f
ZI ER IKZEESCHE NIEFWSBOBE.
No. 2458.
23s,e Jaarg.
Zaturdag5 Augustus 1867.
finantien.
Nieuwstijdingen.
JFVawflimfe.
zal, ten
'en JAN
Augustus
van den
centeren
Men abonneert zich:
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
1„ Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigai
Abonn ements-Prys:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maanden
Franco per post, in Nederland
Voor Noord-Amerika, franco New-York
1,30.
- 1,60.
- 3,90.
V erschyut:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiën:
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken, franco.
Toen de liberalen aan het bewind waren kon men
telkens in de conservatieve bladen deze klachten lezen
de redering brengt verwarring in 's lands- en gemeente-
finantiëner is een te kort in dit jaar en er dreigt
een staatsbankroet; de liberalen sloopen onze finantien
en de cultures in de Oost.
Sedert een jaar zjjn de liberalen in de oppositie.
De gemeente-financiën zijn nergens in verwarring, on
danks goedkoop brood en goedkoope steenkolen. By
ontzachlijke opdrijving der staatsuitgaven, zonder eenige
bezuiniging of aanwijzing van één enkel nieuw middel
van inkomsten dekte de conservatieve regeering alle
uitgaven uit de door de liberalen bespaarde millioenen
of de gesloopte koffieboonen uit Indië. Zelfs was de
oogst van 't loopende jaar uiterst gunstig.
Onze bekwame minister van finantien zat eerst bij
de schatkist te klagen en te weenen. De middelen over
1866 zouden minder opbrengen, beweerde liij. De uit
komst bewees het tegendeel. De liberale regeering had
de uitgaven te laag geraamd. Er was een te kort in
het verschiet. Maar zes maanden later werden tien
millioen meer voor oorlog en marine door hem aan
gevraagd en de minister, die eerst als „boodschapper
van kwade tijdingen" de natie beangst had gemaakt
en den prijs der effecten had doen dalen in een tijd
van onrust en buitenlandsche oorlogen, gaf geene aan-
wijzing van de middelen om de aangroeiende uitgaven
te dekken. Men zette den eersten stap op een weg
S van verwarring in 's lands finantiën, want men stapelde
millioenen op millioenen uitgaven en wist niet hoe dat
alles te betalendat zou later komenleenen of schat-
kistbilletten uitgeven, sprak de zwartgallige minister,
die zoo luchthartig met uitgaven omsprong.
Hij had in Maart jl. nog komen treuren en klagen,
I want bij de memorie van beantwoording beweerde hij,
I dat het Indisch batig slot van 1866, door Betz en Fran-
I sen van de Putte op 25 millioen geraamd, 1 '/2 millioen
minder zou opbrengen.
Wat bleek toen reeds dadelijk en wat bewijst nu de
I wet tot aanvulling der middelen om de uitgaven over
I 1867 te dekken? Dat die voorstelling volslagen on waar
S was. In de laatste maanden van 1866 had de conser-
g vatieve regering niet minder dan 71/.2 millioen gulden
I meer naar Indie gezonden dan de regeering nu beweert
I daar noodig te zijn. Is ook dat juist? Wij weten het
I niet en eerst als de uitkomst van de Indische dienst
I bekend zal zijn, is 't mogelijk te beslissen, of men ons
I hier weder niet verkeerde voorstellingen doet, waardoor
I verwarring in de finantiën van moederland en koloniën
I kan ontstaan.
Maar onloochenbaar is het, dat de regering nu er-
I kent in Maart de zaken verkeerd te hebben voorgesteld
I en zich zelve van de 1 '/2 millioen te hebben beroofd
I die geraamd waren. Onkunde of politiek spel zijn
I daarvan de oorzaak. In elk geval zal men de geheele
I som van 7 '/2 millioen die in het laatst van 1866 naar
I de Oost gingen, daar niet behoeven en had men geld
I genoeg om de raming te doen sluiten.
Gesteld dat echter de geheele som beschikbaar is.
