No. 2147.
<21sl« Jaarg.
Woensdag 1 September 1867.
Nieuwstijdingen.
JFV&wi rijft.
Cholera en
oorlog.
I
ZIERIkZEESCfIE NIEUWSBODE
Men abonneert zich:
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
Ia Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Abonnements-Prys:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maanden1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90.
"V er scli y ut:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiën:
10 cent voor eiken regel.
Zcgelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken, franco.
De dezer dagen voor een der politie-hoven te
Londen behandelde zaak van iemand, die beschuldigd
werd van poging tot zelfmoord, trekt daar ter stede de
aandacht, uithoofde van de treurige omstandigheden,
waaronder die wanhopige daad heeft plaats gehad. De
persoon, die zich van het leven wilde berooven, is zekere
Patrick Shea, een gepensioneerd soldaat, die vele jaren
in Indie heeft gediend. Uit een aan den regter overgelegd
stuk bleek dat Shea van 1852 tot 1859 in Indie aan 18
expeditien had deelgenomen en dat hij met de Indische
medaille gedecoreerd was. Hij deed voorts het volgende
verhaal van zijn wedervaren//Nadat ik den 9 October 11.
uit de dienst was ontslagen, ben ik naar een broeder in
Wales gegaan, waar ik bij een kruidenier in dienst ben
gekomen. Ik leed aan de tering, en door overwerken
kreeg ik eene bloedspuwing, die zich eenige dagen na
elkander herhaaldevan dien tijd af is mijne gezondheid
zeer slecht geweest. Ik ging naar Londen, en trachtte
in het St. George-hospitaal en in het hospitaal voor
teringlijders opgenomen te worden, doch te vergeefs. In
het hospitaal in het East-End ben ik ook afgewezen.
Met eene kleinigheid, mij door mijne kameraden uit den
kruidenierswinkel geschonken, heb ik het leven voort
gesleept tot in Julijde menschen bij wie ik woonde,
borgden mij de huishuur. Na ontvapgstvan mijn vieren-
deelsjaars pensioen (6 pence daags) heb ik al mijne
schulden betaald. Ik hield slechts weinig over, en heb op
nieuw, maar ook op nieuw te vergeefs, getracht in eeu
hospitaal te komen. Ten gevolge mijner slechte gezond
heid, en geene hoop hebbende om beter te worden, ben ik
moedeloos geworden en op het denkbeeld om een einde
aan mijn leven te maken. Daarop ben ik in het park in
het kreupelhout gaan liggen.'1 Daar heeft men Shea ge
vonden; hij had zich een ader in den arm geopend. De
regter schonk hem 2 p. s.en beloofde zoo mogelijk hem
eene plaats in een hospitaal te zullen bezorgen.
De Droit meldt het volgende niet alledaagsche
geval: Vijf jaar geleden verliet zekere vrouw Dubec,
modiste, Parijs, medenemende eene groote hoeveelheid
goederen die onbetaald waren. Zij werd op hare vlugt
vergezeld door een jong mensch van 22 jaar, haar minnaar,
die als agent van verscheidene handelshuizen haar ge
makkelijk een gedeelte der medegenomen artikelen had
weten te verschaffen. De schuldeischers dienden een
aanklagt inen vrouw Dubec en haar medepligtige
werden bij verstek veroordeeld. Beide hadden zich naar
Amerika begeven doch niet lang bleven zij daar bij
elkander. Het spoor van de vrouw heeft men verloren
doch haar medepligtige is thans in Frankrijk terugge
komen om zijn proces nog eens te doen behandelen.
Voor het hof van assises verschenen, verhaalt hij dat
hij, verleid door vrouw Dubec, die in Amerika fortuin
wilde zoekenniet geloofde eene misdaad te begaan
toen hij in overleg met haar, de goederen medenam,
wier koopprijs later zou betaald worden. Doch te New-
York aangekomen, moest hij vrouw Dubec verlaten, want
haar gedrag was allerschandelijkst, en al de goederen
bleven in haar bezit. Hij was zonder eenig middel van
bestaan, maar zocht en vond werk, met het doel zijne
onvoorzigtigheid weder goed te maken. Na langdurigen
en zwaren arbeid was liij zoo gelukkig eene geldsom
bijeen te hebben, voldoende om al de schuldeischers van
vrouw Dubec te betalen. De advocaat Lachaudzijn
verdediger, deelde aan het hof van assises mede dat de
jongeling inderdaad aan den curator in den faillieten
boedel van vrouw Dubec ongeveer 22,000 fr. heeft ge
zonden waarmede alles te eenenmale kan voldaan worden.
