I No. 2155. 25sle Jaarg. Woensdag 21 Ju lij 1867. Nieuwstijdingen. Slitter ilia. 5Dw5t;ss rilland. ZIERlkZEESCHE NIEUWSBODE Men iiboiiiieert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. A. l> o 11 it ements-Prys: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amcrika, franco New-York - 3,90. Yerschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiëm 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzce, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondcue Stukken, franco. I Uitvoerige berigten uit Mexico bevestigen dat Keizer Maxi milian» in den morgen van den 19den ten 7 ure met Miramon en Mejia is gefusilleerd. De gezanten van Engeland en Pruissen hadden zich nog naar Queretaro begeven om zoo mogelijk hem te redden, maar alle pogingen waren vruchteloos geweest, jen 16den reeds zouden de veroordeelden de doodstraf ondergaan. Een uur voor huu dood kwam per telegraaf de tijding dat de executie moest geschorst worden. In zijn schrijven aan het Mcxicaansch kabinet stelde de Pruissische gezant zich borg dat alle gekroonde hoofden van Europa aan Juarez alle waarborgen zouden geven, dat geen der drie veroordeelden ooit meer den Mexicaauschen grond betreden zouden. Maar het verzoek van den gezant werd afgeslagen. Onder de nagelaten papieren des keizers vindt men een testament, Ivaarbij hij Larés, Lacunza en Marquez tot regenten van het (rijk benoemd. Eenige dagen voor zijn dood heeft Maximiliaan de volgende jegelen geschreven aan het hof van Weenen »Ik beu krijgs gevangene, maar maak u niet bekommerd; men behandelt mij op ecne wijze, die in geenerlei opzigt de wetten en gewoonten 'der beschaafde volken schendt." De keizer kende blijkbaar Jscobedo niet, den voormaligen muilezeldrijver, later advokaat en eindelijk generaal, wiens wreedheid niet voor die van Marquez londerdoet. Escobedo is de man geweest, die Maximiliaans dood heeft veroorzaakt. Hij heeft Juarez met een militairen opstand [bedreigd. Men kende Escobedo niet vóórdat hij door de in- neming van Queretaro eene groote populariteit in Mexico had Iveikregeu. Toen maakte men zich nog illusies omtrent zijne njigting. Thans kent men die maar al te goed: hij is een beul. Men legt hem de volgende woorden in den mond, die hij pa het ter dood brengen des keizers zou hebben gesproken, p »Ik heb het schrikbewind ingevoerd door de aanvoerders der j-.®verraders te doen dooden. Ik heb aan de rijken zware belastingen ^Rjpgelegd. Ik heb hunne bezittingeu verbeurd verklaard. Wanneer lk het niet in persoon kon doen, heb ik het door mijne ge- volmagtigden doen verrigten die stipt mijne orders zijn nagekomen. Ik hoop, vóór dat ik mijne militaire loopbaan sluit, het bloed te zien stroomen van den laatsten gezagvoerder in mijn land." Jndien deze man niet gedesavoueerd wordt door Juarez, welke ^■rreesselijke reactie hebben wij dan te wachten. I Wat de andere officieren betreft, die te Queretaro in hechtenis feijn genomen, de kolonels en zij die hooger rang bekleeden .'hebben voor een krijgsraad teregt gestaau en zijn veroordeeld »ot eene gevangenisstraf van vijf jaren. Marquez, die bij de kapitulatie van Mexico zich heeft moeten «vergeven, zal waarschijnlijk gefusilleerd worden. Naar luidt van berigten uit Nieuw-York van 6 Julij lebben 500 man van het Mexicaansche vreemden-legioen Mobile le rei kt vele vlugtelingen zijn in de Texas aangekomen. Juarez (leeft bevolen, dat alle keizerlijke soldaten hun burgerregt zullen [verliezen, totdat de regering hen rehabiliteert. De