No. 2386. Zaturdag 2 February 1867. 23s,e Jaarg. Nieuwst ij dingen low HUfcctlawh. /IIKIk/llSdll NIEUWSBODE Men abonneert zich Iu Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonii ements-Pi*ils: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf L^O. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York - 3,90. V erschynt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiên: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiên kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. bu tej 30 De strenge winter en de duurte van de eerste levens behoeften hebben in het Oostelijk deel van Londen de ellende ten toppunt doen stijgen. In ééne week zijn niet minder dan 455 personen door honger en koude omge komen. Deze verschrikkelijke toestand heeft aanleiding gegeven tot eene bijeenkomst van bankiers, groothan delaren en andere aanzienlijke personen, door den lord- mayor bijeengeroepen en waarin door hem een verslag werd gegeven van den bedroevenden staat der bewoners in het genoemd gedeelte van Londen. Het bleek uit de gedane mededeelingen, dat in ééne wijk een groot aantal werklieden, met hunne naakte en van honger stervende kinderende nachten tegen muren doorbrengendaar zij van alle huisvesting beroofd zijn. Staande de bijeen komst werd door de aanwezigen voor eene aanzienlijke som ingeschreven. De vijver te Regentspark te Londen, waar onlangs het schromelijk ongeluk plaats greep, is thans naauw- keurig doorzocht, en zijn geene verdere lijken gevonden, zoodat men nagenoeg de zekerheid heeft, dat het ongeluk tot het reeds vermelde getal van 41 dooden zal bepaald blijven. Het New-Yorksch „Journal of Commerce" deelde onlangs het volgende medeOm onzen lezer te toonen, hoe zekere onedele takken van industrie hier te lande beloond worden, nemen wij uit een hier ter stede uit komend dagblad de volgende beschrijving van de luxe mede, die de vrouw van den tot lid van het congres benoemden, „prijsvechter" Morrissey, bij een bruiloft te Troy ten toon spreidde. Zij droeg een schelkleurig, met rijke passementwerken en de fijnste zwarte kanten versierd kleed, waarover zij een prachtigen en buiten gewoon kostbaren kanten sluijer had geworpen. Heur hair was op de kundigste wijze gekapt; zij droeg een zilveren kroon op het hoofd, die met sterren, uit echte diamanten zamengesteld als bezaaid was. Haar hals was met een prachtige collier uit heerlijke koralen en diaman ten bestaande versierd. Diamanten armbanden fonkelen den aan haar polsen. Haar schoenen waren goudkleurig. In heur hairen schitterden tallooze diamanten. De edel gesteenten, die mejufvrouw Morrissey op dezen avond droeg hadden een waarde, die niet alleen grooter was dan de toiletten van alle in de kerk aanwezige dames te zamen, maar zou men daarvoor ook de kerk en het huis van den bruidegom met al de daarin zich bevindende kostbare meubelen en goederen gemakkelijk kunnen koopen. En al deze fraaijigheden waren de prijs van tallooze, door den heer Morrissey uitgedeelde vuistslagen bij „prijsvechters." De Jankezen hebben er slag van hun groote mannen te beloonen en waardige volksvertegen woordigers in het congres te kiezen. Nopens den orkaanwelke zulke verschrikkelijke verwoestingen in de baai van Napels heeft aangerigt wordt van daar het volgende gemeld, onder dagteekening van 15 dezer: „Het heugt den oudsten Napolitanen niet ooit zulk een noodweer te hebben bijgewoond. Reeds sedert verscheidene dagen woei de sirocco vrij sterk, maar zonder hevigheid, en eergisteren hadden wij, ge durende het grootste gedeelte van den dag, bijna de drooge en warme temperatuur van den zomer gehad; maar tegen den avond veranderde de wind van rigting, werd Z. O. en verkreeg, loodregt op de koopvaardij- kaven vallende, binnen weinige oogenblikken het aanzien van een waren orkaan, die bijna 80 uren zonder merke lijke tusschenpoozing geduurd heeft. Bij het aanbreken van den dag ontwaarde men de vreeselijke gevolgen meer dan 30 schepen waren gezonken of gestrand in de haven; honderde schuitjes van kustvaarders en visschers waren door den vloed weggesleurd en verdwenen; de zee was bedekt met