Woensdag 7 Augustus 1867. JEN, j\o. 2459. 25s,e Jaarg. IS Y, dit Nieuwstijdingen. JFtttwirijiL jPwiitiSsrUilawfr. rr, ut-; VEEKEURING. I DAM. Idaga 10 Tirn- Bur- U met Liken, Juf. fen en USTIJN ZIERJ KZËESCHE NiElJWSfiORE Men abonneert zich In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUJNTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnements-Pr ij s VOOR BEIPE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. V orscli\jiit: Op Woensdag en Zaturdag. A. cl -v e rt e 111 iê n 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stnkkcnfranco. 's! KOOGH, j n op den tomende. stigd op het is bijzonder e zaken alles zal 1 Heer per I te ver- brieven l delaar te tot het I ay- ver hard- wanneer aar nabij getrof- n. In het eine ader arvan het n de man dagen te I ite dosisen en I volgt ƒ20,50. - 20,95. den heer I er B. van I N Hoofd- I •n, Strand 80 Mai- Bij J. BI I Er zijn hier treurige berigten ontvangen betreffende den brand te Basseterre, op het eiland St. Christoffel. De brand brak uit in den nacht van den 3, op den 4 Julij en in wei nige uren lag de welvarende stad, die 7 a 8000 inwoners telt, in de asch. Er is geen enkel magazijn blijven staan, en volgens het officiëele onderzoek zijn niet minder dan duizend particuliere gebouwen geheel vernield. De stadsgebouwen, het gerechtshof, het raadhuis en ook de schoone St. Georgekerk, dit alles ligt in puinhopen. Dewijl geen enkel magazijn van rijst of koorn over gebleven is, heerscht er volslagen gebrek aan levensmid delen, terwijl duizenden, die van hunne woning beroofd zijn, thans onder den blooten hemel ronddolen. In West-Cornwal heeft een afgrijsselijk voorval plaats gehad. De International van Londen verhaalt daarvan het vol gende: Zondag avond ging een jongeling van 17 jaren. Joseph Walle9, van zijne woning naar de kerk, doch kwam oogenblik- kelijk weder terng om een parapluie te halen. Zijne moeder zoide hem dat die achter de deur stond en de jongeling begaf zich er heen. Daar vond hij een oud geweer; Joseph nam het op en legde het spelenderwijze op zijne jongere zuster aan, die buiten de deur stond. Eensklaps ontvlamt het kruid, het schot raakte het meisje aan 't hoofd, zij viel neder, om niet meer op te staan. Joseph, haar ziende vallen, liep er heen en op het onder het storten van bittere tranen uitspreken van haar naam geen antwoord ontvangende, bleef hij zich met hartver scheurende kreten aan haar vastklemmen. Wanhopig zijne zuster toeroepende stond hij op, sloeg zijne blikken in het rond en wierp zich in dc armen vau zijne moeder, die in onmngt was neergevallen: Joseph, was plotseling waanzinnig geworden. De justitie, reeds onderigt van deze feiten, heeft een proces-ver baal te dezer zake opgemaakt. Toen de wet ter afschaffing van gijzeling voor I schuld de Keizerlijke goedkeuring had ontvangen, wer den de deuren van Clichy op het zonderlinge uur van I vijf minuten na middernacht, losgeworpen. Zooals men natuurlijk kon verwachten, verzocht de groote meerder heid der gevangenen, om niet op dat uur buiten de deur gezet te worden, en werd hun dan ook toegestaan als vrije menschen in hun gevangenisbedden te slapen. Vijf of zes echter pakten hun bundels en stapten dadelijk de deur uit. Bei'lijii, 29 Julij. Een brief uit Trieste in de „Wanderer" geplaatst zegt: De berigten door reizigers uit Montenegro komende medegedeeld, luiden hartver scheurend. In het