uiiiiinAtbiM'titi lUlSliWlSllöDE Zaturdag 22 December 1866. No. 2371. 23s,e Jaarg. B E R I G T. BEKENDMAKING. Openbare Verkooping. TVSSCHENSCHOOL. Nieuwstijdingen. Sro Ingezondene Stukken. Men abonneert zich: u In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Anicrika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abonnements-Prijs: voor beide uitgaven. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerika, franco New-York - 1,60. - 3,90. "V erschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentiën: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. Uithoofde van het invallende KERSFEEST zal de Nieuwsbode van Woensdag 26 December aanstaande op aanstaanden MAANDAG-AY OND worden uitgegeven. De Advertentiën kunnen ingezonden worden tot Maandag-Morgen XO ure. VEETYPHUS. De BURGEMEESTER van Zierikzee. In aanmerking nemende datblijkens de in de Staats-Courant van den 2 en 3 dezer voorkomende mededeelinghet getal Runderen die gedurende de week van den 18 tot den 24 November jl. in de pro vinciën Zuid- en Noord-Holland en Utrecht door den Veetyphus zijn aangetast, meer dan het dubbel van dat der vorige week bedraagt; en deze bovendien zich ook elders heeft uitgebreid tot verschillende plaatsendie tot nog toe zijn bevrijd gebleven dat deze meerdere uitbreiding dier gevreesde ziekte op nieuw aanleiding geeft, zooveel mogelijk, te waken, tegen het overbrengen daarvan in deze provincie, die op een enkel geval na tot nog toe van die ziekte ver schoond bleef. Maakt alle Veehouders bij vernieuwing opmerkzaam op het hooge belang van hun Vee zooveel mogelijk voor besmetting te vrijwaren, en bepaaldelijk geene hun onbekende personen daarbij toe te laten. Zierikzee, den 12 December 1866. De Burgemeester van Zierikzee B. C. CAU. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee zijn voornemens op Woensdag den 9 Januarij 1867 des middags ten Raadhuizeaan den meestbiedenden in het openbaar te VERKOOPEN, de volgende GEMEENTE-GEBOUWEN, als: 1.° de WACHTHUIZEN aan de Westpoort; 2.° het WACHTHUIS en POORTIERSWONING aan de Zuidwellepoort 3.° het WACHTHUIS aan de Npbelpoort, allen voor afbraak; alsmede 4.° het WACHTHUIS op het Bolwerk; 5.° de POORTIERSWONING bij de Zuidhavenpoort 6.° het GEBOUW, vroeger gebezigd voor Gymna sium mer de RECTORS-WONING en het achter beiden gelegen ERF, in de St.-Antonie- of Man huisstraat alhier. De voorwaarden liggen van heden af dagelijks voor gegadigden ter lezing op de Gemeente-Secretarie. Zierikzee, 14 December 1866. De Burgemeester C. J. FOKKER, Weth. I. B. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS maken bekend, dat er op de TUSSCHENSCHOOL geen plaats is voor nieuwe Leerlingen vóór 1 April 1867. Uit Warschau wordt berigt, dat aldaar eene keizerlijke ukase is afgekondigd, inhoudende dat voortaan jaarlijks op den 4 April in alle kerken van het koningrijk Polen eene godsdienstoefening met processie zal worden ge houden, ter gedachtenis aan de afwending van het gevaar waaraan de Keizer dien dag door den aanslag op zijn leven heeft bloot gestaan. Deze ukase is aan de Katholieke kerkbesturen gerigt, naar aanleiding van een voorstel, daartoe uitgegaan van de Grieksche Synode. Langs denzelfden weg wordt uit Chelm gemeld, dat aldaar eene hevige verbittering heerscht, ten gevolge der voorgenomen verandering, die ten aanzien der Ver- eenigde kerk wordt ingevoerd, om deze meer met de Russische kerk overeen te brengen. Daar de stad in staat van beleg is verklaardis elke gelegenheid tot eene demonstratie tegen dit besluit benomen. Een aantal geestelijken der Vereenigde kerk hebben daartegen een eerbiedig