No. 2454.
Zaturdag 20 Julij 1867.
25s,e.faai*g.
De Minister van Koloniën.
Nieuwstijdingen.
Jfraintrijl!.
Z1ERIKZEESCHE
Mei» abonneert zicli:
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirectenren.
In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
Aboiinements-Priis:
VOOll HEIDE UITGAVEE.
Voor 3 maanden1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90.
NIEUWSBODE.
Vei-scli ij ut:
Op Woeusdag cn Zaturdag.
Advertentiën:
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot
Dingsdag cn Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Tngezondene Stukken, franco.
dende leden der gemeenteraad, de heeren Jan Elenbaas
en Johannes Goudzwaard, met meer dan volstrekte meer
derheid herkozen.
Ziei-ilizeo, 17 Julij. Bij de op gisteren plaats
gehad hebbende verkiezing van vier leden in den Ge
meenteraad alhier, waren ingekomen 184 stembriefjes,
waarvan 4 in blancoalzoo 180 geldige stemmen.
Hiervan verkregen de heeren:
J. van der Vliet161 stemmen.
Mr. C. J. Fokker155
Mr. W. C. de Crane153
Jhr. J. L. de Jonge136 ,r
Mr. P. van der Meer Mohr 32
Zoodat al de aftredende leden zijn herkozen.
Door den kerkeraad der Herv. gemeente alhier
is in hare vergadering van heden avond ter voorziening
in de vacature ontstaan door het emeritaat van Ds.
Droogleever Fortuin, tot predikant beroepen de heer
A. J. Oortpred. te Schoonhoven.
Zierikzee18 Julij. In den afgeloopen nacht
is het dak van een in aanbouw zijnde bergplaats
behoorende aan de garancine-fabriek alhieringestort.
De oorzaak wordt toegeschreven aan de moderne bouw
kunde. Gelukkig evenwel dat het niet bij dag heeft
plaats gehad, dewijl anders zeker menschenlevens in
gevaar hadden verkeerd.
De Staats-Courant meldt dat het gisteren Z. M.
behaagd heeft:
1°. aan den heer iV. Trakranenop zijn verzoek eervol
ontslag te verleenen als minister van koloniën, onder
dankbetuiging voor de vele en goede diensten door hem
aan den lande bewezen;
2°. den heer J. J. Hasselman, burgemeester van Tiel
en oud-resident van Djokjokarta, te benoemen tot minis
ter van koloniën;
3°. te bepalen dat dit besluit zal in werking treden
op 20 Julij e. k.
Naar aanleiding der verwerping van de schutterijwet door
de Eerste Kamer heeft de permanente afdceling van het centraal
comité van den Nederlandschcn weerbaarheidsbond eene nieuwe
aansporing in het licht gezonden om tot oefening in den wapen
handel aan te sporen. Ook de weerbaarheidsbond erkent in deze
oproeping dat die oefeningen, inzonderheid het schijfschieten, het
voornaamste zijn en dat het fungeren als officieren, het dragen
van uniformen en het houden van parade geheel bijzaak zijn.
De heer Regout heeft uit de hem toebehoorende gebouwen
de vlag doen steken toen de tijding van de verwerping der
schutterijwet, door de Eerste Kamer, te Maastricht bekend werd.
Zijne werklieden hebben hem eene serenade gebragt. In Limburg
schijnt men te meencn, dat de adressen van den „geharnasteu
ridder" den doodsteek aan die wet hebben toegebragt.
Eindelijk is de zevende «groole bekwaamheid"
gevondenhet is de heer J. J. Hasselmandie de
gewigtige taak van Minister van Koloniën op zich
neemt.
Tot I 846 ondergeschikt Indisch ambtenaar, werd
hij, tot zijne eigene verbazing, want er was
toevallig op dat oogenblik geen adsistent-resident
disponibel benoemd tot resident van Djocdjo-
carta en na een paar jaren keerde hij naar Neder
land terug. Hij is dus sedert 20 jaren vreemd aan
Indië. De man had echter eene ware schrijfwoede.
In de Tielsche bladen en brochures deed hij telkens
opstellen plaatsen waarbij een ieder stijl en wijze
om zich uit te drukken even belagehelijk als ver
velend vond. Eenige jaren geleden vroeg ons een
kennis: hoe oud is die heer Hasselman toch wel;
de man zanikt zoo in zijne talrijke boekjes?
Om bezigheid te hebben, wilde hij eerst lid der
Tweede Kamer worden, maar viel in Amsterdam
in 1864. Hij vond echter iets te doen als burge
meester van Tielwaartoe Tliorbecke hem benoemde.
