No. 2456. 24s,c Jaari»'. Zaturdag 5 October 1867. Nieuwstijdingen. Afgeluisterd gesprek. /IllllkZIISCIII NIEUWSBODE. Men abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij aHe Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnements-Prys: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. V erschij nt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiöns 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Tngezondene Stukken, franco. Londen. 28 Sept. Naar aanleiding van de onge lukken, welke in den laatsten tijd op onze spoorwegen zijn voorgevallen, heeft zekere Heer Smee eens onder zocht wat van een wachter op den weg gevergd werd. Hij bevond zich veertig minuten voor de aankomst van den trein op een tusschenstation en teekende op wat de wachter verrigtte. De man veranderde 7 maal de signalen voor de treinen in de eene rigting van den Weg; 5 maal die in de andere rigting; -28 maal de stations-signalen; ontving en verzond 65 telegrammen en maakte 56 aanteekeningen in zijn boek. Intusschen gingen twaalf treinen voorbij. De wachter verrigtte dus in elke minuut 4 verschillende handelingen. Hij doet dat twaalf uren achtereen. Er zijn slechts twee per sonen aau het station, die deze dienst verrigten en om de week wisselen zij elkander zoodanig af, dat zij in de eene week de dagdienst, in de andere de nachtdienst hebben. In aanmerking nemende, dat de geringste vergissing oorzaak kan zijn van een ongeluk, meent de Heer Smee, dat door zulk eene dienst veel te veel van de oplettendheid van een mensch gevergd wordt. Volgens berigten uit Amerika is even als hier de graanoogst niet zoo rijkelijk als men heeft verwacht. De aren leveren bij het dorschen niet veel uit en de landbouwers in het Westen verkoopen derhalve nog niet, in afwachting van hoogere prijzen. De Reform-league zounaar, men zegt besloten heb ben om eene groote meeting te houden tot betuiging van sympathie aan Garibaldi, ter gelegenheid van zijne gevangenneming. Men zal zich herinneren, dat Gari baldi vóór eenigen tijd eerelid dezer Engelsche ver- eeniging geworden is. De Economist beschouwt in een kort artikel den toestand van Europa als voor 't oogenblik kalm. Sedert het duidelijk geworden is, dat bij een oorlog tusschen Pruissen en Frankrijk de Zuid-Duitsche staten onge twijfeld de Duitsche partij zouden kiezen, is Frankrijk inderdaad nu ingesloten en omperkt, zooals het congres van Weenen het wel gewenscht had, maar het niet heeft kannen tot- stand brengen. Napoleon is koel berekend genoeg om thans den oorlog niet te wageg. Misschien zou, indien Frankrijk een minder flegmatieken keizer had, of zelfs indien het een vrij parlement had, getuige de bekende rede van den heer Thiers, de vrede reeds verbroken zijn. Doch voor het oogenblik is het vrede. Intusschen kan de Europesche rust uiet onverstoor baar wezen op het oogenblik, dat Frankrijk en Oosten rijk beide zoo zeer en zoo duidelijk in hun nationaal aanzien geleden hebben. Men ban wel zeggen, dat de zaak onherroepelijk afgedaan is, dat oorlogvoeren niet meer helpen zou. En voor Oostenrijk is dat waar, maar Frankrijk, al moge het begrijpen, dat het noch Itali- aansch noch Pruissisch gebied kan veroveren, kan aan een equivalent denken. Als Napoleon eens aan de Fransche natie België kon aanbieden (en negef tienden der Fransclien beschouwen het reeds als hun wettig eigendom) zoo zou de keizer met eenigen grond kunnen verklaren: „anderen zijn grooter geworden, maar ook wij hebben ons uitgebreid.11 Een oorlog zou aan Frank rijk dus altijd nog voordeel kunnen brengen. „De uit- zigten van het oogenblik zijn vredelievend, maar het zou gevaarlijk zijn niet uaauwkeurig in het oog te houden de kleine wolk, die de toekomst verduisteren kan." H. M. de Koningin der Nederlanden is Zaturdag te Knowsley in Lancashire aangekomen. Daar haar be zoek niet als officieel wordt beschouwd, waren