I Waar blijft dan al 1t gejammer over de sloopersals
I de hooge uitgaven van 1867 nog altijd uit de gelden
kunnen worden gekweten waarover liberale ministers
I beschikten? Dan is'tbatig slot over 1866 31 millioen
I en niet 23«/2 of 25zooals geraamd werd. De feiten
I bewijzen ook hier 't onware van de jammerkreten der
I conservatieven. Maar tevens zien wij dat de laatste
I besparingen worden opgeteerd en wij nu werkelijk aan
den rancl van tekorten en leeningen staan.
De liberalen amortiseerden schatten en hebben het
tegenwoordige geslacht en de toekomst verlicht. De
I conservatieven geven zooveel uitdat wij bijna zeker
boven onze krachten gaan. Ziedaar een verschil. De
liberalen schaften daarbij belastingen af. De conserva-
I tieven staan stil en weigeren hervorming van het be-
I lastingstelsel. Ziedaar een tweede verschil. De liberalen
gingen met moed de toekomst tegen en waren zuinig.
I De conservatieven janken en voorspelden staatsbankroet,
R maar springen op roekelooze wijze met de finantiën om.
De liberalen wilden langzamerhand Nederland onaf-
liankelijk trachten te maken van de Indische baten.
De conservatieven willen stilstand en behoud van dwang-
cultuur in Indieom een hoog batig slot te behouden
maar zij voeren onze uitgaven zoo zeer opdat zoo
een oorlog uitbarst, waaraan Nederland deel moet
H nemen of een opstand in Indie uitbrak, een slechte
oogst plaats heeft of de prijzen van koffie en suiker
dalenwij onze uitgaven hier te lande en daar ginds
I niet meer kunnen dekken.
Schande over mannen als van Bosse en BetzLeve
graaf Schimmelpenninckde groote conservatieve finan-
tie-kunstenaarMen heeft van Bosse' in Oostenrijk
willen hebben. Ware 'tgeen weldaad voor Nederland
als men graaf Sclvmmelpenninck naar Weenen over
bracht en weder aan een van Bosse de zorgen voor
onze finantiën opdroegWie weet! Misschien overkomt
ons dat gelukwant dezer dagen zijn onze ministers
van buitenlandsche zaken en finantiën met Oosten
rijksche linten versierd. Dat verdienen zij ook, want
zij zaten eerst bij onze schatkist te weenen en zullen
ons nu Oostenrijksche toestandenleenen en tekorten,
bezorgen.
Weenen, 28 Julij. Uit Lemberg wordt onder
dagteekening van 23 dezer het volgende gemeldVolgens
officiële mededeelingen zijn door de overstrooming ééne
stad, 11 voorsteden en 24 dorpen geheel en 78 dorpen
gedeeltelijk onder water gezet en zijn 43 gewone en 6
spoorwegbruggen geheel, benevens 20 gewone en 5
spoorwegbruggen gedeeltelijk vernield. Buitendien zijn
ongeveer 200 huizen door den vloed medegesleurd of
ingestort en vonden 30 mensclien en 2000 stuks vee den
dood in de golven. In de streken, die het meest van
de overstrooming hebben geleden, is ook de geheele
oogst verloren.
Weenen, 31 Julij. De dagbladen bevestigen het
sedert lang in omloop zijnde gerucht omtrent een be
zoek van Keizer Napoieon. Deze zal op 7 Aug. te
Salzburg komen. Keizer Frans Joseph zal dit bezoek
nog voor het einde van Aug. te Parijs beantwoorden.
Frankfort, 28 Julij. Het stoffelijk overschot
van Koning Ottovan Griekenland zal van Bamberg naar
Munchen worden overgebragt en in den Koninklijken
grafkelder in de kerk der Theatynen worden bijgezet.
Berezowski is naar Toulon vervoerd, waar hij binnen kort
zal scheep gaan, om naar Nieuw Caledonie te worden vervoerd.
De Italiaansche regering heeft onlangs eene com
missie benoemd, om een onderzoek in te stellen naar
den staat der marine. Deze commissie heeft, naar men
zegt, ernstige zaken aan het licht gebragt. Zij heeft
verscheidene vlag-officieren aangewezen, die in staat van
beschuldiging behooren te worden gesteld of afgezet
moeten worden. Onder laatstgenoemde behoort de kapt.
