ZIEitlKZEESCHE NIEUWSBODE Zaturdag 24 November 1866. 25s,c Jaarg. So. 2566. ft ft ft Nieuwstijdingen. SHwumlist. Hl IVXcii ïibonneert zich: Iu Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amcrika bij J. QUINÏUS, te Graud Rapid.. Staat Michigan. Aboiuieiiieiits-Prijs: VOOR REIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Anierika, franco New-York - 1,60. - 3,90. Vers eliij n t Op Woensdag en Zaturdag. Advcrten tien: 10 cent voor eiken regel. Zegelrcgt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dirigsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzce, Hoek van de Sehuitliaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. ff bezitter 3 ft ft i Een Duitscher geeft in een schrijven uit Nieuw-York van 26 Oct. aan cle Augsburgsche Allgemeine Zeitung eene schets van de wijze waarop de pas uit Ierland aangekomen landverhuizers te Nieuw-York met behulp van valsche papieren tot stemgeregtigde burgers ge maakt worden, en vervolgens stemmen voor de partij, welke die papieren bekostigd en verschaft heeft; immers alle partijen schijnen gebruik van dat niiddel te maken daar de eene vreest dat zij, indien zij kiescher ware, door de andere overvleugeld zou worden. De eerlijke Duitscher is verontwaardigd over cle poli tieke onzedelijkheid in Nieuw-York, en beklaagt zich over verlaging van het burgerregt, hetwelk hij zelf eerst na vijfjarig ingezetenschap en door goed gedrag heeft verworven. Een gevolg van die politieke onzedelijkheid is het, zegt hif, dat de stad Nieuw-York sinds lang gebukt gaat onder een wanbestuur zoo schromelijk en ergerlijk als nergens elders, uitgezonderd welligt in Turkye, be staat. Hij betuigt, hooge achting, ja bewondering voor liet Amerikaansche volk, doch hij voegt daarbij dat de gvoote steden der Unie, alwaar cle landverhuizing hare onreine bestanddeelen laat bezinken, enkel als afschrik kend voorbeeld kunnen strekken voor volken die zich zeiven willen leeren regeren. Veiilo, 15 Nov. Men zal zich herinneren, dat wij onlangs hebben medegedeeld, dat de heer Haffmans, ge kozen tot lid der Tweede Kamer voor het district Roer mond, hoewel eerst in Jannuarij a. s. moetende aftreden als kantonregter, door Z. M. is herbenoemd tot lcanton- regter, bij besluit van 29 Oct. Dit besluit is medegedeeld in de Staats-Courant van 1 Nov. De verkiezing had op den 30sten Oct. plaats, zoodat deze benoeming, aan de kiezers eerst is bekend geworden na cle verkiezing. De grondwet zegt, dat een lid der Kamer, een bezoldigd staatsambt aannemende, ophoudt lid der kamer te zijn. De heer Haffmans heeft clie benoeming tot kantonregter aangenomen want heden heeft hij voor de arrondis- sements-regtbank te Roermond den eed als zoodanig afgelegd. Wij vertrouwen, dat de heer Haffmans alzoo niet zal toegelaten worden als lid der Kamer. IVijmieg'eji, 19 Nov. Heden ochtend zijn van bier weder 5 jongelieden vertrokken naar Rome, ten einde in dienst te treden bij cle Pauselijke Zouaven. Arnhem, 17 Nov. Men verneemt dat verschillende gemeentebesturen in deze en andere provinciën reeds aan de hooge regering hebben te kennen gegeven, dat zij buiten staat zijn om cle van hen verlangde opgaven omtrent den landbouw, vooral wat het eerste gedeelte betreft, te doen. Sommigen verklaren daarbij dat de gemeente geene fondsen bezit om expresselijk een ambte naar te benoemen tot het doen van zoovele en velerlei opmetingen. Sclicvejiiiigren, 19 Nov. Honderden waren