lillilllliliUii No. 2552. 23ste Jaarg. i» miniiMG mum. Zaturdag 6 October 1866. Nieuwslij dingen. 31 cii abonneert zicli: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. SCIIE NIEUWSBODE Aboiinenients-Prijs: voor beide uitgaven. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco New-York- 3,90. Verschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentie n 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertenticn kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzce, Iloek van de SchuithavenB, No. 94. Brieven en Ingezondcnc Stukkenfranco. 17 87. 1 De prins-stadhouder, Willem de Vijfde, was alzoo in dat bij de "ne re<rten herstelden terwijl men daarvoor op 24 September 1787 in den Haag illumineerde, werden er te Zierikzee toebereidselen gemaakt om te plunderen. Nu zoude men gedacht hebben dat dit niet meer noodig was, maar er moest nog afgerekend worden met de patriotten, en de prinsgezinden hadden vooral de zoo genaamde zakkendragers en andere werklieden daartoe zoodanig opgeruid en gouden bergen beloofd, dat dit niet kon uitgesteld, veel minder afgesteld worden. De nieuwe schutterij nog onbewust dat het haar heden gelden moest, kwam weder onder de wapenen aan de kraan voor het huis van den commandant van Meurs met drie compagniën, terwijl eene andere compagnie (er waren er vier) de poorten had bezet. i Er kwam zooveel gejoel dat de schutters bang werden aan de poorten, die besloten zanten te trekken en hunne posten te verlaten, om zich te begeven naar de kraan bij de overige schutterij om de rust met kracht te bewaren. Het was toen 10 ure; toen kwam er berigt dat het huis van Frederik Catskapitein der eerste compagnie, op den hoek van de Venkel, waar nu de loge is, werd geplunderd. Terstond trok Cats daarheen, doch met het plunderen was nog niet begonnen, maar er was een verbazende hoop volk bijeen, gewapend met stokken, handspaken, messen, pistolen, bajonetten aan stokken gebondenenz. Eenigen van dien hoop wilden op de schutterij inbreken, en begonnen met geweren en pis tolen zoodanig te schieten, dat de kogels door hunne hoeden heen vlogen. De commandant commandeerde toen vuur F en schoot onder den hoop met dat gevolg, dat er één op de plaats dood bleef en verscheidene werden gekwetst. Terstond na de vuring stoof de menigte uiteen en de schutterij trok naar de kraan, doch die wat achteraan kwamen werden deerlijk mishandeld; zelfs werd een schutter, Leunis van der Vlieteen kleermaker, zoo goed als dood geslagen, en kreeg toen nog eenige slagen met een luiwagen, van een slagterskneclit, een en Kees Cosman. Nog heeft er uitgemunt eenen Abelsdie liep in eene smederij en haalde er een hamer uit, roepende als een wild mensch tegen eenen Bal, stads-smid: „Ik zal liet u niet doen, maar dit hamertje zal het u doenen sloeg er den man eenige malen mede voor zijn hoofd, tot dat hij zoo goed als dood was. In volheid van vreugde werd hij door een man of acht door de glazen gegooid in een huisje regt over de Venkel, en toen weder de straat op, dat zoo mooi was, dat het eenige malen moest herhaald worden. Een visschermannetje, Theewisje met de breuk genaamd, meende nog leven in hem te zien, en kwam aanloopen met een stuk van een stoel, en sloeg dien dooden man nog eenige malen op zijn hoofd, roepende: j/Nu zal hij niet ver meer loopen Aan de kraan werd er een bed opengesneden en een man in een stroopvat gedompeld, door de pluimen gerold, en zoo weggejaagd, onder een geschreeuw dat men wel een uur ver hooren kon. Toen liep men naar den toren om de klokken te luiden ten einde de boeren in de stad te krijgen, die van alle kanten kwamen toesnellen, waaronder vele zoogenaamde poepen, die zich ook al onder den hoop begaven. De nieuwe schutterij moest dan ontbonden worden, waarop door het volk werd aangedrongen om ruimer haan te hebben om de plundering aan te vangen. Door de regering werd afgekondigd, dat de nieuwe schutterij werd ontslagen, en dat de schutters hunne wapenen op het stadhuis moesten