No. 2127. Woensdag 26 1867 25sle Jaarg. 1 Bekendmaking. Nieuwstijdingen. ZlllllkZIISÜII NIEUWSBODE Men abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika by J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. A-bon nements-Prös: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerika, franco New-York 1,30. - 1,60. - 3,90. V erschynt: Op Woensdag en Zaturdag. Adyertentiên: 10 ceut voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advcrtentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. tc O w ui H ts F 3 a Op Zaturdag 29 dezer des avonds 7 ure, zullen heeren Commissarissen over de Armenschool alhier, in het Diaconie-Armengesticht, eene zitting houden tot plaat sing van Kinderen op die School. Londen, 20 Junij. Dezer dagen werd door eenige visschers, die in de Inver Bay hun netten inhaalden een groote en vreemd uitziende visch in de mazen ontdekt, die geweldige pogingen in het werk stelde om weer in vrijheid te geraken. Door zijn buitengewone grootte vreesde men dat hij er in zou slagen zich los te werken, maar door het grootste geduld, moed en bekwaamheid slaagde men er in het monster uit de diepte op het strand te slepen. Het dier is niet minder dan 30 vt. lang en om zijn dikste gedeelte 17 vt. in omtrek. Berigten uit Birmingham deelen mede dat den 18den de rust nog niet was teruggekeerd. In de stad heerschte allerwege groote gisting. De straten waren opgevuld met menschen, maar de policie had strenge maatregelen genomen, om het uitbarsten van een nieuw oproer te voorkomen. Niet minder dan duizend con stables doorkruisten de stad. De menigte was gewapend met steenen, dakpannen en andere voorwerpen om mede te gooijen, en velen klommen op de daken om van daar op de massa alles neêr te werpen wat hun maar voor de hand kwam. De vrouwen vooral maakten zich aan de grootste buitensporigheden schuldig en vielen verwoed op de policie-agenten aan. Uren lang waren de plunderaars meester van de stadin vele straten was er geen enkele ruit meer heel gebleven. Overal zag men ingetrapte deuren. De plunderaars drongen de huizen binnen en braken de meubelen om zien nieuwe middelen van verwoesting te verschaffen. Vele magazijnen zijn geheel leeg gehaald; en wat men niet kon medenemen wierp men op straat, in het bijzijn zelf der policie, die on- magtig was dit te keer te gaan. De plunderaars be paalden zich echter tot de huizen door Ieren bewoond en lieten de anderen ongedeerd. Aan dien toestand werd eerst een einde gemaakt dooi de verschijning van een sterk detachement troepen, en na een strijd met de gewapende magt, die twintig minuten duurde. Men telde meer gekwetsten onder de policie-dienaren en de constables dan onder de oproer lingen. Het aantal personen die in hechtenis zijn genomen bedraagt ongeveer 100. Te Birmingham hebben geene verdere ongeregeld heden plaats gehad. Niettemin blijft de militaire magt beschikbaar; van de 500 buitengewone policie-agenten zijn 200 ontslagen. Velen houden het er voor, dat de tegenwoordige rust slechts schijnbaar is en een nieuw onweder broeit. De Heer Murphy zal heden avond zijne laatste voordragt houden, die gezegd wordt alle vorige in hevigheid te zullen overtreffen. Den 4den Junij is een eigenaardig vaartuig van Nieuw-York naar Havre vertrokken. Het is eene soort van vlot van nieuwe vinding en bestemd tot redding van schipbreukelingen in zee. Het eigenlijke korps van het vaartuig bestaat uit drie met lucht gevulde buizen van gutta-percha, met Russisch zeildoek overtrokken. Deze buizen zijn cylindervormig, 25 voet lang en 26 duim breed. Daarop rust het dek. Het vlot is getuigd als schoener. Het voert slechts drie man. Men hoopt dat de reis in veertien dagen zal worden afgelegd. De katoenhandel te Nottingham verschaft aan ruim 135,000 vrouwen werk en brood, terwijl bij de kousenfabrikaadje 17,000 mannen en 44,000 vrouwen vasten arbeid vinden. Alleen in Amerika zal men predikanten aantreffen die met een revolver in den zak op den kansel staan. Dit