont
ving op de Fransche nota naar Florence gezonden en
dat bevredigend antwoord is, volgens een telegram uit
Parijs, daar aangekomen, tegelijk met de ty cling dat
Ratazzi zijne portefeuille had nedergelegd. Werd dit
terugtreden niet als gunstig medegedeeld, men zou juist
het tegendeel er uit afleiden. Ratazzi toch gaat in Italië
door Frankrijk genegen te zijn.
De Fransche expeditie naar Italië, zegt de Engelsche
Globe, zou eene daad van krankzinnigheid zijn en
waarlijk, men moet zich verwonderen dat Frankrijk in
den tegenwoordigen stand van zaken daartoe zou over
gaan. Het geheele volk, met uitzondering van de kleine,
ofschoon invloedrijke, clericale partij, is op de hand van
Italië en thans zal liet gedwongen worden tegen de
Italianen te strijden voor een beginsel of liever eene
traditie, die in Frankrijk bijna geen aanhangers meer
vindt. Frankrijk zal oorlog voeren voor eene overleve
ring, «n daaraan zullen duizenden menschenlevens en
millioenen schatten worden opgeofferd.
En met welk gevolg? Al behalen de keizerlijke
troepen overwinning op overwinning, zal dan het Ro
meinsche vraagstuk beslist zyn? Zal, zoodra de oorlog
geëindigd is, de leus „Rome met Italië" voor goed zijn
gedood voorzeker niet. Men zal van voren af aan het
treurig drama gaan opvoeren, totdat eindelijk het doel
is bereikt. Om de bereiking er van te voorkomen zal
Frankryk voortdurend eene krachtige bezetting op
Italie's grondgebied moeten onderhouden, en de kwij
nende schatkist zal er nog berooider door worden.
Die expeditie is ook een onregt en eene inconsequentie.
Frankrijk zelf heeft van het pauselijk gouvernement
altijd hervormingen geëischt; aan dien eisch is nooit
toegegeven; zal het nu door zijn eigen leger den onwil
van dat bewind weder komen ondersteunen? Of zou de
keizer meenen, dat na een oorlog met Italië en een
volslagen overwinning op de Italianen, de paus zijn
non possumus zal opgeven.
Al het bloed en al het geld dat deze oorlog kosten
zal, zullen verspild wezen.
En nu spreken wij nog alleen voor het geval dat
Frankrijks expeditie slaagt en niet ten vierden male de
interventie des keizers fiasco maakt. In dat geval en
met het oog op de houding van Pruissen en Rusland
is die uitkomst mogelijk zal Frankrijk het aan zich
zeiven te wijten hebben, wanneer het allen invloed in
Europa verliest. Het keizerrijk, dat beweerde de vrede
te zijn, zal dan de ondergang wezen. Pruissen wacht
slechts tot dat Italië geheel en al gebroken heeft met
Frankryk; om dus te zekerder te zijn dat deze bondge
noot hem in het beslissende oogenblik niet ontvallen zal.
De expeditie is een onregt tegenover de Romeinen.
Deze verlangen zeiven dat aan het wereldlijk gezag van
den paus een einde zal worden gemaakt, en of nu de
Romeinsche bladen al volhouden dat de strijd tegen de
zouaven gevoerd wordt door indringers: wanneer 1200
Romeinsche uitgewekenen onder Ckirelli Rome naderen
en andere Romeinen gereed staan zich bij hen te voe
gen wanneer duizenden in de gevangenis zijn geworpen
die geen ruimte meer opleveren om er meer te bergen,
wanneer twaalf duizend Romeinen bij adres vragen, dat
Italië moge intervenieren, dan is bet eene belagchelijke
onwaarheid, dat men slechts met Italiaansche vrijscharen
te doen heeft.
De Romeinen zei ven zyn in opstand en de tienduizend
man die den paus verdedigen, zijn voor het overgrootste
gedeelte huurlingen. En aan de zijde van deze fanatieken
zal Frankrijk stryden, dat beweert de vrijheid voor te
staan en lief te hebben!
Nicuwvecu, 23 Oct. Een droevig ongeluk heeft
gisteren op een der Kortevaarsche watermolens plaats
gehad. De molenaar Corbelis Zevenhoven n.l. nog even
voor het middageten de as der molen willende smeren,
begaf zich te dien einde naar boven in de kap. We
ens het lang wegblijven gelastte de huisvrouw een
arer kinderen om vader tot het eten te roepen, doch
wie beschrijft de ontsteltenis, toen men bovengekomen
slechts een verminkt lijk vond. De ongelukkige was
met zijn arm en het bovenligchaam tusschen het wiel
en de schijf uitgegledendie zijne ledematen geheel
vermorselden. Hij laat eene arme weduwe en een aan
tal kinderen achter. Opmerkelijk is het, dat deze
zelfde molen vóór eenige jaren ook een ofFer geëischt
heeft, toen een werkman die eenige herstellingen zou
verrigten door het rad gegrepen en werd geheel tot
gruis vermalen.
