r TVoensdag o October 1866. 25stc Jaarg. J. J. VAN KERKWIJK Nieuw stij dingen. mi i soorten va» mag. ZlERlkZËËSCHË NIEUWSBODE Mo 11 abonneert asiel 1: lu Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerila bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Aboimeiiieiits-Prijs: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1»30. Franco per post, in Nederland-1,60. Voor Noord-Amerikafranco New-York- 3,90. "Vei-soli ij ut: Op Woensdag en Zaturdag. Adverteiitiën: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. De Tweede Kamer IGeneraal is, na sluiting ontbonden der Staten- der zitting, I Bij dit telegrafisch berigt, dd. I dezer, wenscben wij onzen lezers mede te deelen 1Wat lol ilie ontbinding aanleiding gaf; cn 2." Wal ons nu bij de op handen nieuwe ver- kiezing te doen slaat. Omstreeks vier maanden geleden trad bel tegen woordig ministerie op, en verklaarde de lieer Mijer, minister van koloniën en lijdelijk president van den ministerraad, dat dit ministerie was gekomen, vooral om liet koloniale vraagstuk op te lossen. Dc Indische begrooting werd in dc Tweede en Eerste Kamer behandeld, en herhaaldelijk verklaarde toen de beer Mijer: ik blijf bereid, om alle inlichtingen te geven ik zal mij beijverendie inlichtingen zoo spoedig mogelijk te gevenik wensch de berigten af te wachtenalvorens mijn gevoelen te vestigenenz. Wat gebeurt? Diezelfde mijnheer Mijer, die zatur dag 13 September sprak, alsof bij nog veel jaren minister zou blijven, werd dien dag of den volgen den dag op zijn verzoek eervol ontslagen en eenige uren later lot gouverneur-generaal benoemd. In zijne plaats werd de lieer Trakranen benoemd tot minis ter van koloniëneen man geheel onbekend in de KA-1 I politiek. De Statcn-Generaal hadden de Indische begrooting .££43 aangenomen, terwijl bijna al de leden den indruk had den, dat de lieer Mijer minister zou blijven. Groot was de verontwaardiging, dat men de vertegenwoordigers van liet Neilerlandscbe volk als bet ware bad ge fopt; dc lieer van Niernp vroeg, wat men wel den ken moest van een minister, die verklaarde alles te zullen onderzoeken, en reeds zijne koffers aan liet pakken was, om naar de Oost te gaan. De lieeren Storm van 'sGravczande en Godcfroi, niettegenstaande zij verklaarden de beginselen van dit ministerie te deelen, noemden zulks een onwaardige daad. Men wees er op, dat eene benoeming van gouverneur- generaal is eene politieke daad; dat de ministers een voordragt voor die benoeming aan den Koning moe ten doen, en dat zij door die voordragt medepligtig waren aan bet foppen der Kamer. Niet onduidelijk liet men doorschemerendat men overtuigd was dat reeds sinds lang liet plan bad bestaan, 0111 den lieer Mijer naar de Oost te zenden, hoewel deze zijne redevoeringen zoodanig inkleedde, dat men daaruit bet tegendeel moest opmaken. Wij gunnen den beer Mijer, bel groote traetemënt als gouverneur- generaal, waarvan bij jaarlijks gemakkelijk een ton kan overleggen, daar dit tractcment, behalve vrije woning en een aantal voordeden, 100,000 gulden 'sjaars bedraagt, maar men moet vooral als minis ter gedachtig zijndat. eerlijkheid en goede trouw in Nederland op lioogen prijs worden gesteld. Het was daaromdal de lieer Keuchenius deze motie voorstelde: »De Kamer, de gedragslijn van bet Kabinet ten opzigte van dc uittreding van den minister van koloniën, Mr. P. Mijer, afkeurende, gaat over tot de orde van den dag." De ministers bestreden deze motie en beweerden, dat daardoor dc regten der Kroon werden aange tast, omdat de Koning ieder kan benoemen, die