Amico, chef van den staf van admiraal Persano. Volgens
het gevoelen van bevoegde personen zou de commissie
tot de slotsom zijn gekomendat van al de vlag-offi
cieren, die bij den slag van Lissa tegenwoordig waren,
admiraal Persano misschien de minst schuldige is.
Brussel, 31 Julij. De Inde'pendance meldt dat
de keizers van Oostenrijk en Frankrijk waarschijnlijk
in de volgende week in eene Oostenrijksche grensstad
eene bijeenkomst zullen houden.
-A-imliem.29 Julij. Naar men hoort verhalen
moet in het laatst der afgeloopen week het volgende
treurige geval door den sterken drank te Heilouw
hebben plaats gehad. Het is daar in den dorschtijd
van het koolzaad de gewoonte, dat een ieder den
eigenaar van het zaad helpt dorschen, zonder eenige
geldelijke belooning daarvoor te vorderen, maar bier
en jenever gedurende de werkzaamheden en, na afloop
daarvan, een maaltijd, bestaande uit een brij van rijst
en zoutevisch. Op een dezer dorschpartijen, men zou
ze drinkpartijen kunnen noemen, bevond zich ook een
jongen van 6 a 7 jaren als toeschouwer. Dit knaapje
had ook zijn aandeel van den drank genomen of ver
kregen, werd dronken en had het ongeluk op zijn hoofd
in eene sloot te vallen. Een der aanwezigen zag het
en redde het kind. Vlug en vrolijk werd het te huis
gebragt; doch denzelfden nacht werd het kind doodziek.
In den morgen overleed het. De ouders zijn radeloos
over het droevig uiteinde van hun kind.
Uit Eist ontvangen wij berigt dat 11. vrijdag daar
eene zware hoos is ontstaandie een 40tal boomen
meest vruchtboomen, uit den grond heeft gerukt en aan
verscheidene woningen schade heeft veroorzaakt. De
hoos heeft zich ook aan de Praets doen gevoelen. Onder
anderen is daar een rijtuig, voor den stal staande, tot aan
de Rijnbrug voortgedreven, terwijl op de brug zelve
het zware windas tot het openen der brug dienende,
van de schroeven is losgeslagen en in den Rijn ge
worpen. Ook in het badhuis heeft men den hevigen
rukwind gevoeld. Aan deze zijde van den Rijn is hij
echter niet opgemerkt.
De veeziekte is, na geheel uit onze provincie te
zijn verdwenen, op nieuw uitgebroken te Culenborg,
onder twee runderen, weidende aan den Diefdijk en
toebehoorende aan den landbouwer C. Kool.
De ziekte der aardappelen vertoont zich in den
Tielerwaard aan de vroege soorten in eene vrij erge
mate. De knol is reeds vrij erg aangetast. De late
aardappelen staan goed op het veld, hoewel men ook
hier en daar de ziekte aan het loof bespeurt.
loeiden30 Julij. Zondag ochtend is een persoon
alhier het slagtoffer geworden der liefde. Bedoelde
persoon had gevraagd aan de dienstmaagd van zijn
patroon om kermis te honden, doch deze had dit ge
weigerd en hem gezegd dat zij verhinderd was, aangezien
zij een afkeer van hem had. Zondag ochtend kwam
hij haar met een ander tegen, is daarna radeloos naar
huis gekeerd en scheen zich ter ruste te begeven. Zijne
moeder ging dien ochtend naar de kerk, doch liep eerst
naar boven, omdat het uur reeds ver gevorderd was en
zij hem nog niet had gezien. Toen zij evenwel aan het
ledekant kwam, zag zij dat haar zoon een einde aan
zijn leven had gemaakt.
Miclclellianiis, 31 Julij. Bij eene herstemming
voor het zesde Lid voor den Gemeenteraad, is gekozen de
heer Dirk Bos, Oud-Lid van den Raad, met 71 stem
men, terwijl de heer Johannes Ruldanus, Ontvanger der
Registratiën en Domeinen, 47 stemmen op zich had
vereenigd, van de 118 geldige stemmen.