allerhande wrakhout, dat tot in de stad werd geworpen. Onder de verongelukte schepen telt men er van verscheiden natiën: Italiaansche, Griek- sclie en Franschede meeste waren met graan geladen en kwamen uit de Zwarte zee. Vooralsnog is het onmoge lijk, het aantal dooden en het cijfer der verliezen op te geven. Men schat de aan den handel berokkende schade op 12 a 15 millioen. En niet alleen te Napels heeft de orkaan gewoed. Nog vier schepen, met graan geladen, zyn ter reede van Baja, twee te Pozzuoli en andere te Torre del Greco en te Castellamare gezonken. sPreekt men van zware schade in de tuinen der villas van Pausilipo." 27 Jan. In de Monde wordt betoogd, dat ieder gevoelt, dat gewigtige politieke kwestien aan de orde zullen worden gesteld, onder anderen de Luxem- burgsche. De val van het Duitsch-Verbond had Luxem burg moeten doen komen aan Nederland. Dit is echter met geschied, Pruissen, hetwelk vroeger, namens het Verbond, bezetting in Luxemburg had, wil die vesting niet loslaten. De Monde doet opmerken, dat Luxemburg aan de grenzen van Frankryk is gelegen, hetwelk alzoo belang heeft bij het tusschen Koning Willem III en Koning Wilhelm gerezen geschil. Het is voor Frankrijk niet onverschillig, of het aan zijne grens eene Neder- landsche of eene Pruissische vesting heeft, vooral op het oogenblik, dat Pruissen eene zoo groote uitbreiding erlangt. In Frankrijk wordt thans de proef genomen met een nieuw kanon, dat voorzien is van een aantal ge groefde loopen, welker middellijn overeenkomt met die van de gewone geweerkogels. De hoeveelheid van die loopen hangt af van het kaliber van het kanon. Zy zijn rondom de schacht geboord en zoo ingerigt dat zij, op een afstand van 600 ellen, over eene breede van 15 ellen treffen. Het geschut, bij de artillerie gewoonlijk in gebruik, kan met 16 loopen worden voorzien; elke loop wordt met twee kogels geladen. De lading geschiedt van achteren. De kanonnen moeten van geslagen ijzer en iets dikker dan gewoonlijk zyn. Almelo, 25 Jan. De landbouwende stand in deze streken is met schrik en angst vervuld op het berigt dat niet alleen in de gemeente Weerselo, maar ook in de gemeente Lonneker, de veeziekte is uitgebroken. Het is te hopen dat deze zoo zeer gevreesde ziekte zich alhier niet mag verspreiden, daar het er anders voor de landbouwers in Twenthe treurig zoude uitzien. Zuiyplieii28 Jan. Alhier is gevankelijk binnen- gebragt eene dienstmeid, die zich zelve op eene aardige wijze in handen der justitie heeft bezorgd. Zy had bij een goudsmid te Groenlo, alwaar zij diende, een paar gouden oorbellen gekocht, en den winkelier daarvoor een briefje ter hand gesteld hetwelk zij voor geldswaarde aanzag. Het duurde evenwel niet lang of men ontdekte, dat het papiertje, dat de meid uit de werkdoos van hare mevrouw had weggenomen, niets anders was dan de netjes gedrukte en onderteekende kwitantie eener brandassurantie-maatschappy. Hoe zij die domheid kon begaan, laat zich gemakkelijk begrijpen, als men weet, dat zij niet lezen kon. Naar wij vernemen, kwamen er bij nader onderzoek meer diefstallen van die brutale persoon aan het licht. Amsterdam28 Jan. Heden namiddag om streeks 1 ure trachtte alhier op de Elands-gracht bij de Baangracht eene vrouw zich het leven te benemen door in het water te springen. Daartoe zich uit hare woning begevende viel zij eerst op de straat, maar werd door voorbijgangers opgeholpen, waarna zij zich wan hopig in de gracht wierp. Ten einde in hare poging wel te slagen, hield zij den mond zoo wijd mogelijk geopend, opdat het water des te beter naar binnen mogt stroomen. Men vreest zeer voor het behoud van haar leven. Naar men mededeelt, heeft in het begin dezer week een knaap, by het schaatsenrijden op de Waal te Amsterdam, een vinger gevonden. Hij heeft daarvan onmiddelijk kennis gegeven aan het naaste bureau van policie en toen, vergezeld van een paar agenten van policie en vele menschen, zijn zonderlingen vond naar een der commissarissen gebragt. 