brengen. Voorts werd het. volk aangemaand tot rust, en het geschreeuw op de straten werd verboden alsmede alle zamenrottingen. j: Om de oproerigen tot bedaren te krijgen, riepen de heeren door cle ramen van 'tstadhuis„Oranje boven!" Dan op het zien van eenige patriottische regenten werd ae woede nog grooter, en de heeren zochten een goed heenkomen, dat hen onder meerdere of mindere belee- diging dan ook gelukte. Op den Dam was eene compagnie schutters gekomen om hunne wapenen op het stadhuis te brengen, doch werd op eene woeste wijze door een ontzaggelijken hoop volk aangevallen, en verdedigen was onmogelijk. De commandant dit ziende, riep: Burgershet is verloren elk redde zich zoo goed hij kan." Terstond was de vlugt algemeenvelen wierpen hunne g weren weg, anderen gooiden ze in de haven, en die konden behielden ze. loen begon de plundering onder het gelui der klokken iet spelen van het klokkenspel op den stadhuistoren, per voorwendsel om daarmede Gode eene dienst te doen. Tiet eerst werd er begonnen aan de kraanbij den 'j1 vfn en zoo verspreidde den woesten hoop i door de stadsommigen om te stelendoch de meesten om te vernielen. r ^Z0ilderheid hadden de grootste baldadigheden plaats •J e Yokelstraat, waar het huis van Cats deerlijk werd g p underd; en daar dit een zilversmids-winkel was, o eir noF al wat te stelen' n er de geplunderden behoorden de aclitingswaar- IQ C]1 73 'luizen werden geheel geplunderd, het "geheel 24 glazon ingeslag™, dus 110 in Na dat dit plunderwerk was afgeloopen kon men in de havens geen water zien van de drijvende goederen die er in gesmeten waren, terwijl de straten als met sneeuw waren bedekt met de pluimen van opengesneden bedden. Bij het zien van deze verwoesting waren er predikanten en zoogenaamde regtzinnige mannen, die openlijk zeiden „Men moet aanmerken dat de prins zijne vijanden als in een oorlog heeft overwonnen, en nu naar het regt des oor logs zóó handelen mag!" De patriotten waren dus geheel ten ondergebragt en moesten zich maar stil houden om niet op het schavot te komen, doch hun aangedanen hoon was niet vergeten, en ieder was op wraak bedacht. Dit duurde tot 1795 toen de Fransclien Nederland binnen trokken en de prins zich begaf naar Engeland. Toen zeiden de patriotten„Men kan zien dat de Heere met ons is; hij maakt de rivieren tot bruggen, waarover onze verlossers over het ijs met paarden en kanonnen tot ons kunnen komen." Dit waren de vruchten van een 15jarigen tweedragt, van 1780 tot 1795, en nog is de Natie door ondervinding niet wijs geworden, want er bestaat nog tweedragt op staatkundig gebied, die overal met den dag toeneemt. Nu hebben wij liberalen en conservatieven, die zoo eensgezind zijn als de patriotten met de prinsgezinden waren, en wat daarvan de gevolgen zullen worden, zal de tijcl moeten leeren. Boi-lijn, 30 Sept. Algemeen hoort men verzeke ren dat de vrede niet zeer lang zal duren en dat men uiterlijk in het begin van het volgende jaar het zwaard andermaal uit de schede zal trekken. Wat daarvan nu moge zijn, dit is zeker en opmerkelijk tevens, dat aan de met onbepaald verlof huiswaarts gezonden recruten en ontslagen manschappen van de landweer voor zoo ver zij ongetrouwd zijn, het volgende is te kennen ge geven, toen zij hunne regementen verlieten: „Huwt vooreerst niet, want het is zeer waarschijnlijk, dat gij over 6 a 7 maanden weder opgeroepen zult worden." Men moet daarin niet zoo zeer den voorbode van een nieuwen oorlog zien, maar wel een maatregel van voor zorg. Oostenrijk voedt een geduchten haat tegen Pruissen, dat laat zich in alles bespeurenhet brandt van verlau- gen om de smet af te wisschen, die op zijne wapenen kleeft, en het zal daartoe de eerste gelegenheid, welke zich aanbiedt, mits zij geschikt zij, met gretigheid aan grijpen. Het is derhalve eene kwestie van tijd en op portuniteit, maar hierop mogen wij staat maken, dat er eenmaal, en wel zoo spoedig doenlijk, door Oostenrijk eene poging zal gedaan worden om met Pruissen