No. 2417. Woensdag 22 Mei 1867. 25s,e Jaarg. N ieuwsti j dingen ÜUVivlitnb. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Men abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Aincrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. A1> o 1111 ements-Prijs: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. V er soli y ut: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentie ii 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. Zierikzee21 Mei. Gisteren had alhier de verkiezing plaats over de al of niet toepassing van artikel 23 van het Synodaal reglement. Van de 765 stemgeregtigde leden der Herv. Gemeente hadden 555 hunne stemmen uitgebragtwaaronder van onwaarde en in blanco 9, geldige stemmen 546. Hiervan waren 291 stemmen voor het laatste en 255 voor het eerste zoodat ook alhier voortaan het benoemen van ouderlingen en diakenen en het beroepen van predikanten, op de nieuwe wijze zal plaats hebben. Aan de Leden der Hervormde Kerk te Zierikzee wordt medegedeeld, dal liet adres, waarvan inden Zierikzeeschcn Nieuwsbode van 4 Mei melding is gemaakt, bij den Boekbandelaar P. de LOOZE, ter teekening ligt, tot aanstaanden vrijdag. Belang hebbenden kunnen bet aan buis ter teekening be komen om hunne namen bij de 145 onderteeke naars te voegen. Londen, 17 Mei. Aangaande den lang vermisten, en thans weer teruggekeerden walvischvaarder „Diana," deelt een der Londensche dagbladen het volgende mede Een ander, huiveringwekkend hoofdstuk is in de jaar boeken der Noordpool-reizen te boekstaven, bij de terug komst van bovengenoemd schip. Het verliet in de maand Mei van het vorige jaar de haven van Lerwick, met een bemanning, groot en klein van 50 koppen, waaronder 30 Shetlanders en de overigen, Engelschen. Het laatste berigt, dat men van het vaartuig hoorde, was, dat het den 2 September in het ijs was bezet geraakt. Op den 2den der vorige maand liep het in Ron a's Yoe, in Shet land binnen, met zijn vijftig man aan boord; levenden, stervenden en dooden. Geen enkele was vermist geraakt. De kapitein met negen man van zijn scheepsvolk lagen dood op het verdek. Vijf man waren nog in staat dienst te doen, en van dezen waren twee in staat naar boven te klimmen, de overigen lagen ziek en stervende beneden. Toen het schip in de haven kwam stierf nog een ander man. Het schouwspel, dat zich aan de oogen der kust bewoners vertoonde toen zij aan boord van het schip kwamen, kan niet wel in proza verhaald worden. Dante zou het in zijn „Inferno" kunnen geschetst hebben. Coleridge's „Oude Zeeman" mogt in zulk een akelig schip ontramponeerd en door het ijs gehavend, zeilen en touwen weggeslagen, rondgezwalkt hebben. Booten en sparren waren stuk gehakt om in den afgrijsselijken poolwinter de verkleumde ledematen der rampzalige schepelingen te verwarmen, het bovendek en knekel huis, zoo akelig dat geen pen het vermag te beschrijven. De ellendige, door scheurbuik aangetaste, en door buik loop uitgemergelde varensgezellen, die over de verschan sing heen zagen leverden een aanblik op, die eenmaal gezien, nooit weer uit het geheugen gewischt zou worden. Toen het berigt der aankomst van het schip door Shet land verspreid was, reisden de betrekkingen van het scheepsvolk naar de haven om hun levenden te ont moeten, en de dooden op te eischen. Men trof nu maat regelen, om de overlevenden zoodra zij maar vervoerd konden worden, naar Lerwick, of hun haardsteden op het eiland over te brengen. Het allerbeklagenswaardigst zagen er de scheepsjongens uit, wier jeugdige gezigten op zulk een treurige wijze verouderd waren, dat het moeijelijk zou vallen er een beschrijving van te geven. In de Echo du Parlement leest men de volgende karakterschets van het Engelsch parlement. Men slaapt veel in de kamer van volksvertegenwoordigers in Enge land. Op dagen, wanneer er interessante debatten zijn, mag het lid, dat op zijn eigen plaats wenscht te zitten, zich wel ten 3 ure des voormiddags naar de vergaderzaal begeven. Daar de bijeenkomsten