protest ingediend, doch met het gevolg dat zij zonder eenigen omslag deswege naar Siberie gede porteerd zijn. Daarentegen wordt uit Litthauen gemeld, dat aldaar tegenwoordig een minder streng régime heerscht, gelyk o. a. blijkt uit het feit dat niemand meer gestraft wordt we gens het gebruik der Poolsche taal op de openbare straat. In West Riding heerscht algemeene ontroering sedert men van de ramp van Barnsley vernomen heeft. De pogingen om de lijken te vinden zijn den ganschen nacht van Woensdag op Donderdag voortgezet. Voort durend werden om de mijn groote vuren onderhouden ten behoeve van de daar wachtende betrekkingen der mijnwerkers. Kloeke en schrandere lieden hadden het moeijelijk en gevaarlijk werk ondernomen, en telkens als een lyk gevonden waswerd het in de timmerloods gelegd, waar dadelijk alles heensnelde om het te her kennen. Bijna alle lijken die men vond lagen in het noordelijk gedeelte, juist het gedeelte dat gesprongen was en toen nog slechts een puinhoop vormde. Het zuidelijk gedeelte had men nog niet bezocht. Men meent dat de noodlottige strooming van die zijde heeft plaats gevonden. Uit de houding der lijken maakte men op, dat de mijnwerkers, op een of andere wijze voor het gevaar gewaarschuwd, den dood gevonden hadden terwijl zij zich naar het achtergedeelte van de mijn begaven. Donderdag ochtend ten 9 uur waren nog slechts 70 lijken gevonden en 16 a 20 levenden. Van de lijken was slechts een twaaftal herkend. Donder dag ochtend vond eene tweede ontploffing plaats waardoor de ingenieur en vijf man van hen die bezig waren de lijken te zoeken het leven verloren. Een uur later volgde een derde ontploffing, die den ventilatie- toestel vernielde. Men begreep dat de mijn in brand stond en onder water gezet zou moeten worden. Er waren 75 lijken uitgehaald, maar daarbij zou het moeten blijven. Van alle kanten zag men de jammerlijkste tooneelen van angst en vertwijfeling. Een ingenieur van Steffield en de heer Smith van Lundhill begaven zich nogmaals in de mijn, maar zij waren er geen vijf minuten of eene nieuwe ontploffing vond plaats en dikke rookwolken stegen uit de schachten op, waardoor een regen van puin naar boven werd geworpen. Men liet herhaaldelijk de kokers zakken, doch zonder dat men iemand ophaalde. Het leed geen twijfel of ook de 28 volgens anderen 37, moedige mannen die ter redding waren neêrgedaald, waren omgekomen. De reddings pogingen moesten gestaakt worden en weldra verkreeg men de overtuiging dat aan hervatten niet te denken viel. Van hen die levend zijn opgehaald zijn er reeds onder scheidene overleden. Het aantal vermisten wordt op ruim 300 geschat, want er moeten 375 man in de mijn geweest zijn op het oogenblik van de eerste ontploffing, die juist een half uur voor schafttijd plaats vond. Sedert 1797 is dit het achttiende ongeluk van dien aard in de mijnen van Yorkshire. JParijs, 17 Dec. Heden is de keizerlijke familie hier teruggekeerd. De reis der keizerin schijnt weder in het onzekere te zijn; aanvankelijk was gezegd, dat H. M. morgen zou vertrekken, doch op dit oogenblik zijn nog geenerlei aanstalten gemaakt voor haar vertrek. Intusschen hebben de ministers, die het plan tot die reis hoogelijk afkeuren, zich onderling verbonden om de verwezenlijking daarvan, zoo mogelijk te beletten. Natuurlijk is de heer de Monstier niet in dat verbond daar deze minister bij zijn gevoelen blijft, dat het ver trek der keizerin naar Rome goedkeuring, verdient. De breuk tusschen den minister van buitenlandsche zaken en zijne ambtgenooten neemt meer en meer een ernstig karakter aan. Sedert twee dagen heeft de heer de