No. 2444. 24sle Ja a Zaturdag 24 Augustus 1867. verkiezing in Goereê en Overflakkee Re Sluitingsrede. Nieuwstijdingen. 23elgic. ZlllUk/IISCIII NIEUWSBODE >Xen abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Ara crika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michiga Abonnements-Prys: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. Vcrschynt: Op Woensdag en Zaturdag. A<lvertentiön: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. n yOOB PBOVINCIAUE STATEN OP DINGSDAG 27 AUGUSTUS 1867. Zoo ooit eene algemcene opkomst ter stembus noodig geweest is, dan zal het voorzeker thans zijn, nu er, na eene tweede verkiezing, andermaal eene herstemming plaats moet hebben. Inderdaad, bet is belangrijk te noemen dat de vierde wedstrijd moest worden uitgeschreven 0111 aan iemand de overwinning te leveren. Deden wij reeds vroeger de gronden kennen, waarom de eene Candidaat boven de andere zou uitmuntenzoo willen wijnu de kans lusschen twee staat, kieschlieidslialve die gronden niet her halen maar ons enkel hiertoe bepalendat de lieer D. v»N WEEL, Directeur der Posterijen te Dirksland zich door maatschappelijke bekwaamheden en eene juiste kennis van alle locale belangen des districts, zóózeer onderscheidt, dat wanneer zijne kiezers niet door onvoorziene dingen van de stembus worden teruggehouden, en dien burgcrpligt nogmaals even getrouwelijk willen behartigen, de uitslag der herstemming, onzes inziens, niet twijfelachtig zijn kan, want al verkreeg zijne partij bij de jongste verkiezing ook al vijf stemmen meerdan zullen er zich toch nog circa 100 stemmen moeten ver deden, welke op anderen, of niet werden uitgebragt. Nu de kampstrijd evenwel zóó staat, kan de overwinning van de eene, volstrekt geene vernede ring meer worden voor de andere partijen kunnen zij, na behaalde zege, elkaar eervol de hand rei ken hetgeen voor de bestaandeen de toekomstige belangen van het kiesdistrict zoo hoogst wensche- lijk blijft. Zal echter die zege behaald worden zoo dat dit er het gevolg van zijn kan, dat dan toch op DINGS DAG 27 DEZER, zich niemand der kiezers aan de stemming onttrekke, en wel bedenke, dat thans elke stem, meer of minder, voor zijnen candidaat een overwegend gewigt zal hebben. Met verbazing en eerbied zal het volk van Neder land de rede gelezen hebben, waarmede het conserva tieve kabinet den 16den de zitting der Staten-Generaal sloot. Welk eene lange speech, om te doen uitkomen, dat er eigenlijk weinig verricht is, maar bestemd om zand in de oogen te strooien. De conservatieve minis ters openden de zitting en er was geen werk dan de begrootingswetten. Gedurende de maandendat de Kamers niet bijeen waren, reisden zij voor liun genoe gen en genoten, want de lastige Staten-Generaal wa ren er niet. De ministers van marine en oorlog gaven toen hunne nieuwe plannen op. Gaat nu eens de lange lijst na, in de sluitingsrede opgesomd, en men zal zonneklaar zien, dat er niets van eenig belang is gedaan. De begrooting voor West-Indie werd in een halven dag door de Kamers afgehamerd. Er was geen discussie bijna en dus geen bezwaar. Men geeft verder hoog op van een handelstractaat met Oostenrijk, een land, waarmede wij weinig handel hebben. Wij voeren er niet de waarde van 1 millioen per jaar heen. En dat tractaat is de letterlijke copie van het tractaat met Italië gesloten, zooals het verslag van de Tweede Kamer zeide. Het tractaat met Enge land over de kust van Guinea deugde niet en is bij protocol, op aandrang van de Kamers, verbeterd. Dan beroemt de minister van buitenlandsche zaken zich op een paar nietige postverdragen! Één postverdrag eischt echter dringend herziening. In Frankrijk wordt onze briefwisseling nog hoog belast en de meeste lan den hebben gunstiger tractaten. Daaraan is niets gedaan ondauks de klachten van handel en nijverheid. De minister van finantien bluft op de wetjes op de suiker