I ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE I No. 2429. 23ste Jaarg. Woensdag 5 Julij 1867. Nieuwstijdingen. Men abonneert zicli: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnements-Prys: VOOR BEIDE UITGA VER. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per po9t, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York 3,90. "V ersohynt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiën: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. Welke kapitalisten men in Amerika vindten welke belastingen zij op hun inkomsten betalen, blijkt uit de onlangs uitgegeven lijsten van persoonlijke inkomsten. De rijkste man der Unie is Alexander J. Stewart; koopman te New-York, die zijn inkomsten van 1865 op 4,071,265 dollars (een dollar is ƒ2,50 ned.) aangeeft; hij betaalt aan belasting op de inkomsten 407,000 dollars. Mozes Taylor geeft zijn inkomsten op 339,412 dollars aan, en W. P. Dodge uit New-York op 212,000 dollars; Paran Stevens, de bekende hotelhouder, op 176,383 dollars; het senaatslid E. D. Morgan uit New-York op 154,400 dollars; Gordon Bennett, de bezitter van den New-York Herald op 158,848 dollars; R. Bonner, be zitter van den New-York Ledger op 155,305 dollars; de tooneelspeler Edwin Booth (broeder van Wilkes Booth) op 21,500 dollars enz. Deze kapitalisten zijn nu maar eenige weinigen van het groot aantal op de lijst der belastingschuldigen te New-York voorkomende. In andere groote steden zooals bijv: Boston, Philadelphia, enz. vindt men ook tal van geldmannen, met reusachtige inkomsten, die ook naar verhouding daarvan op het altaar des vaderlands hun offers moeten brengen. Het zal nu wel minder vreemd schijnen, dat het kabinet Washington, dat alles belast wat maar belastbaar is, ook zelfs buiten het persoonlijk inkomen harer burgers, in staat is van de kolossale oorlogschuld der Vereenigde Staten reeds zooveel te hebben gedelgd. Volgens het verslag, dat door den ingenieur Simonin, een der togtgenooten van den heer Nadar op den Zondag jl. met den Géant ondernomen luchtreis, van die reis in den Moniteur du Soir wordt gegeven, heeft zjj in 't geheel slechts één uur geduurd, en is men ditmaal niet hooger dan 1030 ellen in het luchtruim opgestegen. Ter hoogte van 650 ellen van de aarde geraakte men reeds in het wolkgevaarte, 'twelk eene dikte of hoogte van 350 ellen had. Nadat de ballon niet langer dan vijf minuten besteed had om de wolken massa te doorklieven ('t geen zoo ongemerkt plaats had, dat de reizigers niet anders meenden dan dat de Géant niet van plaats veranderde), aanschouwden zij eensklaps de tot dusver geheel aan hun gezigt onttrokken zon. Op deze hoogte drongen nog verscheidene geluiden van de aarde tot de reizigers door, o. a. het gelui eener klok, het gefluit eener locomotief en het blaffen van honden. De nederdaling heeft zeer geleidelijk plaats gehad, en wel te Chilly, op vier uren afstand van Parijs. Ten half acht ure kwamen de reizigers, die per spoortrein naar de hoofdstad waren teruggekeerd, weder op het plein der Invaliden aan, 'twelk zij ten half vijf ure verlaten hadden. De verslaggever, die voor het eerst eene lucht reis heeft medegemaakt, zegt, zeer naar een tweeden togt te verlangen. Een der bladen maakt melding van de kunstver- tooningen van een Chinees in het Chinesche theater, te Parijswaardoor elks verwondering wordt opgewekt. Men weet niet meer wat men er van denken moet of deze man geen maag of een struisvogelmaag heeft; of hij, even als elk ander schepsel, uit vleesch en bloed bestaat, dan