No. 2133. 23s,e Jaarg. Woensdag 17 Julij 1867. Nieuwstijdingen. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Men abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michiga] A to o ii 11 ements-Prys: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerika, franco New-York 1,60. 3,90. Verschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. AdvertentiÖn: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. Batavia, 27 Mei. Aan de Sumatrasche Courant wordt uit de Rana Liraah Poeloh het volgende geschreven Voor ongeveer 3 maanden geleden werd in de kampong Limboe kan een moord gepleegd door een Maleijer op een Malcisch meisje van omstreeks 8 jaren oud. Welke de oorzaak tot het plegen dier daad is geweest, is mij onbekendalleen verneem ik als bij gerucht, dat de moordenaar, een gegoed inwoner van hier, een doodelijken haat koesterde jegens het soekoehoofd van de kampong Limboekan. Reeds lang moet hij de gelegenheid gezocht hebben om het soekoe hoofd om het leven te brengen, maar aangezien dit minder gemak kelijk ging, heeft hij, naar men zegt, de daad op het meisje, een lid der familie van het inlandsche hoofd, gepleegd. Naar ik van eenige inlanders vernomen heb, heeft zich de zaak volgenderwijs toe gedragen. De Maleijer, zijn naam is mij ontgaan, kwam op zekeren middag ten huize van het soekoehoofd en vroeg aan een voor de deur zittend meisje, of er niemand t'huis was. Het meisje antwoordde hem sniemand als mijn moeder," waarop hij zich even verwijderde en gewapend met een bijl oogenblikkelijk weer terugkwam. Zonder iets te zeggen, liep hij regt naar het meisje toe en gaf haar met de bijl een vervaarlijken slag op het hoofd, zoodat zij met gekloofden schedel ter aarde stortte. De moordenaar nam onmiddelijk de vlugt. Niemand was van die daad getuige geweest dan een kleine jongen, die echter bij het zien vallen van het meisje was weggeloopen. Nu ging het praatje, dat het meisje met het hoofd tegen een boom was gevallen, maar aangezien de haren en ook het hoofd wel degelijk gesneden en gespleten waren, kwam het een ieder voor, dat er ge weld moest gepleegd zijn en wel met een scherp wapen. Er werd nu een flink onderzoek gedaan, waardoor men van het jougetje, dat bij den moord was tegenwoordig geweest, vernam wie de moordenaar was. Deze werd hierop in hechtenis genomen en bij het eerst ge houden onderzoek bekende hij zijn misdaad. De Rapat heeft de zaak des beklaagden met ongewonen spoed behandeld, het eene onderzoek volgde op het andere en het gevolg hiervan was, dat nu onlangs de moordenaar werd veroordeeld om aan de familie van de verslagene de Bangoen te betalen. Die familie weigerde echter om den Bangoen aan te nemen en de familie van den moordenaar kon deze niet betalen, weshalve de Rapat een andere uitspraak moest doen. De Rapat nam zitting, de uitspraak was niet twijfelachtig. Immers toch zegt de adat, dat, wanneer de bloedprijs niet betaald wordt de moordenaar met zijn leven het leven des vermoorden moet vergoeden. De uit spraak was de dood Maar welk een dood De beklaagde werd veroordeeld om gekrist te worden. Heden den 24sten April werd het doodvonnis aan den ongeluk kige in de Kampong Limboekan voltrokken; wat ik daarvan gezien heb, wil ik u en uwe talrijke lezers hieronder raededeelen. 'sMorgens ten 9 ure werd de veroordeelde naar de daartoe be stemde strafplaats in het open veld gebragt. Het hoofd van het civiel bestuur was er tegenwoordig en duizende toeschouwers uit de onderscheidene naburige kampongs hadden de ruimte bezet. De assistent-resident deed iu de landtaal een degelijke aanspraakhij stelde den omstanders de zaak in haar geheel voor, hij spoorde hen aan om goed op te passen en een voorbeeld te nemen aan den on gelukkige, die aanstonds sterven zou. Voorts sprak hij van den gouverneur-generaal, die hem te kennen had gegeven, dat het de wensch was van het gouvernement, dat de bevolking de onderlinge rust bewaarde, ten einde harde maatregelen, als de onderwerpelijke te voorkomen. Vervolgens werd den veroordeelde, zijn vonnis voorgelezen, die dit zeer op zijn gemak aanhoorde, terwijl hij, zittende op een matje, bezig was zijn laatste