was het geval te Bradfort in Massachusetts. Aldaar waren eenige jongelieden met veel gedruisch eene kerk ingedrongen, waarin juist een predikant stond te pre diken. Onmiddellijk haalt deze een revolver uit den zak en vuurt op de levenmakers, waarvan een dood ter aarde stort. De predikant gaat daarop voort met zijne preek en stelt zich na het einde daarvan ter beschikking der justitie, welke hem echter, volgens de Amerikaansche wet, onder borgstelling vrij liet. Hij zal thans weldra voor het hof moeten verschijnen. jÖtt Weenen, 21 Junij. De kosten der werken door de stad Pesth ter gelegenheid van de kroonings feesten tot stand gebragt, beloopen 103,000 guldens. Op het kasteel Bleiburg heeft een treurig voorval plaats gehad. De gravin von Thurn wilde met een lucifer de lamp, die op hare schrijftafel stond, ontstekenhet phosphorkopje van de lucifer viel ongemerkt op haar kleed, dat vuur vatte en in een oogwenk stond de gravin in lichtelaaije vlam. In weerwil der aangewende pogingen om de vlammen te blusschen, waarbij haar echtgenoot graaf Thurn zich de handen zwaar wondde, brandden de kleederen tot aan het corset af en bekwam de beklagens waardige vrouw zeer ernstig en pijnlijke brandwonden. In den laatsten tijd werd de aandacht der badgasten te Ems bijzonder getrokken door een heer en dame, die blijkbaar tot de aanzienlijkste kringen behoorden, en zich, waarschijnlijk op dien grond, onttrokken aan den gemêleerden omgang in eene badplaats. Zij bragten hunne dagen bijna uitsluitend door, visschende met den hengel. Op die wijze vestigde zich op hen de algemeene opmerkzaamheid, terwijl ook de schoonheid der dame eene reden was om notitie van deze voorname vreem delingen te nemen. De policie scheen intusschen geen onbepaald vertrou wen te stellen in hunne voornaamheid. Zij had uit Berlijn last gekregen om ten aanzien van de indentiteit dezer personen zich te vergewissen en de commissaris ging daartoe over, schoorvoetend evenwel slechts en spoedig afgeschrikt door de wijze waarop de gravin Mirka onder dezen naam stond de dame bekend hem ant woordde. Zij vertoonde toch eigenhandige brieven van den keizer van Rusland en den koning van Pruissen, terwijl ook uit hare verdere papieren bleek, dat zij tot den aanzienlijksten stand in Rusland behoorde. De policie gaf van hare bevinding te Berlijn kennis, maar ontving op nieuw den last om naauwkeuriger te onderzoeken. De commissaris verzocht dat men hem dan een hooger geplaatst ambtenaar zou zenden. Deze verscheen; een nieuw onderzoek volgde en het leidde thans tot een beter resultaat. De gravin Mirka werd herkend als eene Berlijnsche bedriegster; haar toilet en allerlei kunstmiddelen hadden haar een geheel ander voorkomen gegeven. Voorts had zij eene waarde van ongeveer 200,000 roebels in haar chignon verborgen, en bezat zij voor een 80,000 roebels aan juweelen waarvan zij de afkomst niet kon regtvaardigen. Het bij haar gevonden bedrag aan geld en juweelen schijnt afkomstig te zijn van een aanzienlijken diefstal onlangs te Berlijn gepleegd; de nommers evenwel der bank biljetten stemmen niet met die der ontvreemde overeen, maar de gravin heeft haar papierengeld herhaaldelijk omgewisseld. Brieven aan haar adres, die op het post kantoor in beslag werden genomen, hebben haar waar karakter en persoon onbetwistbaar aan den dag gebragt. Het voorgevallene met de gravin Mirka was dagen lang de hoofdgebeurtenis te Ems en gaf eenige afleiding aan de kranken die daar tot herstel hunner gezondheid vertoeven. Een Napelsch blad berigt dat Garibaldi reeds 350,000 francs heeft uitgegeven aan bons, strekkende om zich voor eene expeditie tegen Rome uit te rusten. 