en de bieren en azijn en. Dat zijn wetjes van weinige artikelen, die niets beduiden en die geheel en al door de Tweede Kamer z{jn omgewerkt. Bij de discus- sien bleek meer dan ooit de onkunde van den minister van finantien, ja, er zal een voorstel tot wijziging van de wet op beetwortelsuiker moeten komenomdat hij er tijdens de discussie in de Tweede Kamer eene dwaze verandering in bracht. Maar wat is wezenlijk tot ver betering van ons belastingstelsel gedaan? Niets. Onze wetten op personeel en patent zijn intusschen ellendig en verouderd. De minister van binnenlandsche zaken werkt. Hij gaf nieuwe wetten op de veepest en een ontwerp op het hooger onderwijs is by den Raad van State. Maar dat eenige onteigenings-wetten zijn aangenomen om de spoor wegen verder aan te leggen, is natuurlijk. Moest, men onze spoorwegen afwerken of niet? Maar waar blijft eene in de vorige openingsrede toegezegde nieuwe wet op stoomwerktuigen? Wat deed de minister van justitie in een vol jaar? Waar zijn eene tiendwet, een nieuw wetboek van straf recht en van burgerlijke rechtsvordering, noodig om de rechterlijke organisatie van 1860 in te voeren en ons goedkoop recht te verschaffen, zoozeer noodig? Die minister voert niets uit. Alleen had men in de slui tingsrede op een paar naturalisatie-wetten kunnen wijzen. Dat paste in eene opsomming van zoo weinig beteekenende wetten. Wat van eenig belang was, deugde niet of is terug genomen. Men denke aan de schutterij wet en de inge trokken wet op de uitgifte in erfpacht van woeste gronden in Indie. Gewoonlijk is eene sluitingsrede kort; deze is lang. Men mag vragenWas ist der langen Rede Tcurzer Sinn Het beste bewijs, dat men vele woorden noodig hac^, om werkeloosheid op velerlei gebied te verbloemen en eene mystificatie te meer. Aan den Morning Post schrijft men uit Rome onder dag- teekening van 9 Augustus: Jongstleden Zondag den 9deu waren te Albano eene ontzaggelijke hoeveelheid bezoekers. Er waren feesten zoowel te Marino als te Aricia, aan beide zijden van het stadje, welke kerkelijke feesten gepaard gingen met geheel wereldsehe uitspanningen, maar dit jaar werden gevolgd door eene vreeselijke epidemie. In den nacht van Dingsdag brak de cholera in de stad uit met zulk eene hevigheid, dat de ziekte van bet eerste oogenblik af een ongekend hevig karakter kreeg; bij het aanbreken van den dag waren op de 6000 inwoners niet minder dan 117 gevallen, waarvan 15 doodelijk. Ik bevond mij toen onder de vreemdelingen te Albano. Eene wandeling door de stad deed mij terstond de uitgebreidheid van de kwaal bespeuren. Overal en onophoudelijk ontmoette ik processies van priesters, die het heilig oliesel naar de stervenden bragten, draagbaren, waarop de lijders lagen, die naar het gasthuis werden getransporteerd, of wel lijken, die men ging begraven. Voort durend zond men telegrammen naar Rome waarbij instructien, geneesheeren en rijtuigen werden gevraagd. De kardinaal Altieri, bisschop van Albano, verliet terstond de hoofdstad en kwam in zijn deocees om de ingezetenen door zijne tegenwoordigheid moed in te boezemen. In den namiddag kwamen uit Rome een aantal personen om hunne bloedverwanten, die zij in het stadje hadden gelaten en voor wie zij zeer ongerust waren, zoo spoedig mogelijk naar elders te brengen. In den namiddag begaf ik mij met mijn rijtuig naar Genzano over de Arcia-brug. Bij Olmoto vond ik den weg afgezet door eene sanitair cordoD, waardoor niemand passeren mogt dan na eene berooking te hebben ondergaan. Toen ik met het vallen van den avond te Albano terugkeerde, kon mijn rijtuig zich geen weg banen door de vuren, die men op last van den kardinaal had ontstoken. Gisteren morgen reden de lijkwagens door de stad om de lijken op te nemen, die in zeer ruwe kisten waren gelegd, ten einde ze naar het kerkhof over te brengen. De meeste winkels waren gesloten, daar de eigenaars dood