Monstier geene audiëntie verleend. In Bretagne en in Normandië verkoopen jonge meisjes en vrouwen voor een spotprijs haar hoofdhaar aan kooplieden, die met dat doel uitsluitend het land doortrekken. Oude vrouwen zelfs staan haar grijs hoofdhaar af voor een paar franken en een bonten doek, en dat wel omdat bejaarde Parijsche dames als mode grijze chignons van ongehoorde dikte zouden kunnen dragen. Dezer dagen echter heeft de prefect van Normandië een verbod uitgevaardigd tegen het verkoopen van eigen hoofdhaar. De Belgische regering heeft by de kamer van afge vaardigden de in de troonrede toegezegde wet ingediend tot afschaffing van den lijfsdwang. Ter toelichting van het voorstel zegt de minister van justitie o. a. „Het schijnt thans algemeen erkend te worden, dat het voor het belang' des handels en voor het behoud van het crediet niet noodig is, dat de persoonlijke vrijheid des schuldenaars tot onderpant voor de naleving zijner ver- bindtenissen diene. Men schijnt terug gekomen te zijn van de meeningdat gevangenzetting een regtmatig middel is, om kracht aan de verpligtiugen van particu lieren bij te zetten. Dit is buitendien eene hardheid, die niet meer met onze zeden, bij de billijke en mensch- ïievende beginselen onzer wetgeving, overeenkomt." Eene Nederlandsche maatschappij, de Société de Com merce et d1 Industriegevestigd te Amsterdam, heeft voor de regtbank van koophandel te Brussel een belangrijk proces gewonnen tegen den heer Langrand Dumonceau en diens maatschappijen. De heer Langrand is veroor deeld, om meer dan een millioen francs te betalen. In de Belgische kamer van vertegenwoordigers heeft heden een der afgevaardigden van Antwerpen den minister van buitenlansche zaken geïnterpelleerd be trekkelijk den stand van het geschil met Nederland over de afdamming der Ooster-Schelde. In het bijzonder ver langde hij te weten of de geruchten juist waren, volgens welke buitenlandsche mogendheden aangezocht zijn tot het benoemen van ingenieurs, om de zaak te onderzoeken. De minister beantwoordde deze vraag bevestigend. De overlegging van alle stukken, welke op die zaak betrekking hebben, door den interpellant verlangd, zal eerst later kunnen plaats hebben. Roermond16 Dec. Sedert eenigen tijd worden hier aanzienlijke hoeveelheden buskruid uit de vesting Maastricht langs de Maas doorgevoerd, om te Venlo ook nog meerdere duizende ponden in te laden en die naar Nijmegen en elders over te brengen. Dit staat in ver band met de aanstaande slooping der vesting Maastricht waar een zeer aanzienlijk materieel van allerlei aard aanwezig is, dat meer binnen 's lands wordt overgebragt daar die vesting, even als Venlo, op zeer korten afstand van de grenzen des rijks ligt. 9 20 Dec. Gisteren vierden twee onzer eerbiedwaardigste ingezetenen een heugelijk feest. Onze hooggeachte Wethouder C. Pape en zijne geliefde echtgenoote C. Hage smaakten het maar al te zeldzame voorregt om het feest hunner 50-jarige echtverceniging te vieren. Naauwelijks was de zon dien morgen met heerlijke pracht en als om het feestvierend echtpaar haar huldegroet te brengen, uit de kimmen verrezen, of men zag Neêrlands vlag van menige woning wapperen. Reeds vroeg was de woning der feestvierenden als opgevuld met hunne kinderen, kindskinderen, vrienden en magen, die zich allen om strijd beijverden om het eerbiedwaardige echtpaar hunne gelnkwenschingen aau te bieden. Menige aan gename verrassing viel hun dien dag ten deel. Ook des avonds verzamelden zich nog vele vrienden en bekenden in de feestelijke woning om van hunne belangstelling te doen blijken. Daaronder waren de Burgemeester, de