No. 2432. 23sle Jaarg'. Zaturdag 15 Julij 1867. VERKIEZING De verwerping der Scliutterij-wet. Nieuwstijdingen. Slmertfett. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Men abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Ab o ïi ii cm rnttt-Prija: V 00 E BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. Verschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. Adyertentiën: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. vau Leden voor clou Gemreiitc- Baail te Zierikzee, OP AANSTAANDEN DINGSDAG 16 JVLIJ, ten gevolge der periodieke aftreding der Leden Jhr. .1. L. DE JONGE, Mr. C. J. FOKKER J. VAN DER VLIETen Mr. W. C. DE CRANE die allen weder herkiesbaar zijn. Zij welke deze herinnering overbodig moglen ach ten zouden wclligt te Iaat zich kunnen bedrogen ziendaar alleen eene hoogst belangstellende en getrouwe opkomst ter stembus, in slaat zijn kan, deze verkiezing in het belang der Gemeente, naar wensch te doen uitvallen. De Redactie. De Eerste Kamer der Staten-generaal heeft den 9den met 19 tegen 15 stemmen het haar aangeboden ontwerp van wet op de schutterijen verworpen, nadat dit met eene meerderheid van slechts 3 stem men in de Tweede Kamer was doorgegaan. Bestaat er reden om dat besluit goed te keuren? Wij hebben weinig sympathie voor de Eerste Kamer en evenmin voor het tegenwoordige kabinet. De Eerste Kamer heeft sedert 1848 te veel, wat goed was, afgekeurd: afschaffing van geeseling en brandmerk, een vrijzinnig tarief, afkoopbaarstelling van tienden, uniform-port en den aanleg van spoor wegen bij wijze van concessiën. De samenstelling van dat lichaam èn wat de wijze van verkiezen én wat de verkozenen zeiven betreft, is zoo on gelukkig, men heeft van die heeren zulke zonder linge argumentendat men tot de conclusie moet komen, dat fortuin en talent twee in ons land zelden homogene elementen uitmaken en men wel ten tweeden male vraagt: heeft de Kamer, die elk jaar ééne wet schijnt te moeten verwerpen, wel goed Wij staan dus op een zeer onpartijdig standpunt. Daarom keuren wij het jongste besluit goed. Het ministerie van »groote bekwaamheden", zoo als de conservatieve bladen hel dooptenblijkt meer en meer onbekwaam of onpractisch, laat ons het ware woord zeggen, anti-nationaal te zijn. De Minister van koloniën was niet op de hoogt? van zijn tijd en zijne taak. De Minister van finan- tiën wordt door niemand dan door zijn trawant in het Dagblad als bekwaam beschouwd. Nu hebben de ministers van binnenlandsche zaken en oorlog eene schutterij-wet verdedigd die ons niet aanne melijk voorkwam al is de tegenwoordige schutterij- wet slecht. Onze natie is niet militair. Van de jongste ge beurtenissen in Europa is gebruik gemaakt om voor ons leger veel geld en een tal millioenen voor de zeemacht te krijgen. Men heeft tevens eene schut terij-wet willen doordrijvendie uiterst onbillijke bepalingen bevattenadat het militair gedeelte uit vroegere ontwerpen overgenomenop onhan dige wijze was verscherpt. Die toeleg is mislukt en terecht. Men heeft niet alleen in de steden, waar veel bevolking vereenigd en militaire oefening mogelijk ismaar ook ten platten landewaar geene be hoorlijke africhting tot de krijgsdienst kan plaats hebben tenzij men de bewoners ongehoord drukt, schutterijen willen oprichten. Had nten nu daarbij zooals in Pruissenalgemeene volkswapening op het oogwij zouden er vrede mede hebbenwant allen steden en platte land moeten gelijk zijn voor de wet. Intiisschen heeft men toch bij de wet zelve de onmogelijkheid om allerwege schutterijen op Ie richten erkend en weder eene rustende schutterij in het wezen der zaak tot stand gebracht. Van de nieuwe plattelandsche schutterijdit was de een parige opinie der deskundigen, is niets te maken en deze wet zou alleen schatten geld aan de ge meenten kosten. De ministers stonden alleen met hun systeem tegenover alle