de zen morgen getuigen van een hartverscheurend schou-.v- spel. Ten 7 ure strandde een brik even voorbij het Gemeente-Badhuis, op Wassenaars grondgebied. Niet tegenstaande niets werd verzuimd om, hetzij met de reddingboot, die zeer spoedig op het strand gereed was, hetzij met het vuurpijlentoestel, hulp aan te brengen, mogten de onvermoeide pogingen van zoovele edele menschenvrienden niet baten; het schip stond zóó ver van de kust en de branding was zóó sterk, dat alle redding onmogelijk was. Nadat de schipbreukelingen twee uren in het want en in de masten naar redding hadden uitgezien, verbrijzelde het schip en verdween in de golven. De indruk, dien clat schouwspel te weeg bragt, laat zich niet beschrijven, en zal geen der aanwezigen ooit uit het geheugen geraken. Twee der opvarendencle kapitein (naar men meent Richard Toms genaamd) werd bewusteloos uit de zee getogen en terstond naar het Gemeente-Badhuis vervoerd. Het mogt de Heercn ge neeskundigen Dr. Mess, Spille en Oosthoek niet gelukken de levensgeesten van den ongelukkige op te wekken. Daarna werd in het badhuis opgenomen een tweede drenkeling, die, Goeie zij dank, door de hulp onzer geneeskundigen, alle hoop tot herstel geeft. Het schip schijnt te zijn The Brigantine Mary Agle. Onze wakkere burgemeester Jhr. Mr. F. G. A. Gevers Deynoot was van het begin tot het einde op de plaats des onlieils tegenwoordig. Later is de heer burgemees ter van Wassenaar ook aldaar aangekomen. Naar men verneemt was het verbrijzelde schip be mand met zes koppen: vier Engelsclien, een Finlander en een Belg. De Finlander, Alexander Golvestein ge naamd, is de geredde persoon, hij wordt in het Gemeente- Badhuis verpleegd. Ss Grx*a*venliJige, 17 Nov. Met leedwezen ver nemen wij, dat Z. K. H. Prins Frederik, Donderdag avond van het Paleis in het Noordeinde naar zijn Paleis terugkeerende, in het Heulstraatje door cle toen op de been zijnde groote menigte, tegen een daar aanwezige trottoir min of meer gedrongen, gestruikeld is over cle optrede tot den trottoir en dien ten gevolge eenegelukkig geringewoncle boven het oog en eene kneuzing aan de linkerknieschijf heeft bekomen. Ofschoon wijtot onze blijdschapmogen berigten dat dit betreurenswaardige ongeval geene ernstige ge volgen zal hebben, is Z. K. II. niettemin verpligt eenige dagen zijne appartementen te houden. In de zitting der Eerste Kamer op 20 dezer heeft de voorzitter met de volgende recle zijne betrekking aanvaard. „Mijne Ileeren zeer geachte medeleden! „Kort geleden had ik de eer bij het aanvaarden mijner betrekking als benoemd voorzitter dezer Kamer, tot u het woord te mogen rigten. „Geaarzeld heb ik, of ik dit op nieuw zoude cloen en weder van u vragen, wat ik reecis zóó dikwerf mogt ondervindenen toch mijne heeren heb ik het pligtmatig geacht vooral thans niet te zwijgen. „Te wenschen is het, dat de nu aangevangen nieuwe zitting der staten-generaal het verlangde gevolg zal op leveren eener voor het algemeen belang noodzakelijke overeenstemming en eendragtige zamenwerking der grondwettige magten, waardoor de Nationale zaak het meest kan worden bevorderd. „Wij mijne heeren zijn thans weder te zamen ge komen om ons te constituecren en om later cle werk zaamheden, die ons in den loop dezer zitting zullen worden voorgesteld, tot een gewenscht einde te helpen brengen. „Toen ik op clen 18clen Sept. jl. van deze zelfde plaats tot u sprak, dacht ik niet dat mijne pas