district Herzegowina, hebben op een bevolking van 32,000 zielen 1,800 gevallen van cholera plaats gehad. Ieder ontvliedt de besmetting, en de doode ligchamen op den weg neergeworpen, worden I door de honden verslonden. I h gaarne I et franca I KEtJ- ►DE e" I01i uit I EN ►ES- I Cïï- EN, Breda, 31 Julij. Pietcr den Boef, die vóór eenigen tijd uit het tuchthuis te Leeuwarden naar het huis van arrest al hier was overgebragt, als hebbende zich opgegeven als de dader van den te Dinteloord gepleegden moord, is gisteren, wegens gebrek aan bewijs, weder gevankelijk naar Leeuwarden terug gevoerd. Leerdam, 2 Aug. De gemeente Heukelum, naby deze stad, is gisteren avond op eenc verschrikkelijke wijze door brand geteisterd. In betrekkelijk korten tijd zijn 14 a 16 huizen, 7 hooibergen cn schuren iu de asch gelegd. De brandspuiten van Asperen en Leerdam hebben krachtig medegewerkt tot stuiting van den brand doch eerst heden ochtend tegen 4 ure was men dien meester. Menschenlevens zijn gelukkig niet te betreuren. De meeste gebouwen waren tegen brandschade verzekerd. De oorzaak van den brand is niet bekend. Werkendam, 4 Aug. Hoewel het zich vroeger door een aanhoudenden regen liet aanzien dat de oogst ongunstig zoude zijn, is er door het thans drooge weder eene gunstige verandering onstaanhet koolzaad is hier in den omtrek reeds gedorschen en is men ook druk bezig de rogge te snijden, en daar het land door het drooge weder bekwaam is, worden de vroege aardappelen ook druk gerooid. Micl<lell>urgrAug. De arbeiders aan de spoorweg- en kanaalwèrken op en bij het bolwerk alhier hebben gisteren morgen het werk weder hervat. Hun aantal is met eenige ploegen vermeerderd. Men schrijft uit Vlissingen: //Naar ik verneem zullen in deze maand weder een dertigtal huisgezinnen, waarvan de hoofden werkzaam zijn aan 's rijks marinewerf alhier, worden overgeplaatst naar elders. Behalve deze verhuizing op groote schaal ziet men zoo nu en dan enkele geëmployeerden met hunne familiën naar Amsterdam of Nieuwediep ver trekken, en het is te verwachten dat weldra het levendige lissingen van weleer niet meer te erkennen zal zijn. //Dat eene radicale opheffing van het marine-établisse ment voor deze gemeente op den duur wenschelijker is, dan een toestand van halfheid die toch tot niets goeds zou kunnen leiden, is buiten twijfel; doch dit neemt niet weg dat de tijd die nog verloopen zal eer de spoorweg- en havenwerken voltooid zijn en vruchten kunnen afwerpen, voor ons een sombere tijd mag ge noemd worden. „Had men nu nog slechts het geluk van even als voorheen de oorlogschepen hier te zien binnenvallen, dan zou dit den toestand van overgang eenigzins kunnen dragelijk maken, doch het schijnt dat eene zonderling vreemde antipathie tegen deze gemeente oorzaak is dat men ons ook dit voordeel onthoudt." Kerkvverve, 5 Aug. In de voormiddag-gods dienstoefening van gisteren, werd onze nieuwe leeraar, de WelEerw Heer Ds. J. L. Fortuijnbevestigd door zijnen oom, de WelEerw. Heer Ds. G. C. Droogleever Fortuijn emeritus-predikant te Zierikzee, met eene rede naar aanleiding van Lucas 16: 2b: „Geef rekenschap van uw rentmeesterschap Des namiddags hield de bevestigde leeraar zijne intree rede, tot grondslag nemende Joh. 11: 25'»: „Die in mij gelooft, zal leven." Beide godsdienstoefeningen werden door een groot aantal belangstellenden uit deze en omliggende ge meenten bijgewoond. ZIei'iliaccc, 