deskundigen. Daarbij komtdat men in de ure des gevaars toch een groot gedeelte van die schutterijen te huis liet en dus al dat soldaatje spelen als onvoldoende erkent. Bij algemeenen dienstplicht is in Pruissen de militie-dienst bij het leger lang zoo drukkend niet, als sommigen gelooven. Maar onze regering had zoo weinig vertrouwen in hare inrichting der schutte rijen ook bij al den druk op de bevolking, die teweeg gebracht werddat zij het staande leger met 5000 man per jaar wilde vergrooten en terwijl de schutterijen uit bijna 3 percent van de bevol king, dus minstens 100,000 man zou beslaan, slechts op de helft rekende. Die helft zou voor 4/s op de onbillijkste wijze zijn samengesteld. Hijdie bij de militie inloot zou gedurende 10 jaren, na afloop van de militie- dienst bovendien het eerst als schutter worden opgeroepenzoodra een oorlog of ander gevaar ontstaat. Zoo krijgen wij geoefenden, heette het. Javolkomen waarhoezeer wij niet veel hechten aan een miliciendie 5 of 6 jaren tehuis is ge weest en per jaar nog slechts 20 uren schietoefe ningen doetzoo hij al dien tijd niet een enkel maal bij een corps vereenigd is. Maar daardoor werd tevens de grondwettige verplichting om de wapens te dragen tot verdediging des lands op de schouders van een gedeelte der bevolking geworpen. Het was eene vermomde verlenging van de militie- dienst in strijd met de grondwet. En wie zou soldaat zijn, van 21 tot 3b jaren? De burger en boer, want het remplaceren werd zelfs hij de mobielverklaarde schutterijen toegelaten. Zoo gaat het zelfs niet in het aristocratische Pruissen daar is ook de meervermogende soldaathier zou hij alleen soldaat zijn, die zich niet kan afkoopen. Voeg daarbij nu groote geldelijke lasten voor de gemeenten om overalzelfs waar dit doelloos is schutterijen op te richten en men moet erkennen, dat dit voorstel onbillijk was en weder een bewijs van den onpraclischen zin van ons tegenwoordig kabinet. Wat wij bij de discussie, in de Eerste Kamer gevoerd, afkeuren, is het vergelijken van de lasten en lasten in steden en ten platten lande. In ons oog komen zulke tegenstellingen niet te pas, waar men de verdediging des lands bespreekt, want zoo de vijand komt, is de boer er meestal erger aan toe dan de stedeling. De zaak moest alleen om hare verdiensten en gebreken beoordeeld worden. Nu heeft het votum van de Eerste Kamer den schijn alsof het een boeren-oorlog tegen grondwettige plichten was. Hebben de Limburgsche leden de wet enkel en alleen om hare gebreken bestreden, dan deelen wij hunne zienswijze. Maar er bestaat geene reden om de steden in Limburg langer van schutterlijkc dienst te ontheffen. In 1830 ontwapend, zijn daar sedert geene schutterijen geweest. Óp welke gronden rust dat privilegie? Wij weten het niet en verlangen met nadruk, dat de wet in Limburg toegepast worde. Zoolang Limburg een bondscontingent moest leveren, kon het gaan om geene andere militaire lasten op de provincie te leggen. Nu echter geen dag langer privilegie. Zal ons ministeriedat zegt nu alle krachten verder te zullen inspannenoin 's lands defensie te verbeteren, daartoe den moed hebben? Dat de ministers, na de nederlaag in de Eerste Kamer, zullen aftreden, komt ons, met het oog op dat gezegde, twijfelachtig voor. Een ministerie, dat niet heengaan ivil, blijft lang. De Esperanza deelt omtrent de veroordeeling en executie van keizer Maximiliaan te Queretaro de volgende bijzonderheden mede: De eerste koerier, die de tijding van de gevangenneming van Maximiliaan overbragt, kwam eerst den 19den te San Luis aan. De bevelen vau den president werden hier den 22sten ontvangen, waarop aan den keizer werd medegedeeld, dat hij voor den krijgs raad moest verschijnen. Hij protesteerde schriftelijk en verlangde gevonnisd te worden door de kamer van notabelen, die hem op den troon verheven had. Het proces werd geschorst