bij wil. Deze bewering werd wedcrlegd door de op merking, dat men niets bad aan te merken op de benoeming zelve, maar wei daarop, dat de Regering legen de Kamers den schijn bad aangenomen, of de lieer Mijer nog lang minister zou iilijven, terwijl toen reeds plan bestond, 0111 hem tot gouverneur- generaal te benoemen. Dc lieer Storm van 's Grave- zande riep iedereen opdie deze handelwijze dei- Regering durfde te verdedigen; niemand deed zulks, en zelfs de vrienden van het ministerie keurden die handeling af, maar verklaarden niet voor dc motie te zullen stemmendie aangenomen werd met 39 legen 23 stemmen. In de Kamer was men, toen dc motie in stemming kwam, vrij algemeen overtuigd, dat eene ontbinding zou volgen, maar 59 van de fi2 leden teekenden liever als liet ware hun eigen doodvonnis, dan toe te laten, dat volgens hunne zienswijze liet Neder- landsche volk ontrouw zou worden aan eerlijkheid en opregthcid. Ziedaar de aanleiding; in plaats nu dat het Ministerie, hetwelk lot zoodanige motie, die, ons inziens, door elk eerlijk Nederlander moet toege juicht worden, aftrad, werd de zitting der wet gevende magt geslotenen daardoor aan de leden het mandaat ontnomen hun door de Natie toever trouwd nietzooals de Ministers gelieven aan te merkenomdat zij den Koning het regt zouden willen betwisten Sir. Mijer lot Gouverneur-Gene raal vail Ned. Indien te hebben benoemd, maar: omdat dc Tweede Kamer tegenover die Ministers, met waardige onafhankelijkheid liet standpunt hebben gehandhaafd, bun door het Nederlandsche volk zelf aangewezenomdat zij niet misleid wilden worden cn daarom sympathiseren wij volkomen niet den lieer Keuchenius, en die sympathie is liet eenige wat ons bij de ophanden verkiezing leiden kan waarom al de volksvertegenwoordigers die vóór de motie stemden bepaaldelijk met overgroote meer derheid weder herkozen worden en even zoo kiezen wij in bet district Zierikzee onzen afgevaardigde, den lieer die, en wij haasten ons het den Kiezers mede te deelen, volkomen bereid is, liet lidmaatschap bij vernieuwing te aanvaarden. Frankfort, 27 Sept. Geloofwaardige berigten ver zekeren, dat liet aantal Pruissiscke soldaten, in Bohemen en Saksen gestorven, veel aanzienlijker is dan men tot. heden geloofde. De cholera en de pest alleen hebben er 15- a 20,000 ten grave gesleept. Een Hamburger koopman die zijne betalingen had gestaakt bleef eenige dagen van de beurs. Toen hij met zijne scliuldeischers een accoord van 40 procent had ge troffen, en voor het eerst de beurs weer bezocht, trad een zijner bekenden hem te gemoet en sprakSedert ik u niet gezien heb zijt gij geer in uw voordeel ver anderd, gij ziet er waarlijk 60 procent beter uit. Ziitplien27 Sept. Men schijnt er aan te denken om onze vesting gedeeltelijk te wapenen, misschien echter alleen voor oefening der artillerie. In den hoofdwal en in de daarvoor liggende lumet aan de Nieuwstadspoort heeft de artillerie coupures gemaakt om geschut in te leggen, terwijl de stukken alsdan zoo geplaatst kunnen worden dat zij deu spoorweg naar Deventer bestrijken; naar men zegt zonden ook andere plaatsen in de wallen dergelijke coupures gemaakt en daarin geschut geplant worden. 