of verdwenen waren. Tafeltjes met fruit waren niet meer te ziende wijnhuizen daarentegen waren zeer druk bezocht. Het verblijf te Albano was even gevaarlijk als onaan genaam. Ik wilde mij naar eene gezonde plaats begeven, uaar Genzano of Veiletri, maar de autoriteiten van Aricia hadden gewapende posten uitgezef die beletten dat iemand uit Albano derwaarts kwam. Er schoot mij niets over dan mijn paard te wenden, Albano weder door te rijden en naar Rome te gaan. Hier gekomen, zoo vervolgt de briefschrijver den lOden Augustus, vond ik iedereen ten prooi aan de grootste ontsteltenis over het gebeurde te Albano. Te Rome was de loop der ziekte in de hoogste mate hevig. Zij tastte de verschillende wijken en deelen der stad heftig aan, maar de gemiddelde sterfte was gering. Zij overtrof in den laatsten tijd nooit het getal 15, terwijl te Albano in drie dagen 200 van de 6000 inwoners werden aangetast, waarvan 120 bezweken. De bevolking aldaar vlugtte naar alle zijden, met zich dc Jriem der ziekte mede nemende, welke zij nu overal verspreidde, terwijl zij bij hunne aankomst in de plaats die zij zich tot tocvlugtsoord gekozen had, bezweek. De Fransche Moniteur zegt omtrent de ziekte in dit berg- stadju: „Te Albano begint de cholera minder hevig te worden, maar heeft zij talrijke slagtoffers gemaakt. Na de koningin weduwe van Napels en de prinses Colonna is de prins Altieri, kardinaal en bisschop van Albano, daaraan gestorven; deze prelaat had, zoodra hij te Rome berigt van het uitbarsten dei- epidemie in zijn diocees ontving, zich derwaarts begeven en aan het hoofd van de geestelijkheid, de klooster-geestelijkheid zoowel als de wereldlijke, blijken gegeven van apostolischen ijver en zelfopoffering, die boven allen lof verheven zijn. l)e kardinaal Altieri is te Albano aanhoudend, tot dat hij zelf bezweek, bezig geweest de lijders te bezoeken en de bevolking op te beuren en te bemoedigen. In deze taak is hij bijgestaan door den kardinaal die Pietro, die evenmin als hij moeite en zelfopoffering heeft gespaard. Ook de pauselijke zouaven, die te Albano garnizoen houden, geven treffende blijken van moed en ijver." Volgens de Weener Abendpost is van den Oostenrijkschen gezant te Rome het berigt ontvangen dat de prins Januarius (graaf van Caltagirone), jongste zoon van de pas overleden kouingin-weduwe van Napels, den 13den dezer te Albano mede aan de cholera overleden is. Brussel, 19 Aug. Op eene interpellatie van den Heer Gerrits, lid van de regterzijde, over de afdamming van de Ooster-Schelde, is door den minister van buitenlandsche zaken in de Kamer der Afgevaardigden geantwoord, dat de Belgische ingenieurs nog niet gereed waren met hun verslag over de uit spraak der vreemde ingenieurs. De minister verklaarde voorts, dat het protest der Belgische regering krachtig zou worden gehandhaafd. Die verklaring van den minister werd met luide teekenen van goedkeuring ontvangen. - Tegenwoordig worden bij het op- en afladen van koop mansvaartuigen te Antwerpen, vrouwen gebezigd, die zich veel inschikkelijker en ijveriger in dien arbeid betoonen dan de Assen, 18 Aug. Men verneemt dat sommige kiezers het plan hebben den Heer P. van Bosse, oud-minister van finan cien, het mandaat als volksvertegenwoordiger voor dit gewest aan te bieden, ten einde eene financiële specialiteit in de Kamer te brengen. Braliel, 21 Aug. Dat de dronkenschap den mensch ontaardt en tot allerlei verkeerdheden vervoert, is reeds door menig voorval gestaafd. De volgende gebeurtenis geeft daarvan, helaas! weer een nieuw bewijs. Gepasseerden Zondag namiddag kwam zekere W. v. B., te Znilichem, een aarts dronkaard, in beschonken en opgewonden toestand te huis en bragt zijne bij hem inwonende moeder met een mes eene zoo erge verwonding aan het hoofd toe, dat geneeskundige hulp moest worden inge roepen. Hadde zijne huisvrouw niet ijlings de vlugt genomen, gewis