in de omstreken van het park geene bijzondere toebereidselen gemaakt. Langs haren weg bevonden zich echter vele toeschouwers, die de Vorstin met gejuich ontvingen en de klokken van lluyton werden geluid, toen zij dit dorp doorreed. Aan den hoofdingang van de plaats werd H. M. door graaf en gravin Derbey opgewacht en on- middelijk naar hare appartementen geleid, dezelve welke tijdens hun bezoek in Lancashire door den Prins en de Prinses van Wallis werden bewoond. Een groot aantal voorname personen is te dezer gelegenheid op het kasteel genoodigd. Dezer dagen is uit Engeland reeds een deel der troepen vertrokken, welke moeten deelnemen aan de ex peditie naar Abyssinië. De artillerie vertrekt Vrijdag van Gravesend, terwijl reeds twee transportschepen naar de Middellandsche zee zijn vertrokken om de noodige muil ezels voor de expeditie naar Abyssinië over te brengen. Weenen, 29 Sept. In eene der uiterste wilsbe- palingen van wijlen Keizer Maximiliaan gedenkt hij dankbaar de getrouwen, die hem met onwrikbare ver knochtheid hunne goede diensten hebben gewijd. Naar men verneemt, is aan zes hunner een levenslang jaargeld vermaakt. De Hongaarsche kok, die getuige geweest is van het ter dood brengen des Keizers, is hier ter stede aangekomen. ILeicloii, 1 Oct. Aan onze hoogeschool werden op heden bevorderd: tot doctor in de geneeskunde de heer J. L. Goemans, geboren te Zierikzee, na verdedi ging van zijn akademisch proefschrift, behelzende: Drie gevallen van kraamvromvenkoortsdoor den schrijver waar genomenen tot doctor in de beide regten de heer J. C. Mulock Houwer, geboren te Padang, met Stellingen. Ziei-iltzee3 Oct. Z. M. Stoomboot de Valk is na in den avond van den lsten dezer de reede van Southampton te hebben verlaten, in den vroegen morgen te Cherbourgh aangekomen. Dat stoomschip zou onverwijld de terugreis naar Nederland aannemen. Tot deurwaarder bij het Kantongeregt alhier is benoemd de heer J. Bethe, deurwaarder bij de Arrond. Regtbank alhier. Uit de memorie van toelichting tot de begrooting der staatsspoorwegen voor 1868 blijkt, dat bij de rege ring het voornemen bestaat om nog in dit loopende jaar de aanbestedingen te doen plaats hebben voor den bouw der suatiesluis bij Vlissingen en der dubbele schut sluis in het kanaal van Klevenskerke naar Veere. De minister van finantien heeft naar aanleiding van het kon. besluit van 4 Sept. jl. Staatsbln°. 93), houdende invoering van een nieuw model van postzegels, ter kennis van belanghebbenden gebragt: 1°. dat er voor het frankeren van zwaardere brieven van binnen- landschen oorsprong en bestemming, alsmede van brie ven voor de koloniën en het buitenland bestemd, te rekenen van 1 October 1867, postzegels ten bedrage van 20, 25 en 50 cents, zullen worden in gebruik ge steld; 2°. dat de genoemde postzegels van den gemelden dag af op alle rijkspostkantoren zullen verkrijgbaar zijn; 3°. dat er mede postzegels van 5, 10 en 15 cent, volgens een nieuw model, zullen worden uitgegeven, zoodra de aanwezige voorraad der postzegels van die geldswaarde, oud model, verbruikt zijn. Uit een vergelijkenden staat omtrent de opbrengst der belastingen in acht der aanzienlijkste gemeenten van ons vaderland blijkt, dat het hoogste bedrag in de gemeentelasten wordt voldaan door de inwoners van Rotterdam, die ƒ5.75 per hoofd betalen. Daarop volgt: Amsterdam voor ƒ5.40; Dordrecht 4.90Leyden 4.60 's Gravenhage ƒ3.75; Haarlem ƒ3.70; Delft ƒ3.40; Utrecht ƒ2.20. De minister van finantien brengt ter kennis van het algemeen, dat onlangs in de circulatie te Amsterdam is outdekt en aangehouden een valsch muntbiljet van tien gulden, geheel afwijkende van de tot heden ont dekte onechte muntbiljetten. Ziei'iltasee4 October. Heden had alhier een zeer treurig ongeluk plaats; de eenige dochter van de wed. F. Hoozewater willende puttenhad het onge luk in de wel te vallenwaaruit