Ook deed hij mede aan een onuitvoerbaar plan om
Borneo's westkust met Europeanen te koloniseren
en schreef daarover weder twee brochures (1857
en 1859). Wat zullen er breedvoerige stukken
van het ministerie komen bij zulk eene schrijfwoede!
Wat wil de heer Hasselman Dat welen wij
niet en hij weet dit evenmin. Een hoog batig slot
was altijd zijn ideaal. Maar dan eens (I860) is hij
vrij liberaal, wil den Javaan grondeigendom be
zorgen, heerediensten afschaffen, het landrente
stelsel herzien, onderwijs uitbreiden en de Europe-
sche industrie aanmoedigen; maar levenscontracten
van allerlei aard in dwangarbeid en zonder uitbe
steding uilgeven. Wij hebben toch meer Hassel-
mannen, die ook een suiker-contract op Java hebben
bijv. een broeder van den Minister.
In 1862 en 1863 schreef de nieuwe Minister
vierkant bet omgekeerde van 1860. Jaherziening
van het landelijk stelsel is goed, maar zou niet
veel geven. Fransen van de Puttedie grond
eigendom wilde regelen en toekennenzooals de
heer Hasselman in 1860 gewild had werd uitge
scholden. Vrije arbeid, daarover moest men niet
twisten. De ambtenaar was de eenigedie den
Javaan tot vrijheid en beschaving kon opleiden.
Het cultuurstelsel was alles voor den Javaan. Twee
jaren vroeger heette liet: geef alle koffijtuinen aan
particulieren over. In één woord, de man was
ultra-reactionair, liet den oudgast van Herwerden
(van het Haagsche Dagblad) per procuratie een
adres teekenen van 13 oud Indische ambtenaren,
om de Eerste Kamer de verwerping van de eerste
begrooting van Fransen van de Putte te vragen
en komt nu het vrij liberale programma-J/ycr
uitvoeren.
Is dit eene nieuwe mystificatie of heeft de heer
Hasselman nu weder concilianlc begrippen? Dan
wenschen wij hem tevens talent toe om ze in
praktijk te brengenwant logica is een vereischte
voor een hervormer en wetgever, terwijl verband
cn zamenhang in zijne geschriften ontbreekt.
"Uit Abyssinie is omtrent het lot der Engelsche gevangenen
aldaar een berigt ontvangen van den heer Henry A. Stern,
gedateerd nit Magdala 1 Mei. Hij schrijft daarin onder anderen
het volgende: Sedert mijn vorigen brief is de staat van zaken
hier niet veel verbeterd. De koning zet het werk der verwoesting
voort in de provinciën, die hij aan zijn wankelend gezag heeft
onderworpen. De insurgenten, ondersteund, door de ontevreden
boeren, doen van hun kant al het mogelijke om wegens zijne
wreedheden wraak uit te oefenen. Het is evenwel duidelijk dat de
staat van zaken weldra tot eene krisis en tot oplossing moet
komen. De onmeedoogende, woeste wijze, waarop de koning
te werk gaat, moet zelfs het geduld zijner meest gedweeë en
slaafsche onderdanen uitputten, en allen schijnen zij dan ook
aangedreven door ééne en dezelfde vurige begeerte om den
dwingeland van den troon te stooten. Het leger, hetwelk hij
tot nog toe onder zijne bevelen had, is uiteengegaan, om zich
overal in het land tot benden ter ondersteuning van den opstand
te vereenigen. Daar het hem dus onmogelijk wordt, de zeer
gedunde gelederen zijner krijgshorden aan te vullen, zal er voor
hem niets overblijven dan in zijn tegenwoordig Ambo eene laatste
toevlugt en een graf te zoeken, of wel met een klein aantal
vertrouwden en de voornaamste zijner gevangenen de vlugt te
nemen naar de ongezonde schuilhoeken en dorpen in de bosch-
rijke valleijen. Hoe ook de uitslag van zijn strijd moge zijn,
menschelijker wijze gesproken hebben wij niets goeds in het
vooruitzigt. Ongeveer veertien dagen geleden werden mevrouw
Rosenthal, mevrouw Flad en alle Europcsche geëmployeerden
met hunne vrouwen en kinderen, benevens hunne goederen
onverwacht weggevoerd, terwijl slechts twee grijsaards werden
vrij gelaten. Welke reden de koning kan gehad hebben om zoo
te werk te gaan tegen menschen, die steeds met eene blinde
gehoorzaamheid aau al zijne luimen voldedendit is nog een
geheim. Men weet alleen dat hij vele valsche beschuldigingen
tegen hen heeft uitgebragt, die zij evenwel krachtig hebben
wederlegd. Daarop hebben zij wel een gedeelte hunner goederen
teruggekregen; maar zij werden toch gevankelijk overgebragt
naar Dekra Tabor, alwaar zij zich thans, hoewel ongeketend,
in bewaring bevinden. Naar men meeut, heeft de koning tot
deze handelwijze een voorwendsel gevonden in het berigt dat
de heer Flad zonder Europcsche werklieden is teruggekeerd.
