No. 2590.
25s,e Jaai'i»".
Zaturdag 16 Fe 1867.
Nieuwslij dingen
Ingezondene Stukken.
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE
Men. abonneert zich
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan.
A b o 1111 e in euts-Pi'ijs:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maandenf 1,30.
Franco per post. in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3.90.
V crsoli ij ïitï
Op Woensdag en Zaturdag.
Advertentiën:
10 cent voor eiken regel.
Zcgclregt voor iedere plaatsing, 85 cent.
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken, franco.
Londen, 8 Febr. In de eerste dagen van April
1866 kwam het schip Pomona te Fredenctown in
New-Brunswick aan. Men verwachtte daarmede graat
Aberdeen, die toen door het overlijden zijns vaders in
het bezit was gekomen van al diens titels en rijkdommen.
Een aantal vrienden gingen hem verwelkomen, en zoodra
het schip aan wal lag, werd dan ook de kapitein be
stormd met vragen naar zijn doorluchtigen passagier.
De kapitein evenwel begreep er geen woord van. Hy
had geen graaf gehoord of gezien. Dat gaf eene alge-
meene teleurstelling. Maar op eens bemerkte me"- eej*
matroos, die zijn plunje aan zijne kameraads wegschonk
en geld onder hen uitdeelde. Dat kon niemand anders
zijn dan graaf Aberdeen, en hij was het ook. Te
Queenstown had hij den kapitein verzocht hem aan
boord te nemen. Hij had zich aan al zijne voorwaarden
betreflende de werkzaamheden en de tucht onderworpen
en gedurende de reis volkomen als matroos geleefd,
het scheepswerk verrigt, ja zelfs de hem opgelegde
straffen ondergaan. Men kan begrijpen, dat de graaf
door sommigen van zijne vrienden hartelijk uitgelagchen
werd om zijne excentriciteit. Wie hem beter kenden,
wisten echter waarom hij het deed. Het was de eerste
keer niet, dat graaf Aberdeen in den zwaren arbeid der
minvermogenden had deel genomen; want nog kort
geleden had hij in de haven van Liverpool als sjouwerman
medegewerkt. „Hoe kunt gij, zoo verweet hein een
vriend, gij die geroepen zijt om zitting te nemen in het
Huis der Lords, u zoo vernederen? Zulk eene dwaze
handelwijze past geen man van uw verstand en strookt niet
met de hooge betrekking, die gij bekleedt."_ Het doet
my genoegen, antwoordde de graaf, dat ik een beter
besef heb van hetgeen met mijne betrekking strookt
dan gij, beste vriend. Zie mijne geboorte en het lot
hebben mij boven zoo vele millioenen begunstigd en
verheven en mij met een rang bekleed, waardoor het
welzijn van mijn land en volk aan mijn verstand en
zaakkennis wordt toevertrouwd. Alvorens nu over de
wetten, die de behoeften en de regten van het volk
regelen, te oordeelen en te redeneren, moet ik het volk
in zijn leven en bedrijf en al hetgeen het te verduren heeft,
zelf leeren kennen. Ziedaar de reden van mijn gedrag!"
Den 25sten Jan. jl. is te New-York, ten gevolge
eener van de radicale partij uitgegane oproeping, eene
zeer talrijke volksvergadering van burgers van elke
politieke kleur gehouden om het eerst door den oorlog
en nu laatstelijk door schier volslagen misgewas zoo zwaar
getroffen Zuiden te ondersteunen. Het in vele deelen
der Zuidelijke Staten heerschende gebrek werd door de
sprekers in hartroerende bijzonderheden geschetst; er
werd gewezen op een aantal sterfgevallen, aldaar door
gebrek en honger veroorzaakten er werd gezegd dat het
aantal zulke sterfgevallen groot zou worden, zoo er niet
vóór het einde van Februarij ruime en afdoende onder
stand aan de noodlijdenden wierd gezonden. Het gevoel
van broederschap met het Zuiden werd ingeroepen en
men hoorde er van de sprekers uitdrukkingen als deze
„De Zuidelijken zijn van ons bloed; zij zijn vleesch van
ons vleesch en been van ons been." Ten slotte werden
in de vergadering eene commissie van mannen en eene
van vrouwen benoemd, om overal in het Noorden giften
tot ondersteuning der noodlijdende ingezetenen van het
Zuiden in te zamelen. Deze commissien zijn uit de aanzien
lijksten van New-York zamengesteld en zij hopen minstens
een millioen dollars voor haar doel zamen te brengen.