af te rekenen. Niet alleen heeft men in den Pruissisch-Oosten- rijkschen oorlog valsche leveranciers, valsche kwartier makers, valsche soldaten enz. gehad, ook valsche krijgs gevangenen hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om zich de officiers-soldij te verschaffen. Eerst later bij de uitwisseliug bleek dan, dat de personen, die men voor officieren gehouden en betaald had, niet bij het regement, waarbij zij dienden, bekend waren, of van sommigen, dat zij slechts als gemeen daarbij dienden. Toen de Pruissische vlag voor de eerste maal op het oude palcis te Hanover gehcschen werd, brak de vlaggcstok in het midden en de vlag viel in de rivier de Leine ouder luid gejubel der menigte. Er wordt onderzocht of hier ook boos opzet in het spel is geweest. Griroiiiiig^en, 27 Sept. De commissaris des ko- nings in deze provincie heeft de volgende circulaire van den minister van binnenl. zaken ter kennis van de gemeentebesturen gebragt met dringend verzoek daaraan zooveel mogelijk openbaarheid te geven: „Gelijk u bekend zal zijn, hebben zich in den jongsten tijd in enkele steden van ons land vereenigingen gevormd tot vrijwillige oefening in den wapenhandel. In zoo ver die vereenigingen zich verhooging van 's lands weer baarheid ten doel stellen, wil de regering haar daarin gaarne behulpzaam zijn. Ten blijke daarvan, heeft zij reeds maatregelen genomen, waardoor aan zoodanige vereenigingen, die zich daartoe aanmelden, het verkrijgen van kosteloos onderwijs en het gebruik der wapenen uit 's rijks magazijnen wordt toegestaanterwijl het uitzigt bestaat, dat, te beginnen met het volgende jaar, ook de benoodigde munitiën kosteloos zullen kunnen worden verstrekt. Aanvankelijk bestond er bezwaar om de onderofficieren, met het onderwijs belast, voor rekening van het rijk buiten hun garnizoen te detacheren, doch dit 'bezwaar is thans opgeheven. In gemeenten derhalve, waar ver eenigingen, als hier bedoeld, tot stand komen, van zoo danige getalsterkte en zamenstelling, dat men mettertijd gewenschte vruchten daarvan mag tegemoetzien, zullen dus ook, op 's rijks kosten, onderofficieren uit het leger als instructeurs kuunen worden gedetacheerd, aan wien dan tevens de zorg voor het onderhoud en het bewaren van de door het rijk te verstrekken wapenen enz. zal worden opgedragen. Daarentegen zullen de vereenigingen of gemeenten slechts te zorgen hebben voor eene schiet baan en een lokaal tot berging van wapenen en munitiën, zoomede voor het verstrekken van huisvesting en voeding aan de te detacheren instructeurs, tegen de van 's rijks wege daarvoor te betalen schadeloosstelling, zoo als die is vastgesteld. In dien zin zijn de bevelhebbers in dc militaire af- deelingen, aan wie derhalve de aanvragen om instructeurs en wapenen te rigten zijn, door den minister van oorlog aangeschreven." Rotterdam, 29 Sept.. Te Stormpohler, gcm. Krim pen, op den IJssel, heeft zich eergisteren dc vrouw van B. van Wameleu, door ophanging van het leven beroofd. Zij verkeerde in eenen hoogst zwangeren toestand, en schijnt uit vrees voor haren man, die haar reeds meermalen met den dood gedreigd moet hebben, die daad begaan te hebben. Toen deze te huis komende, zijne vrouw zag hangen, sloot hij, zegt men, de deur en ging naar den veldwachter. Intusschen braken de Gebroeders L. C. Boers en nog twee anderen, die voorbijkwamen, de deur open, en sneden terstond de vrouw af. Zij was reeds dood, maar nog warm, en men vond bij haar eenen brief, waarin zij de slechte handelwijze van haren echtgenoot als reden van haren zelfmoord opgaf. De justitie heeft zich reeds met de zaak gemoeid en procesverbaal van een en ander opgemaakt. INTens^en, 2 Oct. Iu cle vorige week is vau hier naar Sluis vertrokken een detachement militairen, onder bevel van den lsteu luitenant Korevaar, ter vervanging van de aldaar in garnizoen gelegen hebbende compagnie infanterie, welke naar Gelderland is verplaatst. Den 28 September jl. overleed alhier de oudste der inwoners dezer