Miclflelfcmirgr31 Julij. De arbeiders aan de
spoorweg- en kanaalwerken op en bij het bolwerk
dezer stad, eischen hooger loon en hebben, in afwach
ting hiervaneergisteren morgen het werk gestaakt.
Eenigen hunner hebben heden morgen den arbeid
wederom hervat. Na eenigen tijd te hebben voortge-
werktheeft een deel hunner weder met werken op
gehouden zoodat thans van de 400 personen slechts
een twaalftal aan het werk is.
Zondag 11. verstoutte zich een jongeling van
24 jaarom uit den spoorweg (sneltrein) nabij Drie
bergen te springenmet het ongelukkig gevolgdat
hij aan de bekomen wonden overleden is.
Goes, 1 Aug. Gisteren had er voor Zeeland eene ge-
wiglige gebeurtenis plaats. De werkzaamheden aan de afdamming
der Ooster-Schelde zijn zoover gevorderd, dat de dam geheel
met spoorstaven belegd Ï9 en de locomotief, smaakvol versierd,
uit Bergen-op-Zoom reeds vroeg een togt naar Bath en van
daar zich aansluitende aan die uit Goes, naar laatstgemeld
station deed, zonder eenige stoornis te oudervinden. In den
namiddag reed de gansche trein van het station te Goes regt-
streeks op Bergen-op-Zooom hield daar eenigen tijd op en
keerde in de beste orde terug. Zuid-Beveland hield dus op een
eiland te zijn. Heerlijke getuigenis van de voortvarendheid der
uitvoerders, die dit grootsche werk zoo practisch en doeltreffend
hebben aangevat en voortgezet. Iu February jl. toch werd er
eerst en wel in 't midden van het vernieuwde geruisch der oude
kwestie en een berg van vermeende zwarigheden, een aanvang
mede gemaakten thans heeft hij reeds naar wij op goede
gronden hopen, Braband en Zeeland voor immer vereenigd. Met
regt wapperden dus hier en daar dc Nederlandsche driekleur.
Ziex-iBrzee, 31 Julij. Gisteren had in de nabijheid
dezer stad een voorval plaats hetwelk de schromelijk-
ste gevolgen na zich had kunnen slepen. De heer
J. L. de Does, makelaar in granen en koopman alhier,
had zich, vergezeld van den vlasbaas Muste en het zoontje
van den WelEd. Heer C. v. d. Vliet, met zijn rijtuig naar
buiten begeven. In de nabijheid van Kerkwerve verliet
genoemde Muste het rijtuig, ten einde daar liggend
vlas te bezigtigen. Kort daarna begon het paard te
steigeren, waarop de heer de Does zich vóór hetzelve
wilde plaatsen, doch het paard drong door, tot dat
genoemde heer in de sloot geworpen werd en paard
en koets hem daarin volgdenen hij onder dezelve
geraakte. Spoedig snelde Muste te hulp en mogt het
hem gelukken het knaapje weldra te reddendoch
moeijelijker was het den heer de Does te vinden, daar
dezelve geheel onder het rijtuig lag. Met inmiddels
toegesnelde hulp mogt het evenwel eindelijk gelukken
hem boven te brengen, doch het was uiterlijk niet meer
dan een lijk. Doelmatig aangewende middelen mogten
hem evenwel als het ware doen herleven, en hem het
voorregt schenken nog denzelfden avond bij zijne betrek
kingen alhier in redelijken welstand terug te keeren.
2 Aug. In den afgeloopen nacht is door de policie
alhier in beslag genomen en heden morgen begraven
geworden eene koe, welke door een slager te dezer
stede was binnengevoerd, blijkende voor de gezondheid
schadelijk te zijn, daar het dier ziek geweest was.
Wenschelijk is het, ook met het oog op de in deze
eilanden heerschende ziekte onder de varkens, dat de
policie steeds een naauwlettend toezigt houde op hetgeen
wordt ingevoerd.
Naar wij vernemen, is tot bode-concierge in het
geregtsgebouw alhier benoemd de heer C. J. Bethe.