zou hij ook deze handtastelijk hebben aangerand. Nog denzelfden dag is genoemde W. v. B. gevankelijk naar Tiel getransporteerd, terwijl van een en ander onmiddelijk proces verbaal is opgemaakt. Naardien gemelde persoon eenigen tijd geleden eene maand gevangenisstraf heeft ondergaan wegens verregaande mishandeling zijner echtgenoote en alzoo een onverbeterlijk en gevaarlijk mensch schijnt te zijn, hoopt men, dat de justitie hem een langdurig verblijf in den kerker moge beschikken. Ingcz De echtgenoote van zekeren B. T. te Zelhem, welke sedert negen jaren volslagen blind was, is dezer dagen geheel ziende teruggekomen uit Utrecht, alwaar zy sedert Pinksteren onder behandeling van professor Donders geweest was. Men kan zich de vreugde van haar en hare betrekkingen eenigzins voorstellen, als men weet dat zij kinderen heeft, die zij nog nooit, gezien had. Oliarloi», 21 Aug. Gisteren is een in het nabu rige Katendrecht woonachtig persoon door de cholera aangetast $n spoedig daarna overleden. Ook een meisje uit deze gemeente is, naar men zegt, ernstig aangetast, doch leefde nog bij het afzenden dezes. Ook te Ridderkerk zijn twee personen aan cholera overleden. Te Maassluis is, volgens de N. R. Cf., een 23jarig meisjedat Zaturdag en Zondag de Rotterdamsche kermis had bygewoondDingsdag aan de cholera overleden. Bruinisse, 23 Aug. In deze gemeente heerscht groote verslagenheid door het uitbreken der cholera. Reeds 5 personen, waaronder 2 volwassenen, bezweken in deze week aan die vreesselijke ziekte. Gisteren werd eene vrouw aangetast, wier einde zeer nabij schijnt te wezendoor haar dood zou een man met tien kinderen in diepen rouw gedompeld worden. Aan den Gemeenteraad alhier is 11. Dingsdag een adres ingediend, hetwelk door 80 personen was onder teekend, om alhier geen kermis te doen plaats hebben; hieraan is dan ook dadelijk gehoor gegeven en de kermis geschorst geworden. Zïerilcasee21 Aug. Op Zondag en Maandag zijn 11, öp Dingsdag 8, op Woensdag 16 en op Donder dag 12 personen tc Rotterdam aan de cholera overleden. Het blijkt uit deze opgave dat de zoo zeer gevreesde ziekte op onrustbarende wijze toeneemt en is het niet te bevreemden dat vele ingezetenen in deze gemeente met bekommering de aanstaande kermis te gemoet zien. Er zijn toch voorbeelden te over dat daar waar feesten worden gevierd en de toevloed van vreemdelingen groot is, de cholera doorgaans uitbreekt. De minister van binnenl. zaken heeft dd. 15 Au?, jl. de volgende circulaire gerikt aan de commissarissen des Konings. „Enkele gevallen van cholera zijn tc Rotterdam waargenomen. Hoe betreurenswaardig dit feit moge zijn, geeft het nog geene aanleiding tot ernstige bezorgdheid, zoo lang die ziekte geene epidemische uitbreiding erlangt. Het is echter de pligt van de regering en van gewestelijke en plnatsclijkebist uren, om on verwijld maatregelen te nemen tot wering der cholera, voor zoover die maatregelen niet reeds genomen zijn. Bij mijne circulaire van den 14den Febr. II., no. 236 (9de afd.), wees ik UI1EG. op de noodzakelijkheid, om met het nemen van maatregelen niet te wachten totdat de cholera zich in ons midden vertoonde, maar vooraf al les te doeu wat mogelijk is, om voor de volksgezondheid schadelijke omstandigheden weg te nemen, en verzocht u, de aandacht der gemeentebesturen nadrukkelijk hierop te vestigen, met opsomming van de punten, welke in de eerste plaats voorziening vereischen. „Ik acht het niet ondienstig UHEG. thans aan die circulaire te herinneren, alsmede aan die van mijnen ambtsvoorganger, van den 23sten April 1866, geplaatst in de Staatscourant van den 25sten April van dat jaar, en aan mijne circulaire van den 19den Junij 1866, no. 238 (9de afd.) „Het is van het grootste belang, dat overal door de Gemeente besturen de in die circulaires aanbevolen maatregelen onverwijld worden genomen, en dat zij met kracht en cuergie