wel uit eene andere zelfstandigheid. Hij slikt o. a. een half dozijn raauwe eijeren met schaal en al naar binnen, en spuwt ze weder met het grootste gemak uit; vervolgens slikt hij een glaskogel, rolt een sigarete, rookt en laat den kogel weder uit zijne maag te voorschijn treden, zonder een oog te verdraaijen. Een sabel, ruim een el lang, slikt hij tot aan de helft binnen maakt aan het gevest een kogel van 30 ponden vast, en drukt dan de sabel tot het gevest in zijn ligchaam. Daarna neemt hij een geladen geweer, maakt dit in de plaats van den kogel aan het gevest vast, schiet het af, trekt de sabel uit zijn keel en groet vervolgens lagehende het publiek. Dit kunststuk schijnt voor hem niet het minste bezwaar te hebbenen hij voert het gemakke lijker uit als menig ander die pillen moet slikken. Zwolle, 29 Junij. Heden tegen den avond is het ljjk van eene der dienstboden van den heer S.op een zeer afgelegen weg gevondenmen had de overledene dezen namiddag nog in de kerk gezien en niemand weet gegronde redenen te geven, hoe zij ter plaatse waar haar lijk gevonden werd, gekomen is. Op last en onder geleide der justitie is het lijk herwaarts gebragt. De aanvoer van Iersche Boter te Londen begint voor onzen handel in dat art. een dreigend aanzien te krijgen daar de Engelsche orders tot aankoop alhierin den laatsten tijd, van week tot week geringer geworden zijn tengevolge waarvan dat artikel, hetwelk in 1865 en 1866 meermalen met ƒ30 de 20 Ned. f? betaald werdter weekmarkt van gisteren tot ƒ15 verkocht is. Eenige landlieden welke voor dien prijs niet wilden afstaan namen de Boter weder mede naar huis. Wij vreezen intusschen dat zij later welligtnog tot lager prijs zullen moeten afstaan. Als een voorbeeld, hoe zeer de prijzen der levensmiddelen in de laatste jaren gerezen zijn, haalt de Asser courant eene opgave aan, voorkomende in de kronijk van Delfzijl en betrekking heb bende op het jaar 1822. De prijzen der levensmiddelen worden voor dat jaar opgegeven als volgt: Een roggebrood van 8 oude pon den 17% cent; vijf ons boekweitmeel 7% c- v'jf 0D9 tarwemeel 10 c.; vijf ons gerstemeel 4 c.; een zak beste aardappelen 40 c.; een stuk boter van 1% pond 10 c.20 eijeren 10 centen. Kampen, 26 Junij. Gepasseerden Zondag lieeft de heer S. van Velzen, docent aan de Theol. School alhier, andermaal een predikbeurt in de kerk der Herv. gemeente te IJsselmuiden, voor den zich thans buiten 's lands bevindenden leeraar dier gemeente, Ds. W. J. Geselschap waargenomen, en na het eindigen der gods dienstoefening aan de gemeente van den kansel afge kondigd, dat op haar leeraar nu een beroep naar de Herv. gemeente te Yaassen was uitgebragt. Kootstertille, 24 Junij. Vrijdag jl. had alhier eene verschrikkelijke gebeurtenis plaats. P. H. v. d. L. vroeger korenmolenaar, leerlooijer, enz., kenmerkte zich steeds door zijne huisgenooten te plagen, te mishandelen, hen, met stok en messen gewapend, uit de woning te ver drijven, hunne goederen te vernielen en te dreigen met moord. Zoo scheurde hij dien morgen eenige vrouwen kleederen, verwondde een zijner zonen aan den arm met een scheermes en de andere aan been en voeten met een ketel kokend water. Dien ten gevolge bevond zich des middags alhier de brigadier der rijks-veldwacht van der Woude, van Bergum, om op gedane klagte, onderzoek te doen, hetwelk tot bijna zonsondergang aanhield, waarna hij v. d. L. nog moest spreken, die zich op de oostelijke grens van zijn grasland bevond, gewapend met een broodmes, hetwelk hij had weten te