ZIER] NIEUWSBODE, 25sle Jaarg* Woensdag 5 April 1867. - i N i euwstij dingen Men abonneert zich: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QÜINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abo mi o 111 ent!s-Pi*ys: VOOR HEIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf U^O. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amcrika, franco New-York - 1,60. - 3,90. V evsch ij ut: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentie n 10 cent voor eiken regel. Zegclregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertenticn kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormïddags 10 ure. 15 in* on. it Zierikzee, lloek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingczondene Stukken, franco. Londen, 30 Maart. Volgens een telegrafisch berigt uit Falmouth, is het nu bewezen dat het schip, dat gepasseerden dingsdag op de kust van Cornish totaal is ver ongelukt, is het Ned. barkschip Jonkheer Mr. van den Wall van Puttershoek, kapt. Lammerts, te Dordrecht te huis behoorende, den 24 November des voorgaanden jnars uit Batavia en den 19 Jan. van dit jaar uit St.-Helena naar Rotterdam vertrokken met ecuc lading koffij, suiker, specerijen en tin, voor de N. H. M., doordien het diploma van ma9on van den kapitein Lammerts aan strand is gespoeld. Het schip is geheel en al opgebrokeneene groote hoeveelheid koffij is gered. Uit de verklaringen van den geredden Griekschen matroos blijkt het volgende: dat hij Giurgis BufFana heet en dat het schip van Batavia naar Rotterdam bestemd was, geladen met koffij suiker, specerijen en tin. De equipage bestond uit den kapitein, 2 stuurlieden, bootsman eu 20 man, alsmede 3 dames, 2 heeren en 1 Engelschen jongen als passagiers. Twee matrozen zijn op de reis overleden en 1 man is te St.-Helena ziek achter gebleven. Men zag Lezard 11. maandag ten 6 ure, de wind was ZZW.spoedig daarna waren wij in de Mountsbaai. Alle pogingen werden door den kapitein en de equipage in het werk gesteld, om naar buiten te werken, doch alles mislukte, en door de kracht van den storm werd het schip dingsdag ochtend ten 4 ure op de rotsen, op de zuidelijke punt van Poljcw Cove gedreven. In omstreeks 20 rai- nnten was het schip in stukken geslagen. De genoemde matroos en twee anderen waren op den kluiverboom zij sloegen er af, en terwijl de zee terug sloeg, dreef hij aan strand. Toen het schip stootte, kwamen alleh ens op het achterdek. De vrouwen schreeuw- deu verschrikkelijk. De Griek heeft haar niet zien omkomen. De lijken der 3 vrouwen, van het kind en van den heer, die zijn aangespoeld, waren allen van het schip afkomstig. Het kind is aan boord geboren. De moeder van het kind was eene Fransche, de tweede met medaillon en ketting om den hals, was eene IIol- landsche dame. De derde was eene Engclsche en scheen hare be valling nabij te zijn en had haar echtgenoot aan boord. Het lin nengoed van een der lijken van dat drietal was gemerkt K. L, 6 aan den vierden vinger van de linkerhand waren 4 gouden ringen, waaronder een, op welken, op de eene zijde waren gegraveerd de woorden Sophie Willemin, en aan de andere zijde J. Brugoot. De tweede was een ring, waarop A. B. gegraveerd was. De derde was een gedreven, die met een cachet ook open ging. De vierde was een kleine ring, met drie groene steentjes en een slotje met eeu pareltje in het midden. Om den hals van een lijk, hetwelk door den geredde gehouden werd voor dat van de Hollandsche dame, hing eene ketting, waaraan een gouden medaillon bevestigd was. Het medaillon was in den vorm van een hart, aan de eene zijde zwart geschilderd met 22 gouden puntjes; aan de andere zijde was een gedreven vergeet mij nietwaarin eene photographie van een jong heer was ingesloten. Een Engelscli dagblad over den toestand van Europa sprekende laat zich in een artikel onder het opschrift „Donkere wolken over Europa1' aldus uit: Wij zijn nu een dier kritieke tijdstippen in de geschiedenis van Europa genaderd, waarin zich de onmiskenbare teekenen