plaats, zijnde de weduwe J. Kolijn, m den ouderdom van bijna 93 jaren. "VTis»siii«-eïi28 Sept. Ten 1 ure na den mid dag, kwamen hier twee Belgische stoombooten voorbij. Het stoomjagt Ia Belgique, kapt. Hoedt, had Z. M. koning Leopold II aan boord met gevolg. De rijksgebouwen, de stads toren en de schepen waren met Nationale en Belgische vlaggen versierd. Daar het stoomjagt van den vorst geen koninklijken standaard vertoonde, werd door het geschut der wallen niet gesalueerd. Men verneemt dat koning Leopold, die te Ostende verblijf houdt, van daar zeetoertjes langs de Schelde doet, vergezeld van zijn minister van openbare werken, den heer van der Stichgelen. De heer J. Vermeerpredikant te Linschoten heeft voor het op hem uitgebragt beroep naar de Neder- duitsche hervormde gemeente alhier bedankt. 33rissenkerke, 1 Oct. Gisteren namiddag had in deze gemeente een droevig ongeluk plaats. Eenige knapen gingen zich op een korten afstand van het dorp baden. Bij het naar huis gaan bleef een hunner, een knaapje van tien jaar achter. Met het vallen van den donker ging men hem zoeken. Na lang vergeefs gezocht te hebben vond men eindelijk omtrent midder nacht zijn lijk. Middelburg'2 Oct. Voor verdere uitbreiding en verbetering van het j>ostwezen wordt op de nu in gediende staatsbegrooting ƒ38,000 meer dan voor 1866 aangevraagd. Hiervan zal thans ook Zeeland een niet onbelangrijk aandeel krijgen, daar, zoo wij wel ingelicht zijn, de kosten voor een tweeden postrit tussclien Middel burg en Bergen-op-Zoom op ƒ7000 berekend zijn Men verneemt dat het voornemen bestaat om in het aanstaande voorjaar nabij deze gemeente een aan vang te maken met de werkzaamheden van den spoorweg, sectie Sloe-Vlissingen. Nabij laatstgemelcle stad zijn reeds verscheidene perceelen onteigend, waaronder een buiten verblijf in de. nabijheid dier gemeente, dat alsnu tijdelijk voor de bureaux van de ingenieurs zal worden ingerigt. 3 Oct. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeedteraad is o. a., naar aanleiding van een ingekomen brief van den eerstaanwezenden ingenieur der staatsspoorwegen te Bergen-op-Zoom, besloten om burgemeester en wethouders te magtigen tot het maken van de noodige schikkingen tot ontruiming ter afbraak van de zoogenaamde West-Indische pakhuizen, gebruikt voor weverij en kleedingmagazijn van het garnizoen ten einde na verloop van een half jaar de werkzaam heden voor den spoorweg en het kanaal alhier, een aanvaug kunnen nemen. Zioi^ïltieee, 4 Oct. Naar wij vernemen, zal door den heer Otterspoorvroeger zendeling in Australië (doch die door middel van eene aardbeving zijne standplaats heeft moeten verlaten) in den loop dezer .maand eene rede houden in de Concertzaal alhier. Het bouwen eener nieuwe kerk, benevens het verhoogen van den toren te Zonnemaire, is thans aan genomen door den heer C. Timmermans, metselaar alhier, voor de som van ƒ25,375. Naar men verneemt, is de luit. t./z. 1ste klasse J. D. J. van der Hegge Spies benoemd tot adjudant van den nieuw benoemden gouverneur-generaal van Ned. Indië, den heer mr. Mij er. Zierikzoo, 5 Oct. Z. M. heeft den adjunct ingenieur van den rijks-telegraaf den Heer J. J. van Kerkwijk, benoemd tot Ingenieur van den rijks-telegraaf. Wij zijn geregtigd te verklaren dal deze benoe ming niet in den weg staat aan de ophanden ver kiezing van bovengenoeinden Heer van Kerkwijk lol Lid der Tweede Kamer van de Stalen-Generanl. De voordragt aan den Koning, onderteekend door al de ministers, waarbij het ministerie de ontbinding van de Kamer vraagt, luidt: Aan den Koning. De tweede Kamer der staten-generaal heeft in hare zitting van heden met 39 tegen 23 stemmen aangenomen eene motie van den afgevaardigde uit Arnhem, den heer mr. L. W. C. Keuchenius, houdende afkeuring van de gedragslijn der regering ten aanzien van de uit treding van clen minister van koloniënden heer mr. P. Mij er, als zoodanig onlangs door Uwe Majesteit eervol ontslagen, en bij hoogst deszelfs besluit van den 17 