Deze uitbarsting van 's konings gramschap voorspelt ons dan
ook niets goeds en het laat zich nu aanzien dat onze toestand,
na de terugkomst van den heer Flad hier ter plaatse, geene
verbetering zal ondergaan. Bij een ander zouden geschenken
voldoende zijn geweest om ons in vrijheid te doen stellen, maar
koning Theodorus neemt liever de geschenken en houdt de
personen als gijzelaars op den koop toe, om een waarborg te
hebben tot steeds meerdere concessien jegens hem. Dit zijn
de voornaamste feiten uit Stern's brief van 1 Mei. Hij heeft
er den volgenden dag nog een postcriptum bijgevoegd, waarin
men leest: „Eiken dag en zelfs elk uur verwachten wij naar
de gemeenschappelijke gevangenis overgebragt en aldaar op nieuw
geketend te worden. Acht dagen geleden is er bevel gegeven
om 200 gevangenen, waaronder vele voorname personen, in
massa ter dood te brengen. Deze moord, waartoe zonder twijfel
werd besloten wegens het gebrek aan bewakers der slagtoffers,
is ook al geen bewijs van eene verzachting in de gezindheid
van den tyran."
Generaal Coghlan heeft het voorstel aan het Engelsche kabinet
gedaan, om te Bombay 10,000 man uit te rusten, ten eir.de in
October in Abyssiuie te landen en koning Theodorus te dwingen
de Engelschen, die hij gevangen houd, uit te leveren.
Londen, 13 Julij. De Sultan is bij zijne aankomst
in Engeland door den prins van Wallis, den hertog van
Cambridge en den Onderkoning van Egypte ontvangen,
waarna hem van wege de municipaliteit te Dover een
adres werd aangeboden. Uit de verslagen der Londensche
dagbladen blijkt, dat de mayor der stad bij die aanbieding
eene aanspraak hield, en dat de Sultan daarop onmiddel
lijk in de Turksche taal antwoordde, hetwelk door Fuad-
Pacha aan den mayor vertolkt werd. Bij zijne aankomst
te Londen werd hij met zijn gevolg op luisterrijke wijze
ontvangen. Even als op sommige plaatsen te Dover,
waren de straten, die hij in de hoofdstad moest passeren,
op allerlei wijzen versierd. Vooral de bevolking van het
Zuid-Oostelijk district der stad had als het ware gewed
ijverd om hem een hoog denkbeeld te geven van Engelands
Flora. Zelden toch moet er voor zulk eene gelegenheid
zooveel moeite en kosten tot het bijeenbrengen van groen
en bloemen zijn besteed als nu. De stoet van den Sultan
werd met hofrijtuigen aan het station afgehaald, van
waar de straten tot aan het Buckingham paleis met caval-
lerie waren bezet, terwijl de stoet werd begeleid door
eene militaire eerewacht. Bij de aankomst in Charing
Cross werd hij begroet met de toonen der Engelsche en
Turksche volksliederen. Overal was natuurlijk eene on
telbare volksmenigte op de been.
De sultan heeft den 15den te Londen de opera
bezocht, ter gelegenheid van de gala-voorstelling; hij
werd ontvangen door den Prins van Wales en den
hertog van Cambridge. De zaal was prachtig gedecorreerd,
terwijl de sultan met geestdrift werd ontvangen. Na
de voorstelling heeft hij bij den hertog van Sutherland
een bezoek afgelegd, alwaar een schitterend banket was
aangerigtwaaraan behalve de sultan, dié ten 12 ure
aankwam, de onderkoning van Egypte en de voornaamste
Belgische officieren deel namen.
De Spectator kant zich ernstig aan tegen het feit, dat de
fondsen, welke moeten strekken om den sultan eene schitterende
ontvangst in Engeland voor te bereiden, gevonden worden uit
de koloniale geldmiddelen. Het schijnt zegt het blad dat
men 't nog al moeijelijk vond om dekking te vinden voor die
uitgaventotdat op eens ecu der leden van 't kabinet op het
denkbeeld kwam, dat er op 8000 mijlen afstands eene bevol
king, van omstreeks 200 millioen zielen, onder de heerschappij
van Engeland staat, die wel zooveel meer kan opbrengen, dat
Groot-Brittannie een gast op koninklijke wijze kan ontvangen.