kolonels zullen j voor den tijd van zes, de luitenant-kolonels gedurende vijf, de Kapiteins twee jaren gevangen worden gehouden de builenl. loldaten zullen verbannen, de generaals en hooge burgerlijke ambtenaren, van hoog verraad worden aangeklaagd. Generaal Woll, die de betrekking bekleed heeft van eersten adjudant van keizer Maximiliaan, heeft Jen volgenden brief gerigt aan een der bladen in de provincie verschijnende. z/De vreeselijke gebeurtenis, die op zoo wreede wijze Jeen einde heeft gemaakt aan het leven van den door- jjuchtigen en rampspoedigen keizer Maximiliaan, hebben pijn gemoed met droefheid vervuld en tevens met grievend berouw over eene gebeurtenis, die plaats heeft iehad met den ellendigen Lopez, j //Ik was president van eene commissie, belast met de jperzienirig der brevetten van alle generaals van het piexicaansche leger. Toen zich Lopez aanmeldde, wei gerde ik zijn brevet goed te keuren, omdat hij eenige ^jaren vroeger het toen bestaande gouvernement had ver- aclen, gedeserteerd was en naar den vyand overgeloopen. //Lopez zweeg en ging beschaamd heen. //Kort daarop vertrok ik naar Europa, maar bij mijne jorugkomst met het keizerlijk echtpaar vond ik Lopez als kolonel van het eskorte dat hen van Vera-Cruz laar Mexico geleidde. Hij had aan de troepen van den maarschalk Bazaine tot gids gestrekt, had zich door- dapperheid onderscheiden, en was door hem tot kolonel benoemd en voor het legioen van eer voorgedragen. Later werd hij ook door den keizer opgemerkt, bevor derd en met ridderorden beschonken." Een Amerikaan in den staat Connecticut heeft eene breimachine uitgevonden, waarmede hij in één dag 50 baren kousen breidt. De machine is zoo gemaakt, dat Goor eene enkele beweging van de hand, de platte steek een geribte kan veranderd worden. Loncleii, 18 Julij. Alle staatkundige aangelegen- beden zijn gisteren op den achtergrond getreden voor Öe groote wapenschouwing over de vloot, welke ter eere 1 an den Sultan bij Spithead zou plaats hebben. Ook het farlement had voor dien dag vacantie genomen. Alles fieed verwachten, dat het schouwspel ongemeen prachtig zou zijn. Er was eene vloot van oorlogschepen bijeen- gebragt, zoo als tot nu toe, zegt men, niet was gezien. Voorts waren geheele vloten van jagten en andere vaar tuigen bij Spithead verzameld. Alleen een groot ver- eischte, gunstig weder, heeft ontbroken. De storm- en regenvlagen waren zoo hevig, dat de evolution, welke eene revue over de vloot uitmaken, niet konden gehouden worden. De schepen bleven voor anker liggen. Evenwel hebben de Sultan, aan boord van de Osborne, en de Onder- Koning van Egypte, aan boord van de Helicon, zich van Portsmouth naar het eiland Wight begeven, waar zij ontvangen werden door de Koningin, die zich aan boord van de Victoria and Albert had ingescheept. Nadat de twee Oostersche vorsten op het koninklijke jagt waren overgegaan, is dit tusschen de rijen der schepen door gestoomd, van welke het door salutschoten uit het geschut werd begroet. Vervolgens is, op bevel van den admiraal, als om den vijand aan te vallen, gedurende een half uur uit alle schepen gevuurd, waarna door de kanonneerbooten een schijnaanval op de verdedigings werken van Portsmouth heeft plaats gehad. Daarmede was de wapenschouwing afgeloopende Koningin keerde naar Osborne terug, en de Sultan en de Onder-Koning vertrokken weder naar Londen. Des avonds zijn ver scheidene schepen feestelijk verlicht geworden; de illu minatie is, ook ten gevolge van het