Beter bewijs van zijne goede trouw kan men wel niet
geven. De curator wordt gehoord en hij bevestigt de
verklaringen van den advocaat; 22,000 fr. heeft hij ont
vangen. De schuldeischers komen achtereenvolgens hun
wedervaren aan het hof vertellen, en worden aangenaam
verrast als de voorzitter hun mededeelt dat de curator
het noodige geld ontvangen heeft om hen volkomen
schadeloos te stellen. De advocaat-generaal Hémar doet
de jury opmerken dat de misdaad van bedriegelijke
bankbreuk bewezen is, en hij alzoo, als vertegenwoordiger
van de wet, de beschuldiging moet staande houden. Hij
ontveinst echter niet dat de beschuldigde alle belang
stelling verdient, nu hij de schuldeischers heeft betaald.
Mogt de jury hem alzoo niet schuldig verklaren, dan
zal het openbaar ministerie er niet door verrast zijn en
er geen leedwezen over gevoelen. De heer Lachaud
verdedigd den beschuldigde zóó dat cle vrijspraak niet
twijfelachtig kan zijn. De Jury beraadslaagde niet langer
dan twee minuten verklaarde den beschuldigde niet
schuldigen hierop volgde diens vrijspraak door het
hof van assises.
2ikligw.
In Belgische bladen wordt de strijd voortgezet tus-
schen de vrienden van den heer Delaet en die van den
heer van Rijswijck over den eisch van eerstgenoemden
dat van Rijswijck hem de 5000 francs betalen zal,
waartoe deze door den regter is veroordeeld, wegens
een honend artikel in zijn blad geplaatst. De heer
Delaet verdedigt zijne daad door te zeggen, dat hij het
geld niet zou hebben gevorderd, indien van Rijswijck
zijne woorden had willen intrekken, wat hij, Delaet, ook
verklaard heeft aan een der vrienden van zijn tegen
stander. In plaats daarvan is de Antwerpsclie publicist
voortgegaan met hem aan te vallen en te beschimpen,
zoodat hij geene reden vond om edelmoedig tegenover
hem te zijn. De kinderen van Jan van Rijswijck zijn
ook geenszins zoo hulpbehoevend als men het heeft
doen voorkomen. Delaet beweert dat zij die hen noemen
als een bestrijder van de gijzeling voor schuld, hem
woorden in den mond leggen, die hij nooit gesproken
heeft.
Z-wolle, 29 Aug. Jl. Zondag is een onzer stad-
genooten, wiens naam wij voor 't oogenblik nog ver
zwijgen, van hier gegaan, achterlatende eene vrouw en
zes kinderen, zooals men zegt veel geld van andereu
medenemende en koers zettende naar Amerika. Zoo de
geruchten zich bevestigen, deelen wij de bijzonderheden
nader mede.
Voor eenige dagen kocht een jufvrouw groente op
de markt en toen ze betalen wilde bemerkte zij, dat
hare portemonnaie verdwenen was; zij herinnerde zich
dat zij kort te voren de portemonnaie in haar huis op
de tafel had gelegd en dacht dat zij ze vergeten had.
Toen ze te huis kwam vond zij echter het vermiste niet
en alle huisgenooten, zelfs de meid, zeiden de porte
monnaie niet gezien te hebben. Zonder er verder over
te spreken ging de jufvrouw uit en kwam na eenigen
tijd blijkbaar ontsteld terug, vroeg de meid om een glas
water en toen deze haar vroeg waarom zij ontsteld was,
gaf de jufvrouw ten antwoord»Ik ben bij den com
missaris van policie geweest en die zeide dat niemand
anders dan de meid de x>ortemonnaie had, ik werd
natuurlijk boos en zeide dat ik een eerlijke en trouwe
meid had en dat deze mij de portemonnaie wel zoude
terug gegeven hebben zoo zij ze gevonden had. De
commissaris lachte mij uit en zeide, dat hij dan zelf
de meid zou komen ohdervtagen, ik verzocht hem over
eeu half uur te komen, want dat ik eerst nog eens goed
wilde zoeken, maar dat mijne meid zoo eerlijk was als
goud. Help mij nu maar gaauw zoeken Dientje, want
ik wou niet graag dat de commissaris u voor een dief
egge aanzag." »Ik ook niet," zeide de meid, die
terstond aan het zoeken ging en ook werkelijk de porte
monnaie vond, zooals de jufvrouw wel verwacht had;
het verhaal van den commissaris was door de schrandere
vrouw geheel verdicht; zij mogt dan ook zelf wel
commissaris van policie zijn.