'S Gravenliage, 21 Junij. In den afgeloopen nacht is in eene weide, gelegen achter het spoorweg-slation, de vecly- phus weder uitgebroken, en zijn door die ziekte drie beesten, toebc- hoorende aan zekeren Steyger alhier, aangetast. Die beesten zullen heden middag worden afgemaakt. Op 20 dezer is te Zevenhuizen overleden de heer Dirk Jongeneel, die den ouderdom van bijna 102 jaren had bereikt. Breda, 22 Junij. De vroege aardappelen zjjn dit jaar zoo in overvloed, dat op sommige plaatsen de grond er van openscheurt. Zij zijn groot van stuk en goed van smaak. IVexizeii, 24 Junij. Door den gemeenteraad is, met bijna algemeene stemmen, besloten de kermis alhier als van ouds te doen plaats hebben. Het reizend publiek en niet minder den handel stand, zal met genoegen vernomen hebben het plan der directie van de stoomboot Stad Vlissingen no. 2, varende tusschen Vlissingen en Rotterdam, om de dienst dier boot, bij wijze van proefvaart, alsnog drie maanden, en dus tot 15 October e. k., langs Neuzen te doen voort duren. Daar dagelijks een groot aantal passagiers, zoowel naar en van Rotterdam en tusschen gelegen plaatsen, als naar en van Vlissingen van deze soliede en min kostbare gelegenheid gebruik maakt, zoude men zeker ongaarne zienzoo wanneer de directie later hierin weder eene wijziging bragt, hoofdzakelijk ook wat de dienst betreft op de Wester-Schelde, die nu toch met die boot eenige zekerheid en gerustheid aanbiedt, in tegenstelling van de onzekere en zoo dikwerf teleur stellende Provinciale Stoombootdienst, waaromtrent wij ook, even als een onzer Zeeuwsche bladen dezer dagen teregt aanmerkte, het wel wenschelijk achtendat in de eerstvolgende Provinciale Staten-vergadering eens een ernstig woord, over deze zoo kostbare dienst, zoo mogelijk ter verbetering, gesproken werd. Wissciikcrke, 22 Junij. De staat der veld gewassen in deze gemeente en in geheel Noord-Beveland laat weinig te wenschen overig. Tarwe, gerst, haver en paardeboonen staan buiten gewoon goed. Rogge wordt hier weinig verbouwd. Vlas, dat een paar jaar mislukt is belooft een ruime opbrengst. De aardappelen groepen welig, en mogt de gewone ziekte niet te veel verwoestingen aanrigten zou de opbrengst overvloedig zijn, vooral daar er meer dan gewoonlijk zijn gepoot. Alleen het koolzaad maakt op bovenstaande eene uit zondering, over het algemeen staat het, vooral in de oude polders dun, in de nieuwe polders is het uitzigt iets beter. Zierikzee, 24 Junij. Uit een ingezonden stuk in de Arh. Courant van heden, onderteekend door Mr. J. H. G. Boissevain blijkt, dat de commissaris van politie te Arnhem, de heer J. H. Hoogbruin, den Hanoveranen, die tijdelijk te Arnhem verblijf houden, heeft aangezegd, dat zij, ten gevolge eener aanschrijving van den Minister van justitie dd. 14 dezer, binnen drie weken het grondge bied van het rijk moeten verlaten. De commissaris voegde er bijdat zij door aan deze uitnoodiging te voldoen de onaangename gevolgen eener uitleiding zouden voor komen. De betrokken Hanoversche uitgewekenen hebben evenwel in die aanschrijving niet berust, maar onmidde- lijk hunne bezwaren in een adres ter kennis des konings gebragt. Het oordeel van Mr. J. H. G. Boissevain, over genoemde feiten is dat daarin ligt, opgesloten1°. eene krenking van de eer van Nederland; 2°. eene schennis der wet; 3°. eene poging om de in dergelijke gevallen door de wet verlangde controle van de Staten-Generaal te ontduiken. Zïeriltzee, 25 Junij. Uit het op den 8 dezer dooi den kerkeraad der Nederduitsche hervormde gemeente alhier opgemaakte twaalftal van predikanten, ter ver vulling der vacature te ontstaan door het met 1 Julij aan den heer G. C. Drooglever Fortuijn verleend emeritaat heeft jl. Vrijdag de benoeming van een zestal plaats gehad. In alphabetische volgorde komen daarop voor de heeren A. C. Duker, te Geertvliet; J. J. van Hille, telngen, F. W. N, Hugenholtz, te DeldenA. J. Oort, te Schoon hoven; A. G. Reede, te Benschop, en H. Worst, te Epe. De opmaking van het drietal is bepaald op Vrijdag a. s.