maal te nuttigen. Dit galgenmaal bestond uit kwee Iawa, pisang en koppie dahaun. Na dit dood bedaard verorberd te hebben, stak hij een sigaar op terwijl hij zonder nieuwsgierig te zijn naar de toebereidselen voor de voltrekking van zijn vonnis keek. Toen zijn sigaartje ver dampt was, kwamen er twee gespierde met krissen gewapende Maleijers voor hem staan, die hem zijn misdaad verweten. Hij gaf geen antwoord. Een der Maleijers plaatste zich toen achter hem en bragt hem drie stooten in den rug toe, waarop de andere beul hem afloste. Ook deze stootte eenige malen, maar dieper en bloedi ger; hij draaide de in het vleesch gedrongen kris in alle vigtingen rond en trok het wapen langzaam uit de wond. Reeds had de on gelukkige zeven bloedige wonden en nog zat hij daar even koel eu bedaard als voorheen en geen zucht ontglipte zijn donker blaauw gekleurde lippen. De achtste stoot deed hem waggelen en eiudelijk op zijde vallen, waarop men hem oppakte en onmiddelijk in een reeds vroeger gegraven kuil wierp, die dadelijk werd digtgestopt. De talrijke toeschouwers gingen bedaard naar huis, waarschijn lijk om t'huis komende wijsgeerige beschouwingen tc maken over dood en leven. De heer Stern, een der gevangenen van den koning van Abys- sinie, heeft aan zijne echtgenoote een brief geschreven, waarin hij meldt, dat de toestand van hem en van zijne lotgenooten dagelijks hagchelijker wordt. Eenige bladen herhalen thans hunne aansporing om koning Theodorus door middel der wapenen tot het iu vrijheid stellen zijner gevangenen te dwingen. De Times, die den genoemden vorst gelijkstelt met een gewonen roover, is daarentegen van gevoelen, dat men door onderhandelen, en voor namelijk door het aanbieden van geld of geschenken, eerder en veiliger het beoogde doel zal bereiken. «Indien men tot eene oor logsverklaring overgaat," zegt de Times, „loop men gevaar, dat de koning, hoewel hij overtuigd is van ten slotte het onderspit te moeten delven, uit woede zijne gevangenen doet ombrengen." Te Hernösand, eene havenplaats in Zweden, keerschte in het midden der vorige maand volslagen hongersnood. Iemand tot de bemanning behoorende van een schip, dat den 19den Junij aldaar in lading lag, verhaalt dat by zijne aankomst gansche scharen van inwoners naar de haven geloopen waren, om te vernemen of er geen tijding was van de stoombooten, die sinds eenige dagen met levensmiddelen verwacht werden. Er was in de gansche stad ook zelfs geen enkel brood voorhanden. Men had zich in de laatste dagen met weinige aard appelen, die vreeselijk duur waren, gevoed, en het vee was geslagt, eensdeels om den honger te stillen, en ten andere omdat er geen voedsel voor te vinden waswant bij het voortdurende ongunstige weder was er geheel geen gras. De ongelukkigen vielen voor de schepelingen op de knieën en smeekten om een stukje brood. Bij het vertrek van het schip was er nog geen hulp komen opdagen. Weenen, 10 Julij. In de vorige week heeft ge durende de avonddienst in een der kerken alhier het volgende plaats gehadTerwijl de dienst in vollen gang was, werd de talryke, zich in het gebouw bevindende gemeente, niet weinig ontzet door een plotselingen zwaren knal, die de kerk met rook en stof vulde. Het gebouw werd namentlijk in dit oogenblik door den bliksem getroffen. De priester riep te midden van dit half donker zijn kudde toe, bedaard te blijven, daar niemand eenig letsel had gekregen. Ongelukkig echter vergiste hij zich daar vijf-en-twintig of dertig personen min of meer ernstig gekwest werden. Een hunner, zekere Kajot, viel bewusteloos neder terwijl zijn jas nog brandde; zijn broek was verdwenen behalve de broeksband; zijn schoenen waren afgerukt en zijn voeten bloedden. Het duurde een geruimen tijd eer hij weer bij kwam, maar men hoopt toch hem in het leven te behouden. De hostiekas werd afgeslagen verpletterd en gebroken terug gevondende kandelaars werden verbrijzeld en een groot gedeelte van het altaar in kleine stukken door het ge bouw geslingerd. Wat het buitenste gedeelte der kerk betreft was de weerhaan verdwenen, een aantal leijen afgeworpen, en de toren zoo gebarsten en gescheurd dat hij herbouwd zal moeten