voordoen van de algemeene rustverstoring, die sedert lang is voorspeld, en die wezentlijk over ons komen zal, wanneer de wijsheid der staatslieden en der rege ringen, daar niet is tegen opgewassen. Het is algemeen bekend, dat de politieke banden, die eenige jaren ge leden, hetzij dan uit sympathie of eigenbelang, de Europesclie regeringen in een soort van bondgenoot- stelsel vereenigden, tamelijk los zijn gewordenen, als een noodzakelijk gevolg vloeit daaruit voort, dat ge beurtenissen van het hoogste gewigt en beteekenis aan de beslissing van het toeval en den loop der gebeurte nissen zijn overgelaten. Maar, welke uitkomst zien wij uit dit „laissez faire, laissez passer," stelsel te gemoet? Dat niemand den vrede van Europa op zes maanden zigt zou willen koopen. De meening wordt algemeen, dat de rust der wereld niet langer dan dat tijdstip kan bewaard blijven. Naar alle waarschijnlijkheid zal het onweder in het Oosten losbarsten; maar, wie kan het mengelmoes van rassen, nationaliteiten, en geloofsbe lijdenissen, over dat gedeelte van Europa verspreid beschouwen, en dan nog hoop voeden, dat wanneer het rollen des donders daar eenmaal wordt gehoord, zijn weergalm niet heinde en ver zal worden vernomen? Het is volkomen hopeloos de staatkunde van één der groote mogendheden in dit opzigt te willen uitvorschen, behalve misschien die van Rusland, dat het bezit van Konstantinopel, met een volharding en vaste hoop beschouwt, als of die reeds inderdaad verwezentlijkt waren. Het gewone zeggen te Parijs is nu niet meer „après moi le déluge" inaar „après Fexposition vous verrez." Nooit, sedert 1815 bevond zich de algemeene vrede van Europa, in zulk een kritieken toestand als thans het geval is. Men zou zich verheugen, wanneer men de kabinetten der groote mogendheden aan het werk zag om de staatkundige electriciteit, waarmede de dampkring is beladen, schadeloos te maken; maar, wanneer het onweder losbarst, kan men slechts de blindheid der regeerders beklagen en hopen, dat wat eeuwig is, regt is. Te St.-Petersburg is dezer dagen overleden een nog al geheimzinnig persoon, wiens dood op nieuw de geruchten heeft doen ontstaan, die voor 80 of 35 jaren Europa in beweging hielden. Die persoon is zekere graaf Ligny de Luxembourgaangenomen zoon van graaf Charles de Luxembourg, tijdens de Fransche omwenteling naar Rusland uitgeweken. De nu overleden graaf zeide in het openbaar, dat hij niemand anders was dan Lodewijk XVII, en grondde zijn bewering op de bijzonderheden waaronder zijne aanneming door graaf Charles de Luxem bourg vergezeld ging. En inderdaad, toen hij 15 jaar oud was, werd hij aan zijnen pleegvader overgegeven door keizerin Josephine en mevrouw Tallien, bij eene audiëntie welke graaf Charles op Malmaison had. De overledene was niet in het bezit van eene doopacte, en droeg steeds een portret van Koningin Maria Antoinette op de borst. Hij laat een zoon na die officier bij de genie is. Liïxe28 Maart. De Courrier du Luxem bourg berigt, dat in eene vergadering van industriëlen en leden der kamer van koophandel te Luxemburg eene commissie benoemd is, met last om te overwegen, welke waarborgen gevorderd zouden moeten worden, in geval de geruchten omtrent een afstand van het groothertog dom zich bevestigden. Men is overeengekomen alleen dan te zullen handelen, wanneer het verlies der onaf hankelijkheid een voldongen feit zal blijken te zijn en om het groothertogelijk gouvernement voorloopig met het doel der vereeniging bekend te maken. Brussel, 30 Maart. De Indépendance Beige deelt een telegram uit Luxemburg medemeldende dat een officieel telegram uit 's Hage de Luxemburgsche rege ring magtigt om op de stelligste wijze alle geruchten betreffende den afsstfiml van liot Xïovtog-- cIoibi teg-en "te spi'olton. Er heerschte groote vreugde im de stad Luxemburg. Norg', 24 Maart. Als eene bijzonderheid vernemen wij van goederhand en deelen wij hier mede, dat in het naburige V. zich iemand bevindt, die sinds langen tijd lijdende was aan de