Za£Liicla.in.9 80 Aug. Aan de kermis, welke alhier
gedurende deze week wordt gehouden, en die andere
jaren zeer druk bezocht werd, wordt ditmaal een ge
duchte schok toegebragt, door het plotseling optreden
der cholera. In het begin der week uitgebroken, zijn er
tot heden ter secretarie aangegeven 47 cholera-zieken,
waarvan overleden 27. In den loop der volgende week
zal er eene collecte worden gehouden voor de behoeftige
lijders en hunne nagelatene betrekkingen. Naar den alge-
meenen geest te oordeel en, zal de opbrengst daarvan die
van het vorige jaar overtreffen.
31 Aug. Gedurende dezen dag zijn aangegeven
choleralijders 10, overleden 8. Sedert Woensdag aan
gegeven gevallen 57, overleden 85.
Er heerscht groote verslagenheid; de kermis wordt
bijna niet bezocht; morgen avond wordt zij vroeg ge
sloten.
Men leest in de Zutphensche Courant:
Op de te Brummen zondag en maandag jl. gehouden,
zeer druk met la-amen, tenten, enz. bezette kermis, ont
brak het echter ditmaal aan een voldoend getal bezoe
kers om onderscheiden kramers en ondernemers van ker
misvermakelijkheden de gemaakte kosten te doen goed
maken. Toch was het die dagen zeer schoon weder.
Of dergelijke feesten het publiek beginnen tegen te
staan? men zou het bijna mogen aannemen, immers kon
zelfs het gewone kermisbal, dat steeds den avond na
de algemeene kermisdagen plaats had, thans niet tot
stand komen.
Te Nijmegen als ook te Lochem zal dit jaar de
kermis niet gehouden worden.
Onlangs werd, in de nabijheid van Wageningen
in de brievenbus een brief gevonden met het volgende
adres
Aan Mejufvrouw Kaatje
Bij haar Vader
te Amsterdam.
NB. De brievenbesteller wordt verzocht deze brief
aan jufvrouw Kaatje eigenhandig over te geven, opdat
haar vader het niet merke.
"Velp, 28 Aug. Ingevolge het gisteren morgen in
den gemeenteraad genomen besluitzullen uithoofde
van de heerschende ziekte de kermissen te Velp, Rheden,
Ellekom en aan de Steeg dit jaar worden geschorst-
Dit besluit vindt bij alle weldenkende ingezetenen dezer
gemeente den meesten bijval.
Stolwyic, 31 Aug. Door het omkantelen van
eene volgebaggerde Schouwis hier heden namiddag
een jeugdig man, in de aldaar 20 voet diepe vaart gestort
en jammerlijk in de modder gestikt; hij laat eene diep
bedroefde weduwe met een kindje van 3 maanden na.
Ruim een uur stelde men alle pogingen in het werk de
verongelukte op te visschen hetgeen eindelijk gelukte,
en door de aldaar onmiddelijk aanwezige geneeskundige,
onder behandeling genomen. Alle aangewende pogingen
waren echter te vergeefs.
"Werlïeiidani, 1 Sept. Gepasseerde week ging
een jongeling, welke op den buitenpolder Doodeinans-
waard genaamd, zich vermaken met zwemmentoen
hij wat lang uit bleef ging men hem zoeken, met dat
gevolg dat men hem met het hoofd naar beneden in
het water vond; waarschijnlijk willende duikelen, is de
ongelukkige met het hoofd in den grond blijven steken
en alzoo den dood gevonden.
Ook alhier heeft zich den 29 Augustus een cholera
geval met doodelijken afloop voorgedaan.
Dirlcslancl, 30 Aug. Een onder de gemeente
Ooltgensplaat woonachtig landbouwer is dezer dagen
aan de cholera overleden. Hij had kortelings Rotterdam
bezocht.