Amersfoort, 22 Oct. In dc nabijheid dezer slad
heeft heden ochtend eene afgrijssclijke misdaad plaats gehad
na een hevigen twist heeft een zoon zijn vader met de kolf van
een geweer een zoo harden slag op het hoofd tocgehragt, dat het
slagtoffer in levensgevaar verkeert. Het geruchtdat de vader
reeds overleden iskunnen wij tegensprekente ontkennen
echter valt het niet, dat de man, die door drie gcnccsheeren,
de heeren Bruning, van Breda Kolff cn A. E. Post wordt
verpleegd, in levensgevaar verkeert.
Omtrent deze treurige zaak verneemt men de volgende
bijzonderheden Marlinus vau der Heijden, 25 jaren oud, tim
mermansknecht, woont alhier, even buiten en naby de Slijk-
poort bij zijue ouders. In deze huishouding heerscht voort
durend twist. Gisteren, maandagavond, kwam Martinus met zij a
meisje, dat te Scherpenzeel woonachtig is, bij zijne ouders, vroeg
om eten voor zich en zijn meisje, dat zijne moeder weigerde
waarop hij met zijn meisje vertrok, haar in eene slaapstede bragt
en te 11 uren te huis kwam en zonder eten naar bed ging.
Heden ochtend gaf zijne moeder hem een boterham, doch zeidc
hem daarbij, dat zij die(zijn meisje) niet meer in huis
wilde hebben. Daarop begon de twist tusschen Martinus en zijne
ouders. Hij laadde toen zijne timmermansgereedschappen enz.
op een wagentje en brngt dit weg, zeggende, dat hij wilde ver
huizen. Vervolgens terugkomende, laadde hij andere zaken op
zijn wagentje, doch telkens duwde de vader het wagentje omver,
zeggende, dat een en ander hem toebehoorde. Intusschen had
de moeder het schuttersgeweer des zoons huiten gebragt, dat
door den zoon die weder het wagentje laadde, bovenop werd
gelegd; toen nu de vader het wagentje nogmaals wilde om
verwerpen, greep de zoon het geweer en sloeg met de kolf
zijn vader met alle kracht op het hoofd, zoodat deze voor
dood nederviel. De zoon moet naar beweerd wordt toen nog
gezegd hebben: »voor jou wil ik op het schavot gaan;" maar
hielp daarna met andere personen het zoo goed als leveulooze
ligchaam in huis dragen en gaf zich gewillig als arrestant aan
een politiebeambte over, die toegeschoten was. Na een kort
verhoor bij den commissaris van politie, alwaar hij zijne mis
daad bekende, is hij naar het huis van arrest overgebragt.
Ziei*il*zee25 Oct. Sinds eenigen tijd hebben
de dagbladen veel gesproken van een spoorweg, aan
sluitende aan den Zeeuwschen spoorweg bij het Kanaal
door Zuid-Beveland, en beginnende te Wemeldinge of
Hansweert. Uit hoofde van het groote belang der zaak
voor dit distrikt, hebben wij een onderzoek ingesteld,
en daaruit is ons het volgende gebleken:
Daar de spoorweg tot Vlissingen niet voor 1872 of
1873 zal gereed zijn, ontstond bij de spoorwegdirectie
de vraag, of men dien weg niet vroeger geschikt kon
maken voor het vervoer van goederen,.-die uit zee wer
den aangevoerd. Men gaf toen het denkbeeld aan, om
van de haven te Hansweert naar den spoorweg, langs
de oostzijde van het Kanaal, een hulpspoor te leggen,
dat wederom opgebroken zou worden, zoodra de spoor
weg tot Vlissingen gereed was.
Daar de kosten betrekkelijk hoog waren, en deze
hulpspoorweg slechts voor goederen zou dienen, zag
men, zoo al niet geheel van dit denkbeeld af, dan toch
besloot men, om er minstens vooreerst geen gevolg aan
te geven.
Naauwelijks was dit plan uitgelekt, of vermeerderd
en verdraaid werd het in alle dagbladen rondgebazuind.
Wat ook de correspondenten van dagbladen mogen
zeggen, wij kunnen stellig verzekeren, dat er bij de
Regering geen het minste plan is, om een zijtak naar
Wemeldinge aan te leggen.