^- Aangenaam is het ons te kunnen mededeelen, dat onze stadgenooten, de firma NardtenLuckerhof C°.; fabrikanten in Stoom- en andere werktuigen alhier, op de tentoodstelling van Landbouw, op 19 dezer te Colijns- plaat gehouden, de eerste prijs of ƒ50, behaalden voor eene locomobile, zijnde dit de eerste die in Zeeland vervaardigd is, en welke ook wat de aankoopsprjjs be treft, met de eerste Engelsche fabrieken kan wedijveren. Ook hunne Karn- en Stroo-snij-machine die bij een paar landbouwers in Holland reeds sedert geruiinen tijd in werking is, trok algemeen de aandacht, niettegenstaande gemelde Heeren dezelve niet ingemetseld hadden, daar deze op de tentoonstelling te Hulst de eerste prijs reeds verkregen haden nu door de locomobile in werking gebragt werd, Voorts verkreeg gemelde firma ƒ10 voor eene draai- jende egge, eene zilveren medaille voor eene verzameling landbouw-werktuigen, 10 vooreen wortelsnijder, eene bronzen medaille voor een éénpaards tredmolen, uit de beroemde fabriek van den heer G. Stout te Tiel, alsmede eene bronzen medaille voor een haver- en boonbreker uit de fabriek der Heeren Ransomes en Sims. Ook de firma J. C. Massee en Zoon te Goes behaalde een prijs van ƒ50, voor eene verzameling van landbouw werktuigen. Z. M. heeft benoemd tot gezworen van den Polder DreischorD. Klotnjie. In het huis van arrest te Goes is thans wegens bede larij gedetineerd, om na het einde van hare straftijd naar een bedelaarsgesticht te worden overgebragt, zekere wed. P. van Gjjzel, woonachtig te Hulst, die bereids vroeger herhaalde malen wegens bedelen en stelen met de gevan genis kennis had gemaakt. Bij verschillende huiszoekin gen echter heeft men iri hare woning, deels bedolven in den grond onder hare legerstede, deels verborgen tusschen de zolderbalken, gevonden aan klein Hollandsch en Bel gisch zilvergeld en beschimmelde centen eene som van ruim ƒ123, benevens onderscheidene goede kleeding- stukken. Een nieuw bewijs dus, dat juist de openbare bedelaars niet de ware armen zijn. In het Handelsblad van 24 Junij, komt het volgende ingezondene stuk voor van Ds. J. W. Straatman, pred. bij de Doopsgez. gemeente te Zwolle: Aan de Redactie. In het Handelsblad van 19 dezer komt een berigt voor, aangaande een voorstel, dat ik aan den kerkeraad der doopsgezinde gemeente alhier zou hebben gedaan. Dit berigt is niet geheel juist, en het is daarom dat ik u verzoek deze verbetering er van te plaatsen. Ik heb aan den kerkeraad niet het voorstel gedaan een derden predikant te beroepen, maar alleen de ver klaring gegeven, dat, indien zulk een voorstel uit den kring der gemeente kwam en bjj de broederschap weer klank vond, ik gaarne tot de vervulling van dien wensch zou medewerken, ook door de geldelijke bijdrage, waar van in het berigt spraak is. De kerkeraad heeft mij daarop schriftelijk geantwoord, dat hij, ofschoon de bedoeling miiner verklaring waarderende, zich nogtans onbevoegd rekende dienaangaande een besluit te nemen, daar hij diende af te wachten, of er werkelijk zulk een voorstel zou inkomen, in welk geval hij eerst van mijn aanbod gebruik kon en ook zou maken, door het in 'de vergadering der broederschap te brengen, die alleen over het al of niet beroepen van een predikant heeft te be slissen. De berigtgever heeft zich dus niet juist uitge drukt, toen hij schreef: „Het is nog onbekend, of de kerkeraad dit voorstel denkt aan te nemen." Men schrijft uit Drenthe: Terwijl in Holland gezegd wordt: „wat blijven wij dezen zomer genadig bewaard voor veenrook," rigt het grootste gedeelte van de bevolking dezer provincie het oog naar den hemel en wensclit dat de zon haar eens 5 a 6 dagen achtereen onafgebroken toelachte, ten einde naar hartelust veen te branden en zoo met de zoete hoop op een goed boekweit-jaar den herfst te gemoet te gaan. Er is veen gebrand, maar slechts een klein gedeelte van de oppervlakte die daartoe bestemd is, en als het zuiden eenigzins wrevelig wordt, wanneer wij zijne heer lijke landsdouwen gaarne in een valen, geenszins wcl- riekenden slujjer hullen, dan bedenke het toch dat een goed verbouw van boekweit in Drenthe duizend lasten ter markt doet brengen, gezwegen van de zeer groote quanti- teit die tot eigen gebruik dient dan bedenke men dat er