ongunstige weder, grootendeels mislukt. De vloot, welke bij Spithead vereenigd was, bestond uit 49 schepen voerende 1092 kanonnen. Men leest in de Times van 17 dezer over het bezoek dei- Belgen »De natie zal met genoegen vernemen, dat het bezoek der belgische vrijwilligers te Windsor gisteren in alle opzigten naar wensch is afgeloopen, cn dat zij in het paleis der koningin met eene gastvrijheid der vorstin van Groot-Brittannie waardig, onthaald werden. Hare eigene tegenwoordigheid was het eenige dat ontbrak, doch de hooge hofdienaren die de koningin vertegenwoordigden verklaarden hare afwezigheid zoodanig, dat de Belgen begrijpen konden, hoe de koningin ofschoon niet in persoon aanwezig, zich echter met hare onderdanen wenschte te vereenzelvigen in het verwelkomen van hen die gevoegelijk als vertegenwoordigers van het belgische volk beschoud kunnen worden. Het getal is dagelijks aangegroeid en gisteren waren er bijna 3000 te Windsor, die allen in volle uniform de stad doortrokken en naderhand de gasten van de koningin waren. Hunne dankbaarheid en opgetogenheid kendeti geene grenzen, en de eenige zwarigheid scheen die naar eisch te kunnen uiten. Zij juichten, zwaaiden hunne schakots, kwamen onder de vensters van de vertrekken der koningin bijeen en voerden aldaar, niettegenstaande hare afwezigheid, eene serenade uit; zij bedankten het koninklijk hof-personeel en het comité van ont vangst, en begaven zich, uit achting voor de bewoners van Windsor, bloodshoofd naar het station terug. In den avond was er bal in de Alhambra die tot eene danszaal was ingerigt. «Overmorgen zullen de vrijwilligers door miss Burdett Contts, op Holly Lodge te Highgate, onthaald worden. Detoegang9-kaart- jps voor het groote bal van vrijdagavond, dat ter eere der belgische vrijwilligers in de Agricultural Mall gegeven wordt en waarop de sultan cn de onderkoning tegenwoordig zullen zijn, wordeu steeds met graagte, tegen betaling van eene guinea 12,60) gezocht." Uit Zara wordt gemeld, dat aan gene zijde der Turksche grenzen de cholera in hevige mate toeneemt; de sterfte en de ontsteltenis zijn zoo grootdat op sommige plaatsen de lijken onbegraven blijven liggen. Onder de talrijke rampen welke het nieuwbakken koningrijk Italië teisteren, bekleed de cholera eene eerste plaats. ïn verschillende provinciën op Sicilië met eene schrikbarende hevigheid opgetreden, verspreid deze ge vreesde ziekte rondom zich schrik en ontzetting en eischt talrijke slagtoffers. Vooral in de provinciën Caltanisetta en Girgenti woedt zij hevig. In een schrijven uit laatst genoemde streken wordt gezegddat men zich geen denkbeeld kan vormen van de aldaar heerschende ellende. Steden van 2 a 3000 inwoners zijn bijna gansch ontvolkt, daar er schier dagelijks honderd en meer personen sterven te Aragona, eene stad van ongeveer 8000 zielen werden op één dag 240 personen door de cholera ten grave gesleept. Buitendien lijdt het volk volslagen gebrek aan de voornaamste levensmiddelen, en gelukkig zijzegt de berigtgever, die nog zoo veel bezitten om voedsel en geneesmiddelen te kunnen koopen. Het volk verkeert dan ook in eene treurige opgewekt heid; ieder die slechts eenigzins kans ziet om het eiland te kunnen verlaten, spoedt zich naar het vastelanden dit vermeerdert de vrees, dat ook aldaar de ziekte zich vertoonen zal. Sedert eenige dagen kunnen de stoom- booten bijna het getal reizigers niet overvoeren, die naar het Napolitaansche begeeren over te steken; de voor naamste lieden vergenoegen