bemagtigen, nadat genoemde brigadier hem, bij zijne aankomst, een scheer mes en een knipmes had afgenomen. Van der Woude dat land door het hek binnentredende, werd zeker door v. d. L. gezien, althans deze rees overeind en sneed, terwijl hij op den brigadier aanliep, zich den hals af. Van der Woude ziet dit, schiet toe, grijpt zijne eene hand, ontneemt hem daaruit het mes en stelt met verwonderlijke koelbloedig heid en vastberadenheid pogingen in het werk om den ongelukkige in het leven te behouden, maar te vergeefs, daar de keel bijna dwars doorgesneden was en het bloed zoo geweldig uit de de gapende wonde gudste, dat hij binnen weinige oogenblikken den laatsten adem uitblies. Ilaarleminermeer, 27 Junij. Den 21sten dezer zijn de troepen, die meer dan twee jaren lang deze gemeente tegen de veeziekte hebben helpen be waken, vertrokken. Een detachement, sterk een sergeant en 11 man is achtergebleven tot bewaking eener hoeve, waar onlangs nog de veepest heeft geheerscht. 's Hertogenbosch, 27 Junij. Omtrent den moord door den korporaal-hoornblazer Klep op zijne vrouw gepleegd, kan men nader mededeelen: Sedert 10 jaren was hij met haar gehuwd; 5 jaren lang bleven zij zonder kinderen en toen had zij een onberispelijk gedrag sedert dien veranderde zij geheel, kwam soms dagen ach tereen niet te huis, bragt twee kinderen ter wereld, werd voor diefstal tot 1 maand cellulaire gevangenisstraf ver oordeeld en was zeer verslaafd aan den drank. De man daarentegen was een zeer werkzaam, oppassend en braaf man en werd zoowel binnen als buiten het regement alge meen geacht. Verscheidene malen hield hij haar verkeerd gedrag onder de oogen, maande haar aan in het fatsoenlijke tot beterschap, doch niets mogt baten. Gisteren middag toen hij, te huis komende, geen eten zag en haar niet vond, ging hij naar de herberg waar zij gewoon was te komen en verzocht haar naar huis te gaan. Zij had toen reeds haar zesden borrel binnen. Te huis gekomen ontstond er eene woordenwisseling en worsteling. Zij riep moord moord! en juist dit deed den man in woede ontsteken en hem op die gedachten komenhij nam zijn scheermes van tafel en sneed haar daarmede, in 'tbijzijn der twee kinde ren, den hals af, waarop hij zich onmiddellijk in arrest begaf en het gebeurde mededeelde. Thans reeds toont hij veel berouw over zijne misdaad. Bergen-op-Zooni, 27 Junij. Op de visscherij van Jan Ld. Fontijn zijn gisteren twee groote bruin- visschen gevangen en hier binnengevoerd. Reeds hadden onze visschers en van Tholen hunne weeren op de Ooster-Schelde voor het grootste gedeelte opgetrokken, daar het met den ansjovis dit jaar geheel mislukt is en de vangst van dit product over het geheel genomen bij de 15 visschers, die deze stroomen bevisschen, hoogstens 20 tonnen zal beloopen. Bij eene tamelijke vangst be rekent men voor elke visscherij 100 tonnen en gemiddeld 40 a 50 dito tonnen te kunnen inzouten. Zierikzee, 1 Julij. In de namiddaggodsdienst oefening van gisteren nam onze geliefde oudste leeraar bij de Herv. gemeente alhier, de WelEerw. ZeerGel. Heer G. C. Droogleever Fortuijnaan wien eervol eme ritaat verleend is, afscheid van zjjne gemeente met eene rede naar aanleiding van 1 Joh. 3 2, 3. Eene groote schare woonde deze plegtigheid bij. Z. Eerw. heeft ge durende 52 jaren het predik-ambt waargenomen, waar van 39 jaren in deze stad. Moge het den waardigen grijsaard gegeven worden nog langen tijd zijne wel verdiende rust in welstand te genieten. - De kerkeraad der Herv. gemeente heeft ter voor ziening in de