6 Aug. De kerkeraad der Hervormde Gemeente alhier heeft, ter vervulling der vacature ontstaan door het verleend emeritaat aan den WelEerw. Heer Ds. G. C. Droogleever Fortuijnen voortdurende door het bedanken van den WelEerw. Heer Ds. A. J. Oort te Schoonhoven, het navolgende zestal alphabetisch opgemaakt: A. C. Dulcer, te Geervliet; J. J. van IIille, te Ingen; F. W. N. Ilugenholtz, te Delden; D. C. Nijhoff, te Drim- melen; A. G. Reede, te Benschop en H. Worst, te Epe. Ds. C. de Wilde, Cz., predikant te Poortvliet, heeft het beroep naar Ridderkerk aangenomen. Men schrijft aan het Leidsche Dagblad uit Noord- wijk: Het rooijen der vroege aardappelen is nagenoeg geëindigd; sinds jaren is het gewas niet zoo overvloedig geweest, en over het algemeen zijn zeer hooge prijzen gemaakt. Uit Zwolle meldt men dd. 30 J ulijWat men ook van elders berigtte, in deze environs is de aardappelziekte niet. Kwaliteit en kwantiteit laten niets te wenschen overop den prijs werkt zulks bij uitstek gunstig, zoodat men voor goede aardappelen niet meer dan ƒ2 a ƒ2.25 per mud besteedt. Uit een particulieren brief uit Djocdjocarta, van 10 Junij 11., deelt het Nieiuo Leidsch Dagblad nader het volgende mede om trent de aardbeving, die aldaar heeft plaats gehad en waarvan wij reeds in ons vorig noraraer melding hebben gemaakt: Djocdjocarta werd heden nacht ten 4'/4 ure vrce9elijk door eene aardbeving geteisterd. De schok en het gerommel waren zoo hevig dat de glazen rinkinkten, meubels omvervielen, huizen instortten, de grond scheurde en menschen onder het puin bedolven werden. Nooit heb ik zoo iets vreeselijk9 gevoeld. Bijna naakt ontvlugtte ik op het alarm en op den noodkreet van »>lindoc 1 lindoc 1" (aardbeving) mijne slaapkamer, in stikdonkeren nacht onderden blooten hemel en boven een dreigenden afgrond eene schuilplaats zoekende. Maar slechts eenige seconden na het ophouden der schudding, die zelve zeer kort duurde (maar wie zal al die seconden tellen,) verzamelde ik mijne zinnen en begaf mij weder naar mijne slaapkamer om ijling9 schoenen en een kleedingstuk aan te trekken. In mijne ka mer waren slechts een paar meubels omgevallen. Ik besloot toen om dadelijk naar het hospitaal in 'tfort te vliegen. Maar welk een tooneel 1 Twee huizen totaal ingestort. De binnenplaats weer galmde van de jammerkreeten van een wanhopenden echtgenoot en vader, wiens vrouw en kinderen onder het puin bedolven lagen. Het was de kapitein S.een algemeen bemind man. Hoe ik het durfde wagen, weet ik niet, maar ik was een der eersten die het half inge storte huis inliep, om zoo mogelijk de slagtoffers te redden. Staande op een grootcn puinhoop en met eene groote plank in de hand, rammelde ik het venster van de slaapkamer openmaar ook hier was de kamer half vol gestort met puin. Wel werden dadelijk de noodige militairen met spaen houweel aan 'twerk gezet, om den dierbaren schat op te delven, doch eerst ten zes ure mogt het geluk ken zooveel pninhrokken en bindten opgeruimd te hebben, dat men een spoor van menschen kon ontdekken. »Een kind! Een kindI" weergalmde het, en daarop weder: „Het leeft! het leeft!" »IIouderd gulden voor hem die 'tkind levend te voorschijn brengt!" klonk het weer van een anderen kant en eindelijk toen men de vrouw en nog een kind en de Javaansche kindermeid aan de armen des doods meende te ontrukken, ging er een kreet van vreugde op, waarin al het