ééne gemeente in Drenthe is, ongeveer 6000 zielen tellende, waar de vuurpannen gereed staan om 4000 bunders omgehakt veen in brand te steken, die daarna te bezaaijen en er dan, by een middelmatig gewin, 60,000 mud boekweit van te trekken, die gelijk staan met eene waarde van drie ton gouds. Als wij nu geen warmte krijgendie het veen voor het verbranden geschikt maakt en verstoken blijven van 5 a 6 zonnige dagen, dan wordt het veen niet gebrand en het mislukte veenboekweit-verbouw, eene levenskwes tie voor Drenthe en wel hoofdzakelijk voor den kleinen landman en den arbeidenden stand, brengt duizenden in verlegenheid en velen tot armoede. Tot den langsten dag kan de zaaijing van de boekweit worden uitgesteldwat later in de verbrande veenvlakten wordt gestrooid, geeft weinig hoop op een tamelijk gewas. Men meent dat het veenbranden het eerst in praktijk is gebragt door zekeren R. C. pastoor Bolenius in het ambt Aurich, en wel in 1707 en 1712. De rook verspreidt zich zelfs tot Weenen toe, waar zij gehouden wordt voor een „drooge mist." Op verschillende koren-esschen van deze provincie is de roest in de rogge en ook dit verschijnsel verontrust den landman. Geen wonder! want bij een goed gewas kunnen op de vier hoofdmarkten van Drenthe, Coevorden Meppel, Assen en Hoogeveen, aangevoerd worden 14 a 1500 last rogge, te zamen eene waarde vertegenwoordi gende van ongeveer ƒ300,000. Volgens een te Londen ontvangen berigt, is het schip Arnold Böninger van Rotterdam te New-York aangekomen. Gedurende de reis waren 34 personen meestal kinderen overleden, er had evenwel geene be smettelijke ziekte aan boord geheerscht. Het schip is in quarantaine gelegd, doch na eenige dagen daarvan ontslagen. Aangaande den val van het Mexicaansche rijk zegt een der Londensche dagbladen: Het is merkwaardig dat Queretaro, dat door zijn val een einde aan het Mexicaansche rijk heeft gemaakt, juist dezelfde stad moest zijn, waarin 20 jaren geleden, na den oorlog tusschen Mexico en de Vereenigde Staten, het vrede8tractaat werd geteekend, dat aan het laatste land Texas en Californie gaf. De laatste overwinning, hoewel door de eene Mexicaansche factie over de andere behaald, kan nog op een verdere annexatie uitloopen want de secretaris van Staat heeft reeds zijn oogen op de noordelijke Mexicaansche provinciën geslagen. De stad, die door den val van Maximiliaan zulk een groote beroemdheid heeft verkregen, ligt 110 mijlen ten noord westen van de stad Mexico, en is de hoofdstad van den Mexicaanschen staat Queretaro. een dun bevolkte, maar vruchtbare bergstreek van 2444 vierkante mijlen opper vlakte. De stad is geducht versterkt, en werd waar schijnlijk meer door inwendige verdeeldheden en de ontberingen van het garnizoen ten val gebragt, dan wel door de buitengewone krijgskundige bekwaamheden van de zijde der belegeraars. Maximiliaan kwam den 19 February met 10,000 man Queretaro binnen, en vond er nog 6000 man onder Mejia en Castillo. Deze waren nu ten naastenbij al de troepen waarop hij zich kon verlaten, en hij besloot, door ze onder zijn persoonlijk bevel te nemen, zoo mogelijk, de twisten om den voor rang onder de ondergeschikte officieren te doen ophou den waardoor de kracht van zijn leger veel geleden had. Maximiliaan bevond zich dus in het middelpunt van een vruchtbaar gedeelte des lands, indien een land als Mexico door oorlog verwoest, vruchtbaar kan ge noemd worden; en op gelijken afstand van zijn eigen hoofdstad, en van die der liberalen, te San Luis Potosi. Maar de liberalen hadden reeds met ruiterbenden de omstreken van Queretaro afgestroopt, en zoodra Maxi miliaan zich aldaar gevestigd had, besloten zij de stad te belegeren. Zij bedreigden Puebla, Vera Cruz en de hoofdstad, en deden op den lsten April een aanval op Puebla, dat zich den volgenden dag aan hen overgaf. Verscheiden duizend liberalen hadden reeds voor dat dit geschiedde, Queretaro gedeeltelijk belegerd, en de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1