Berlijn, 10 Febr. De predikanten te Tandflet,
Adzerballig en Oxböl in Sleeswijk, zijn in hunne bediening
geschorst, omdat zij geweigerd hebben bij de godsdienst
oefening de voorgeschreven gebeden voor het koninklijke
huis te houden.
Brussel, 11 Febr. Do dndt'/wndarice bevat eene
dépêche uit Berlijn van heden, waarin gemeld wordt,
dat het Nederlandsche gouvernement heeft verklaard
bereid te zijn de afzonderlijke operatien dor drie inge
nieurs gemakkelijk te maken.
De gemeenteraad van Brussel hoeft 5000 francs
toegestaan, om tijdens de tentoonstelling te Parijs aan
een aantal werklieden de gelegenheid te verschaften
zich derwaarts te begeven.
Maastricht, 10 Febr. Zoo als op andere plaat
sen van ons land, heeft ook hier het water eene ge
weldige hoogte bereikt, zoodat verschillende omliggende
dorpen, als Heugem, Limmel, Borghaven, Smeermaas
en meer anderen, geheel in het water liggen of niet
anders dan met vaartuigen te genaken zijn. Zoo lang
er geen drift in het water kwam, dat de overstroomde
landerijen bedekte, was de schade betrekkelijk gering;
sedert gisteren echter heeft het water zoodanige hoogte
bereikt en werd de toevoer zoo groot, dat de rivier een
zijtak heeft gevormd, die onze voorstad Wijk tot een
eiland maakt; de stroom in dien zijtak is van dien aard,
dat de kiezel, waarmede de bedding der rivier is bedekt,
in groote hoeveelheid op de geïnundeerde landerijen
wordt gestuwd en haar daardoor in de eerste jaren
hare vruchtbaarheid ontneemt.
Assen, 11 Febr. De dijk tusschen Ter-Apel
en Ruitenbroek (Planover) is reeds viermalen door
Hanoveranen doorgestoken. De daarbij geplaatste wacht
moest voor de overmagt zwichten. Men zal dus wel
genoodzaakt zijn militaire magt in te roepen, ten einde
zulks te keeren.
INTiciiwecliep, 9 Febr. Tal van ingezetenen
zag men heden op den zeedijk, den blik vestigende
op eene noodlottige plek in zee, waar vermoedelijk
heden morgen verscheidene natuurgenoten den dood in
de golven moesten vinden. Het ontbreekt waarlijk onzen
zeelieden, gewoon om de woede der zee te tarten, niet
aan menschenliefde en aan heldenmoed om de stoutste
gevaren te trotseren, maar toch was het hun onmogelijk
om terstond op het vernemen, dat er op of nabij de
Razende Bol een schip in nood verkeerde, hulp te ver-
leenen. Op dat schip, gisteren op die gevaarlijke zandbank
gestrand, bevonden zich niet minder dan 27 personen.
Het was een Amerikaansch vaartuig, de Addisson ge
naamd, van Soerabaya naar Amsterdam bestemd. Onder
de opvarenden, die bij den grooten afstand van den wal
en de hooge branding met ieder oogenblik den dood
voor oogen zagen, bevond zich de vrouw van den gezag
voerder met haar kind. Verschrikkelijk moet de toestand
zijn geweest, waarin zich die menschen gisteren avond
en gedurende den ganschen langen nacht bevonden.
Hartverscheurend is het verhaal, dat daarvan door de
thans geredden wordt gegeven. Gedurende den avond
en in het begin van den nacht gaven de schipbreukelingen
door het branden van teertonnen seinen naar den wal
het waren als krachtige roepstemmen om hulp en redding
uit dreigend doodsgevaar. Het was echter onmogelijk
de gevaarvolle plek te bereiken en in grooten angst
verbeidde men ook hier aan den wal den naderenden
morgen, om te zien of de schipbreukelingen nog in
leven waren en dan te pogen hen van een anders wissen
dood te redden.
God lof! daar begeeft zich eene der stoomsleepbooten,
de Archimedes, kapt. de Liefde, op weg naar de plaats
des onheils, met zich voerende de nieuwe reddingboot
der Noord- en Zuid-Hollandsehe Reddingmaatschappij.