hevigste rheumatiek, zoo zelfs, dat men het ergste dikwijls vreesde, en de lijderes ondragelijke pijnen leed en aan hare plaats was vast- gekluisterd. Alles werd ter genezing aangewend, zelfs cle baden der zoo doelmatige bad-inrigting te V., maar niets mogt baten. Op eenmaal wordt de raad gegeven eene insmering en inwrijviug met petroleum, en wat wonder de lijderes is binnen weinig tijds schier geheel hersteld en beweegt zich vrijelijk, als of haar niets gedeerd heeft. In hoever ook bij oudere lijders de petroleum als onfeilbaar middel ter genezing van rheumatiek mag worden aanbevolen, is ons onbekend en laten wij aan het oordeel van deskundigen over. Frederiksoord, 28 Maart. Het is eene alge meene opmerking in deze streken, dat de Friesche schapen, die door ieder huisgezin, soms tot 3 of meer gehouden worden, dit jaar bijzonder veel lammeren brengen (3 en 4- is volstrekt geene zeldzaamheid) en meest van het mannelijke geslacht. Ook hebben hier enkele schapen, meer dan andere jaren het geval was, de lammeren ontijdig geworpen, hetgeen men aan gallig heid toeschrijft, ten gevolge van liet natte jaar 1866. Zwolle, 26 Maart. In den nacht van Zaturdag op Zondag 11. heeft men voor de woning van J. Hollander te Wanneperveen die onlangs zooals wij mededeelden eene som van ongeveer ƒ2000 ontstolen werd, den ijzeren pot en geldkist waarin dat geld geborgen was, weder gevonden, inhoudende eene som van 1500,het scheen dus dat de onwettige bezitters na aftrek van de door Hollander uitgeloofde 400 het gestolene hadden terug gebragt. De justitie van dit feit kennis bekomen hebbende, begaven zich gister de Officier van Justitie, Regter van Instructie en een Griffier, benevens de Bri gadier Majoor der Rijks veld wacht naar Wanneperveen, van waar ze 's avonds zijn geretourneerd. Ten gevolge van gehoudene verhooren en in het werk gestelde huis zoekingen zijn drie inwoners van Wanneperveen gevan kelijk hier binnen gebrag. Op een hunner bestaan zware vermoedens, daar hij korten tijd na het plegen van den diefstal te Meppel eenige goederen uit de bank van leeuing gelost en andere betalingen gedaan heeft of schoon het bekend was dat hij uithoofde van den winter geene verdiensten had. Het Hof heeft gisteren een arrest gewezen, zooals het gelukkig zeer zeldzaam voortkomt, namelijk ter zake van aanranding der eerbaarheid. Een inwoner van eene der gemeenten in deze provincie, oud 24 jaren had in November jl. een aanslag tegen de eerbaarheid eener 25jarige gehuwde vrouw ondernomen, die door een op het hulpgeschrei der vrouw toegeschoten voorbijganger verijdeld werd. De vrouw wier goede naam door het voorval benadeeld werd, was genoodzaakt aan de zaak gevolg te geven. Het O. M. rekwireerde eene cellulaire gevangenisstraf van 4, het Hof veroordeelde den belager tot 12 maanden eenzame opsluiting. Leydcn, 30 Maart. Heden is alhier na verdedi ging van stellingen tot doctor in de regten bevorderd de Heer J. Schuurbeque Boeijegeboren te Zierikzee. 'sII<ïi*tog;enbosch, 29 Maart. Zekere 22jarige jonge dochter, Johanna van Kessel genaamd, was vroeger in dienst bij den landbouwer X. te Schijndel. Wegens diefstal werd zij ontslagen. Over dat ontslag wilde zij wraak nemen, en besloot het huis in brand te steken. Den daarop volgenden nacht zwierf zij rond het huis en stak bij het aanbreken van den dag een lucifer aan, en deelde het vuur mede aan de schuur, die spoedig daarop met het huis en den stal in volle vlam stond, en tengevolge waarvan eeu en ander, zoomede huisraad en vee, is vernield. De bewoners, waaronder een krank zinnige, die op den zolder sliepwaren nog in diepe rust en zijn met levensgevaar gered en wel zóó dat, toen men den krankzinnige van zijn bed verwijderd had onmiddelijk daarna zijne slaapstede nederstortte. Deze dienstmaagd stond heden voor die misdaad teregt voor het provinciaal geregtshof van Noord-Brabant, en bekende volledig hare schuld, onder opgave dat zij dit gedaan had opdat men gelooven zou dat zij tengevolge van den brand uit