aangevangen taak, na nog weinig te hebben verrigt, reeds zóó spoedig zoude zijn ten einde gebragt. „Sedert dien tijd hebben gewigtige gebeurtenissen plaats gehad, die op den voortgang onzer'parlementaire aangelegenheden eenen niet te verwachten invloed uit geoefend, ontbinding der Tweede Kamer en sluiting der zitting ten gevolge gehacl hebben. „Het heeft aan Z. M. onzen geöerbiedigden Koning- behaagd bij eene proclamatie, gerigt tot zijne geliefde lanclgenooten en onderdanen, al de stembevoegden op te roepen tot cle stembus, om van hunne wenschen te doen blijken. „Aan 'sKonings ernstige roepstem is thans voldaan. „Zetten wij onze beraadslagingen kalm en beraden voort en trachten wij, getrouw en wakende voor de hand having onzer grondwettige instellingen, met den anderen tak der wetgevende magt veel tot stand te brengen, wat voor het belang en welzijn van ons zoo dierbaar vader land gewenschte vruchten zal opleveren. „Zijtinij weder welwillend mijne heeren, in deze zitting. „Erkentelijk voor het door den Koning op nieuw aan mij geschonken vertrouwen, zal ik, met de beste voor nemens daartoe bezield, trachten te volbrengen, wat mij thans is opgelegd. „Moge het den Almagtige behagen mij daartoe krachtig te ondersteunen en ik hierdoor in staat worden gesteld mijn werk naar den eisch te volbrengen en alzoo te be antwoorden aan de verwachtingwaarmede Z. M. mij weder op dezen eervollen zetel heeft gelieven te plaatsen. „Ik verklaar de mij opgelegde taak te hebben aanvaard." In de zitting van 19 Nov. heeft de heer Reinders, als oudste in jaren, het presidium der Tweede Kamer op zich genomen met de volgende toespraak: „Mijne heeren Ingevolge art. 1 van het reglement van orde ben ik belast met de eervolle betrekking uwe vergadering te leiden. Ik doe zulks met schroom voor eene vergadering waarin vele achtbare en geletterde mannen zitting heb ben. Maar ik reken op uwe welwillende medewerking. Mijne heeren, het is bijkans een vijfde van eene eeuw dat een telg uit het huis van Oranje, wijlen de geliefde koning Willem II, de noodzakelijkgeid erkende van eene herziening van de destijds bestaande staatsinstelling. Wij allen, mijne heerenherinneren ons de blijde mare die opging, en cle hulde, die het nederlandsche volk aan dien vorst bragt voor zijn inzigt en krachtige mede werking aan clat werk, terwijl de nazaat nooit zal ophouden daarvoor dankbaar te zijn. Sedert eeuwen was Oranje en Nederland een; deze band is later vaster en vaster geworden en is onver breekbaar na de afkondiging van de tegenwoordige grondwet. Hulde zij ook aan onzen beminden koning Willem III gebragt, onder wiens beleid en regering zooveel goeds onder de bestaande staatsinstelling is tot stand gekomen, en wiens streven steeds is, langs grond- wettigen weg 's lands welvaart te bevorderen. Welaan clan, mijne heeren, volgen wij het hoofd van den staat, en dat ons werk getuige dat wij willen vrijgevige toepassing der grondwet in het belang van vaderland en koning!" De ingekomen geloofsbrieven zijn in handen van commissien van onderzoek gesteld. Blijkens opgave in de Staats-Courant zijn van 4 tot 10 November door de veeziekte aangetast: iu Zuid- Holland 510, in Noord-Holland 38, in Utrecht 1003, totaal 1551 runderen. "VlissSiiig-en, 18 Nov. Heden morgen is van hier verzonden een adres aan Z. M. den Koning, voorzien van honderd vier en vijftig hanclteekeningen, inhoudende verzoek om opheffing van het besluit