vacature ontstaan door het emeritaat van Ds. Droogleever Fortuijn uit het vroeger gemelde zestal, jl. Vrijdag het volgende alphabetisch drietal geformeerd: A. C. Dukerte Geervliet; A. J. Oort, te Schoonhoven en A. G. Reedete Benschop. Op Woensdag 10 Julij a. 9. zal waarschijnlijk het beroep plaats hebben. JZioi'ilizee, 2 Julij. In de zitting der Tweede Kamer van de Staten-Generaal van 29 Junij is met 42 tegen 11 stemmen aangenomen een wets-ontwerp op de beetwortelsuiker fabrieken. Dit wets-ontwerp werd voornamentlijk bestreden door de heeren Gulje, Fransen van de Putte, van Kerkwijk en Viruly. Aan het slot der discussien stelde de heer van Kerkwijk voor het geheele wets-ontwerp in 1871 te herzien, waardoor het slechts een tijdelijk karakter zou krijgen en veel bezwaren weggenomen zonden worden. De minister verklaarde zich hier tegen maar maakte een nieuw artikel, waarbij bepaald werd, dat de hoofdzaak van de wet, art. 56, voor 1 July 1871 zou worden herzien, hetwelk werd aangenomen. Bij gelegenheid van dit wets-ontwerp vestigde de heer van Kerkwijk er de aandacht op, dat niettegenstaande de landbouw zooveel bijdraagt tot den bloei van het land deszelfs belangen zelden worden besprokenalleen bij de begrooting is een post voor memorie uitgetrokken voor eene landbouwkundige school en een wets-ontwerp tot afkoopbaarstelling der tienden beloofd, maar niet ingekomen. Genoemde heer wees op het belang van den landbouw bij de beetwortelsuikerfabrieken, die juist in den tijd, dat andere werkzaamheden stilstaan, in het najaar en den winter, aan veel menschen werk verschaffen. Behalve de suiker krijgt de fabrie- kant, als nevenproduct, een veevoeder, bekend onder den naam van pulpe, dat 20 a 25 percent van het gewigt der beetwor tels bedraagt; hierdoor wordt de veestapel uitgebreid; ook bren gen de fabrieken uitnemende mest voort. Wanneer men die voordeelen in aanmerking neemt, en zich herinnert dat het vlas langzamerhand door het katoen wordt verdrongendat het koolzaad een mededinger vindt in het petroleum, dat de meekrapcultuur kwijnt en de veeziekte den landbouwer noodzaakt zijne weiden te scheuren, dan zal men toestemmen dat men voorzigtig moet zijnom een tak van nijverheid zwaar te belasten, die zooveel welvaart en bloei voor den landbouw oplevert. De gemiddelde opbrengst van een bunder beetwortels kan men rekenen op 40 a 50,000 Ned. ponden, die voor ƒ8 h ƒ8,50 per 1000 pond wordt verkocht. Men begrijpt dat daar door de landbouwer in het bezit komt van eene groote som gelds en juist in een tijd, omdat de beetwortels meestal in den regel a contant worden afgeleverdwanneer veel geld voor arbeidsloonen noodig is. In Frankrijk stelt men met het oog op de teelt der beet wortels hoogen prijs op de beetwortelsuikerfabrieken. Toen Napoleon in 1853 te Valenciennes zijn intogt deed, had men een eerepoort opgerigt, waarop de volgende inscriptie gelezen werd: Opbrengst van koren in dit arrondissement vóór de beetwor- telsuikerbereiding 353,000 mud. Veestapel 700 stuks. Opbrengst na de invoering dier nijverheid 421,000 mud. Veestapel 115,000 stuk9. De veestapel was dus van 700 stuk3 tot 115,000 stnks vermeerderd. Uit opgaven, uit het departe ment du Nord blijkt, dat in 1825 de veestapel daar bestond uit 173,000 stuks, en deze in 1840 was geklommen tot 227,000 stuks benevens 300,000 stuks schapen. In 1858 i9 hier te lande de eerste fabriek opgerigt. Thans zijn er acht en nog drie in aanbouw. Het vorige werkjaar, dat is van September 1866 tot February of Maart 1867 hebben