hare dienst was ontslagen. Het O. M. heeft de doodstraf voor haar geëischt, uit te voeren binnen de gemeente 's Hertogenboschhaar verdediger ex officio, concludeerde evenwel tot vrijspraak. Het Hof zal den 4den April hierin uitspraak doen. Mikltlenivtii-",-, 29 Maart. Het provinciaal geregts hof in Zeeland heeft heden uitspraak gedaan in de den 22 dezer behandelde en in ons noinmer van jl. Woensdag medegedeelde zaak van Fina Magdalena Kuijt, oud 22 jaren, dienstbode, laatst wonende te Oostkapelle, thans alhier gedetineerd, zijnde beschuldigd van kindermoord voor de eerste maal door de ongehuwde moeder gepleegd. Het hof heeft haar niet-schuldig verklaard aan kinder moord voor de eerste maal door de ongehuwde moeder gepleegd, doch schuldig aan doodslag, onwillig veroor zaakt door achteloosheid en gebrek aan voorzorg, en haar veroordeeld tot eene correctionele gevangenisstraf voor den tijd van twee jaren, eene geldboete van ƒ25, alsmede in de kosten, de boete bij niet-betaling te vervangen door vier dagen gevangenisstraf; met bevel tot teruggave der stukken die tot overtuiging hebben gediend aan de eigenaren of regthebbenden. Ziei'ïlk^eo1 April. De eergisteren avond te 's Hage verschenen Staats-Courant deelt mede, dat zij namens de Luxemburgsche kanselarij verzocht is ten stelligste tegen te spreken dat afstand van het groot hertogdom Luxemburg heeft plaats gevonden. Van dergelijken afstand zou slechts sprake kunnen zijn nadat ook cle onmiddelijk bij de zaak betrokken groote mogendheden zich dienaangaande verstaan hadden. De begrooting van financiën is eergisteren door de Tweede Kamer met 44 tegen 16 stemmen aangenomen. Z. K. H. de Prins van Oranje is naar Parijs ver trokken om tegewoordig te zijn bij de opening van de algemeene nijverheids-tentoonstelling, die op heden is bepaald. Hij wordt op die reis vergezeld door den commis saris des Konings in Zuid-Holland. Volgens de Amst. Ct. wordt eerstdaags een konink lijk besluit tegemoet gezien, waarbij aan leden van scherpschuttersvereenigingen, die eenigen militairen rang bekleeden en wier benoeming in dien rang aan de approbatie van Z. M. den koning wordt onderworpen, het regt van het ontvangen van militaire eerbewijzen en andere voorregten zal worden toegekend. Uit een particulier schrijven uit Batavia van 15 Februarij 11. nan de iV. li. Ct. blijkt, dat de heer S., chef der firma S. C. te Bangkok, benevens de kapitein van een Engelscli schip, tot levenslangen dwangarbeid zijn veroordeeld, omdat zij in overleg twee malen de lading van het schip verzekerd hadden, waarin niets geladen was dan ballast. De eerste stuurman is tot vijf jaar tuchthuisstraf veroordeeld. De te Leeuwarden in het tuchthuis gedetineerde van den Boef, van wien in der tijd is melding gemaakt als de vermoedelijke dader van den voor een paar jaren op een jong meisje te Dinteloord gepleegden moord, is Dingsdag van Leeuwarden naar Breda getransporteerd. Hij moet, naar wij vernemen, den moord volledig hebben bekend. Aan hot Departement van Marine is heden aan besteed: het maken van een ijzeren lichttoren en van een ijzeren lichtopstand, en het stellen van beide op de zeedijken bij de Nieuwesluis in Zeeland, alles met den aankleve van dien, een en ander ten dienste van de invoering van een nieuw stelsel van verlichting op de Wester-Schelde. Daarvoor waren 9 inschrijvings- billetten ingekomen. De minste inschrijvers waren de heeren L. J. Enthoven en C0., te 's Gravenhage, voor de som van ƒ11,384. Ociixeiig'clo berigten. Hoewel de Staats-Courant tegenspreekt, dat Luxem burg aan Frankrijk zoude verkocht zijn, blijven alle buiten laudsche dagbladen volhouden dat dit werkelijk gedaan. Alle berigten komen overeen, dat Luxemburg verkocht is voor 100 millioen franc aan den Groothertog, dat zoo wat is 250 Nederlandsche guldens per hoofd; dus een Luxemburger is meer waard, groot en klein dan een Nederlandschen os, al was hij ook geboren te Parijs. Nog zegt men, dat Maastricht zoude ver kocht zijn aan Pruissen, maar