Wel sterven ze daar ginds van den honger, maar wat doet 't er
toe, 't zijn immers maar zwarten. Ze zullen niets zien van de
pracht, door middel van hun geld in 't leven geroepeu, maar
ze zullen er van hooren, en dat moet hun voldoende zijn. De
feesten dus gaat de Spectator voort moeten betaald
worden, maar hier te lande zou men oppositie hebben gemaakt,
indien men er hoogere belastingen voor moest opbrengen. Maar
Indië is er goed voor. Zonderling is het verschijnsel, zegt het
bladdat een Arabier eerder stelen zal dan een gast niet te
onthalen, terwijl Groot-Brittannie in de negentiende eeuw zijne
onderdanen, die acht duizend mijlen ver wonen, doet betalen
voor feesten die Engeland een vreemdeling aanbiedt, en die
door hen, die er voor moeten betalen, niet eens kunnen wor
den bijgewoond. Hoe zal men onze regtvaardigheid en edel
moedigheid van karakter waarderen 1 dus eindigt de Spectator
het artikel, dat zij titelt: »Een lage diefstal."
Uit de acte van beschuldiging tegen Bereczowski
is gebleken, dat de aangeklaagde erkent het hem ten
laste gelegde feit gepleegd te hebben, en het betreurt
dat hij niet geslaagd is. De president van het hof, de
heer Bertholin, constateerde, dat de justitie geen spoor
van medepligtigen ontdekt heeft. De advokaat van den
beschuldigde nam acte van het feit, dat Berczowski op
de prefecteur van politie door den Russischen minister
van politie, Schuwaloff, in het Russisch ondervraagd
is geworden. Het getuigenverhoor heeft vervolgens een
aanvang genomen en is afgeloopen. De Keizerlijke
procureur, de Marnas, hield daarna de beschuldiging vol.
De beklaagde is schuldig verklaard aan poging tot moord
met verzachtende omstandigheden, en veroordeeld tot
levenslangen dwangarbeid.
Berczowski is vrijgesproken. Wel luidt zijn vonnis levens
lange tuchthuisstraf, maar in den tegenwoordigen toestand van
Europa wordt de moordenaar van heden de vrijheidsheld van
morgen en wanneer Frankrijk en Rusland als vijanden tegenover
elkander staan, zal de aanslag op het leven van den czaar van
een gansch ander standpunt beschouwd worden en aan zijne
gevangenisstraf wel een einde worden gemaakt.
Aan het dagblad le Memorial Diplomatique worden uit
Miramar bijzonderheden medegedeeld omtrent den toestand van
keizerin Charlotte, die meer eu meer ongunstig luiden. Zij is
steeds ten eenenraale onverschillig omtrent al hetgeen geschiedt;
zelfs het berigt van het noodlottige uiteinde van haren echt
genoot, keizer Maximiliaan, heeft haar niet doen ontwakeu uit
haren toestand van volslagen verdooving. Elke hoop op haar
herstel schijnt verloren te zijn. De geneesheer die haar behan
delt, had aan keizer Maximiliaan verklaard, in te staan voor
de genezing zijner echtgenoote, en was dientengevolge geheel
vrijgelaten omtrent de aan te wenden middelen. Thans, nu de
keizer is overleden, hebben de beide familien van zijne krauk-
zinnige echtgenoot het noodig geacht, zich te verstaan omtrent
hetgeen verder zal behooren te geschieden, en de Belgische
koningin is dan ook dezer dagen naar Salzburg vertrokken,
ter bijwoning van een familieraad. Zij zal zich van daarnaar
Miramar begeven.
ITraulcfort9 14 Julij. De Augsburgsche Alge-
meine Zeitung is gisteren door de policie ter dezer stede in
beslag genomen.
De klagten over toenemende misdaden tegen de veil-
ligheid van den eigendom en het vermeerderen der bede
larij in deze stad en omstreken, vermenigvuldigen zich.
De duurte van levensmiddelen, vooral van brood en
vleesch, drukt zwaar op de arme klassen van de bevol
king. De vermindering der verdiensten neemt insgelijks
zeer toe.
Naar men met zekerheid verneemt zijn over de wijze
van heffing en invordering der belasting op den tabak nog
geene onderhandelingen geopend tusschen de regeringen
van het tolverbond; niet te min zal de kwestie aan het
eerste tolparlement worden onderworpen.