worden. De kerk was van geen bliksemafleider voorzien. koningen, 12 Julij. In den nacht van Dings dag op Woensdag 11. is te Oosternieland het volgende, misschien nooit gehoorde geval gebeurd. Zekere voer man Arent Medendorp en zijne vrouw hadden het on geluk, terwijl zij sliepen, dat een gedeelte van het hout. waarop het bed lag, aan het hoofdeinde in stukken brak, waardoor zij beiden met het hoofd naar beneden stort ten in de opening onder de slaapplaats, die vrij diep was en tot berging van aardappelen diende. Als naar gewoonte kwam er des morgens een meisje, om melk te halen. Zij vond de deur gesloten, maar hoorde met eene zwakke stem roepen: „Ik kan niet opstaan, sla de glazen maar in." Het kind liep terug en riep om hulp. Men ging op nieuw naar de woning, hoorde weer dezelfde woorden, onder bijvoeging: „Ik kan mijne vrouw niet wakker krygen." Men sloeg het venster in, een paar buren vonden den man en de vrouw bijna op het hoofd staande in de bedstede. Na hen van alles bevrijd te hebben, bleek het, dat de vrouw door den val den nek had gebroken en een lijk was. Was de hulp niet spoe dig gekomen, dan was de man zeker gestikt. Arnhem, 12 Julij. Heden avond had alhier het volgende noodlottige voorval plaats. Een arbeider, belast met het nazien en ruimen van een langen tijd gesloten zinkput, werd bij het openen zoodanig door de daarin heerschende verstikkende atmosfeer bevangen dat hij naar beneden stortte. Een kameraadmet het oogmerk hem zoo mogelijk te redden, onderging hetzelfde lot. Beiden zijn in den put gestikt. "Wox'lieiirtani, 14 Julij. Woensdag jl. werd hier een kind overreden zonder dat het ernstige gevolgen had; het rad ging over den arm en de klomp welke het aan den voet had, die dan ook werd verbrijzeld zonder den voet te beschadigen, enkel bekwam het door het vallen, een kwetsuur aan het hoofd. Toevallig is in het vorige jaar op dezelfde plaats dat kind ook over reden en kwam er toen even zoo gelukkig af. Middelburg, 13 Julij. Gisteren avond hebben de ingezetenen van de naburige gemeente Yeere eene serenade met fakkels en giorno's gebragt aan het bestuur dier gemeente, dat ten raadhuize bijeen was, om hunne erkentelijkheid te betuigen voor de vele door hetzelve in het werk gestelde pogingen, tot verkrijging van de hooge regering, dat het kanaal door Walcheren ook langs die gemeente zal worden gebragt en waarover het wetsont werp dezer dagen door de beide kamers der Staten-Gene- raal is aangenomen. Na afloop dier serenade, hebben alle aanwezigen, met het gemeente-bestuur aan het hoofd, zich naar den Kampveerschen toren begeven, alwaar zy verder den avond in gepaste feestvreugde hebben door- gebragt. Zierikzee, 15 July. Naar wy vernemen is door den heer J. van Ouwerkerk te 's Bosch, concessie aan gevraagd voor eene schroefstoombootdienst tusschen 's Bosch, Gorinchem, Dordrecht, Zierikzee en Middel burg tot vervoer van goederen en vee, alsmede voor eene stoomsleepdienst op de Hollandsche en Zeeuw- sche stroomen. Men schrijft ons uit 's Gravenhage „Thans weet men waarvoor de jongste verhooging van kosten voor de Parijzer wereldtentoonstelling heeft moeten dienen, behalve de reeds vroeger uitgegeven ton. Daarvan zijn de reiskosten van Z. K. H. den prins van Oranje, eere-voorzitter der Nederlandsche hoofd-commis- sie gekweten. „Ons ministerie is nog altijd zoekende naar eene ze vende „bekwaamheid" voor koloniën. „Onze minister van finantiën heeft reeds dikwyls door slaande bewijzen van gemis aan kennis van de zaken van zijn departement gegeven. Hij mocht wel wat daarin studeeren dan het de Ned. Hervormde Kerk lastig ma ken. Hij is toch ook met het bestuur der afdeeling belast en sedert eenigen tijd rijzen er onophoudelijk klachten over de verregaande inmenging van de regee ring in de zaken der kerk en de afdeeling ligt onop houdelijk met de synode en de kerkbesturen overhoop, in strijd met het grondwettige beginsel van scheiding van kerk en staat." Op den 21 Augustus a. s. zal aan den sterrenhemel een verschijnsel te zien zijn, dat, voor zoover bekend is, slechts twee malen is aanschouwd. De planeet Jupiter namelijk zal op den avond van dien dag zonder