zich gaarne met een plaatsje op het dek en met de laagste klasse op de spoorwegen. Het schijnt, zegt voorts de correspondent, dat de Voor zienigheid hare beschermerde hand van het koningrijk heeft afgetrokken; armoede, honger, ziekte, schulden, wanorden, in één woord, alles wat slechts strekken kan om den ondergang van Italië te veroorzakenis aldaar te vinden. Volgens een later schrijven is thans reeds de vrees, dat de cholera zich ook op het vasteland zou vertoonen, bewaarheid geworden, en heeft zij in Oppei-Italie, vooral te Milaan, Cremona en Crema reeds talrijke offers gemaakt. De vermaarde duitsclie reiziger Gerhard Rohlfs dien men dood had gewaand, daar hij in tien maanden tijds niets van zich had doen hooren, is, nadat eindelijk dezer dagen door dr. Petennann, te Gotha, berigten van hem ontvangen waren, den lOden dezer te Bremen aange komen, met den neger, die hem op zijne reizen in het binnenland van Afrika trouw vergezeld heeft. Uit de zoo even genoemde te Gotha ontvangen berigten blijkt, dat, terwijl men Rohlfs, hetzij dood, hetzij levend, in het rijk "Wadai of Bergoe waande, van waar zijne laatste brieven gedagteekend waren, hij Centraal-Afrika verder in eene westwaartsche rigting doorkruiste, totdat hij eindelijk de guinesche kust bereikte. Rohlfs is derhalve geheel Afrika van de oostkust tot de westkust, doorgetrokken; eene onderneming, slechts door enkele stoute reizigers vóór hem beproefd. De streken, die hij op zijne reis bezocht waren dan ook meerendeels nog geheel onbekend en nooit door Europeanen betreden. Den 27sten Maart kwam hij te Lokoja, de uiterste Europesche nederzetting aan de Niger, aan, waar hij bij engelsche kolonisten een gastvrij en hartelijk onthaal vond. //Men moet zooals ik," schrijft hij, „dagen lang in een uitgeholden boomstam den Binué- stroom zijn afgezakt, en uit de wouden, welke zijne oevers omzoomen, niets dan de kreten van woeste neger stammen en het gebrul van roofdieren hebben hooren opgaan, om ten volle te beseffen, wat het zeggen wilde, na zulk een togt eensklaps weder Europeanen aan te treffen, die over deze ontmoeting nog meer verbaast stonden dan ik!" Van Lokoja, waar Rohlfs de eerste berigten van den oorlog in Duitschland van het vorige jaarvernamr zette hij zijne reis over Raba, Ilori en Abe- okute naar Lagos voort, waar hij zich naar Liverpool inscheepte. Maten, 14 Julij. Heden voormiddag tusschen 10 en 11 uur sloeg de bliksem, onder de godsdienstoefening, in de kerk te Haren, Ambt-Meppen, Hanover. Twee men- schen werden doodelijk getroffen en ruim 30 personen min of meer verwond. Verscheidene personen verkeerden in bewusteloozen toestand, die echter anders geen letsel kregen, dan dat hunne kleederen verschroeid werden en vele gouden halskettingen letterlijk in tweeën werden gescheurd. Helder, 20 Julij. Zr. Ms. rain to ren schip Prins Hendrik der Nederlanden, komende van Birkenhead, waar het voor rekening van ons gouvernement is ge bouwd en gisteren hier binnen gekomenis eene bui tengewone groote dubbel gepantserde schroefstoomboot en maakt in ruime mate aanspraak op eene belangstel lende kennisneming van doel en inrigting. Het doel dat met dit schip wordt beoogd is te beproeven of daarmede meer kracht bij wendingen en bewegingen en eene groo- tere mate van snelheid ook bij geringen waterstand kan worden verkregen. Voorzien van twee machines, van 200 paardenkrachten ieder, bezit het schip een inhoud van 2100 ton en heeft 18 voet diepgang. Het heeft twee torens, elk met twee 300-ponders gewapend. De afmeting van het vaartuig is de volgende: lengte 240, breedte 44 en hoogte 28 voeten. De pantserplaten zijn 4,/a duim dik. Het schip heeft barkstuig en is ook zeer geschikt om als zeilschip te dienen. 