gevoel van den mensch scheen weggelegd. Maar met uitzondering van het eerste kind, dat wonderbaarlijk door een schuin 9taanden balk beschut was geweest waren de overigen een lijk De doctor en ik deden wel nog eenige pogingen, doch dc harten hadden opgehouden te kloppen, en de pols sloeg niet meer. Hoe de overige huizen, het hospitaal, de apotheek, waar al de flcsschen door elkaar geworpen en grooteudeels gebroken werden, het arsenaal enz. beschadigd waren, zou mij te lang ophouden, om te schrijven. Genoeg dat zij in het vervolg onbruikbaar zijn. Werpen wij nu een blik buiten het fort, terwijl de-zon met hare goude morgenstralen dit tooneel van jammer en ellende beschijnt. In de Europeesche wijk zien we huizen ingestort, de gemetselde lantaarnpalen liggen als afgeknotte kegels over den weg verspreid; rijtuigen zijn onder de loodsen verpletterd, en menschen zijn onder het puin begraven. In het Chinesche kwartier dezelfde tooneelen. Dc Javaansche kampongs leveren een dergelijk schouwspel op. Vliegende koeriers komen hetzelfde van uren ver in den omtrek be rigten, en de telegraaf, die gelukkigerwijs niet beschadigd is brengt de droevige mare naar Batavia over. Hier 1*9 de suikerfabriek in gestort; daar het woonhuis van den landheer; hier zoo veel slagt offers; daar waagt men niet het getal te gissen. Maar de begrafe nissen nemen reeds een aanvang, en straks zal de nacht de gehcele ruïne met haar rouwfloers bedekken. Geve God dat het hierbij blijve! In de Prov. N. Br. en 's Hert. Courant van gis teren lezen wij de volgende woordelijke advertentie Berigt! De ondergeteekende geeft bij deze aan zijne geachte begunstigers zoowel binnen als buiten de ge meente kennis dat zijne echtgenoote mejufvrouw van der Spank geboren Kniknie, heden voor een achttal dagen vertrokken is om de wereldtentoonstelling te Pa rijs te gaan bezigtigen. Piet van der Spank, Schijndel, koopman en directeur van 30 Julij 1867. het gasfabriek. Dat met deze advertentie niet weinig is en nog wordt gelagchen zal geen verdere uitleg noodig hebben. Men verneemt dat, behalve de bestaande postzegels van 510 en 15 centseerstdaags mede aan de post kantoren verkrijgbaar zullen worden gesteld postzegels van 20, 25 en 50 ct. en later ook die voor drukwerken. In de dienst der postkarren is eene verandering ge- bragt; om het vermissen van paketten te voorkomen is op elke postkar voortaan, behalve de postiljon, een conducteur geplaatst. De postkarren zijn van nieuw mo del, kleiner en zonder kap. Door deze wijzigingen is ook het vervoeren van passagiers en bestelgoederen door postkarren opgeheven, van welk vervoermiddel anders nog al veel werd gebruik gemaakt. Gemongde berigten. Nu zegt men weer dat er geen oorlog komen zal, en dat Napoleon zoo bevriend is met den Russiscken czaarals David met Jonathan was. In den Haag zal eene vereeniging opgerigt worden tot het verzorgen van gewonde krijgsknechten in tijd van oorlog. Zoo ook deed men in 1815 en 1830er werd veel geschreeuwd maar weinig gegeven. De sultan heeft een millioen achterlaad geweren in de maak gedaan in Oostenrijk om ook bij de band te zijn als er geplukhaard moet worden; want Rusland heeft altijd nog zin in Konstan- tinopel. Lopez is door een sluipmoordenaar oinge- bragt, die er in Mexico bij honderden te vinden zijn, en men ziet daar zoo naauw niet. In Pruissen zijn de gevangenissen zoo vol, dat er oude kerken in ge