zij als het ware levenloos is opgehaaldzoodat de aangewende po gingen om haar in het leven te behouden vruchteloos werden beproefd. Groot is het verlies voor de weduwe die in haar eene brave en oppassende dochter verliest. Heden bevindt zich in deze stad de heer J. J. van der Weijdezoon van onzen voormaligen stad genoot den heer P. H. van der Weijde, die na eene afwezigheid van 18 jaren in Noord- en Zuid-Amerika een plaizierreis over Lissabon Schotland Engeland Italië, Zwitserland, Duitschland, Frankrijk en Belgie heeft ondernomenom de vrienden van zijnen vader een bezoek te brengen en de plaats te zien die Z. Ed. in zijne kindsheid met zijne ouders heeft verlaten, vele blijken van vriendschap worden Z. Ed. alhier bewezen. Sedert eenigen lijd zwerft op het gebied der Europesche journalistiek een gerucht rond, hetwelk ten naauwste met de toekomst van Nederland in verband staat. De regering te 's Gravenhage zou namelijk eene gedaehtenwisseling hebben ge opend met de kabinetten te Brussel, te Londen en te Parijs omtrent de wenschclijkheid eener wijziging van het in 1832 gesloten tractaat, en wel iu dien zin dat België, Nederland en Luxemburg eene confederatie zonden vormen, wier neutraliteit door Engeland en Frankrijk zou worden gewaarborgd. Het poli tiek doel van dergelijke combinatie zou wezen om gezamenlijk eene grooterc kracht tegenover Pruissen op de been te kunnen brengen. Ofschoon ons omtrent de juistheid van dit gerucht uit 'sllngc zelf nog niets met zekerheid bekend is, meenen wij te mogen aannemen dat aan dit gerucht niet in allen deelc geloof moet worden ontzegd, al moge zoowel het confederatie denk beeld als het nemen van het initiatief door de Nederlandsche regering misschien als minder juist zijn te beschouwen. Overi gens is het zeer te betwijfelen of men de Engelsche regering zal kunuen overhalen tot het waarborg van Nederland's onafhan kelijkheid, nadat zij reeds zooveel tegenzin betoonde in de onbefeckenende garanlie van Luxemburg's neutraliteit. Men leest in het Leidsch Dagblad onder het op schrift vragen van yt oogenblik: Sedert eenige maanden staan de nationale fondsen op een zeer laag standpunt. Er was een tijd, dat zij bijna 10 pet. liooger stonden dan de Belgische, thans zijn zij genoegzaam gelijk. Van waar die toestand? Zou eene der oorzaken ook deze zijn, dat er vrij alge meen weinig vertrouwen wordt gesteld in de bekwaam heden van het hoofd van het departement van finantien? Het is toch zeer opmerkelijk, dat de daling onzer fondsen is aangevangen met de optreding van dit ministerie. Er zijn nu wel dagbladen, die om persoonlijk belang of ondersteuning van regeringszijde de natie willen geruststellen, en hoog opgeven van de verdiensten der regering. Er zijn er echter ook velen, die onze bezorgd heid deelen en vertrouwen onthouden. Belangrijke geschriften, dezer dagen o. a. in de resi dentie zelve in 't licht verschenen, versterken op krach tige gronden dat wantrouwen; 'tis waarlijk niet ieders werk een dergelijke taak op zich te nemen; ook onze finantiën vereischen meer dan gewone kennis. Voeg hierbij de geringe meerderheid waarmede voor leden jaar het budget van buitenlandsche zaken werd aangenomen, dan kan daaruit worden afgeleid, dat bij een groot deel der volksvertegenwoordiging, zelfs van de hernieuwde kamer, groote sympathie voor den mi nister van buitenlandsche zaken almede ontbreekt, en 'tvalt zeer te betwijfelen, of die door onderscheidene nevelachtige mededeelingen in 't afgeloopen jaar is ver meerderd. Krachtige steun vindt de regering bij de vertegen woordiging niet. En dit is waarlijk in de omstandigheden waarin Nederland verkeert, hoogst noodig. De aanstaande beraadslagingen over het budget zullen ongetwijfeld doen zien, hoe onzeker de houding der regering omtrent de koloniale aangelegenheden is, eene houding die waarlijk geen weerklank kan vinden bij