Een inzender in de Winsch. Ct. wijst als een middel aan
ter verwezenlijking van het denkbeeld van den heer Bouman
tot algemeene en plegtige viering van den driehonderdjarigen
gedenkdag van de overwinning op de Spanjaarden te Heiligerlee,
dat eeD slap daartoe door den onderwijzersstand gedaan kan
worden. Hij wil, dat het Nederlandsch onderwijzers-genootschap
hierin het eerst zijne belangstelling toone.
Hij dringt er verder op aan, dat die gedenkwaardige dag den
23sten Mei van 1868 in alle scholen des rijks, op welke wijze
dan ook, feestelijk herdacht worde, ondersteund door de ge
meentebesturen en door de vrijwillige bijdragen van ieder, die
belang stelt in zijne nationaliteit.
Het Dagblad van Z. H. en s Grav. noemt het
berigt der Arnh. Ct., waarin gemeld wordt dat de militie
in September met 25,000 man zal worden verhoogd
(waardoor het budget van oorlog van 13 op 20 mihoen
zou worden gebragt), onwaar en voegt er bij, dat de
vermeerdering van het jaarlijksch contingent niet meer
dan 3000 man zal bedragen, waardoor het budget van
oorlog met ongeveer '/-2 millioen zal worden verhoogd.
Uit Alkmaar wordt ons van 29 Julij geschreven:
Eene vreeselijke gebeurtenis is te dezer stede het
onderwerp waarmede ieder zich bezig houdt. Heden
ochtend omstreeks vier ure vond een wekker op de Oude
Gracht, aan den voet van een lantaarnstandaard, zekeren
L. wiens afgebroken woorden deden vermoeden, dat hij
gewelddadig was aangevallen. Uit verschillende wonden
vloeide zijn bloed, en de dood sloot den ongelukkige
voor altoos de lippen. Onmiddelijk heeft de politie zich
met de zaak bemoeid en eenige personen, waaronder
twee vrouwen van verdachte levenswijze, in verzekerde
bewaring genomen. Men ziet met belangstelling de
oplossing van het raadselachtige in deze zaak te gemoet.
Een te Batavia uit Djokjokarta ontvangen telegram
over de aardbeving zegt, dat geen van de officieren van
het garnizoen aldaar gedood is.
Zïei*il£zeo, 31 Julij. 11) de Moniteur lezen wij omtrent
de verspreiding der oorlogzuchtige geruchten het volgende
«Onderscheidene Franschc en vreemde dagbladen," zegt het
officiële orgaan, «verspreiden berigten, die ongerustheid en stoor
nis in de gemoederen der bevolking en bij handel en nijverheid te
weeg brengen. Men beweert dat onze betrekkingen met andere
mogendheden op zeer gespannen voet zijn en de vree9 voor eene
botsing wettigen men verkondigt de vorming van twee leger
kampen en allerhande militaire toerustingen. Die geruchten zijn
ongegrond; zij kunnen hunnen oorsprong en hunne verspreiding
slechts ontleenen aan vijandige hartstogten, aan belangzuchtige
speculatien en aan eene betreurenswaardige ligtgeloovigheid. De
waarheid is deze: er bestaat geenerlei geschil; de betrekkingen
met de onderscheidene mogendheden zijn van vredelievendeu en
vriendschappelijken aard. Het kabinet van Florence heeft krach
tige maatregelen genomen om de Romeinsche grenzen te bescher
men de September-conventie zal naauwgezet uitgevoerd worden
noch binnen 's lands noch aan de grenzen zal eenig nieuw kamp
gevormd worden; de liglingen van 1860 en 1861 zijn sedert l
Junij in haar geheel naar hare haardsteden gezonden het active
leger bestaat dus voor het oogenblik slechts uit de vier ligtingen
van 1862 tot 1865; die van 1866 zal in het. laatst van Augustus
worden ingelijfd, maar het is het voornemen der regering op
hetzelfde tijdstip de ligting van 1862 naar huis te zenden; het
getal paarden i9 ten gevolge van de in April gedane aankoopen
belangrijk vermeerderd, maar de minister heeft bepaald dat 8 of
10,000 daarvan aan landbouwers ten gebruike zouden worden
gegeven, en deze maatregel wordt thans uitgevoerd. De regering
vertrouwt dat deze stellige verklaringen de onzekerheid zullen
wegnemen, welke bij de publieke opinie heeft kunuen ontstaan."