en de brief van den keizer met de in beslag genomen documenten naar den president opgezonden. Eerst den 30sten werd daarop antwoord ontvangen. Het hield eene weigering in, op grond dat de kamer van notabelen niet door het hoofd der republiek was bijeengeroepen. De president bood voorts den keizer het leven aan wanneer hij zweren wilde, dat hij nimmermeer het Mexicaansche grondgebied betreden en met deze verklaring zijn troonsafstand onderteekenen wilde. Maximi liaan nam terstond en mondeling deze dubbele voorwaarde aan, doch verlangde dat tevens de officieren en soldaten, die bij hem waren, in vrijheid zouden worden gesteld. Hij droeg toen nog geen kennis van het lot dat Castillo en Avellano had getroffen. Ook deze vordering werd toegestaanzij gaf evenwel aanleiding tot nieuwe onderhandelingen, die tot geen resultaat leidden. De krijgsraad hield den llden weder eene geheime vergadering onder voorzitter schap van den generaal Corona, bijgestaan door de generaals Escobedo, Martinez, Ruiz, Negrete en twee kolonels. De drie beschuldigden werden voor het tribunaal gebragt. Maximiliaan weigerde een verdediger te kiezen; Mejia en Miramon namen er een voor hen beiden. Bijzouderheden omtrent die zitting, die een uur duurde, zijn niet bekend geworden. Het vonnis, dat denzelfden dag werd opgezonden, werd eerst den 18den 's morgens terug ontvangenmen verzekerde dat de president tot zachtheid gestemd wa9, dat echter de meening van Mexico's gezant te Washington, Romero, de bovenhand kreeg en hjj het besluit tot de voltrekking van het doodvonnis wist door te drijven, ofschoon men op de geringe meerderheid wees, die het vonnis had bekrachtigd. Zoodra de generaal Corona het vereischte document had ontvangen, gaf hij den drie gevangenen er kennis van. Deze legden geene verwon dering aan den dag, daar men hnn niet langer het lot der overigen had kunnen verbergen. Alleen verlangde Maximiliaan, dat men hen tot het laatste oogenblik bijeen zou laten, waaraan dan ook werd voldaan. Men voerde hen naar het voormalig klooster, dat voor de Franschen als hospitaal gediend had, daar de benedenver dieping gemakkelijk ingerigt en ruim was. Achter in den kerker werd het altaar, dat tot lijkkapel dienen moe9t, opgerigt. De schildwachten kregen bevel ieder, die zonder verlof van kapitein Gonzales in- of uitgaan raogt, neer te schieten. Overigens werd niemand toegelaten behalve de abt Fischer, de kapellaan en biecht vader van Maximiliaan. Een weinig later kwam de bisschop van Queretaro om zijne geestelijke hulp aan te bieden, welke de gevan genen na een kort overleg aannamen. De nacht werd met fluiste rende gesprekken doorgebragtzij biechtten. Miramon leed hevig aan zijne wond aan het oog, die hij met frisch water verkoelde. Mejia viel in een vasten slaap. Maximiliaan verlangde papier en inkt; er verliep eenige tijd voor men het midden in den nacht vond. Hij schreef twee brieven, den een in het Duitsch aan de aartshertogin Sophie, zijne moeder, en den anderen aan zijne vrouw. Hij overhandigde ze beiden aan den bisschop met verzoek ze aan hun adres te doen bezorgen. Hij voegde er een haarlok bij, die de vrouw van een der cipiers hem afsneed, en stak dien, na hem gekust te hebben, in het reeds gesloten couvert. Ten 4 ure wenschte Maximiliaan de mis te hooren, die de bisschop las: men wekte Mejia, en alle drie namen het heilige avondmaal. Het schijnt dat de keizer na de mis op de harde 9teenen knielende, geruimen tijd biddende doorbragt een bidstoel was er niet. Hij bedekte zijn oogen en voorhoofd met de handen. Men weet niet of hij bad of weende. Miramon was bleek en neerslagtig. Mejia was opgeruimd: men moet niet vergeten dat hij een Indiaan is, en er dus roem in stelt met zijn heer, zoo als hij zegt, te sterven. Toen het 7 uur sloeg, hoorde men de muziektoonen der processie en trad de kapitein Gonzales de kapel