de kamers, dan welligt bij de 13 leden! Klimmende uitgaven voor oorlog komen daarbij. Met de koloniën stegen zij reeds tot p. m. 54 millioen. Kan bij dergelijken stand van zaken het regeren, met welligt eene kleine meerderheid bij de volksvertegen woordiging, op den duur stand houden? En al houdt men nu stand, is zulk regeren in 'tbelang van Nederland? - Met de wapening der forten in de omstreken van Parijs wordt nog steeds voortgegaan. Men heeft opgemerkt, dat dit jaar de zwaluwen ons 3 weken vroeger verlaten hebben dan naar gewoonte. Dit overhaast vertrek, gevoegd bij het doortrekken der watervogels uit het Noorden naar het Zuiden houdt men voor de aanduiding van vroeg koud weder. Omtrent het verongelukken van het Nederlandsch brikschip Solide, kapitein den Breemsdeelen wij het volgende mede Nadat het schip, beladen met stukgoederen, den 13 Mei dezes jaars van Nagasakimet bestemming naar Amsterdam en in volkomen goeden staat was vertrokken, werd de reis met aanhoudend regenachtig weder, waar door het niet mogelijk was eenige verkenning te krijgen, tot den 24sten voortgezet, toen men de Noordkust van Formosa in hetgezigt kreeg. Daar de wind Noord Noord Oostelijk liep, zette men koers naar het Zuid-Westen, en kreeg men ten 2 ure de Pescadore eilanden in het Noorden van hen in het gezigt, waarop men toen naar het Westen stuurde, totdat men de noordpunt van ge zegde eilanden in het Oost Noord-Oosten per compas, op 8 mijlen van zich peilde. Vervolgens stuurde men op nieuw westwaarts met eene stijve marszeilskoelte. Des namiddags ten 4 ure stootte het schip eensklaps op een gezonken rots. Onmiddelijk braste men de ra's tegen, om het schip af te brengen, doch daar de eb was ingevallen en het water sterk vallende was, bleek zulks te vergeefs te zijnterwijl de wind meer en meer in hevigheid toenamzoodat het schip zwaar begon te stooten. Bij de pomp peilde men 3 voet water en spoedig daarna stond reeds 6 voet water in het ruim. Daar men de onmogelijkheid inzag om het schip vlot te bren gen, werden de zeilen opgegeid en de booten in ge reedheid gebragt om, zoo mogelijk het leven der equipage te redden en de scheepspapieren en het journaal, de chronometer en compassen werden 't eerst in de booten gebragt. De wind nam echter zoo in hevigheid toe, dat het onmogelijk was om langer een boot in de takels te houden, zoodat men genoodzaakt was de booten neder te laten en langs de zijde van het schip te brengen. Men liet derhalve de boot met vijf man neder, doch naauwelijks was zij uit de takels of zij sloeg om. On middelijk werden verscheidene lijnen uitgeworpen om de over boord geslagen vijf manschappen te redden hetwelk met drie hunner gelukte, terwijl de twee anderen door een visschersvaartuig dat in de nabijheid was, in geheel uitgeputten staat werden binnengehaald. Een dier manschappen had zijn been gebroken't was echter door de duisternis onmogelijk den ongelukkigen lijder eenigen bijstand te verleenen, of het schip te verlaten. Tegen middernacht, bij het opkomen van den vloed, werd het schip tot op kenteren toe over zijde geworpen; ten 2 ure sloegen de masten over boord en werd het roer geheel uit de haakbouten gestooten, zoodat men ieder oogenblik verwachtte dat het schip geheel ver brijzeld zou worden. Met het hooge water werd het wrak vlot en bleef de equipage, op de lading drijvende, met het wrak voortdrijven, aan wind en water ten prooi en met den dood voor oogen, tot des morgens ten 5 ure, toen het schip op nieuw op eene rots stootte, bij welke gelegenheid een man der equipagemet name Philip Briinstrup over boord geraakte. Des morgens ongeveer ten zes ure kwamen verschillende jonken in de nabijheid van het wrak, en daar het de reeds zoo uitgeputte equipage onmogelijk was dezelve op een af stand te houden of te verwijderen, namen zij het wrak in bezit. Een der gezegde jonken bragt den kapitein