Heer A. J. Bierens, die ook namens het Plaatselijk Bestuur de feestvierenden in hartelijke bewoor dingen gelukwenschte, de onderwijzers, de Heer Bal, geneesheer, benevens andere notabiliteiten onzer Gemeente, die alleu het hunne toebragten om den avond genoegelijk door te brengen. Lang en aangenaam bleef men bijeenmenige toast werd er op het welzijn der feestelingen gedronken, en ook menig stichtelijk lied werd aangeheven om den Hemel te danken voor Zijne onbegrensde goedheid. Doch eindelijk sloeg het scheidingsuur en ieder keerde naar zijn huis, vol van de aangenaamste her inneringen aan het genot dat hij dien dag had gesmaakt en zien smaken. Als een bewijs van de onbekrompenheid en de liefdadigheid der feesvierenden vermelden wij nog, dat ook op den dag van heden door hen aan de armen is welgedaan en aan ieder hunner eene hoeveelheid Brood en Kaas is uitgereikt. Voorwaar, wanneer een feestdag zoo besloten wordt, dan kan het niet anders of hij moet een zegenrijken invloed op hun hart en leven achterlaten. Verhoore de Heer onze wenschen dan blijve onze waardige Wethouder Pape en zijne beminde Vrouw nog lang bij 't leven gespaard tot een zegen voor zich zei ven en voor deze Gemeente. Zierikzee, 21 Dec. Wij zijn in staat gesteld te vernielden, dat bet Z. M. den Keizer van Frankrijk behaagd beeft toe te kennen: Aan Mr. W. C. de CraneZ. M. Consulair Agent alhier, de Gouden Medaille le klasse, wegens veelvul dige bewezen diensten aan Z. M. onderdanen bij schip breuk van onderscheidene Fransche Schepen op de Kusten van Schouwen. Aan G. van DuinGezagvoerder van den alhier ge- stationeerden Redding Schokker N° 2. en Schipper Joost Verspoor te Bruinisse, ieder eene Gouden Medaille, be nevens aan hunne Manschappen M. van DuinJ.b Paret, Pieter PetersJ.a Paret, C. HeijerijksL. Verspoor, A. VerspoorV. VerspoorA. Kik, en F. Ockerse, ieder eene Zilveren Medaille, ter belooning van betoonden Moed en Volharding bij het niet levensgevaar redden der bemanning van den Franschen Logger „Le Paradis" Kapt. J. Fleuron, welk schip in December 1865 op den Banj aard is verongelukt. Zierikzee21 Dec. Naar wij vernemen zal de Tweede Kamer volgens gewoonte voor kersmis op reces scheiden en niet vóór 9 February weder vergaderen. Uit Schiedam wordt gemeldTwee alhier gestatio neerde rijksambtenaren hadden buiten de gemeente een rund genaderd wegens te lage aangifte bij de slagting. Zij voerden het vleesch deze gemeente in, doch verzuim den om, volgens de plaatselijke policie-verordeningen, het vleesch alvorens te laten keuren. Het werd dien tengevolge door de policie in beslag genomen en ten voordeele der gemeente verbeurd verklaard en verkocht. Bij Laren, twee uren van Zutphen, is ten gevolge van den veelvuldigen regen, het water zeer hoog. In vele stallen staat het vee tot aan de knieën in het nat, en in sommige boerenwoningen belet de waterstand de kamers gelijkvloers te gebruiken. Van 2 tot 8 December zijn door de veeziekte aangetast: in Zuid-Holland 2511, in Utrecht 4783, in Noord-Holland 411, totaal 7705 runderen. Wij vernemen, dat de veetyphus ook weder met vernieuwde kracht te Delfshaven, by den veehouder Jacob Poot is uitgebroken. Maandag ochtend had aan het Katerveer by Zwolle het volgende ongeluk plaats. Nadat de schipper R. F Mastvarende als beurtman tusschen Amsterdam en Zutphen, zijne jonge vrouw met een bootje aan wal had gebragt, wilde hy daarmede naar het schip terugkeeren toen hij in het vaartuigje uitgleed, over boord viel en voor de oogen zijner wanhopige vrouw in de diepte verdween. Het lijk is nog niet gevonden. Gemengde berigften. Hoewel er een