binnen. Miramon liet zich blinddoeken zonder den geringste tegenstand. Mejia weigerde dit te laten doen, en toen nu de kapitein beproeven wilde hem tot audere gedachten te brengen, fluisterde de bisschop den generaal eenige woorden in, waarop hij toegaf. De keizer echter verklaarde dat hij dit niet dulden zou. Gonzales draalde een oogenblik, groette toen den keizer en stelde zich aan het hoofd van het escorte. De stoet zette zich in beweging. Vooraf ging een eskadron lanciers, daarop volgde de muziek, een treurmarsch spelende. Een bataljon infan terie, was, het geweer op schouder, in twee kolonnes, elk van vier man in het front, langs den weg geschaard. Toen de stoet de groote hospitaalpoort bereikte, zeide Mejia zeer luid: »Sire, geef ons voor de laatste maal een voorbeeld van uw edelen moed. Wij volgen de schreden van uwe majesteit." Op dat oogenblik trokkeo de Franciscaners voorbij; de twee eersten droegen het kruis en het wijwater; de andere hielden kaar sen. Elk van de drie doodkisten werd door een viertal Indianen gedragen; daarachter volgden de drie zwarte kruisen voor de executie en de banken. Kapitein Gonzales gaf thans aan Maximiliaan een teeken dat hij zou vooruitkomen. De Keizer trad moedig vooruit, tot de twee generaals zeggende: Vamos nos <t la UberUad. (Treden wij de vrijheid te gemoet.) De processie bewoog zich langzaam over den weg naar het kerk hof en weldra zag men hem eenzaam de vlakte overtrekken, wat een treffend schouwspel aanbood. Vooraan ging de Keizer, met den abt Fischer aan zijne regter- hand, terwijl aan zijn linker de bisschop ging. Daarop volgde, door twee Franciscaner monniken gesteund, die hem elk een arm gaven, Miramon Mejia ging tusschen twee priesters van Santa-Cruz. Toen men den top van den heuvel bereikt had, zag Maximiliaan strak naar de ondergaande zon. Daarop haalde hij zijn gouden ho- rologie uit en drukte op een veer, waardoor het miniatuur portret van de keizerin te voorschijn werd gebragt. Hij drukte dit aan de lippen en zeide, den abt Fischer den ketting overreikende, geef dit aan mijne innig geliefde gade en wanneer zij u eenmaal kan be grijpen, zeg haar dat mijne oogen zich sloten, vervuld met hare beeldtenis, die ik mede naar boven neem. Men had eene plek niet ver van den dikken buitenmuur van het klooster bereikt. Somber luidden de doodsklokken. Niemand was op het terrein bniten hen die den stoet hadden uitgemaakt. Men had den weg afgezet opdat het volk zich niet op de omliggende hoogten zou plaatsen. De drie banken met de houten kruisen wer den tegen den muur geplaatst; de drie peletons die voorde executie waren gekommandeerd en allen uit 5 man en 2 onder-officieren van de reserve bestonden, naderden de veroordeelden tot op drie schreden. Toen de keizer de geweren hoorde bewegen meende hij dat men reeds wilde vuren en ging plotseling naar zijne beide raedgezellen die hij hartstogtelijk omhelsde. Miramon zonk, overweldigd door zijn gevoel, op de bank neder waar hij ineengedoken zitten bleef. De Franciscaners legden zijne armen kruiselings over zijne borst. Mejia beantwoordde de om arming van Maximiliaan zuchtend met eenige woorden die niemand verstaan kon. Toen kruiste hij de armen over de borst en bleef overeind staan. De bisschop zeide, Maximiliaan naderende: «Sire, geef aan gansch Mexico, in mijn persoon vertegenwoordigd, den kus der ver zoening, dat uwe Majesteit in het laatste oogenblik alles vergeve." De keizer, zigtbaar innerlijk diep geroerd liet zich omhelzen en zweeg. Toen sprak hij met luide stem: «Zeg aan Lopez, dat ik hem zijn verraad vergeefzeg aan gansch Mexico, dat ik het zijne misdaad vergeef." Toen drukte de keizer den ambt Fischer de hand, en deze die geen woord kon uitbrengen, zonk aan de voeten de9 keizers neer en kuste zijne handen. Vele omstanders weenden. Maximiliaan maakte zachtkens zijne handen los, terwijl