altijd tot twee uren des morgens, zegt het blad, duren, is het onmogelijk om niet een gedeelte van de zitting met slapen door te brengen. Daarom dan ook slaapt alles. Niet een der leden bemoeit zich met alle zaken, niemand slaat acht op de discussien waarin hij zich niet gemengd heeft en bij de stemming is het ook beter te slapen dan afwezig te zijn. Het is beter op zijn post te slapen dan ze te verlaten. De heer Stuart Mill, de groote agitateur, slaapt zoowat twee uren, met zijn hoofd in zijn handen, en hij heeft dan ook een plaatsje uitgekozen dat hem daartoe de gelegenheid biedt. Met hetzelfde doel draagt graat Russell een hoed met breeden rand. Lord Palmerston volgde zijn voor beeld. De heer Gladstone spreidt zich uit en legt zich zoo lang hij is te slapende vertegenwoordigers die bij den president staan om met hem te spreken, gebruiken hem tevens voor een leuntje. Lord Halifax, oud-minister van koloniën, rekte zich uit en geeuwde zoo hoorbaar met open mond, dat men gelijk men wel gelieft te zeggen het in Bengalen kon hooren. Te Dublin is eene ziekte uitgebarsten, welke ver leden jaar slechts 4 personen, maar in dit jaar reeds 20 heeft gedood. De dood volgde binnen een tyd van 7 tot 90 uren. Plotselinge afmatting en eene donkerroode blaauwachtige kleur van de huid zijn de verschijnselen. Men meent, dat de ziekte van denzelfden aard is als de cerebro spinale meningitis, die in 1846 in Ierland en in 1865 in West-Pruissen geheerscht heeft. Zutplien, 14 Mei. Omtrent den moord te Hengelo heeft het onderzoek der justitie het volgende aan het licht gebragt: Zondag avond ten tien ure ongeveer ver voegde zich ten huize van den Notaris L. A. Gbijm aldaar een man, die den Notaris verzocht te spreken, terwijl hij de meid vroeg om een glas water voor hem te halen, hopende waarschijnlijk dat zij daarvoor een eind gaan moest, en zij derhalve eenigen tijd zou wegblijven. Bij den Notaris op het kantoor komende, sprak hij met dezen eenige oogenblikken en greep toen een onder zijne kleederen verborgen ijzeren klompenmakerswerktuig waarmede bij den ouden man een slag op het hoofd trachtte toe te brengen; deze ontweek den moordenaar waardoor het moordtuig hem slechts langs het voorhoofd ging en hem daar eene wonde toebragt. Intusschen kwam de meid den gang in, waarop de moordenaar, die vermoedelijk meende den Notaris te hebben doodgeslagen omdat deze achterover wankeldeop haar afging en haar met hetzelfde werktuig zulk een slag onder en tegen het hoofd toebragt, dat hij haar het geheele onderkake been uit elkander sloeg. Kermende viel de meid op den grond; de Notaris was middelerwijl opgestaan entrad nu met eene lamp den gang in, waarop de moordenaar hem met zijn instrument wederom een slag op den arm toebragt, waardoor de arm brak en het licht op den grond viel. In de duisternis worstelden zij nu eenige oogenblikken met elkander, doch de schelm de meid erg hoorende kermen en vreezende daardoor de buren te zullen zien verschijnen, liet zijn eerste slagtoffer liggen en wilde nu de meid vermoorden. De Notaris vrij zijnde vlugtte nu de achterdeur uit, om de buren die nog op waren, te gaan roepen, waarop de moordenaar, die zulks scheen bemerkt te hebben, de vlugt nam. Hij nam zijn moordwerktuig mede, zoodat er geene corpora delicti of andere sporen van hem overbleven. Hij is door zijgangen in de duisternis en tijdens het toen plaats hebbende onweer ontsnapt en waarschijnlijk naar de zijde van Vorden ontkomenalthans de politie is hem nog niet op het spoor. De Notaris verkeert gelukkig in geen levensgevaar, doch de arme meid zal, als zij geneest, waarschijnlijk deerlijk verminkt zijn. Men schrijft voorts, dd. 16 Mei, aan de Arnh. Ct. Gisteren heeft de politie den vermoedelijken misda diger uit Hengelo in handen gekregen. Ten huize van den klompenmaker J. Karreman op de Keijenburg bij Hengelo waren eene kiel en een mes, met bloed bevlekt, gevonden. Karreman was evenwel zelf, na 's nachts na den aanslag nog een uur op bed gelegen te