Het vervoer op dezen zijtak zou ook zoo gering zijn,
dat de opbrengsten zelfs de kosten van exploitatie niet
zouden dekken, en de Maatschappij tot exploitatie van
de staatsspoorwegen zeker zou bedanken, om met groot
verlies dien zijtak te exploiteeren. Schouwen, Duiveland
en Noord-Beveland, als eenig belanghebbenden bij dien
zijtak zouden daarom jaarlijks vele duizende guldon
moeten bijdragen, om het verlies op de exploitatie te
dekken, indien zij aandringen op het tot stand komen
van dien zijtak. Wij hopen, dat de ingezetenen van dit
distrikt tot het geven van zulk een subsidie vooreerst
niet zullen besluiten; er is in ons distrikt nog zooveel
te verbeteren aan de wegen, dat dit geld beter kan
besteed worden; wij wijzen slechts op de gebrekkige
wijze, waarop Schouwen met Duiveland, en deze twee
eilanden wederom met Tholen en St.-Philipsland zijn
verbonden, op de wegen rondom Dreischor, enz.
Tot deurwaarder bij de arrond.-regtbank alhier
is benoemd de heer J. Fransecand.-notaris te Krui-
ningen.
In de gemeente Graauw is eene ijzingwekkende misdaad
gepleegd. Sedert den I September jl. werd bij den landbou
wer B. een knecht vermist. Een van diens medeknechten ver
huisde gelijktijdig en deelde B. mede, dat zijn kameraad ook
verhuisd was en niet meer zoude terugkomen. Intusschen was
van den vermiste geen spoor te vinden en bleven diens kist
en verdiende huurpenningen bij B. onafgehaald. Daarbij werd
opgemerkt, dat de werkelyk verhuisde knecht klcedercn van
den vermiste droeg en het zakuurwerk van dezen bij een zil
versmid te Hulst had verkocht. Hij werd daarop iu de afgc-
loopen week in hechtenis genomen. Alstoen argwaan krijgende,
dat dc vermiste wclligt vermoord koude zijn, herinnerde een
der arbeiders zich, bij het bergen der erwten in de schuur op
zekere plaats dén grond bnitengewoon los te hebben bevonden.
Hiervan aan de politie keunis gegeven zijnde, werd de schuur
11. zaturdag namiddag ter aangeduide plaats ontruimd en is het
lijk van vden vermiste aldaar werkelijk opgegraven. Voorshands
ontbreken nadere bijzonderheden.
Uit goede bron vernemen wij, dat bij het tusschen
Nederland en Frankryk te sluiten postverdrag het port
der brieven met 10 cents zal verlaagd worden en dus
gebragt op 20 cents. Bij de onderhandelingen, over dit
verdrag gevoerd, moet ook het punt ter sprake gebragt
zijn van de betaling van het geheele port by onvoldoende
frankering. Men verwacht dat ook hierin op eene gun
stige wijze zal worden voorzien.
Wij vernemen dat de plannen voor de schutsluis
te Veere van het kanaal door Walcheren gereed en
ter goedkeuring aan het ministerie van binnenlandsche
zaken opgezonden zyn.
De commissaris des Konings in Groningen heeft
zich als buitengewoon lid der vereeniging tot onderlinge
oefening in den wapenhandel te Groningen doen inschrij
ven en eene aanzienlijke jaarlijksche bijdrage toegezegd.
De Amsterdamsche Courant bevat het volgende ingezon
den stuk.
Een l>ei"oei> waar g-een naam voor is.
De kinderen van G. bezochten sedert eenigen tijd de school
voor havelooze kinderen ongeregeld en kwamen des morgeus
Va a 1 uur Dit werd door hen aan de volgende oor
zaak toegeschreven Wanneer zij des avonds uit de school kwa
men, dan moest het hesje van het eene en de broek van het
andere kind verpaud worden, anders kon moeder de dekens
niet krijgen, waaronder zij des nachts moesten slapèn. Des
morgens werden dan de dekens weer weggebragt, om de kleêren
in te losseu. Moeder kwam dan doorgaans te laat weder, en
dus kwamen de kinderen tc laat in dc school.