's Gravenhag-e28 Jan. Gisteren namiddag ten circa 1 ure geraakte een paard, voor een particulier rijtuig gespannen, waarin eene dame en een aankomend meisje gezeten warenop de Bierkade alhier aan het hollen, zoodat de koetsier, ondanks alle krachtsinspanning het paard niet tot staan kon brengen. Het paard holde over de hooge brug over het Spui heen, het Spui langs de Schedeldoeksche haven op, terwijl honderde menschen schreeuwende en met angst er achter liepen, daar het zeer te vreezen was, dat het rijtuig met de beide personen en den koetsier, in de Nieuwe Haven storten zou. zoo niet de dappere Willem van den Bosch, tamboer bij onze dienstdoende schutterijwonende op de Schedel- doeks Haven alhiermoedig tegen het hollende paard was ingeloopen, de leidsels had gegrepen en met eene buitengewone kracht het paard had dwars getrokken, waardoor het in zijn loop gestuit was. Aan de leidsels hangende kreeg van den Bosch een trap van het paard op zijn been en geraakte onder het rijtuig, waardoor hij eene verwonding aan het achterhoofd bekwam, terwijl een der wielen, reeds tegen zijn rug gedrukt, hem dreigde te verpletteren, toen hij, bijgestaan door den koetsier en vele bijkomende personen, uit zijne gevaarlijke positie gered werd. Door deze onverschrokken daad heeft hij drie menschen uit een dreigend levensgevaar gered. Hij is dezelfde persoon die een paar jaren geleden mede een blijk van buitengewonen moed gaf door met levensgevaar een man van bijzondere kracht, die in krankzinnigen toestand in den Zuid-Oost-Singel was gesprongen, uit het water te halen. 's Hertogenbosch28 Jan. Zaturdag was de geheele markt in opschudding; een grijsaard van 75 jaren was in het huwelijk getreden met een meisje, dat 30 Meimaanden telde; van het stadhuis komende werd het oude-jeugdige gehuwde paar in triomf door de vergaderde menigte ontvangen en zoodanig toege juicht, dat het een goed heenkomen zocht. Mïcl«ïell>u.rgf27 Jan. Men verneemt dat dezer dagen in de opgeheven vesting Veere, door een Engelsche firma, een huis met een daar achter gelegen groot terrein is aangekocht, om daarop eene stoomfabriek van machine- rien voor Engelsche rekening te stichten. Zierikzee, 29 Jan. In het midden der afge- loopen week belette de veldwachter der gemeente Soest, A. de Jong, geheel onverzeld, met zeldzamen moed en tegenwoordigheid van geest, aan 12 runderen met 7 geleiders, onder Soesterberg den doortogt. Het hoofd der geleiders, geen vervoerbiljet kunnende vertoonen, en het vee op de Jong aandrijvende, pakte deze, de andere 6 op bevelenden toon toeroepende halt te houden, cordaat den hoofdman aan, die zich echter, na niet onbeduidende worsteling, van hem bevrijdde en het hazenpad koos. De 12 beesten door dien veldwachter, met latere hulp van zijnen collega opgebragt naar Soest, kwamen uit de gemeente Hoogland, waren de rivier de Eem overgezet en bestemd naar Zuid-Holland. Hunne geleiders worden vervolgd en de beesten zyn te Soest in beslag. Volgens een later berigt, zyn de 12 in beslagge nomen koeijen, die opgestald warenMaandag morgen verdwenenof men ze later weder magtig is geworden, wordt niet gemeld. Volgens de laatste statistiek telt de christelijk afge scheiden gereformeerde kerk in Nederland 294 gemeen ten, 200 leeraars en 90559 zielen; er zijn 77 vacante gemeenten. De Theologische school te Kampen heeft 57 studenten. In 1866 zijn 13 nieuwe kerkgebouwen gesticht. 31 Jan. Kapitein Daygezagvoerder van het schip Monarchyden 28 dezer van Foo-Chou- Foete Brouwershaven binnengekomen, rapporteert, dat hij in den morgen van dien dag ten half vier ure, een schooner heeft overzeilddoch door de duisternis niet in staat was iemand te redden. Bedoelde schooner is dus met man en muis te gronde gegaan. Aan het hulpgeroep ontdekte kapt. Day dat het eene Engelsche schooner was geweest. By beschikking van den minister van finantiën is de commies der posterijen 2de klasse J. P. van Nieuw- kuijky van het postkantoor te 's Gravenhage overgeplaatst naar het expeditie-kantoor der posteryen op den Nederl. Ryn spoorweg te Amsterdam. Te Werkendam hebben zaturdag avond eenige ongeregeldheden plaats gehad ten gevolge van eene poging van een paar maréchaussées om half beschonken jongelieden te arresteren. Bij de daaruit voortspruitende worsteling was een pistool gelost, dat een der jonge lieden in de hand trof, terwyl een voorbijganger de hagels langs de ooren vlogen. Het volk zette de ma réchaussées na, wierp de ruiten in van een huis, waarin deze eerst gevlugt waren, maar dat zij spoedig daarna schijnen verlaten te hebben. Des nachts kwam eene brigade maréchaussées uit Woudrichem en dragonders uit Sleeuwijk, en de rust is niet meer verstoort. In de uitgebreide fabriek van stoom- en andere werk tuigen der heeren Paul van Vlissingen en Dudok van Heel op het Oostenburg te Amsterdam, is den 29 Jan. 