tot opruiming van de marinewerf en het garnizoen. Tevens is aan de leden der beide kamers der staten-generaal een gedrukt exem plaar van dit adres toegezonden. Naar aanleiding van het gerucht der opheffing van cle vestingen Maastricht, Venlo, Bergen op Zoom, fort Bath en Vlissingen, kan met zekerheid gemeld worden, dat 11. Zondag bij den eerstaanwezenden ingenieur dei- genie te Vlissingen, aanschrijving van het departement van oorlog is ingekomen, dat cle fortificatiewerken dier stad tot slooping aan de landzijde met 30 April aanstaande aan het bestuur der domeinen moeten opgeleverd zijn. De heer E. II. van Leeuwenberoepen predikant bij de hervormde gemeente alhier, werd heden morgen tot de gemeente ingeleid door den heer B. Gewin, pre dikant te IJsselstein, die tot tekst zijner bevestigingsrede gekozen had II Cor. 519ó. Des avonds hield cle beves tigde eene intreêrede, naar aanleiding van Hand. IV12. Middolbiu*j>*21 Nov. Heden zijn door de commissie uit het provinciaal geregtshof in Zeeland geëxamineerd en toegelaten als canclidaat-notarissen cle heeren C. Boomte Zierikzee, jhr. S. O. de Casem- broot, te Tholen, en II. G. Hammacher, notarisklerk te Groede. De heer J. II. Gravesteinpredikant te Seroos- kerlce (Walcheren), heeft voor cle beroeping naar de gemeente te Lollum bedaukt. 15i*oii*wrei,ÊsliaAroii, 21 Nov. Volgens berigt van Scharenclijke, is aldaar aangespoeld een vrouwen borstbeeld, wit geverwd, blootshoofd, met een kam in het haar, cle regterann op de linkerborst gerigt; alsmede een klein vierkant bakje, waarop met zwarte letters staat Crimea. Het is te vermoeden, dat aldaar een schip ver ongelukt is, geladen met krenten; daar er een wrak aangespoeld is, 't zijschip met blaauwen gang en krenten aan het strand zijn gevonden. Zierikzee, 23 Nov. Z. M. heeft den heer mr. E. J. II. Borret, minister.van Justitie, bevorderd tot kommandeur der orde van den Nederiandschen Leeuw, en den heer J. Heemskerk Az.minister van binnen- landsche zaken, benoemd tot ridder dier orde. Bij de op 21 dezer gehouden verkiezing van twee leden voor de kamer van koophaudel en fabrieken alhier, waren uitgebragt 32 geldige stemmen. Hiervan verkregen cle aftredende leden de heeren II. G. Mulock Houwer en J. A. van der Halen, elk 29 stemmen, zoodat beiden zijn herkozen. In den loop der vorige week zijn te St.-Annaland zes personen door cholera aangetast, van welke 4 zijn overleden. In het geheel zijn thans aldaar 63 personen aangetast, waarvan 43 overleden, 17 hersteld en 3 in behandeling. Omtrent de gemeentelijke statistiek schrijft men aan de Arnhemsehe Courant »Werd onlangs in uw blad berigt, dat door het Departe ment van Binnenlandsche Zaken eeu model-verslag van den landbouw aan de gemeentebesturen is verzonden, ik heb sedert zulk een model-verslag gezien eu kan niet nalaten dit nader ter sprake te brengen. De ontvangst van zulk een sfuk moet zeker bij elk gemeentebestuur een hoogst onaangenamen indruk gemaakt hebben, daar daarbij opgaven gevraagd worden, zoo talrijk en zoo moeijelijk, dat het verwondering mag wekken, dat men zulk eene taak van een gemeentebestuur durft ver gen. Immers het getal bunders en onderdeden op te geven van in de gemeente liggende woeste gronden, watereu, dijken, onbelastte grondeugebouwde gronden, lustgronden, bouw-, wei- cn hooilanden, tuinen, boomgaarden, boomkweekerijen en bosschen, is niet het werk van een dag, misschien niet van eene week en