Oui deze zaak nader te onderzoeken, begaf ik mij op Za
turdag 12 October naar de woning van V. G., een talrijk en
zeer armoedig gezin. Een mijner scholieren zat zonder broek,
een ander zonder kiel. Bij onderzoek bleek mij thans, dat de
moeder gewoonlijk des Maandags twee dekens »wegbragt naar
Krullemie in de Lange Leidsche Dwarsstraat." Zij leende dau
op iederen deken 70 cents. In den zomer sliep het gezin wel
eeus zonder deken, maar thans kon dit niet om de koude. De
dekens moesten dus des avonds ingelost worden, en omdat zij
dan geen geld had, gaf zij de kleederen der kinderen tot on
derpand. Des morgens bragt zij de dekeus weder en bekwam
dan ook de kleederen der kinderen terug. Maar »Kralletnie"
deed dat niet voor niemendal: zij moest dan bij elke omwisseling
10 cents, dus 20 cents per dag, hebben voor hare moeite.
Wanneer de vader Zaturdag 's avonds met zijn weekgeld te
huis kwam, dan werd alles weder iugelost, waartoe een zeer
aanmerkelijk gedeelte van dat weekgeld vereischt werd. Hierbij
de uitgaven voor huishuur, enz. maakte het noodzukeiijk, dat
het geloste goed op Maandag reeds weer verpand moest wor
den. Dezen morgen had zij de kleederen der kinderen niet
kunnen inlossen van daar dat de jongens half naakt zaten.
Op mijne vraag of zij ook eenig bewijs ontving voor de
goederen? antwoordde dc moeder, dat zij een Dvaste klant
was, en geen briefje kreeg als zij het goed wekelijks kwam
terughalenmaar wèl indien zij het lang moest laten staan.
Zij liet mij zulk een briefje zien. Het was gedrukt en van
dezen inhoud:
»1094. Van UEd. gekocht 2 vr. rokken a 1,25 met
regt van wederinkoop, gedurende zes maanden na dato
dezes, tegen teruggave van den oorspronkelijken koopprys,
en vergoeding van de kosten van beheer en bewaring.
Amsterdam, 12 February 1867. (get.) M. M. NÏJE."
Ik trachtte de vrouw hot schadelijke en dwaze harer zwen-
delarij onder het oog te brengen, cn bood aan haar voor één
maal te helpen. Zij moest dan maar dadelyk met mij naar
het beruchte huis gaan. Spoedig werden de lompen wat aan
elkander gespeld en niet draadjes vastgebonden, en nu begaven
we ons op weg. »Het is vast nog te vroeg," zei de vrouw,
»want Krullemie doet eerst om vier uur open." »En wan
neer sluit ze dau?" vroeg ik. »0, dat wordt Zaturdag
's avonds wel twaalf, één uur, waut het is er zeer druk,"
kreeg ik ten antwoord.
Eenige minuten vóór 4 ure wareu wij bij het huis van de koop
vrouw. Eene andere arme vrouw zat reeds op den stoep te
wachten: »het was nog niet open." Ik werd echter opgemerkt
en nu werden we binnen gelaten. Het kort gesprek, dat ik
met de koopvrouw had, deel ik hier zoo naauwkeurig mo
gelijk mede.
Ik. Mag ik u verzoeken aan deze vrouw haar dekens terug
te geven
Zij. AU het u belieft mijnheer
Hoeveel geld hebt gij die vrouw daarop geleend
Op ieder 70 cents, en dan komt er natuurlijk eenige
kosten op. Ik betaalde voor de dekens en eenige andere
voorwerpen ƒ2,60, alles zonder beleen- of koopbriefje, en ver
volgde toen: Is het waar, dat deze vrouw gewoonlijk 's avonds
de dekens bij u terughaalt eu u daarvoor iu de plaats geeft
eenige kleedingstukken van hare kinderen, en het een en ander
's morgens weer omwisselt?
Ja, mijnheer!
Wat moet zij u daarvoor dan betalen?
Ja, natuurlijk; ik kan van niets niet leven. Voor eiken
deken 5 cents.
Dat is alzoo des avonds voor de. beide dekens 10 cents.
En des morgens?
Weer 10 cents.
Dat is dus 20 cents per dag, of ƒ1,40 per week. Gij
leent alzoo op onderpand 28 stuivers en ontvangt daarvoor 28
stuivers rente in de week. Welk een schandelijke woeker is dat!
Ja, mijnheer! Ik wil de menschen wel helpen, maar ik
kan van niets niet leven. Ik doe er niemand onregt meê. Nog
onlangs heeft de regtbank mij volkomen in 't gelijk gesteld.
Gij zult eenmaal voor den regterstoel van God moeten
verschijnen. Daar zult ge niet in liet gelijk gesteld worden
indien gij dus voortgaat.
Ik kan het wel verantwoorden, en gij zult ook niet voor
niets enz., enz. Ik verwijderde mij.
In de bunrt ontmoette ik een paar politie-ageDten, aan wien