eene harer manen aan den hemel staan, en zulks gedurende twee volle uren. Van de vier manen, die deze planeet vergezellen, staan er op dien avond drie voor de schijf der planeet en zijn dus voor ons onzigtbaar, terwijl eene er achter staat, in de schaduw, zoodat deze zich evenzeer voor ons oog verbergt. Ware vreugde! Een boer was vier jaren getrouwd zonder vader te zijn geworden. De vorige maand echter werd zijn echt met een zoon gezegend. In dolle blijdschap liep hij gansch 't dorp rond, om zijn geluk uit te bazuinen toen hij bij een zijner kennissen kwam om het ook dezen te vertellen, werd hem gevraagd: „Maar Hendrik, hoe zult ge hem noemen?" »Ik zal den jongen mijn naam geven en ik blijf, als het erop aan komt, desnoods zonder naam, tot dat mijn jongen dood is." In de nabijheid van de Hollandsche grenzen, zoo luidt een berigt uit Berlijn, heeft het volgende ongeval plaats gehad. Een soldaat, die in de nabijheid van Her- zogenrath gestationeerd wasvondin zijn kwartier- komende een meisje aan de waschtobbe staan. Hy rigtte schertsend zijn geweer op haar en vroeg of hij haar eens wilde doodschieten. Op hetzelfde oogenblik ging de haan over, en het meisje zonk dood op den grond neder. Zij was midden in de borst getroffen. Het volgende is een uittreksel uit een particulieren brief van een aanzienlyk bankiershuis te Brody, naar aanleiding van denbrand die aldaar heeft gewoed: „Het ongeluk, hetwelk onze arme stad heeft getroffen is niet te overzienhet grootste gedeelte der wijk door de min-gegoeden bewoond, is in een puinhoop verkeerd. Naar de berekening van de betrokken afdeeling van ons onderstands comité zijn ongeveer 700 eigenaars van per- ceelen en ca. 2100 bewoners door het woeste element tot den bedelstaf gebragt. De werkelijke schade ongere kend die door het gemis aan arbeid is te weeg gebragt bedraagt een millioen gulden. Ongeveer 100 kleermakers 80 schoenmakers en vele andere handwerkslieden en neringdoenden zijn buiten werk. Verscheidene huisge zinnen zijn gedurende geruimen tijd van hunne ver zorgers verstokenwegens de brandwonden en andere verwondingen, welke zij bij het onheil hebben bekomen. Eenige vaders van huisgezinnen, vroeger tot de welvaren den behoorende, zijn in de vlammen omgekomen. Vele zieken kunnen niet in de gasthuizen worden opgenomen omdat eenige dezer inrigtingen door het vuur zijn ver nield. Al onze hoop is thans gevestigd op de welwillende medewerking van edele menschenvriendenzoowel nabij als ver af." De Daily Telegraph gaf onlangs een artikel over het plan tot droogmaking van de Zuiderzee, dat zoowel in Duitschland als in Engeland zeer de aandacht trekt. Het blad herinnerde hoe de Nederlanders door groote volharding zich meester hebben gemaakt van de zee, hoe zij Spanje en Rome hebben onderworpen, hoe zij de droogmaking van het Haarlemmermeer hebben tot stand gebragt, en nu gereed staan een ander reuzenwerk te aanvaarden. Het besloot met deze merkwaardige woorden: „Men zegt dat de tijd der kleinere staten voorbij is. Wy voor ons bebben een afkeer van zulke algemeene halve waarheden; maar wij gelooven, dat indien de kaart van Europa veranderd moet worden, het vrij zeker is dat de lotgevallen van Holland slechts met de vrye toestemming der Hollanders veranderd zullen worden. En men mag als een geloofsartikel aannemen, waarbij men niet zeer ligtgeloovig behoeft te zijn, dat de Hollanders, zooals zy nu gestemd zyn, aan hunne nationale onafhankelijkheid en het droogmaken der Zui derzee de voorkeur zullen geven boven eene speculatieve alliantie, zelfs met zulke betooverende leidslieden als die van graaf von Bismarck." Heden morgen zijn aan de schietbaan der Vuchter- heide in tegenwoordigheid van den luit.