Maar ach, hoe vindt men, bij het nabijkomen der onge-
lukkigen, zich teleurgesteld: het vaartuig is door de
woede der golven een weinig tijds te voren reeds uiteen
geslagen, 19 man der equipage, benevens de vrouw en
het kind des kapiteins, zijn daarbij omgekomen en slechts
zes personen worden van een wrak in de reddingboot
opgenomen en aan boord der stoomboot naar hier over-
gebragt. Een der geredden, de stuurman van het schip,
heeft een arm gebroken en wordt thans in het Marine
Hospitaal alhier verpleegd. Volgens het verhaal der
aangebragte schipbreukelingen, had de kapitein zijne
vrouw en kind aan een lijn gebonden om hen zoo goed
mogelijk tot het opdagen van redding te behouden; bij
het vallen van den mast zijn zij echter weggeslagen en
hebben met 19 schepelingen op noodlottige wijze hunnen
dood in de golven gevonden.
De namen der moedige menschenvrienden, die de
bemanning uitmaakten der reddingboot, verdienen opent-
lijke vermelding. Het zijnJan Koningstein, schipper,
J. Verberne, T. Baak, W. Baak, J. Heijkoop, W. van
der Wiele, W. Dalmeijer, P. Paans, J. Visser en A. van
Engelen. Voorzeker vinden zij in de goedkeurig van
hun eigen hart en bij de gedachte, dat zij zes hunner
medemenschen aan den dood hebben ontrukt, reeds eene
streelende belooning voor de met levensgevaar volbragte
redding.
10 Febr. Heden heeft Z. Exc. de minister van
oorlog de vestingwerken geïnspecteerd; morgen ver
trekken de beide ministers weder van hier.
11 Febr. Heden ochtend is weder een jongeling
overleden ten gevolge van het drinken van de hier
aangespoelde araktwee militairen voor wier leven men
aanvankelijk vreesde, zijn beterende even als ook enkele
particulieren. Men brengt hier nog altijd vaten arak en
tabak aan, die uit het gestrande schip Addisson zijn
aangespoeld.
's Hertoffenboseli11 Febr. Het water is
beden nacht weder 6 duim gewassen. Het ziet er buiten
de stad treurig uit, het; is water, overal water wat men
ziet. De spoorwegwerken hebben veel te lijden; de
spoordam regts van den Vughtschen weg is bijna tot
aan de rails weggeslagenop den Hinthamschen steenweg
liggen onderscheidene kolossale hoornen uitgespoeld en
staan nog een aantal, bijna geheel ontworteld, zeer
gevaarlijk; mogt het water weder zijne vorige hoogte
bereiken, dan zullen er bij den minsten storm een aantal
bezwijkenook de weg naar Ortben heeft van het water
veel te verdurenintusschen wordt door den waterstaat
ijverig gewerkt en gewaakt voor liet behoud der wegen.
Bciiimcl, 12 Febr. Ten gevolge van het nog
steeds wassende water zijn heden de dijkwachters alhier
belegd en is verboden de klokken vóór den aanvang
der godsdienstoefeningen te luiden.
In jaren heeft de waterstand de hoogte niet bereikt
als waartoe hij thans geklommen is. De meeste kelders
staan onder water, zelfs in vrij hoog gelegen gedeelten
der stad, en elke duim was breidt zich over een verbazend
uitgestrekten waterspiegel uit. De geheele Worp en de
stadsweiden staan niet alleen zóó diep onder water, dat
men met de zwaar beladen pont daarover heen vaart,
maar om naar Terwolde te komen moet men tot voorbij
de Volle hand tot aan den hoogen dijk varen en om
Twello te bereiken moet men eerst over den breeden
IJssel gezet en dan verder per roeibootjes over de stads
weide tot aan het Schol op den Wilpschen dijk gebragt
worden. Voor de landlieden en dorpsbewoners geeft dit
groote stoornis, maar ook het verkeer in de stad lijdt
daaronder geducht, wat vooral hij marktdagen blijkt,
wanneer de boeren uit Lochem en omstreken over Bathmen
naar de stad moeten komen. Intusschen blijft het
water steeds wassende en staan de lage. deelen der stad
nog immer onder water.
TJtreclit, 12 Febr. Gepasseerde week is te Lang
broek en eergisteren te Wijk bij Duurstede vergadering
van veehouders gehouden, ten einde Z. M. den koning
te bewegen, het uitgebragt rapport der commissie tot
beteugeling der veeziekte, wat het afinaken der runderen
betreft, niet als grondslag aan te nemen en alzoo het
vee niet af te maken.