Spïjlconisse, 29 Aug. De raad dezer gemeente
heeft bsloten om, met het oog op de elders heerschende
cholera, de kermis voorloopig uit te stellen.
IMidrtorbuirg:, 30 Aug. Heden is aan het lokaal
van het prov. bestuur alhier aanbesteedhet verhoogen
en verzwaren van den Zeedijk van den calamiteusen
polder Bruinisse, waarvan aannemer is geworden de keer
H. Hage te Bruinissevoor ƒ17,700.
Gisteren is te 's Hage aanbesteedhet maken van
wachterswoningen, afsluitingen en eenige verdere werken
op den spoorweg van Bergen-op-Zoom naar de Ooster-
Schelde. Van de dertien ingekomen inschrijvingen was
de laagste die van den heer P. van Vliet jr., te Uithoorn
voor ƒ13,600
31 Aug. Een der stokers van een
der tusscken deze stad en Rotterdam varende stoom-
booten, is gisteren op de reis herwaarts ongesteld ge
worden. Bij de aankomst bleek dat hij door cholera
was aangetast. Hij werd oogenblikkelijk naar zijn wo
ning gebragt en is heden morgen overleden.
Zierikzee, 31 Aug. Uittreksel uit de zitting
van den gemeenteraad, gehouden op 29 Augustus 11.
Voorzitter de heer Cau. Afwezig de keeren Lands-
knegt (met kennisgeving) en van Dongen.
De voorzitter doet voorlezen een adres van een aan
tal neringdoende ingezetenen, waarbij zij hulde doen
aan het jongste raadsbesluit tot het niet houden der
kermis in deze dagenmaar verzoekenwegens het
groot belang dat zij bij het houden der kermis hebben,
dat deze alsnog plaats hebbe in de maand Oct. e. k.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor, naar aanleiding van dit adres te besluiten om,
als de omstandigheden zulks toelaten, dat is, als de
cliolera-epidemie alsdan uit ons land zal zijn geweken,
de kermis te doen plaats hebben van 17—24 Oct. e. k.,
behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten.
Aldus wordt na eenige discussie met eenparige stem
men besloten.
Zierikzee2 Sept. De WelEerw. Heer Ds.
F. W. N. Ilugenlioltzpredikant te Delden, heeft het
beroep bij de Hervormde gemeente alhier aangenomen.
Op Vrijdag zijn 18, op Zaturdag 10, op Zondag 5
en op Maandag 9 personen aan de cholera te Rotter
dam overleden.
Men leest in de StaatsCourant
Sedert het ontstaan der cholera te Rotterdam op den
9den Augustus zijn tot en met 30 Augustus 1867 aldaar
182, te Dordrecht 39, te Delft 28 en te 'sGravenkage
8 personen aan die ziekte overleden. In andere gemeen
ten, waar enkele gevallen voorkwamen, nam zij tot dus
verre geen epidemisch karakter aan. Toeneming van
het getal aangetasten was ook te Rotterdam in de
laatste dagen niet te bespeuren.
Sedert ons vorig berigt zijn te Bruinisse wederom
6 cholera-gevallen bijgekomen, waarvan 4 personen
overleden zijn.
Het zendingsfeest te Vogelenzang is door 15000
personen bijgewoond.
Ook de Roosendaalsche courant verneemt dat er
eene belangrijk wijziging in de administratie der directe
belastingen komgn zal. De directiën van de provinciën
Limburg, Zeeland, Utrecht en Overijssel zouden worden
opgeheven. Voortaan zouden Noord-Brabant met Lim
burg, Zuid-Holland met Zeeland, Noord-Holland met
Utrecht en Gelderland met Overijssel slechts vier di
rectiën uitmaken. Ten aanzien der provinciën Groningen,
Friesland en Drenthe zou alles op den bestaanden voet
blijven.
In het Zuiden van Frankrijk heeft de directeur
eener gevangenis zich uit de voeten gemaakt, mede
nemende de kas der gevangenis en bovendien een
jeugdig juffertje, dat ter zake van kindermoord gekerkerd
en onder zijne bewaking was. De vlugteling is de
schoonzoon van een senaatslid, tevens generaal, en daarom
wordt zijn naam in de dagbladen niet genoemd.
Gemengde berifyten.