hebben gevlugt, doch aan de ijverige nasporingen der regterlijke magt mogt het gelukken hem te vatten. In den afgeloopen nacht werd hij hier in de gevangenis overgebragt; heden is bij naar Hengelo teruggevoerd om hem daar bij de beide slagtoffers te brengen, opdat deze hem zouden kunnen herkennen. ScTioonïioveix17 Mei. Alhier is gelegateerd door Mej. J. Meijer aan de diaconie der Herv. gemeente de som van ƒ1000 en aan het fonds der kerk ƒ500 alsmede door den heer L. Wendels Jz.aan bedoelde diaconie ruim ƒ2000, benevens ruim ƒ1000 aan bet kerkelijk fonds met uitdrukkelijke bepaling, dat hiermede voorzien worde in bet onderhoud en den aankoop van bijbels tot gebruik bij de godsdienst-oefeningen. Deze legaten zijn vrij van successie en regt van overgang. Werkendam, 19 Mei. Tot waarnemend hoofd onderwijzer in de school te Dewerken is benoemd N. van Keppel, alhier in de school werkzaam; de Afge scheidene kerk der gemeente Werkendam zal tot school worden gebezigt, tot zoolang als er een nieuw school lokaal is gebouwd; met 1 Junij zal in gezegde kerk een aanvang met het onderwijs worden genomen. Ten bewijze dat het steeds vallende water gunstig op de buitenpolders werkt, kan dienen dat in het laatst dezer week een gras verpachting zal plaats hebben van ruim 300 bunders. Hans weert, 20 Mei. Verleden Donderdag voer de Stoomboot Telegraafniet lettende op de sein vlaggen, bij het binnenstoomen der scbutkolk met zooveel kracht op een tjalk, dat deze op drie anderen stootte. De achtersteven der eerste werd doorboord en aan de andere min of meer belangrijke schade toegebragt. Met groote moeite gelukte het de tjalk zich van onder de raderkast der stoomboot te winden en voor meerdere averij te behoeden. De schade is opgemaakt en op ruim ƒ1000 begroot. De kapitein is ontslagen. IVeuzen, 18 Mei. Het beroep uitgebragt op den Wel-Eerw. Heer A. Brinkpredikant te Dedemsvaart, door de Christelijk Afgescheiden gemeenten te Neuzen en Axel, is door Z. Eerw. aangenomen. Middelburg?15 Mei. Dezer dagen zijn door Engelsclie ingenieurs opmetingen gedaan en een nader onderzoek ingesteld voor den aanleg van eene duin waterleiding uit de noordelijke duinen van Walcheren, waarvoor dezer dagen door den minister van binnenl. zaken aan den Heer D. Dronkers alhier voorloopige concessie is verleend. Dit onderzoek heeft, naar men ons mededeelt, een gunstig resultaat opgeleverd en schijnt grond te geven voor de verwachting, dat, zoowel Vlis- singen als Middelburg, door een dergelijken maatregel in overvloed van zuiver duinwater zullen kunnen voor zien worden. De aanvang der sedert vele jaren te gemoet geziene spoorweg- en kanaalwerken houdt tegenwoordig een ieder hier bezig. In de verwachting dat aan de op 9 Mei jl. gehouden aanbesteding spoedig door den minister van binnenl. zaken de vereischte goedkeuring zal ver leend worden, wordt hier een groot feest georganiseerd, tot welks medewerking al de ingezetenen bij circulaire zijn uitgenoodigd. Het plan bestaat o. a. om een alle- gorischen optogt te houden, gewijd aan handel en nijver heid, zeevaart, land- en tuinbouw, voor te stellen op rijk getooide zegewagens. Zoo zal de aanvang dier werken, ook als erkentelijkheid jegens regering en bijzondere personen, die met den Zeeuw volhard hebben in blijde herinnering blijven, in de hoop over eenige jaren de geheele voltooijing te kunnen vieren. Zierikzee, 20 Mei. Op 19 dezer werd des voor middags bij de Ned. Herv. Gemeente te Oosterland tot herder en leeraar ingeleid en bevestigd de Heer J. T. F. U. Lauts, beroepen predikant van Vrouwepolder, door zijn bebuwd-broeder, den Heer van Deursenpre- dikand te Purmer. De bevestiger had tot onderwerp zijner indrukwekkende rede genomen Phil. 2 29a. 