reedheid worden gebragt, om de zonen van dit slaven land zoo wat te herbergen. Te Dusseldorp is eene groote partij Hollandsche kaas in den Rijn geworpen, die vermoedelijk afkomstig was van zieke Hollandsche koeijen, en bevonden werd als schadelijk voor de ge zondheid. Hare Majesteit heeft de bescherming der dieren op zich genomen te Amsterdam, waaronder ook de honden voor karren begrepen zijn, en in de Om- merschans springen de menschen op van den honger. Volgens berekening kan de belasting op het vleesch afgeschaft worden, als er wat minder soldaatje gespeeld wordt, maar er moeten zooveel baronnen, graven en jonkheeren aan degens geholpen worden, dat die sna ken eerst moeten bezorgd worden. Gepensioneerd een postbode met 57, en een visiteur met 1535. Dus, gelijkheid, vrijheid en broederschap, bestaat nog onder Rutger Jan Schimmelpenninck. Te Brielle zal ten tooneele gevoerd worden: Het vaarwel van Mozes te Liverpool, gevolgd 11a de vlugt, hartelijk afscheid aan zijne beeren. Aldaar wordt eene Zwitsersc-he dame aangeraden geitenmelk te drinken. „Mijn hartje!" zegt een heerschap te Brielle tegen zijne wederhelft, „als ik t'huis kom zie ik niet dan bedrukte gezigten, en ik kan toch niet helpen dat er niemand komt om onze vier schoone dochters!" Een bakker te Maas sluis begint een gek figuur te maken op de viool, daar hij meer bij den trog moest zijn. Een meisje te N. zegt: „De menschen kunnen zeggen wat zij willen, maar de timmerman is een best manik krijg veel van hem, zooals blokjes-matjes, een kleedje op de tafel, mijn schoorsteen heeft hij opgeschikt, en wat los is spijkerd hij vast, zelfs mijn nachtslot!" Een boer onder B wordt aangeradenzooveel olie van rogge niet te ge bruiken en zijne dienstmaagd met rust te laten, anders zal zijne melkkoe nog horendol worden. Het kleine dametje in de Nieuwstraat te Neuzen schijnt toch in het denkbeeld te verkeeren, dat één van de drie heeren op haar verzot is, en daar dit nu zoo niet is, zit zij in eene cel op de bovenkamer en zal eene non worden. Een Varkenslagter te Z. wordt verzocht geen praatjes van zijne stiefmoeder te maken, daar het beter was, de schuld, die hij bij haar en zijnen oom heeft, te betalen, omdat van haar niets te zeggen valt. Te Stavenisse zegt men De schrijver van de letter L. Is een persoon die kent men wel; Het is een man gelijk een kind, Die zelf welligt zijn beste vrind, Zou brengen in een ongeval Dat hem toch niet gelukken zal. Ing^ezoncïene Stiililion. TWEE WONDEREN. Een zee vol visch, een land vol vee, Heeft men nog steeds by Zierikzee Als vóór een tal van eeuwen; De Noordzee met haar schol en rog En kabeljaauw, zij is er nog Als eertijds voor de Zeeuwen. En toen die groote waterplas, Voor Zierikzee een goudmijn was, Toen was 'teen zalig leven; Men kocht toen voor een groot of tien, Een kabeljaauw of leng misschien, Wel van een voet of zeven. Maar nu komt er maar zelden visch En dood en duur als zij er is, Soms twee maal in zes weken En toch de visch verhuist maar niet Zoo als men van de menschen ziet, Naar and're wereldstreken. Ook met het vee is 'twonder raar: Het is nog als vóór honderd jaar, Uitmuntend zoo 'tkan wezen; Maar zeker is er zes maal meer In Schouwen, als wel ooit weleer, Als puik van vee geprezen. Maar toen men had veel minder vee, Kocht men een os te Zierikzee, Van zeven honderd ponden, Voor vijftien pond en minder nog, En nu koopt men de