Sprang, 11 Febr. Gisteren namiddag is weder
aangifte gedaan, dat bij een der veehouders dezer ge
meente de veepest was uitgebroken. Door de doeltreffende
maatregelen van den burgemeester (nu evenwel op eene
minder opzien barende wijze aangewend) heeft er op
of bij de hoeve, die midden in het dorp gelegen is, niet
alleen geene stoornis, maar zelfs niet de kleinste oploop
van volk plaats gehad.
Bralt ol, 11 Febr. Het nog steeds wassende water,
wekt groote bezorgdheid voor doorbraak of overstrooming.
Door den sterken aandrang en lievigen golfslag des
waters, hebben de dijken veel geleden. Vooral de Nieuwe
dijk, tusschen deze gemeente en Munnikenland gelegen,
is zeer beschadigd. Op sommige plaatsen is deze dijk
zelfs ter halve breedte weggeslagen, en zou ook waar
schijnlijk doorgebroken zijn, ware het niet, dat het
Dijkbestuur daartegen krachtige en doeltreffende mid
delen had doen aanwenden.
In de eerste plaats verdienen de ijverige bemoeijingen
van onzen geachten en kundigen Heer Burgemeester,
tevens Dijkgraaf, alle hulde en erkentenis, wijl Z.Ed.
Achtb., ondanks 't ontstuimige weder, op de gevaarlykste
plaatsen tegenwoordig was, om opzigt te houden, over
de werkzaamheden, die verrigt werden ter versterking
des dijks. Naardien de verschrikkelijke overstrooming
van 't jaar 1861, Brakels inwoners nog versch in 't ge
heugen ligt, heeft zich de vrees reeds van aller gemoe
deren meester gemaakt.
Delft, 11 Febr. Het adres, dat aan Z. M. den ko
ning zal worden aangeboden, volgens besluit van de
vergadering, zaturdag jl. in de gehoorzaal te Leyden
gehoudenvindt bij de landbouwers en veehouders in
den omtrek dezer gemeente bijzonder voel bijval. Naar
het zich laat aanzien, zal het van tal van handteeke-
ningen voorzien zijn.
INTenzeix, 13 Feb. Eergisteren morgen geraakte
het schip de Vrouw Pielernellaschipper W. van Well
van Ruhrort naar Gent bestemd en geladen met steen
kolen, tegen den Oostdijk alhier, doordien hetzelve door
den feilen wind de haven niet kon binnenkomen. Door
eigen krachtsinspanningals ook met behulp van de
sloep van het recherche-vaartuig no. 1onder bevel van
den visiteur R. van Meerendonkis het schip wederom
spoedig in vlot water gebragt en zonder de minste
schade^ op het kanaal gekomen en naar deszelfs be
stemming vertrokken.
Het berigt in de Neuzensche courant, als zoude
bij bovengenoemd voorval 7 menschenlevens in gevaar
verkeerd hebbenis eene onwaarheid. Een schip dat
tegen den dijk legt en waar men kan afspringendaarbij
zijn geen menschenlevens in gevaar. Het is simpel een
van die voorvallenwelke schier dagelijks voorkomen
by het binnenkomen van schepen aan eene kanaal
haven. Er wordt dan ook hier hartelijk om gelagchen
oui zulken bluf te slaanmen zal dan zoo doende al
spoedig een lange lijst van geredde menschenlevens
kunnen voorhangen, hetzij daadwerkelijk of denkbeeldig.
Zierilczee, 15 Febr. Door den kerkeraad der
herv. gemeente te Oosterland is thans tot predikant
beroepen de WelEerw. Heer J. T. F. U. Lautsthans
pred. te Yrouwepolder.
Jl. Dingsdag is in eene plegtige openbare zitting
der arrondissements-regtbank alhier de nieuw benoemde
substituut officier van justitie mr. J. G. H. R. Ketjen
geïnstalleerd.
Z. M. heeft bevorderd tot ingenieur van den wa~
terstaat 1ste klasse Jhr. A. O. van den Santheuvel, than9
2de klasse en totads.-ingen. de surnumerair D. N. Labrijn
Het Journal de Liege meldt, dat de fransclie inge
nieur, benoemd tot het onderzoek in de Schelde-kwestie,
te Luik is aangekomen en zich van daar naar 's Gra-
venhage zal begeven.
In Rotterdamsche bladen komt een artikel voor
van de jongelieden, die als timmerman naar Parijs zijn
vertrokken om aan liet tentoonstellingsgebouw werkzaam
te wezen, met vermelding van de redenen waarom zij
thans terugkeeren. Zij beweren onbillijk door den keer
Metzelaar te zijn behandeld. De hoofdreden schijnt te
wezen, dat de jongelieden voor 2 frs. 50 centimes niet
naar hun zin konden eten. Zij zijn thans teruggekeerd
en kunnen als zij bezadigde mannen geworden zijn
de herinnering genieten, dat zij de gelegenheid om Parijs
te leeren kennen hebben afgebroken, omdat zij er niet
lekker genoeg aten.