's IIei*to<>*oixl)os5ic*li, 16 Julij. De krijgsraad alhier heeft den korporaal-hoornblazer Kleij, die^ zooals in der tijd werd medegedeeld zijne vrouw met een scheer mes 16 wonden aan den hals en de borst toebragt, schuldig verklaard aan manslag en, in aanmerking genomen de verzachtende omstandigheden welke zich hebben voorgedaan en provocatie der verslagene, hem veroordeeld tot vijf-jarige correctionele gevangenisstraf. 's Gravenhagc, 18 Julij. In de zitting der Prov. Staten van Zuid-Holland is door de commissie, belast geweest met het onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw gekozen leden, bij monde van den heer mr. D. Léon, rapport uitgebragt over het nog overge bleven onderzoek der stukken van den heer D. van j Weel Cz., die in het kiesdistrict Middelharnis tot lid der staten is benoemd. Dit rapport komt hoofdzakelijk hierop neder: Bij herstemming was gemelde heer benoemd met 236 tegen 235 stemmen, welke laatsten waren uitgebragt op mr. J. E. van den Broek, te Middelharnis. Tegen de wettigheid dier benoeming zijn bij de staten bezwaar schriften ingekomen, ten betooge dat de benoemde de volstrekte meerderheid van stemmen niet zou hebben gekregen, als zoude er ten onregte een stembiljet, waarop ook voorkwam de naam van mr. J. E. van den Broek, van onwaarde zijn verklaard. Had men dat biljet mede- gerekend, dan zou de heer van den Broek, als oudste in jaren, tot lid der staten moeten zijn benoemd. Uit het onderzoek, dat de commissie heeft ingesteld, is uit verschillende omstandigheden (bepaaldelijk het in de bussen aanwezig moeten zijn van 479 of 481 stembriefjes, terwijl het proces-verbaal 480 vermeldt) gebleken, dat men hier in het geval verkeert, voorzien bij de artt. 66 en 70 der kieswet, het geval namelijk, dat er tusschen het getal der in de bussen gevonden stembriefjes en dat der kiezers die stemden een verschil bestaat, 't wel» op de verkregen meerderheid van invloed heeft kunnen zijn. Reeds op dien grond zou de commissie tot niet-toelating van den heer D. van Weel Czn. hebben moeten adviseren, maar bovendien was uit liet gehouden onderzoek ge bleken, dat op de stembriefjes van het hoofd-lriesdistrict Middelharnis, ten getale van 66, slechts één zegel, namelijk dat van het hoofd-kiesdistrict, voorkomt. De commissie oordeelde, dat die briefjes van onwaarde moeten worden verklaard. Bij nader onderzoek bleek haar, dat dit ook bij de eerste stemming het geval was. Ook toen was er op 61 biljetten slechts één zegel afge drukt. Nam^men aan, dat die van onwaarde hadden moeten zijn verklaard, dan had er eene herstemming moeten plaats hebben, niet tusschen de heeren J. P. van den Broek en D. van Weel Czn., maar tusschen eerstgemelden heer en R. C. A. M. van Weel. Het was echter op grond van het verschil tusschen het getal der in de bussen gevonden stembriefjes en dat der gestemd hebbende kiezers, dat op de verkregen meerderheid van invloed had kunnen zijn, dat de commissie de vergadering voorstelde, tot de vernietiging te besluiten van de uit spraak van het stembureau uit het hoofd-kiesdistrict Middelharnis, en alzoo tot niet-toelating van den heer D. van Weel Czn. als lid der vergadering. De vergadering heeft zonder discussie en zonder stem ming zich met het voorstel