's avonds omstreeks 10% ure een geweldige brand uitgebroken, die door eene gasontploffing schijnt ontstaan te zijn. Door den feilen wind aangewakkerd, stond reeds ten 11 ure het geheele voorste gedeelte der gebouwen, de zoogenaamde >oude fabriek" door eene binnenplaats van de overige werkplaatsen afgescheiden, in lichtelaaije vlam. Er viel dan ook, hoewel van alle kanten hulp kwam opdagen en spoedig een aantal spuiten, waaronder ook de stoorabrandspuit, zich op de plaat9 van het onheil bevond, aan het behoud van dat gebouw niet te denken. Iutusschen mogt men er door buitengewone krachtinspanning in slagen, de woedende vlammen in zooverre te bedwingen, dat omstreeks middernacht de vrees begon te wijken, dat de brand ook op de verdere gebouwen in den omtrek zoude overslaan. Alle plaatselijke autoriteiten waren op het terrein van den brand aanwezig en vooral ook heeft de directie der marine zich beijverd om hulp aan te biedeu. Eene ontzettende volksmenigte was van alle zijden zaraengevloeid, om het grootsche, hoewel droevige schouwspel gade te slaan. De geheele stad was als in een vuurgloed gehuld en op sommige puuten had het gezigt van den brand een onbeschrijfelijk effect. Meer in de nabijheid was het tooneel angstwekkend, door het zich telkens opvolgend geweld van de instortende muren en vloeren, het knetteren van glasruiten, enz. Tot op verren afstand vlogen de vonken, de brandeude stukken hout en de vlammende en 9mcltènde stukken metaal. Gelukkig hebben geene andere persoonlijke ongelukken daarbij plaat9 ge had, dan dat een drietal personen ligte kwetsuren hebben ont vangen. Wanneer men weet, dat ruim 1200 werklieden in deze fabriek hun bestaan vinden, dan kan men zich een denkbeeld maken van den angst en schrik, die zich algemeen verspreidde bij het vernemen van de ramp. Intusschen hebben de heeren van Vlis singen en van Heel maatregelen genomen, om zoo weinig mogelijk stagnatie in de werkzaamheden te brengen, zoodat deze slechts één dag behoeven stil te staan eu de werklieden geenerlei verlies zullen leiden. De fabriek zelve heeft vooral geleden door het vernielen van de modellenkamer, die zich in het gebouw, waar de brand is aangekomenbevond en die vele moddellen en teekeningen bevatten, welke allen eene prooi der vlammen zyn geworden. Van hetgeen zich op het kantoor bevond is daarentegen bijna alles gered knnnen worden. Het groote voorgebouw is geheel vernield; de voorgevel stortte omstreeks 1 uur na middernacht in en nog gisteren namiddag stegen hier en daar de vlammen uit de puinboopen op. Alle verdere gebouwen zijn gespaard gebleven. Uit 's Hertogenbosch zijn 50 man dragonders, onder bevel van den ritmeester Gevers, naar Sprang vertrok ken, waar den vorigen dag de boeren geweigerd hadden hun vee af te geven om het te doen afmaken ten gevolge van de veeziekte, die op twee verschillende stallen was uitgebroken. De maréchaussées uit Waalwyk hadden vruchteloos getracht de orde te handhaven. In een ge vecht met de boeren zijn verscheidene van hen gewond. Naar men verneemt had den 14 January jl. het navolgende voorval te Leens plaats. Twee echte lieden aldaar wonende, in genoegelijk byeenzyn des avonds te huis zjjnde, zeide de man eensklaps tegen de vrouw, stil vrouw hoort gij niet breken, waarop de man zich in postuur en gewapend op schildwacht stelde om de vermeende brekers af te wachten, maar wordt hy van oogenblik tot oogenblik al beangstiger en benaauwder, de vrouw met den toestand van haar man verlegen zijnde, roept daarop de hulp van een daar