Doch nu vraagt men zijn wij nu gerustgesteld zal nu het
disconto plotseling rijzen? zal de ondernemingsgeest terstond
weder blijken van krachtig leven geven zal elke bedachtheid voor
de toekomst verdwijnen? Wij gelooven het niet. Men heeft iu de
laatste jaren zoo menigmaal de ervaring opgedaan dat de officiële
waarheid niet de waarheid is, en terwijl de Moniteur ons ver
zekert, dat overal ru9t heerscht, weet men dat alle oorlogsmaga
zijnen van Keulen tot Mentz vol zijn; dat op den regter- en den
linkeroever van den Rijn alles wat aan een oorlog voorafgaat wordt
in orde gebragt. Als men hier aan eene toepassing te deuken heeft
van het: «Wie den vrede wil bereidt zich voor op den oorlog,"
dan zou men bijna geneigd wezen aan een ecuwigdurenden vrede
te gaan gelooven. Ongelukkiger wijze evenwel houden de Pruis-
sische bladen vol dat Frankrijk zich wel degelijk in de Sleeswijk-
sche aangelegenheden mengt, en gelijke verklaring, ofschoon in
eenigzins onbestemde bewoordingen, is door het Engelsche kabinet
afgelegd, dat toch wel niet van partijdigheid of zucht tot het aan
hitsen van den oorlog kan verdacht worden.
Indien wij eene beteekenis aan de verklaring van den Franschen
Moniteur hechten, dan is het die welke een paar jaar geleden de
officiële verklaringen hadden van de Pruissische regering, toen
zij herhaaldelijk en pletjtig verzekerde, dat Pruissen zich niet
wapende. Men heeft gezien wat die verzekeringen beduidden. De
excuses dat meu geen oorlog wil zijn juist de gewone voorboden
van den oorlog.
Sommigen meenen dat het artikel van den Moniteur alleen
moet strekken om soortgelijke verklaring van de zijde van Pruissen
uitte lokken. Gesteld dat dit doel bereikt wordt, dan is men nog
even ver: men zal aan de waarheid van Pruissens verklaring even
min geloof slaan als aan die van Frankrijk.
Pruissen werpt tot dusverre nog 9lechts indirect de schuld
van zich af. Zoo laat zich een der Pruissische bladen uit Parijs
schrijven: «Wanneer zien wij hoe eene regering duizende en
weder duizende tonnen proviand verzamelt, hoe zij veldtenten,
veldketels, wagen-en ambulancevoertuig niet bij duizenden maar
bij honderd-duizenden doet aanmaken; wanneer wij zien dat zij
eene uitgave niet ontziet, welke in vergelijking van de door de
kamer toegestane 158 millioen slecht eene kleinigheid is, mag men
daaruit wel besluiten dat er niet zeer veel vredelievende wolken
aan het hemelgewelf zweven. Wanneer men daarbij bedenkt dat
deze regering enkel en alleen op haar prestige berustdat haar
prestige een zwaar echec heeft geleden en dat zij hardnekkig blijft
weigeren het land een bescheiden deel van zelfregering te waar
borgen, die aan zijne reeds te lang gecompromitteerde morele
stoomkracht als veiligheidsklep moest dienen dan zijn wij wel
geneigd aan te nemen, dat een oorlog op handen is. Ik begrijp
zeer goed dat men dit alles als gezwet9 zal beschouwen, doch ver
oorloof mij u te verzekeren, dat deze mijne waarschuwing op zeer
oaauwkeurige berigten gegrond is. Op handen zijnde gebeurte
nissen kunneu, wel is waar, door allianties en wapening van de
zijde der andere Europesche mogendheden worden vertraagd,
doch op alliantien is in Europa volstrekt, niet te rekenen, en naar
ille waarschijnlijkheid zal dc slag geslagen worden voor dat die-