hij eene schrede voorwaarts deed en zeide met een zwaarmoedig lachje tot den officier die bij de teregtstelling het bevel voerde: A la disposition de usled (ik ben ter uwer beschikking). Op het oogenblik dat op een teeken met den degen, de gewerea op zijne borst werden aangelegd, prevelde hij eenige woorden in het duitsch. De geweerschoten knalden, een rookwolk omhulde het drietal en zijne omgevingtoen deze was opgetrokken zag men dat Miramon, als door den bliksem getroffen, op eens moest zijn neer gestort. Mejia stond nog en sloeg met de armen in de lucht; een schot a boot portant in zijn oor maakte een eind aan zijn leven. De keizer wa9 op het kruis gezonken, waartegen hij geleund had gestaan, men hief hem terstond op en legde hem met dc beide gene raals in de kist. De begrafenis had onmiddelijk plaats op het kerk hof en de bisschop schonk de absolutie. Generaal Corona ontbood den bisschop en verlangde de overgave van de brieven. Die aan de aartshertogin Sophie werd niet geopend, hij was aan de moeder van den veroordeelde en kon niets gevaar lijks inhouden. Die aan keizerin Charlotte werd om hooge politieke redenen opengebroken en aan den Secretaris werd verlof gegeven om er afschrift van te nemen. Hij luidde: «Dierbare Charlotta. Als God wil, dat gij eenmaal nog herstelt, en deze regelen leest, zult gij al de wreedheid van het lot vernemen, dat mij sedert uw vertrek naar Europa voortdurend vervolgt. Gij hebt mijn geluk en mijne ziel met u naar Europa genomen. Waarom heb ik aan uw raad geen gehoor gegeven? Zoovele gebeurtenissen, zoovele op elkander volgende slagen hebben al mijne hoop gebroken de dood is voor mij eene gelukkige bevrijding geweest en geen worsteling. Ik zal met roem vallen al9 een soldaat, als een koning, die over wonnen, maar niet onteerd i9. Indien uw lijden te zwaar wordt, indien God u 9poedig oproept en u met mij vereenigt, zal ik de goddelijke hand zegenen, die zoo zwaar op ons heeft gedrukt. Vaarwel Vaarwel Uw arme Max." ileketlattb. Zieirilczee, 11 July. Naar wij vernemen heeft de Directie der Zierikzeesche Stoomboot-onderneming het voornemen om op Zondag 21 dezer eene pleizierreis van deze stad naar Antwerpen te doen, door het nieuwe kanaal van Zuid-Beveland, waardoor ieder in de gelegen heid zoude zijn deze groote werken te kunnen bezigtigen. Het vertrek van hier naar Antwerpen is bepaald op 's morgens 4 uur, zoodat men ongeveer ten 9 ure aldaar zal aankomen, terwijl men eerst des namiddags ten 4 ure van Antwerpen afvaart, waardoor alsdan eene ruime gelegenheid zal bestaan om de dierentuin en meer andere merkwaardigheden van Antwerpen te bezigtigen. De reis van Zierikzee naar Rotterdam op Zondag 21 dezer vervalt daardoor geheel. (Zie Advertentie). Gemengde l>ei*ïg-texi. Er wordt een misbaar gemaakt over het doodschieten van Maximiliaan of er nergens meer keizers of koningen zullen vetgemest wordenmaar toen er een deserteur van Maximiliaan s leger in Frankrijk terug kwam en als zoodanig werd erkend, werd de man dadeljjk dood geschoten, en niemand gaf zijne verontwaardiging daar over te kennendus, welk onderscheid bestaat er tusschen een Fransch burger en een Oostenrijksche fortuinzoeker? Niets! Men kon ze nergens aan onderscheiden dan aan hunne kleêren. Naar men zegt zal er een nieuw keizerrijk opgezocht worden voor een candidaat-keizer die geen troon kan vinden, en dit keizerrijk zal moeten worden „Groenland T Daar zijn de menschen nog m hunne eerste kindschheid, en hebben dus veel beschaving noodig eer zij zoo geschaafd zijn als de joden te Am sterdam. Maar er is niets te halen dat de vorsten kan bekoren zoomin als de zendelingen, daarom heeft er nooit iemand aan die menschen gedacht dan nu dezer dagen. Op de noordkust van Schotland wordt er reeds eene stoomboot in gereedheid gebragt om zendelingen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1