met de verdere equipage des namiddags ten 2 ure op een eiland aan den wal, alwaar de bemanning van die jonk hun nog van de weinige kleederendie zij aan het ligchaam haddenberoofden. Twee dagen lang vertroefde de equipage van het verongelukte schip op dat eiland in de open lucht en aan ellende ten prooi, na verloop van welken tijd zij door een oorlogschip genaamd Volunteer werd opgenomen, dat haar te Anroy bragt, alwaar men den 28sten Mei behouden arriveerde, zonder verder iets van het schip te hebben vernomen dat geheel verloren is gegaan. Gemengde berigten. Garibaldi wordt thans verschillend beoordeelddoor sommigen wordt hy genoemd een bandietén door anderen een groot man. Doch dit is zeker, dat toen Victor Emanuel hem noodig had om Koning van Italië te worden, Garibaldi zeker niet heeft gedacht dat hjj zoo ondankbaar zoude behandeld worden. Maar Victor Ema nuel staat onder curateel van Napoleon, en Napoleon staat onder de plak van de Keizerin, die geeft de kaart. Met de expeditie naar Abyssinië gaat het maar lang zaam voort; Keizer Theodoor schijnt inderdaad een afstammeling te zijn van Salomo, zooals hij voorgeeft, en laat zich niet bedotten door de Engelschen, daartoe is hij te wijs. Volgens een geleerd man zal men in de eerste 50 jaar geen eholera meer hebben in Europa; hij zegt dat de cholera veroorzaakt wordt door electro- magnetische stroomen. Het is te hopen dat de weten schap in die halve eeuw zoodanig mag toenemen, dat men in elke apotheek een pot zal hebben met pillen die goed zijn voor de cholera. Te Parijs zijn reeds vele soorten van spotprenten op Garibaldi verspreid, en te Berlijn op Victor Emanuel. Het is en blijft nog maar een raadsel hoe Garibaldi aan al het geld gekomen is dat hij uitgegeven heeft. Het moet hem bezorgd zijn door von Bismarck. In Frankrijk zijn er stoom schepen in aanbouw van ijzer die uit malkander genomen kunnen worden, en die bestemd zijn om op den Rijn dienst te doen als het noodig wordt. Oude generaals zeggen dan ook„Napoleon I moest stoombooten en spoorwegen gehad hebben, dan zoude hij geheel Europa tot één keizerrijk gemaakt hebben, en nu zal het ééne republiek worden. Volgens de verzekering van een Vriesch, kan hij de Zuiderzee droogmalen in 14 dagen en kan het doen regenen als hij wil. Zie, zulke mannen zijn er nog niet geweest. Een pikdraad te Weraeldinge wordt verzocht, zijne lange tong wat in te houden en en zooveel meisjes niet voor den gek te houden, want hij zal zijne domheid moeten beklagen. Onder Kadzand heeft een president van eene sociëteit een varken gekocht, en hij had geen hok, en ging het dan ook maar spoedig verpassen als hij kon. „Wel duvels! praet jie ook nog mee?" zei Klaer Lest tegen Mie, „jie heit niet eens een vaer!" „Geen vaer!" zei toen de kreegle Mie „Veel meer as jie!" Ingezonclenc Stukken. Jan. Wat zie je er beroerd uit, Fritst Frits. Je moet me niet zoo flatteren! Jan. Maar wat scheel je dan toch? Frits. De meid heeft me den bons gegeven Jan. Dat's gaauw; waarom is dat? Frits. Jet heeft een' naamloozen brief ontvangen waarin ik zoo zwart werd gemaakt als de drommel zelf. Jan. Je bent toch altijd zoo blank geweest als je hemd; wie zou je dat gelapt hebben? Frits. Er is geen mensch toe in staat dan het col- legie in de straat. Jan. Wat zijn dat voor knullen? Frits. l.e Een leegloopende koperslager, die alle morgen een half pond stroop op zijne bo terham gebruikt; 2." Een rentenier, die vroeger met een groot vrouwelijk personeel goed logies hield; 3.e Eenige dronken luidjes. Jan. En wat denk je nu te doen? Frits. Ik zal het in den Zierikzeeschen Nieuwsbode laten zetten. Jan. Dat is flink. 3Iarktprijzen te Zierikzee. 3 OCTOBER 1867. Boter, laagste koers ƒ0,525 en hoogste koers ƒ0,625 per 5 ons. Kip-Eijeren, laagste koers ƒ0,80 en hoogste koers ƒ0,90 per 25 stuks.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1