dat de kooppeningen zouden komen in de Nederlandsche schatkist, even als de verkoopsom der Schelde van Belgie. Dit is nu het geval met Luxemburg niet; die 100 millioen zijn voor den Groothertog. Naar het schijnt gaan de vorsten met landen en volken doen, zoo als de joden doen met oude kleerenoude broeken, rokken en jassen, ge kregen, gevonden of gekocht, die het meeste biedt is kooper, maar inoos in 't handje. Wanneer men de toebereidselen nagaat in alle rijken, dan zal er weder gevochten moeten worden. Zoo heeft men in Pruissen weder een geweer uitgevonden, dat voor een geheelen dag kan geladen worden en elke seconde een schot kan doen terwijl in Frankrijk eene machine als eene stoombrandspuit is uitgevonden om een onophoudelijken kogelregen te verspreiden op een verbazenden afstand. In een oogenblik moeten geheele regementen daarmede tot stukken en brokken kunnen geschoten worden. Nergens is de vrede meer bevestigd dan in de Tweede Kamer en het ministerie; alle aanvragen om geld worden toegestaan en alle daden van het ministerie worden goedgekeurd. Nu zal men dus niet meer zeggen dat er met zulk eene Vertegenwoordiging niet te regeren is. „Zoo de pot is, zoo de lepel, Zoo de klok is, zoo de klepel, Zoo de bok iszoo de geit Zoo als Kris iszoo de meid." Zingt men thans te-Waarde, nu een oude boeren-knecht in de echtschuit zal stappen met eene herberg-dame. Te Cortgene zal er nog gevochten worden tusschen eene dochter van een kersen-boer, en eene arbeiders dochter, om een bakkers-knecht in de fuik te krijgen, maar het zal niet gelukken. Om dat Willem te Axel zijn spraakdeel niet stil heeft laten leggen, heeft hij verklapt wat hij gedaan heeft. Het zemel-meisje te A. dat voornemens is binnen kort in den echt te treden, weet niet op welke wijze aan de benoodigde huisraad te geraken, en is nu voornemens om de geheele bevolking maar ter bruiloft te noodigen, in de hoop om door de bruilofsgasten prachtig ingespannen te worden. Te Rockanje hebben drie welgestelde mannen ge raadpleegd over de erfenis van een smid, en over het verdeelen van acht honderd gulden van de kleine Wup, maar zij tellen nog niet. Aldaar moest Jacobus de meisjes niet op den hol maken te Nieuwenhoorn. Een pas aangekomen tuinman te W. wordt aangeraden dat hij eene timmermans-dochter met ƒ7000 in de fuik heeft, daar het nog geen zak schavelingen zal zijn. Te Mis een gewezen menschenplager op stal gezet, en nu houdt hij zich onledig om zijne buren te plagen. Zoo heeft hij aan den heer pastoor een schrijven gerigt, dat iemand een hond heeft doodgeschopt, en dat die moordenaar onder censeur moest gelegd worden met bedreiging van eene eeuwige verdoemenisse. Doch beter zoude hij doen om zijne borgen bij de hulpbank niet voor hem te laten betalen. Eerstdaags zal te C. ten tooneele gevoerd wordenDe verrassing of de verliefde molenaar, waarbij zal gezongen worden: Mulder! doet slechts maar uw pligt, Plukt geen rozen bij het licht. Te Nieuw-Hellevoet worden de konijnen aangeraden, geen ka.beljaauw meer te gaan vangen want zij zullen met sprot tevreden moeten zijn. De vrouw van een schipper in Flakkée kan niet bestaan van ƒ40 per week, en als manlief naar Rotterdam is, dan ziet men waar het geld blijft. Baas Toon weet het wel, maar hij wilt het niet zeggen. Uit eenen brief door Ds. J. B. BAREN- BRUGH, den 15 Maart 11. naar Arnhem ver zonden over de post, is >roi*mist een Muntbiljet van ƒ10, No. 908, U. R.15 Augustus 1864, en een brief door denzelfden Heer den 22 Maart 11. over de post naar Zulphen verzonden inhoudende een Munt biljet van ƒ10, No. 805, W. F., 15 Augustus 1865, benevens eene Coupon van ƒ1,98, No. 6488, W. van Kerkhoven 1 October 1866is niet teregtge- komen. De Officier van Justitie te Zierikzee noodigt iedereen uit, die omtrent voormelde brieven of geldswaarden eenig narigt kan geven, dit te willen doen ten zijnen Parquette. P. PAULUS. Ondertrouwd Ellemeet, 30 Maart 1867. A. BROUWER en S. STEUR.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1