Het voornaamste doel van Napoleon om met den keizer
van Oostenrijk eene zamenkomst te hebben, moet slechts
geweest zijn, om voor zijn zoontje van 11 jaar eene
vrouw te zoeken, en dat zal eene Oosten rij ksclie prinses
zijndie de maat nog niet heeft. De Keizer van
Rusland moet het zoo wat in zijn hoofd gaan haperen,
even als de keizerin-weduwe van Mexico; dat mensch
is volmaakt krankzinnig. Nog altijd is er sprake dat
Bismarck Pruissen maar zoekt te vergrooten, vooreerst
met Belgie, Nederland en Zwitserland; en laatFrankrjjk
nu zijn buurman maar begaan, dan zal de vrede niet
gestoord worden. Yoor rekening van het Fransch
gouvernement, zijn er weer 200,000 geweren in de maak
gedaan, van een nieuw model. In Europa zijn er bijna
zooveel geweren als er menschen zijn. In Frankrijk
is het aan de onderwijzers vergund, om likeuren, tabak
en sigaren te verkoopen, maar niet op school. Lopez
moet nu eindelijk afgemaakt zijn. Aan een open tafel
viel een Mexicaan op hem aan en bragt hem negen
dolsteken toe, zeggende„Dit is het loon voor verraders
Doodeenvoudig nam de man zijn hoed op, groete het
gezelschap, en vertrok, zonder dat iemand zich de zaak
aantrok, of naar Lopez omzag. Zij lieten hem liggen
en vulden hunne glazen. De vesting Luxemburg blijft
nog al een twistappel tusschen Pruissen en Nederland.
De vesting moest al gesloopt zijnen er is nog niet
mede begonnen. Maar hoe het ook is, de historie van
Luxemburg zal door den Koning wel opgehelderd worden
in de troonrede over eenige dagen. Keizer Napoleon
en Keizer Frans Jozef zullen weldra het politiek pro
gramma openbaar maken waaromtrent zij te Salzburg
overeengekomen zijn; de grondslag van dat programma
isnemen wat wij krijgen kunnen. De Fransche regering
heeft zekeren heer France tot vice-president benoemd
voor den raad van het departement Allier. Die man was
echter reeds sinds een jaar overleden. De Fransche regering
gaat duswel wat ver in het zoeken van ambtenaren
van wie zij geen oppositie te wachten heeft. Oostenrijk
vraagt 50 millioen ter leende Lesseps heeft 40 millioen
noodig; nog anderen zijn sterk om geld verlegenwaarom
wenden die lieden zich niet tot de Engelsche bank?
Dat ligchaam bezit alleen aan spetie 276 millioen en
weet er geen raad mede. De Harlingers hebben het
zoo verpeuterd bij vader van Heemskerk om een libraal
lid naar de Tweede Kamer af te vaardigen, dat geen
ingezeten zelfs geen baantje meer kan krijgen van brieven
besteller. Blijft dit ministerie dan ook lang bestaan, dan
zal men de gezalfden als uit den grond zien opkomen,
om aan den grooten trog gebonden te worden. Eene
dame te Stellendam wordt verzocht, als zij nog meer
te Middelharnis komt, zich wat fatsoenlijker te gedragen,
en zich zoo niet aan te stellen met een schipper.
Aldaar moest een lokker van de klapzweep geen vreemde
heeren lokken, als die van een gezelschap komen, want
het zal verkeerd uitloopen. Te Colijnsplaat wordt
praat-veel aangeraden, geen onwaarheden te verspreiden
van iemand te Cats, of zjjn zondenboek zal eens open
geslagen worden.
Ingezondene Stukken.
Kon men het kruid eens vinden,
In welke streek der winden
In 'tZuiden of in 'tNoorden,
Of in wat woeste oorden
In 'tOosten of in 't Westen,
In bos8chen of in vesten,
In wouden of moerassen,
Op bergen of in plassen,
In zeeën of in stroomen,
Of aan de hoogste boomen,
Dat cholera geneest,
Wie was zoo rijk geweest?
Naar d'IJszee zou men stoomen,
Om in de Pool te komen;
In bosschennooit betreden
Door menschen, tot op heden,
Zou men met duizend spaden,
Dit kruid op wagens laden;
Men zoude zich getroosten,
Het gloeijend zand in 't Oosten
Wel tien voet om te spitten,
Of daar het kruid mogt zitten,
Dat 'tleven redden kan,
Yan slechts één edelman.