worden uit gevoerd, opdat niets verzuimd worde wat in 's menschen magt is, om de verbreiding der cholera tegen te gaan of, zoo zij ergens binnendringt hare kracht te verzwakken. „Ik verzoek UHEG. de gemeentebesturen, bij de mededeeling van het bovenstaande, te wijzen op de groote verantwoordelijk heid, die volgens onze staatsinstellingen ten opzigte van de zorg voor de gezondheidsbelangen der gemeente op hen rust. „Aan de besturen der gemeenten, waar in den loop van deze of der eerstvolgende maanden kermissen of jaarmarkten zouden gehouden worden, zal in ernstige overweging bchooren gegeven te worden, die dit jaar niet te doen plaats hebben wanneer de cholera onverhoopt eene epidemische verbreiding in een deel van het rijk bekomen mogt. „Aan allen zij verder aanbevolen het vaststellen van ver ordeningen, zooals te Maastricht en te 's Gravenhage is geschied waarbij aan de politie de magt wordt grgeven de woningen, waarin zich gevallen van besmettelijke ziekten, of die als zoodanig door het gemeentebestuur beschouwd worden, voordoen, binnen te treden ter reiniging of desinfectie eu straf wordt bepaald op het niet toelaten of het verhinderen der reiniging of desinfectie. Z. M. de Koning heeft, bij besluit van 12 dezer de Vereeniging het anti-dagblad-zegel-verbond als regtspersoon erkend. Z. M. heeft benoemd tot 2de luitenant bij de in fanterie, de heer F. C. Geselschap. Op de lijst van aanbeveling tot raadsheer in het prov. geregtshof in Utrecht komt o. a. voor Jhr. Mr. C. de Jonge, raadsheer in het prov. geregtshof van Zeeland. Zierilczee, 22 Aug. Dezer dagen werd onze provincie bezocht door een der beroemdste mannen dezer eeuw, namelijk Victor Hugo. Maandag morgen stapte hij te Wemeldinge aan wal, vergezeld van een viertal leden zijner familie, waaronder ook zijn zoon Francois Victor, die mede eene welverdiende vermaardheid heeft verkregen. Na dien dag de merkwaardig heden der stad Goes bezigtigd hebben, vertrok hij des avonds naar Middelburg. Dingsdag bezocht hij aldaar dc vergaderzalen van provinciale en gedeputeerde staten, het archief der provincie, het provinciaal geregtshof, de kabinetten van het Zceuwsch Genootschap van wetenschappen, het raadhuis en het praalgraf der gebroeders Evertscn in de Nieuwe Kerk, terwijl hem door het bestunr der sociëteit op de groote markt eenige ververschingen waren aangeboden. Daarna werd door hem het diner te Domburg gebruikt, in v»!ks omstreken de reizigers onderscheidene uren met welge--!! i» hebben vertoefd. Woensdag morgen werd de reis over Vlissingen naar Zierikzee voortgezet, alwaar hij dien namiddag arriveerde. Bij zijne aan komst werd hem een bouquet bloemen aangeboden. Dien zelfden dag bezocht hij het raadhuis, den grooten toren, de Nieuwe Kerk, waar "men hem met keurig orgelspel begroette, en het verdere bezienswaardige dezer stad en vertrok heden morgen naar Brouwershaven. Na aldaar het merkwaardige in oogeuscliouw genomen te hebben, keerde hij wederom in deze stad terug, om dezelve ten 12 ure te verlaten, en over het Zijpe naar Dordrecht te vertrekken. Alles werd door den heer Hugo bezigtigd met eene belang stelling, die alleen aan iemand van buitengewoue uitgebreide kennis eigen is. Eene volledige levensschets te geven van den beroemden balling is eene onmogelijke taak. Ülenmin den invloed op te sommen die hij op verschillende staatkundige gebeurteuisscu heeft uitgeoefend. Op 26 February 1802 werd hij geboren, en reeds op vijf jarigen leeftijd volgde hij zijn vader, kolonel in Fransche dienst, naar Elba, Parijs, Rome en Napels. Die onstuimige jeugd was slechts de voorbode van zijn volgend leven. Zijn onderwijzer werd op last der Napoleonistische regering verraderlijk ter dood gebragt, en zóó zelfs vervolgt hem de haat der familie Napoleon dat hem in 1855 door lord Palmerston, die hierin de hand

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1