In den nacht van 9 op 10 dezer is te Hillegers-
berg, ten huize van den lieer J. D., rentenier, een be
langrijke diefstal gepleegd, bestaande in onderscheiden
juweelen, gouden, zilveren en andere voorwerpen, be
nevens bank- en muntpapier en coupons, alsmede eenige
geldspecie. Door de ijverige nasporingen van den aldaar
gestationneerden rijksveldwachter H. G. Hoppener en
den gemeente-veldwachter B. Schaay zijn de daders
ontdekt en den 12den met de ontvreemde voorwerpen
gevankelijk naar Rotterdam getransporteerd.
Wij vernemen dat het ontvreemde eene waarde van
ƒ800 a ƒ900 bedraagt.
Genu'iigdc beri^ten.
Na een langdurig uitrusten zijn de ministers toch
klaar gekomen met hunne receptjes om die aan de
Tweede Kamer voor te leggen om het welzijn der Natie
te bevorderen. Vooral zal er een millioen of 6 meerder
voor oorlog en marine worden aangevraagd dan vroeger
om een oorlog te beginnen waar geen oorlog te zien is.
Zelfs worden de mineurs en sapeurs reeds les gegeven
in de veld-telegrafie om de legerberigten naar den Haag
te seinen, en de veldtent van den koning is naar de
tentoonstelling te Parijs gezonden. Moet er dus gevoch
ten worden, dan zal dit worden gedaan zonder de veldtent
des konings. Ook zal er beter gedacht worden aan
de oude krijgers van 1813—1815, die meest dood zijn,
als zij hulpbehoevend zijn; terwijl er geen sprake is over
de oude krijgers van 1830, die zoo geweldig tegen de
Belgen hebben gevochten, en die nu meest om soep loopen
met een kruis op de borst. „Ach! moeder," zegt eene
zekere dochter te Oud-Vossemeer, „laat ik Willem weer
maar nemen, want er is toch geen ander die mij hebben
wil." Te K. is een slagter gewogen en te ligt be
vonden voor het gilde van Sint-Sebastiaanomdat hij
altijd zware wigt geeft bij het wegen van zijn vleesch.
Eene boeren-meid onder Zonnemaire moest hare laster
tong wat in toom houden, daar zij anders zal geknipt
worden; maar:
Ziet met al uw fijne streken,
Op Marinus zijn gebreken,
Want die heeft zoo vele wonden,
Als men iemand vindt in 't ronde.
Te den Bommel is een dametje zoo verheugd dat
papa den knecht weder gehuurd heeft, dat zij zegt:
Die niets waagt, die wint maar niet,
Die mij niet zoekt, die vindt mij niet,
En die niet klopt, moet blijven staan,
Want open wordt er niet gedaan.
Te B. is een boeren-zoon niet in staat zijne belan
gen bij eene dame te openbaren, en heeft dit nu op
gedragen aan zijn vader: en nu zingt men:
Een boeren-weetniet onder Stad,
Die gaarne ook een meisje had
Weet daar niet aan te raken;
Toen ging zijn goede vader heen,
En liep voor hem een blaauwe scheen
Dat hem moest wakker maken.
Nu zegt die boer: „Het kom nfe pan
„Niks waerd ik zal wel veur Arjan,
„Een andre meid opzoeken;
„Niks waerdschiet geld, Vkom nie pan,"
En hij verhaalt het aan Arjan,
Die hard begon te vloeken.
Wordt ten tooneele verwacht te T.Het vrouwen-
bestuur, met de kruik op tafel, gevolgd door bet aan
beeld en een hamer, of die het meeste werkt, heeft het
minste. Jufvrouw Pietje te H. wordt, nu zij zich
ontdaan heeft van een naaldridder, aanbevolen aan dijk-
bazen, aannemers of opzigters, maar zij moet het hoogste
gezag hebben, en de kas ook. Aldaar is de dochter
van een waard, nu verpast aan een heer zonder baard;
maar zij is content, want het is een geleerd student.
VEEZIEKTE.
Zullen de maatregelen door de Hooge Regering
als voorbehoed- of geneesmiddelden landbouwers
tegen de vernielende veeziekte aanbevolende ge-