voorbijgaand persoon in, maar eensklaps komt haar man uit een kast te voorschijn, loopt naar het bed en valt daar neer, om niet weer op te staan, hij was plotseling dood. Men schryft uit 's Gravenhage, dd. 27 January aan de Amst. Cour. In den gevel van het huis op de Prinsengracht alhier, tegenover de Varkenmarkt gelegen, waarin, naar men zegt, mr. Willem Bilderdijk gewoond heeft, tot op het oogenblik (in Maart 1795) waarop h^j door de toenmalige patriottische regering als hevig prinsgezinde werd uit de stad en het land gebannen zal zegt men op den verjaardag dier gebeurtenis een eenvoudig wit mar meren steen geplaatst worden ter herinnering aan den grooten dichter, die in dat huis zijn Tbn Doreid en zijn Ondergang der eerste wereld heeft ontworpen. Het Bat. Hand. bevat het volgende artikel »Dat de heer mr. P. Mijer bij zijne benoeming tot gou verneur-generaal van Nederlandsch-Indie toch gedacht heeft aan de mogelijkheid, dat zijne regering wel eens niet lang genoeg kon duren, om hem door het over te leggen kapitaal schadeloos te stellen voor het geringer pensioen 6000), dat een gouverneur-generaal geniet bij vergelijking met het aktueel pensioen van den heer Mijer 10,000), blijkt naar men ons mededeelt uit de voorwaarden, gevoegd bij het besluit zijner benoeming; daarin toch wordt bedongen, dat hijlinnen twee jaren na de aanvaarding zijner betrekking weder aftredende het volle genot behoudt van zijn als lid in den raad van Indie genoten pensioen (twee duizend gulden meer dan waarop hij aanspraak heeft. Er gaat toch niet boven voorzigtigheid' De heer T. Ravenschaw, commissaris van Orissa, heeft aan de regering in Bengalen, een verslag van den in die provincie geheerscht hebbenden hongersnood ge zonden. Nooit is zulk een hartverscheurend tafereel op gehangen. Een ambtenaar, wiens taak hem er toe leiden moet deze verschrikkelijke omstandigheden te boekstaven, berekent het verlies van menschenlevens door gebrek aan voedsel en de gevolgen van dien, van 500,000 tot 600,000 en in sommige plaatsen op der geheele be volking. Dit is nu onder de 4 millioen sterke bevolking van Orissa alleen, waar volgens de officieele verslagen nog dagelijks 150 sterfgevallen plaats hebben. De sterfte was niet minder groot in het aangrenzende district Midnapore met zijn bevolking van meer dan een half millioen zielen. In Ganjam met nagenoeg 1,000,000 zielenwas de nood betrekkelijk minder grootmaar toch sleepten hongersnood, ziekte en zwakheid, duizenden ten grave. Hetzelfde valt van Cheta Nagpore te zeggen. Wij hebben een geloofwaardig verslag van de door den hongersnood ten grave gesleepte armen in de meest geteisterde streken van Calcutta. Wanneer men nu by deze, de sterfgevallen in de andere districten van Bengalen van het eiland Saugor af tot Patna en de oevers van den Nepaul toe, voegt, dan vindt men een opgaaf van verlies van menschenlevens grooter in afgrijselijkheid en uitgebreidheid dan een der zes groote droogten in Indie in de laatste eeuw heeft aangerigt. Voor dat de worgengel zijn laatste vlugt zal genomen hebbenkan men er zeker van zyn dat het getal dooden meer dan een millioen zal bedragen. Het is erger dan de groote hongersnood die in 1838 meer dan 800,000 menschen ten grave sleepte. Voor de regtbank te Darmstadt heeft voor eenigen tijd een zonderling pleidooi plaats gehad. Een te Pfung- stadt woonachtig Israëliet, had dr. L., rabbijn te Darmstad beschuldigd, dat hij in de restauratie van Espen te Frank fort een varkensribbetje had gegeten, eene beschuldiging, die L. noopte den Israëliet wegens eerroof aan te klagen. In de eerste instantie werd de kwaadsprekerwegens zijne lasterlijke aantijging, tot eene kleine boete ver oordeeld, maar hij, met dat vonnis niet tevreden, teekende er protest tegen aan. Zoo kwam de zaak voor het hooge geregt, dat na langdurige debatten en getuigenverhoor, het eerste vonnis vernietigde en den beschuldigde vrij sprak. Vele Israëlieten woonden deze ten hoogste be langwekkende verhandelingen by, waarby drie rabbijnen als zaakkundigen fungeerden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1867 | | pagina 1