derde der belasting voor marine en oorlog half wordt vermorst, ziet het er toch maar slecht uit met de legerhoofden die gekweekt worden te Breda, wanneer die de Nederlandsche krijgsknechten eenmaal in het vuur moeten brengen. Op de biljard zyn zij heldenmaar in het veld zal het loopen zijn zonder omzienen daarvoor moeten bekwame onder-officieren blijven wat zij zijn. Napoleon deed anders, die zag naar geen geboorte maar naar verdiensten, en daarom had hij veldmaarschalken en generaals, waar hij won deren mede heeft verrigt, en die nog geroemd worden na hunnen dood. Te Goes is het brood weder een cent afgeslagen en kost het tarwebrood nu 17 cent, dat dus 3 cent goedkooper is dan te Zierikzee. Al» een klein babbelaartje te Rockanje begint men goed te zien, dat: Als de drank is in de man, dan is de wijs heid in de kan. Een timmermans-zoon in Flakkée moest bedenken, dat alle laster welke hij van een ander uitvent, tot zyn eigen nadeel werkt, want hy wordt nergens meer geloofd al zegt hij de waarheid. Te Oud-Vossemeer zal een zager op kwasten zyn aange boden Goesch geschenk niet aannemen; maar met een ander presentje de groote reis aannemen, en is met list in de fuik gevischt. „Het spijt my dat de verlof ganger zoo spoedig vertrokken is, want het is beter twee bakkers dan één," zegt iemand te Z.en nu zingt men Als van meer dan éénen bakker, 'tBrood zoo smak'lijk is en goed, Moet men op een anders akker, Nimmer treden met den voet. Als men and'ren heeft gewogen En bevonden veel te ligt, Moet men zelf geen kwaad gedoogen, En niet schenden deugd en pligt. Wil dus niemand toch verachten Want men moet al ligt voortaan, Spoedig ook den bal verwachten Die de schoen past trekt hem aan. Eene dame te Abbenbroek behoeft men in het ver volg niet meer bij haar naam te noemen, maar men zal haar waarschijnlijk mama kunnen noemen. Te Wieldrecht worden twee dames aangeraden zooveel bier met suiker niet te drinken bij een kastelein en daarvoor het geld leenen; ook moesten zij nalaten jonge lui te laten roepen uit de sociëteit. Een Goes juffertje moest een stukadoor zoo niet achterna loopen, anders zal zy nog varen zooals hare zuster gevaren is. - Eene vis- schers-vrouw te Middelharnis wordt verzocht zoo dikwijls niet te loopen naar Sommelsdijk, anders zal zij bij name genoemd worden. Een weduwnaar met twee anderen te Sir. worden aanbevolen zooveel onwaarheden niet uit te bazuinen van een ander, daar hunne lange ton gen zullen geknipt worden; want: Die wel zijn eigen hart doorziet, Die spot ook met een ander niet, Want wogen zij hun eigen schuld, Zij zagen nooit een anders bult. Maar beter kan een weduwnaar, Zijn handen steken in zijn haar, Dan met zijn malle zotte praat, Rustig zijn waar dat hy gaat. 'i i i i gag»—— De waarheidsliefde der Heeren F. J. van Oppen en M. Zoeterschijnt zóó zuiver te zijn dat zy in mijn schrijven, in den Zierikzeeschen Nieuwsbode van Zaturdag den 15 dezeriets kunnen lezen waarvan volstrekt geene melding is gemaakt. Het onbevooroordeeld pu bliek ziet echter gemakkelijk in dat het feit zelve daardoor niets verandert. Het is toch een uitgemaakte zaak dat de verzending per brievenpostalthans voor niet te zware pakketten, voordeeliger is dan met de Middelburgsche boot in verbinding met andere ge legenheden dewijl men in het eerste gevalvoor een gewigt van 249 wigtjesover eene uitgestrektheid van 56 uren (Maastricht tot Rotterdam) niet meer dan 40 cent port betaaldterwijl de ondergeteekende voor een pakje van 205 wigtjesdoor bovengenoemden van Oppenvoor eene regtlynige afstandbedragende

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1