die fabrieken 6 millioen pond suiker voortgebragt. Stel de waarde van die 6,000,000 pond beetwortelsuiker op 1% millioen gulden; behalve de renten heeft men de neven- prodnctie der fabrieken, de pulpe en de mest. De eerste zal ongeveer beloopen hebben 25,000 tondoor sommige geschat op ƒ150,000; aan mest werd verkocht voor ongeveer 25,000. Om die sommen te verkrijgen zijn gebezigd 3000 bunders land, die 120,000,000 pond beetwortels hebben opgebragt, en waar voor werd betaald ƒ1,000,000. Die 8 fabrieken hebben 130 dagen gewerkt en in den tijd, waarin het minste werk is, aan omtrent 1200 lieden arbeid verschaft. Daarbij komt nog het arbeidsloon voor het bereiden van bet land, enz. Ia het vervoer van beetwortels naar de fabrieken en het vervoer van pulpe, suiker, en mest is een groot voorceel voor de scheepvaart. Men beweert, dat ƒ800,000 aan arbeidsloon en ƒ150,000 aan scheepvaart i9 betaald, ongerekend de groote uitbreiding van den veestapel. Met het oog op die groote voordeelen is er géén tak van nijverheid die zóóveel bloei en welvaart verspreidt als de beetwortelsuiker-fabricatie, als men weet, dat die 8 fabrieken slechts een kapitaal van 3 a 4 millioen gulden representeren. Vergelijkt men den toestand van ons land met dien van Belgie, Frankrijk, Saxen en andere landen, dan kan men aan nemen dat, zoo de beetwortelsuiker-fabrieken niet beschermd, doch evenmin door fiscale maatregelen vermoord worden er tienmaal meer kunnen zijn dan thans, die voor pacht van lan derijen 10, voor arbeidsloon 8 en voor scheepvaart 1 millioen zouden betalen, ongerekend de uitbreiding van den veestapel en de meerdere vrnchtbaarheid van den gronddie door het produceren van mest zal worden bevorderd. De heer van Kerkwijk ging daarna de verschillende belasting stelsels in Frankrijk, Belgie, Nederland, enz. na, en wees er op, dat in bet wetsontwerp twee belastingstelsels worden voor gesteld dat van controle en van abonnementwaaruit de fabriekant kan kiezen. Het fixum voor het abbonuemeut it evenwel zoo hoog, dat de fabriekant dat stelsel niet kan kiezen Men heeft in schijn, maar niet in wezenlijkheid de keuze tu9schen het stelsel van contróle en dat van abonnement. In parlementaire termeu is voor zulk eene zaak geene uitdrukking te vinden, maar in het dagelijks leven noemt men zoo ieta r, een wassen neus" Ten slotte zeide de heer van Kerkwijk, dat toen hem onlangs door een vriend zijn oordeel over dit wets-ontwerp werd ge vraagd, hij hem wees op een spotprent, waar de minister van finantien van Lodewijk XVI, Calonne, afgebeeld wordt als een kok, en de belastingschuldigen als kalkoenen, die om bem heen staan. »Mijn lieve kalkoenen," zegt de kok, »ik heb u om mij verzameld ten einde n te vragen, met welke saus gij gebraden wilt worden De kalkoenen antwoordden dat zy in het geheel niet gebraden wilden worden maar wenschten te blyven leven tot voordeel van hun meester. »Gij treedt buiten de qnaestie," hernam de kok, gebraden zult en moet gy worden »er is slechts sprake van de keuze der saus." Men schrjjft nit de residentie, dd. 27 Junjj aan de Arnhemsche Courant. De heer Trakranen heeft gisteren voor het laatst den voet in 'slands vergaderzaal gezet; ik verneem althans uit eene goede bron dat hij gisteren avond reeds zjjn ontslag aan den Koning heeft gevraagd. Onmiddellijk nadat het kolossale votum der kamer door de aanneming van het amendement Fransen van de Putte was uitgebragt is er ministerraad gehouden, waarbjj de heer Heemskerk evenwel niet tegenwoordig was, en het moet inzonder