Den 5dcn dezer heeft te Berliju een vreeselijk voorval
plaats gehad. Eeu dienstmeisje werd door hare meesteres ver
zocht haar zoontje, een kind van 1 jaar, uit den tuin in de
keuken te brengen. Onverwijld aan dit verzoek willende vol
doen, beging het meisje de onvoorzigtigheid een scherp mes,
dat zij juist gebruikt had, niet op de tafel te leggen, maar in
den zak, en wel met het scherp naar boven, te bergen. Met
het kind iu de keuken gekomen, liet zij het van haren arm
glijden. Hierdoor drong het mes in het ligchaam van het kind
en sneed het den buik open, zoodat de ingewanden te voorschijn
kwamen, ten gevolge waarvan het gestorven is. Het meisje, dat
dit kind zeer lief had, is radeloos over hare onvoorzigtigheid.
Uit Berlijn schrijft men dat de Fransche diplomatie zich
zorgvuldig onthoudt van elke inmenging in de Pruissisch-Deensche
verwikkelingen. Dit kan zoowel als een gunstig als ongunstig
teeken voor de verstandhouding tusschen Frankrijk en Pruissen
worden beschouwd, want men zou niet kunnen zeggen of Frank
rijk de zaak der uitvoering van het verdrag van Praag geheel
loslaat dan wel, of het wacht tot de verwikkelingen met Dene
marken een ernstiger karakter hebben aangenomen.
Voor eenige weken stortte de schacht in van een kolen-
groef in het Erz-gebergte. 102 arbeiders werden daardoor in
de onmogelijkheid gebragt om de groef te verlaten en moeten
den hongerdood gestorven zijn. Aan het herstellen vau de schacht
of het boren eener andere opening was niet te denken. Dit
ongeluk heeft thans aanleiding gegeven aan de Saksische regering
om maatregelen te doen nemen in het belang der veiligheid
van de mijnwerkers. Alle schachten worden geinspecteerd en
overal de noödige verbeteringen en voorzorgen verordend.
Biminim.se, 17 Julij. Heden zijn alhier de aftre-
Gemengde berigten.
Te Antwerpen is men nog maar niet tevreden over
het afdammen der Ooster-Scheldeen men zoekt de
hooge regering te noodzaken om die afdamming te be
letten, al ware bet door kracht van wapenen. De Ant
werpenaars zijn van oordeel dat die afdamming groot
nadeel zal toebrengen aan den Belgischen handel.
Het begint zoo al wat te zakken met de droefheid over
den dood van Maximiliaan bij zijne bloedverwanten,
vrienden en bekenden. Ze zijn tot de overtuiging gebragt
dat ieder moet komen waar zijne plaats bestemd is om
begraven te worden, en hoe zijn einde moet zijn. Juarez
is dus maar een werktuig geweest, zoowel als de graf
delvers. Naar het schijnt begint men in Nederland
bevreesd te worden voor oorlog, hoewel te Parijs be
sloten is geen ruzie meer te zoeken. Al wie maar wapens
dragen kanmoet scherpschutter wordenwant nu er
spoorwegen zijn, kan Nederland binnen acht dagen op
gevuld zijn met Fransclien of Pruissen, of wie maar zin
in Nederland heeft. In hoofdzaak moet er goed gemikt
worden op de neus en nooit mis schieten, en dan is het
eene kleinigheid om een honderd duizend man in een
paar dagen het licht uit te blazen. Hoe de voorstan
ders tot het afschaffen der kermis te Delft zich geljjk
blijven, blijkt uit hunne daden, daar zij zelfs vrolijk de
Haagsche kermis hebben bezocht. Die lui kunnen dan
ook wel zeggen: Doet naar mijne woorden, niet naar
mijne werken. „O, wonder, boven wonder!" Te Dordt
is geëngageerdeen advokaat met Klaasje Zevenster.
Algemoene kennisgeving. Nu er een pakkendrager
op K. woont, is bet niet meer noodig om dagbladen
te lezen, want zijn geheel huisgezin, dat van alle men
schen moet leven, heeft altyd zooveel nieuws te verhalen,
meer als zes couranten kunnen bevattenmaar het ge-
heele geslacht is babbelachtig en onverbeterlijk. Een
lief vrijstertje te Bruinisse wordt gewaarschuwd, als zij
naar de kermis gaat geen tweede vrijer te kiezen, als
nommer een aanwezig is, want dit zoude men niet ver
wachten van op het oog een zedig meisje. Een tim
merman te K. heeft maar geen zin om zijne arbeiders
te betalen; maar als er geen geld komt, dan zal hij
wel in huis mogen blijven. Eene jufvrouw op de
Vischmarkt te T. wordt aangeraden, haar spraakdeel