Sept. jl.no. 77, benoemd tot gouverneur-generaal van Ne- derlandsch-Indie. Door de aanneming van deze motie, welke in verband met de toelichting daarvan door den voorsteller gegeven en met de beraadslaging daarover gevoerd, niet anders kan worden beschouwd dan als eene afkeuring en be risping van de benoeming van den laatst afgetreden minister van koloniën tot Uwer Majesteits vertegenwoor diger in Nederlandsch-Indie, is de Tweede Kamer, naar ons oordeel, met overschrijding van hare grondwettige bevoegdheid, getreden op het gebied der uitvoerende magt bij den Koning berustende, en heeft zij inbreuk gemaakt op het praerogatief der kroon, waarvan de uit oefening, naar de uitdrukkelijke bepalingen der grondwet aan den Koning, als hoofd der uitvoerende magt en als opperbestuurder der koloniën, vrij en onafhankelijk van elke tussclienkomst of inmenging der staten-generaal, gewaarborgd behoort te blijven. Het is onze overtuiging, Sire! dat voor het- behoud van onze constitutionele instellingen, waardoor de banden zijn bevestigd, die sedert eeuwen tussclien.het doorluchtig stamhuis van Uwe Majesteit en het Nederlandsi he volk hebben bestaan, het vooral noodig is de onderlinge ver houding der onderscheidene staatsmagten, zooals die dooi de grondwet begrensd is, zorgvuldig te handhaven, wil men niet, dat hare eendragtige zamenwerking voor het geen het heil des vaderlands gebiedtten eenenmale verijdeld worde. Wij gelooven dan ook, dat de vertegenwoordiging die in strijd met eene getrouwe naleving der grondwet hare roeping miskent, niet meer kan geacht worden de denkwijze en den zin der natie uit te drukken, en dat er voor Uwe Najesteit, onder zulke omstandigheden, allezins redenen aanwezig zijn om, met gebruikmaking van het regt, daartoe aan het hoofd van den staat toe gekend, eene duidelijke verklaring van de natie te vragen en te erlangen. Het is tot dat einde, Siredat wij in het diep gevoeld besef der verantwoordelijkheid, die op ons rust, ons ver- pligt achten, aan Uwe Majesteit in overweging te geven, tot de ontbinding der Tweede Kamer te besluiten. Wij veroorloven ons tevens Uwer Majesteit voor te stellen om goed te vinden, dat deze voordragt van Uwer Majesteits ministersdoor hoogstdezelve goedgekeurd in de Staatscourant worde opgenomen tegelijk met het besluit tot ontbinding der Tweede Kamer. 's Gravenhage, den 27sten Sept. 1866. In n°. XXXVH der Parlementaire studiën en schetsen des heeren Groen leest men het navolgendePost Scrip tam. Zoo even verneem ik de aanneming der motie Keuchenius. Nu vooral wensch ik niet in overijling een oordeel te vellen. Evenwel er is periculum in mora. Immers er is van ontbinding der kamer spraak. Met dubbelen ernst her haal ik: „Naauwelijks is er in den constitutionnelen staat een onverantwoordeljker bedrijf dan het ligtvaardig gebruik van dit prerogatief der kroon." Is de ontbinding noodzakelijk ter handhaving van het koninklijk gezag? Dit komt mij minstens twijfelachtig voor. Zoo ja, mag dan de zorg voor het regt der kroon vereenzelvigd worden met de instandhouding (zelfs zon der eenige wijziging in personeel) van dit kabinet? Mij dunkt neen. Oud-Wassenaar28 September. De N. R. Ct. bevat een ingezonden artikel, waarin medegedeeld wordt dat de minister van finantiende heer Schimmelpenninck, op eene der tribunes voor het publiek de zitting van de tweede kamer bijwoonde, waarin het besluit tot ontbinding werd medegedeeld. De schrijver meent dat hij dit deed om het schouwspel te genieten van de ontbinding der kamer, die niet aan zijne finantiele talenten geloofde. mOp de begrooting voor het departement van oorlog zijn, volgens de memorie van toelichting, nog niet de sommen aangevraagd, welke voor de aanschaffing van beter geschut en vooral van betere geweereu zullen noodig zijn. Wanneer de thans genomen wordende proeven afgeloopen zjjn, zullen die gelden bij afzonderlijke wets ontwerpen worden aangevraagd. Ten aanzien van de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1