toch daarmede heeft men nog slechts aan ééne bladzijde van het verslag voldaanmaar men wil ook weten specifieke opgave van de granen, handels- en voederge wassen (het bundertal en de opbrengst) tot in de geringste bijzonderheden en eene zeer uitvoerig gedetailleerde opgave van den veestapel, alsmede algemeene beschouwingen betreffende landbouw en veeteelt, zoodat het opmaken van dit verslag minstens eene geheele maand onafgebroken zal vcreischen, indien men namelijk de cijfers niet uit de lucht wil grijpen Is door zulk eene taak niet te veel gevergd van gemeente besturen, die toch reeds zoo velerlei administratieve werkzaam heden hebben Maar gemeentebesturen moeten voldoen aan hetgeen hoogere besturen van hen gelieven te vragen, antwoordt gij. Ik wil dit thans niet tegenspreken, ja ik wil het gaarne beamen, als hetgeen men verlangt binnen zekere grenzen blijft, en als men het ondoenlijke niet vordert. Ondoenlijk toch noem ik eene ware opgave van de grootte der gemeente in hare verschillende onderdcelen. Men verwijst naar de registers van het kadaster, maar men vergeet, dat die registers niet met de werkelijkheid overeeustemmen. Hoeveel staat toch op deze bekend als bouwland, dat weiland is, en omgekeerd, om niet meer te noemen. De hoeveelheden gra nen, enz. nismede de hoegrootheid van den veestapel zal niet minder bezwaar ontmoeten, daar van de verschillende laudbou- wers die opgaven zulleu behooren gevraagd te worden. Zal elk zoo welwillend zijn en zoo ja, zal elk zijne opgave over eenkomstig de waarheid en naauwkeurig doen? Elk onbevoor oordeelde zal erkennen, dat, al is de wil van de gemeentebe sturen nog zoo goed, zulk een verslag ondoenlijk is, indien het althans voor de statistiek van eenige waarde zal zijn. Men zal zich veel moeite geven, ten langen leste eenige cijfers verkrij gen, maar de ware cijfers zijn niet te geven, en welk nut kan dan zulk een verslag hebbëu Immers tneer nadeel dan nut men zal uit onjuiste cijfers ook onjuiste gevolgtrekkingen ma ken. Ik weet wel, de heeren van het bureau van statistiek zullen misschien glimlagchen en zeggen: dat is alles heel ge makkelijk. Ja, de theorie is zeer gemakkelijk, maar in de praktijk is zij onuitvoerbaar. Het zou mij niet verwonderen indien het een of ander gemeentebestuur zijne bezwaren tegen zulk een verslag inbragt en het ware wenschelijk, dat zich velen daartoe verecnigdcn, ten einde toch eens ecu eind kwaine aan de nuttelooze cn tijdroovende werkzaamheden, die met elk jaar vermeerderen. Heeft het rijk voor het bureau van statistiek opgaven, welke ook, noodig, dat het zich die op eigen kosten verschalfe, maar de gemeentebesturen en de geraeente-ainbte- naren daartoe niet bezige, als waren het zijne loontrekkende dienaren. Laat het de eommiezen op de bureaux van statistiek door het gansche land zenden, of in elke gemeente een bezol digd agent plaatsenen hebben deze dau eenige mondelinge inlichtingen of toegang tot het archief van de gemeentebesturen noodig, dit zal hun gaarne worden verstrekt maar ook zij zouden ondervinden, dat vragen gemakkelijk, maar antwoorden moeijelijk, soms onmogelijk is. Hot is waar (cn men heeft er op gewezen, opdat de gemeentebesturen niet moedeloos zouden worden) de vorige verslagen en opgaven betreffende den landbouw vervallen daar door, maar deze allen te zamen vereischteu niet het tiende gedeelte van den tijd en de moeite die het tegenwoordige zal vorderen. De