-generaal, bevel hebber door de manschappen van het 5de reg. inf. proeven genomen met de achterlaad-geweren. Ver scheiden patroonen echter gaven geen vuur. Zierikzee, 16 Julij. De keizer aller Russen is een genadig vorst. Wij hebben elk trimester eene am nestie of eene vrijzinnige daad van hem te vermelden. Op het papier heeft hij al zijne onderdanen, ook zijne wederspannige Polen, innig lief. Nog onlangs heeft men het gezien hoe hy aan alle processen die nog niet af- geloopen waren een einde heeft gemaakt en alle ver beurdverklaringen, die nog niet tot stand waren geko men, vernietigd heeft. Onpartijdige dagbladen hebben met cijfers en dagteekeningen echter aangetoond, dat geen enkele Pool meer in de termen viel om van die amnestie de vruchten te plukken. Wel echter schreef een berigtgever uit Warschau, dat op hetzelfde oogenblik, dat de keizer zijn intogt deed, door de tegenovergestelde poort een twintig wagens met gevangenen de reis naar Siberie aannamen. Thans weder wordt van daar geschreven, dat in den nacht van 7 op 8 July ten half twee ure een detachement soldaten, aangevoerd door een kolonel en begeleid door een ambte naar van politie, bezit heeft genomen van het nabijge legen klooster der Reformatiën. De kolonel verklaarde het voor ontbonden, nam de monniken in hechtenis op drie na, welke de dienst in de met het klooster ver bonden kerk moeten verrigten, en zond de overigen onder sterk geleide naar Kalisch. Over vijftien of twintig jaox hebben wy nu weder eene amnestie te wachten, waarbij de monniken van verdere vervolging ontslagen worden voor zoo ver zij nog in leven zyn en het klooster hun wordt teruggegeven. Voor zooveel er geen ander gebruik is gemaakt van de daartoe behoorende goederen, zullen ook deze weder ter beschikking van de oorspronkelijke eigenaars worden gesteld. Van hunne gevangenneming enz. wordt door geen Russisch blad melding gemaakt, maar de amnestie zal dan ongetwijfeld door alle gedienstige binnen- en bui- tenlandsche organen weder met uitbundigen lof worden verkondigd. Gemengde toerïgften. Dat de wet op de schutterij door de Eerste Kamer verworpen is, geeft veel genoegen in den lande, maar ook veel pijn voor degenen die gaarne soldaatje spelen. Die mensclienplagers zullen al het mogelijke aanwenden om den koning in overweging te geven om de Eerste Kamer te ontbindendaar anders het tegenwoordig ministerie met al zyne bekwaamheden niet langer kan blijven regeren. Op soldaten moet er gerekend kunnen wordenal moeten zij luisteren naar trommels van soepemmers; maar of het wel verstandig is om aan zooveel duizende ontevredene zonen van Nederland een geweer toe te vertrouwen, is wel te betwijfelen. Althans men heeft het gezien in 1787 hoeveel moeite het ge kost heeft om de patriotten te ontwapenen, eer de prins mannen onbevreesd aan het plunderen konden gaan, zonder gevaar om door den regter vervolgd te worden, daar dit eene aanschrijving was van prins Willem de Vijfde. Ook in Noord-Brabant en Limburg is er een dubbel doel mede bereikt; vooreerst zoude er in tjjd van oorlog niet veel op de schutters te vertrouwen zijn als Napoleon Nederland kwam in beslag nemen, en in vredestijd zouden ze mogelijk de garnisairen over de grenzen jagen. Dus, is het wel hoog noodzakelijk om voorzigtiger te zijn met het uitdeelen van geweren, dan met soepkaartjes. Te Middelburg worden aan den Vlissingschen weg duizenden doodshoofden gevonden, zoowel van Engelsche lords als Franscbe grenadiers, die daar in 1809 zün in den grond gestopt. De tanden worden er uitgehaald die beter zyn dan de beste kunst tanden van ivoor. Een bakker te Br. meende zoo maar haastig in de huwelijks-boot te stappen, maar het is muslukt; hy heeft nu wel een kooitje, maar kan geen vogeltje krijgen. Dus: Reken niet te veel op goed, Dat gij eerst nog zoeken moet, Want uw kooitje is te schraal, Voor een goede nachtegaal. Het huwelijk van een rentenier te N. zal aan de verwachting niet beantwoorden, want hij is maar zet- schipper. Onder Goes wordt een pronker aangeraden geen onwaarheden van eene boeren-dochter uit te ba zuinen, waar hij al een paar blaauwtjes geloopen heeft want een oud jong mensch met een kaal hoofd, valt niet in de smaak. Een kanteniers-zoon te N. moest zoo rap met zyne tong niet zijn, maar wat rapper met zyne handen, want hy moest begrijpen dat dit twee gekke gebreken zyn die maar niet genezen kunnen wor den. Te Nieuwerkerk wordt een bakkers-knecht aan geraden zich alleen maar te bemoeijen met den trog en niet met een ander, dan zal de waarheid niet ver-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1