heid de raad van de heeren Schimmelpenninck en Borret zijn geweest, die den heer Trakranen tot aftreden hebben genoopt. Men beweert dat de Minister Heemskerk, die steeds den heer Trakranen de hand boven het hoofd heeft gehouden, tegenwoordig geweest zijnde, de schaal wel eens naar een anderen kant had kunnen overslaan daar ook de graaf van Zuylen niet ongenegen schjjnt geweest te zijn om in dit opzigt den heer Trakranen tot toegeven aan het verlangen der meerderheid van de vertegenwoordiging te stemmen. Het niet toegeven schijnt wel de valstrik geweest te zjjn, waardoor de heer Trakranen uit het ministerie werd verwijderd, en onwillekeurig brengt men die verwijdering in verband met de artikelen van het Dagbladwaarin de minister van koloniën zoo heftig werd aangevallen. Hoe men ook over den heer Trakranen als minister van koloniën moge denkendat hjj gevallen is als het slagtoffer eener intrigue, kan niemand goedkeuren, en dat er intrigue bestaan heeft, blijkt genoeg uit de stemming van de con servatieven over het art.dat tot zijn val aanleiding gaf. Het is nog niet zeker of Z. M. het verzoek om ontslag naar den raad van ministers zal verzenden. Mogt dit onverhoopt niet gebeurendan zullen al de ministers verpligt worden hunne portefeuilles ter beschikking van Z. M. te stellen. Men schrijft uit Charlois dd. 30 Junjj aan de N.R. C. het volgende: Heden voormiddag was in de noodkerk der Herv. gemeente alhier eene buitengewoon groote schare za- mengevloeid onder het gehoor van ds. N. H. de Graaf van Rotterdam. Bij het einde van den voorzang, hoort men op de galerij een gekraak. De talrjjke menigte daarop en daaronder gezeten, schrikte natuurlijk zeer. Men begint te gillen; sommigen gaan op de vlugt en duwen anderen weer voort en zoo is in een oogenblik de gansche vergadering in eene vreeselijke verwarring. Stoelen worden over en op elkander geworpen, velen dringen om het gebouw te ontvlugten en durven den hoofdingang, onder de galerjj, niet door, zoodat slechts een versperde achterdeur en een naauwe zjjdeur over blijven ter ontvlugting. Ruiten werden ingeslagen en tot vlugtgaten gemaakt. Gelukkig kwam de gemeente met den schrik vrijde galerij dreigde wel te bezwjjken, maar heeft zich staande gehouden. Men zegt, dat sommigen nog al ernstige kwetsuren hebben bekomen, hetgeen niet te verwonderen is, bjj de velen die onder den voet geraakten. Dat de voorganger zijn werk, en dat tot groot en algemeen leedwezen, niet heeft kunnen voortzetten, spreekt wel van zelf. Gemengde berigten. Alweder benoodigd een nieuwe minister van kolonie want de man die in de September-beweging aan den pluk kwam van koffij en suiker, is na negen maanden plukkens weggeloopen. Men hoopt hem echter in de Tweede Kamer te verpassen in de plaats van van Zuylen, die te Parijs is verpast als ambassedeur. Zijn pensioen wordt reeds opgemaakt, en dan ƒ2000 als kamerlid, zal hij toch geen redenen hebben om te klagen over de karige belooning voor zijne gewigtige diensten aan den lande bewezen. Blijft dit dus zoo voortgaan, dan zal men weldra eene Kamer van enkel oude ministers hebben, die malkander alles zullen verwijten dat geheim moést blijven. Nu de vorsten te Parijs zoo milddadig zijn, worden de karige nog opgenoemd van vroegeren tijdonder andere was Czaar Peter de Groote nog kariger dan Frederik de Groote, zelfs die man snuifde uit zjjn zak en luste geen brood met kaas en boter. Ook was koning Lodewijk van Holland, de vader van den tegen-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1