overtuiging, dat het verslag niet met naauwkeurigheid te leveren is en daarom ook niet geleverd zal worden, gelijk het bij het hooge bestuur wordt bedoeld, en dus een nutteloos werk zal worden verrigt, gaf mij bovenstaande regelen in de pen. Ik weet dat zij door velen, zoo niet door allen, die zulk een verslag moeten zameustellenindien zij aan de waarheid hulde wilde doen, wordt gedeeld. Indien zij mogten te weeg brengen dat de gemeentebesturen zich betrekkelijk deze aan gelegenheid tot het Ministerie van Binnenlandsche Zak<:n wend den, ten einde van die zware, nuttelooze taak ontheven te worden, het zou mij zeer verblijden, want. het lijdt geen twijfel of een verzoek, zoo billijk en gegrond, zon ingewilligd worden." Onlangs nam de Arnhemsehe Courant eene klagt op over cle al te ijverige bemoeijingen der plattelands- politie. Een onzer correspondenten deelt daarvan eene nieuwe proeve mede, die tevens kan strekken als voor beeld van veldwachters-spelling. Wij nemen haar daar om letterlijk op. „Op vrijdag den acht en tWentigse September 1866 heb ikin mijne betrekking als Rijksveldwachter opziener der jagt en visschrij, WoonenDe teuit krachtte, mijue aan stelling Van den vijf en tWentigse februarijmij bevonde Des namiddags omstreeks een ur onder de gemeentede plaats op het Waar ik in een hereberg Was vanWaar t Wee persoonen zijn aan de deur gekoomen Welke Zijn man en vrouW deze man van deze tWee personen vraagde daar aan de huisvrouW of zij Wat totden voor hem hat deze vrouW zijde ik Heb geen totden voor uW Waarop hij antWoortde is er dan Wat., eedte overgeschootte voor ons. Deze huisvrouWzegde hem er is van de middag Geen eette overgeschootten. Waarop deze persoon antWoortde heb gij dan ook een allemoes voor mij Welke deze huis vrouW niet spoetdig een allemoes Gaf Waarop deze vrouW van deze tWee persoonen is aan de deur gekoomen en heeft daar aan de huisvrouW om een allemoes gevraagt Waarop zij beide aanhielen om een allemoes Waarop deze HuisvrouW een halve eens heeft gegeefven aan dit vrouWspersoon Waarop zij zijn beide verWijdert Waarop ik deze tWee persoonen daar heb staande geHouden en daar gevraagt of zij permiszie hadden om daar een liefde gift op te haaien Welke persoon Mij zegde dat zij geen permiszie hadde om daar een Liefdegift op te haaien de eenen persoon is genaamtendeze tWee persoonen is Man en vrouW en beiDe Ruilebuiters en Woonende de beide teDit vrouWspersoon Welke deze liefdegift heeft geGeefven is genaamen Woo nende onder de gemeentegehugt op het Wijders heb ik gemeldeenbeide Woonende onder de gemeenteaangezegt dag te onthouden en is hiervan Dit Relaas opgemaakt hetWelk ik op den eed bij den Aanvang Mijne bediening afgelegt verklaarde overeenkomstig de Waarheid te zijn opgemaakt te den Dat men rijksveldwachters aanstelt die braaf, eerlijk en ijverig zijn, is èn voor de justitie èn voor de maat schappij zeer nuttig, doch buiten en behalve die hoe danigheden, dienden zij toch ook ten minste een verbaal te kunnen maken, dat, daargelaten enkele taalfouten geen onzin is. Dat men zulk een persoon reeds vóór 8 jaren tot rijksveldwachter enz. heeft kunnen benoemen is onbegrijpelijk; toen kon hij zeker lezen noch schrijven. Z. M. heeft o. a. toegekend het eereteeken tot belooning van eervolle langdurige werkelijke dienst bij de Schutterijenaan II. J. Wijsmanmuzikant bij de Schutterij te Zierikzee.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1