's Namiddags trad de bevestigde op en verbond zich aan zijne gemeente predikende in gemoedelijke taal over 1 Kor. 1 23a. Groot was de opkomst, zoowel uit de gemeente zelve als uit de omliggende plaatsen, zoodat de ruimte van het kerkgebouw allen niet kon bevatten. Aangenaam was voor den aandacktigen hoorder de plegtige stilte, die onder beide godsdienstoefeningen heerschte, waaruit duidelijk bleek, dat de hoorders uit ware belangstelling waren opgekomen. Z. M. de koning beeft wijziging gebragt in het wapen der kavallerie; het vyfde regement dragonders is opgeheven, het personeel daarvan wordt bij de overige regementen ingedeeld. De benaming van dragonders wordt vervangen door die van huzarenhet wapen der kavallerie zal alzoo voortaan worden zamengesteld uit vier regementen huzaren. Eerstdaags zullen de miliciens der ligting 1866, welke onlangs onder de wapenen zijn geroepen met on bepaald verlof naar hunne haardsteden worden gezonden. Uit Goes schrijft men aan deMidd. Ct. van 17 dezer. „Heden morgen isnaar ik zoo even verneemde locomotief, gevolgd door eenige zandwagensnabij Krabbendijke gederailleerd door het verkeerd leggen van den wissel. Een achttal personen zijn daardoor gekwetst, de een meerde ander minderterwijl een paar zandwagens zijn verbrijzeld." Monseigneur Dupanloup, bisschop van Orleans, heeft zich dezer dagen naar Rome begeven, waar hem eene onaangename verrassing was bereid. Toen zijne koffers bezorgd waren in het hótel dat hy betrekken zou, vond hij ze allen, in plaats van met den inhoud, die er te Orleans in was gepakt, met hooi en steenen gevuld. Of de dief een clericaal of een „vrijmetselaar" was weet men nog niet. Waarschijnlijk zal de orde er wel de schuld van krijgen: die heeft toch alles voor hare rekening. Te Auerbach heeft zich eene vrouw verdronken; haar eenjarig kind had zij aan zich vastgebonden. Dit is reeds de tiende persoon, welke zich sedert 5 February in die kleine gemeente van het leven berooft. De Belgische regering zal, naar men verzekert, geenszins berusten in de Schelde-kwestie. Van verschei dene zijden gaan stemmen op, die eene regtstreeksche schikking tusschen Belgie en Nederland aanraden. Wij zien niet juist in, welke schikking in dit telegram uit Brussel aan de Köln. Zeit. bedoeld wordt. Nederland heeft van den aanvang af beweerd dat het Belgie niet benadeelde. De heer Rogier heeft een beroep op het buitenland gedaan. Schoorvoetend is daaraan beantwoord en het beweren van Nederland is door de Fransche, Engelsche en Pruissische ingenieurs bevestigd. Wat zal men dus thans nog schikken? Zelfs in de onderstelling dat Nederland wèl in zijn regt was, maar Belgie bena deelde, dan zou de handelwijze van den heer Rogier hem alle aanspraak doen verbeuren op toegevendheid van onze zijde. Hij heeft zich laten bezigen om eene „kwestie" te maken van hetgeen geene kwestie was; als politieke manoeuvre het Schelde-vraagstuk doen ontstaanthans eene „schikking" te verlangen zou eene ongerijmdheid wezen. De Arnhemsche Courant meldt, onder dagteekening van 15 Mei, het volgende. Uit verschillende streken hebben wij berigten ontvangen omtrent den storm van Zondag en Maandag nacht en de hevige koude, welke beide natuurverschijnselen ook te Arnhem zijn waarge nomen. Wij meenen ons daarom van de mededeeling der omgeworpen boomen en schoorsteenen en ingewaaide ruiten te kunnen onthouden. Niet onaardig is het echter wat de koude betreft, dat de thermometer heden namid dag 42 gr. Fahrenheit en 15 Dec. van het vorige jaar 43 gr. aangaf. De warmtegraden van 14 Mei en 14 Dec. staan gelyk. Den 5 Dec. was die 53 gr., 13 Dec. 52 gr., 6 en 10 Dec. 50 gr. Thans hadden wij 2 Mei 49 gr., 3 Mei 54 gr. De hoogste thermometerstand van deze maand was 84 gr., de laagste 42 gr. In Dec. was het verschil 53 gr. en 34 gr. Ten slotte voegen wy er nog bijdat het van heden morgen 7 tot 11 uren hier gesneeuwd heeft. Te Enschede sneeuwde het jl. Woensdag alsof het temidden van den winter ware. Uit Brussel schrnft men aan de Kölnische Zei tuny: „De conclusie van het rapport over de Scheldezaak, dat de Engelsche ingenieur Hartley aan zyne regering heeft overgelegd, luidt woordelijk: 1. De afsluiting van de Ooster-schelde door een vasten dam zal een ongun- stigen invloed op de Wester-Schelde van Antwerpen tot zee moeten uitoefenen. 