der commissie vereenigd, zoodat tot de niet-toelating van den heer D. van Weel Cz. is besloten. De verkiezing te Utrecht is niet onaardig. De bur gemeester Kien werd niet gekozen. Dien uitslag had men voorzien; ook de heer Kien was er van verwittigd en hij maakte daarom bekend dat hij voor het lidmaat schap van den gemeenteraad niet meer in aanmerking wenschte te komen. Op zich zelf is dit zeer verschoonbaar; men hespaart zich daardoor eene échec. Maar de reden, welke de heer Kien daarvoor aanvoert is belagchelijk: hij zegt overtuigd te zijn dat een burgemeester niet tevens lid van den gemeenteraad moet ziju. En de heer Kien heeft 28 jaar lang die beide betrekkingen vereenigd! Voor zulk eene overtuiging, die het vierde eener eeuw moest worden gekoesterd om eindelijk in eene daad zich te openbaren, moet men ontzag hebben. Als de heer Kien het uitzigt gehad had om gelijk de heer van Pallandt met vijf zesde van de uitgebragte stemmen te worden herkozen, zou hij misschien zijne overtuiging nog wel een poos lang hebben laten broeijen. X>Of<li-eolit, 17 Julij. Gisteren ochtend had in de groote kerk alhier een ongekend voorval plaats. Toen de hulpprediker den predikstoel beklommen had, bevond zich slechts ééne vrouw, die plaats genomen had, onder zijn gehoor, terwijl nog een 4tal personen stonden te luisteren. De leeraar, over zoo kleine opkomst niet zeer gesticht, gaf, nadat hij zich door den koster had laten vergewissen dat de luisterenden de godsdienstoefening niet bleven bijwonen, kennis, dat hij het niet de moeite waard achtte, om tot één persoon te spreken en derhalve de godsdienstoefening niet zou aanvangen. Soliipluiclen, 19 Julij. Ten gevolge van tegen werking bij de desinfectie van een besmette stal van den kant des eigenaars zijn hier een paar huzaren in kwartier gelegd, om, zoo noodig, door grooter inagt gevolgd te worden, als de omstandigheden zulks mog- ten vereiscben. Middelburg-, 22 Julij. Gisteren is de spoorboot bij het vertrek van hier, wegens een gebrek aan de machine, bij Geersdijk moeten blyven liggen. De passa giers, ten getale van ruim vijftig, zijn aan boord der van hier naar Rotterdam varende stoomboot overgegaan. Zioi-ilczee, 23 Julij. De openbare verpachting der tienden, aan de gemeente alhier toebehoorende, op 18 dezer gehouden, hebben opgebragt de som van 4283,89, de kosten en het blokgeld daaronder begre pen, bedragende meer dan in 1866 de aanzienlijke som van ƒ982,13. Z. M. de koning beeft voor twee exemplaren inge- teekend op de nieuwe, door dr. Terwogt bewerkte uitgave van de werken van Flavius Josephus, die bjj den Boekbandelaar J. P. Revers, te Dordrecht, in het licht verschijnt. De nieuwbenoemde minister van koloniën, de heer Hasselinan, heeft eergisteren zijne betrekking aanvaard. Uit 's Gravenhage wordt aan de Arnh. Ct. geschre ven, dat er geen sprake meer schijnt te zijn van het nederleggen der portefeuille door den heer Heemskerk; men is althans aan het departement van binnenlandsche zaken bezig met het ontwerpen van wijzigingen in de militiewet. De hoofdstrekking daarvan is uitbreiding van het contingent, beperking der vrijstellingen, ten gevolge waarvan o. a. de ontheffing van éénige zoons zal komen te vervallen, alsmede beperking der bevoegd heid tot remplaceren. Waarschijnlijk zal dit ontwerp bij den aanvang van het nieuwe zittingjaar tot de eerste bezigheden van de kamer behooren. De permanente afdeeling van het Centraal-Comité

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1