koeijen toch Voor drie maal meer bij stonden. En nu bij al den overvloed, Is 't vleesch zeer duur en zelden goed, Van waar men 'took laat brengen; Wat niemand lust, heeft men thans hier, Meest zieke varkens, bok en stier, En dikwijls doode krengen! Zierikzee5 Augustus 1867. In een vorig nommer hebben wij gezegd dat alle verande ringen gcene verbeteringen zijn, dat men gezien beeft aan de veeschatting, en nn zal men het zien aan de veekeuring. Toen de vleeschhal bestond, was er eene stipte veekenring en er kon weinig bedrog plaats hebben. Het rundvee moest gekeurd worden als de huid er nog aan wa9 en moest in vier kwartieren in de hal gebragt worden. De kalveren moesten minstens vier weken oud zijn en moesten geheel met de huid er aan in de hal worden gebragt en zoo gekeurd, en de scha- peD met den kop er aan, ten einde des te beter een schaap uit eene geit te kannen onderscheidendie niet mogten worden geslagt, zoomin als nuchtere kalveren, stieren of afgestorvene runderen; zelfs vee dat te mager wa9, mogt niet worden ge slagt. Overkwam nu evenwel een boer een ongeluk over een stuk vee, en het was niet ongansch, dan mogt dit verkocht worden buiten de hal, en ieder wist dan wat hij kocht, dat doorgaans voor spotprijzen werd afgezet. Voor dit keuren betaalde men aan de keurmeesters: van een os 40 cent, van eene koe 30 cent, van eene vaars 25 cent, van een kalf 15 cent, van een schaap 10 cent en van een varken 25 cent. Het spreekt dus van zelf dat er overal naauw- keurig werd opgelet om aan de dubbeltjes te komen. Geheel anders is het nu ingerigt: er wordt nooit een varken gekeurd en zelden een rundbeest. De keurmeester en adviseur-keur meester worden uit de stadkas bezoldigd, de eerste met ƒ200, de tweede met ƒ50 per jaar. Of nu echter die wijze van vee keuren wel overeenkomt met de tegenwoordige verordening op den verkoop van vleesch en met de instructie der keurmeesters, betwijfelen wij. Althans zegt art. 3 der genoemde verordening: aOvermiuderd het bepaalde in de 2de zinsnede van art. 1 is het verboden vleesch van nuchtere kalveren, van geiten of van afgestorvene beesten ten verkoop voorhanden te hebben, tenzij daarop duidelijk is aaugewezen nuchter kalfsvleesch, geit en vleesch, vleesch van afgestorvene beesten." Vervolgens zegt art 9 »Zij zijn (de keurmeesters) verpligt een naanwlettend en ge regeld toezigt te houden op de slagthuizen der vleeschhou- wers en spekslagers en op de magazijnen, winkels en uitstal lingen, waarin vleesch wordt te koop gesteld en ten allen tyde bevoegd in bedoelde slagthuizen, magazijnen, winkels en uit stallingen, onderzoek te doen naar de hoedanigheid van het aldaar voorhanden zijnde vleesch." Dit staat nu geschreven in de wet, en wie ziet er ooit een keurmeester in spekwinkeU, slagthuizen of vleeschwinkels? Niemand. Zoo ook is het gelegen met de plakaten die op nuchtere kalveren, geiten en afgestorvene beesten moeten 9taan, niettegenstaande cr genoeg geslagt worden. Die schilderijen heeft nog nooit iemand gezienwant zóó dom is een slagter niet om zijne nering zoodoende moedwillig te verbannen. Met de instructie van den veekeurder is het nog strenger. Zoo zegt art. 3: »Hij zal bovendien acht slaan op den staat van cl het vee dat in de gemeente voor de slagtbank bestemd wordt, en i9 verpligt na de slagting en vóór de afhakking en de vorwyde.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1