2. De aanleg van een viaduct in plaats van deze afdamming is zeer uitvoerbaar en zou eene nadeelige gevolgen hebben. 3. De afsluiting van en Sloe-arm door eene vaste afdamming zal de scheep vaart der Wester-Schelde niet wezenlijk benadeelen. 4. Ofschoon eene vaste afdamming door den Sloe-arm heen, den reeds te wachten ondergang van de reede van Rammekens dreigt ten gevolge te hebben, is dit bezwaar toch, op zich zelf, van geen zóó groot belang om het aanleggen van een viaduct in plaats van de beoogde afdamming te vorderen. 5. Voor zooveel het geldt de verbinding te water tusschen België, Nederland en de Rijnstrekenvoorziet het kanaal van Zuid-Beveland alleszins in het gemis van de Ooster-Schelde en den Sloe-armmet welke afsluiting het in verband staat." In Denemarken heerschte op 13 Mei zulk een ge weldige sneeuwstorm, dat de spoortreinen niet konden vertrekken en het overige verkeer geheel was gestremd. Des avonds vroor het zeer sterk. Gemengde berigten. Naar men zegt zal aan onzen minister van buitenland- sche zaken al de kruisen gehangen worden van de groote mogendheden van Europa, wegens zijn bewonderings- waardig doorzigt in de zaak van Luxemburg; maar er is bij bedongen dat hy niet lagchen moet als hij wat uit het lood hangt van al dat lint en dien opschik. Het is nu geklonken dat er geen oorlog meer zal komen over een steenrots, de vesting Luxemburg. Het is voor- deeliger voorgekomen, om 30 millioen te besteden om die vesting te sloopen dan 100 maal 30 millioen te verschieten om die vesting te behouden, dan voor dezen dan voor genen werelddwinger. Hoewel de zaken betreffende Luxemburg geregeld zyn, zal het altyd wel een geheim blijven hoe er geschagcherd is in den Haag, om aan wat klein geld te komen. In de Tweede Kamer zyn er nog al mannen die houden van het sol daatje spel, en zouden ieder wel schutter willen maken die niet boven de jaren is; zelfs op een bult zal niet gezien worden, als hy maar niet te groot is. Naar het zich laat aanzien in die streken waar de veepest bestaat, bestaat er meer ambitie om verdacht vee af te maken, dan om het vleesch van afgemaakte runderen in den grond te stoppen; want te Harlingen is eene groote hoeveelheid vleesch in beslag genomen dat per stoomboot werd aangevoerd, en niet geschikt was voor verbruik. De Amerikanen toonen in veel opzigten dat zij op een hooger sport van beschaving staan dan de Europeanen, zelfs de Russen niet uitgezonderd. Zoo werd te Memphis een klein diefje veroordeeld om door policie-agenten de stad door geleid te worden, met een bord op zyn rug waarop zijne misdaad vermeld stond. Daar dit nu in de wet niet staat, heeft dit kleine diefje de groote regters doen dagvaarden wegens eerroof tot eene schadevergoeding van 10,000 dollars. Dit is eene daad die niemand in Nederland durft te doen, en toch zyn er genoeg die onregtvaardig en onwettig wel zoo veel dollars benadeeld zijn geworden. Wordt gevraagd: een opzigter over den grindweg te Oudenhoorn in de plaats van baas Lips, die met meerderheid van stemmen benoemd is tot ingenieur over den grindweg te Abben- broek. Nu, het paard dat de haver verdient moet ze hebben ook; knoeijen komt niet meer te pas, zoo als voor dezen. Aangekomen te Brielle: een barkschip, toebehoorende aan eene dame op het Maarland, en be vracht voor Rotterdamsche rekening. Te B. hebben weder hevige vechtpartijen plaats gehad tusschen dames met hoepelrokken, en toch gingen zij allen deftig den volgenden zondag in de kerk, doch mama met een gat in haar hoofd. Te Brielle loopen nog al voorname dames den geheelen dag door het Zuideinde om een Pruis te zien die pas uit het leger gekomen is van von Bismarck. Het is te hopen dat zij spoedig gevangen zullen worden met lymtakkeu, anders zullen zy geen geld genoeg kunnen aanhalen om hunne schoenen te doen lappen. Een landbouwer uit Steenwykerwold heeft zich dood gedronken aan karnemelk.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1