'ss» Grayenliag'e, 28 Sept. Nadat heden ochtend ten ongeveer 9'/2 ure de ministers van buiten- en binnen- landsche zaken en die van justitie bij den heer mr. J. A. Philipse, president van de eerste kamer der staten- generaal, eene conferentie hadden gehouden hebben zij zich naar Z. M. den koning begeven, en zijn zij door Z. M. ten gehoore ontvangen. Van het paleis begaven de ministers zich naar het departement van buitenl. zaken, alwaar zij langdurig vertoefden. Ten 11 ure verlieten de ministers van justitie en van binn. zaken het depart, van buitenl. zaken en begaven zij zich wederom naar den president van de eerste kamer. Van onderscheidene kanten wordt verzekerd, dat de tweede kamer der slaten-generaal zal worden ontbonden. Men verwacht heden avond de mededeeling van het kon. besluit, daartoe strekkende, in de Staats-Courant. De commissie van de tweede kamer der staten-generaal, belast met de aanbieding van het adres aan den koning inj antwoord op de troonrede, is heden middag ten 1 ure op de gebruikelijke wijze bij Z. M. toegelaten, om zich van hare taak te kwijten. De koning heeft na de aanbieding van het adres het volgende antwoord gegeven: „Mijne heeren! Ik verzoek u aan de tweede kamer mijnen dank te willen overbrengen voor het door haar geuit verlangen, om, instemmende met de leus dei- vaderen: „Eendragt maakt magt," mijne pogingen te ondersteunen in hetgeen tot heil van ons geliefd vader land kan strekken. 29 Sept. Z. M. de Koning heeft heden met HH. Exc. de ministers van justitie en van financien een zeer langdurig onderhoud (van ongeveer 2 '/2 uur) gehad, terwijl de heeren Ministers van buiten- en binnenl. zaken, aan het departement van eerstgenoemden minister, eveneens zeer lang hebben geconfereerd. Gisteren is alhier plotseling overleden Jlir. mr. H. A. Wttwaal van Stoetwegen, lid van de tweede kamer der staten-generaal en burgemeester van Kampen. De overledene woonde eergisteren nog de zitting der kamer ten einde toe bij. De heer van Stoetwegen, tijdens de grondwets-herziening lid der dubbele kamer, heeft zich sedert van het staatkundig tooneel verwijderd gehouden, tot dat hij in Junij 11. in het hoofdkiesdistrict Zwolle gekozen werd tot lid der tweede kamer, ter vervanging van den heer Mijer. 's Gravenhage, 1 Oct. In eene vereenigde vergadering der beide Kamers is de zitting der Staten- Generaal door de tot dat einde benoemde commissie gesloten. De minister van Justitie heeft de volgende sluitingsrede uitgesproken Mijne Heeren! De overweging der constitutionele vraag, die het kabinet na de zitting der Tweede Kamer van 27 Sept. laatstleden aan de Koning onderwierp, heeft Z. M. ge leid tot het besluit om die Kamer te ontbindenvan welk besluit u mededeeling is gedaan. „Hebben wij, als verantwoordelijke raadsleden des Konings in het besef van betgeen pligt ons voorschreef tot dit besluit medegewerkt, het is niettemin met leed wezen, dat wij aan uwe pas aangevangen werkzaamheden een einde zien maken. „In naam des Konings verklaart de commissie de tegen woordige vergadering der Staten-Generaal te zijn ge sloten." Daarna wordt de ministers uitgeleide gedaan en keeren zij naar 's konings paleis terug. (De tribunes waren in beide kamers talrijk bezet.) De nieuwe verkiezingen voor leden der Tweede Kamer zullen plaats hebben op 30 Oct. en de her stemmingen op 13 Nov., terwijl de eerste bijeenkomst der nieuwe kamer op 19 Nov. a.s. bepaald is. Rotterdïim ,27 Sept. Gisteren avond omstreeks 8 Yi ure had onder de gemeente Heenvliet aan de Nieuwe- sluis het volgende ongeluk plaats. Terwijl de sjouwerman C. Bouwman en zijn zoon buiten aan het havenhoofd met eene boot waren ter assistentie van een aankomend zeeschip, geraakte de boot tusschen het hoofd en het schip beklemd, zoodat de boot verbrijzelde. Beide personen trachtten zich te redden door op den wal te springen, hetgeen den zoon gelukte; doc.li de vader, ouder en minder vlug zijnde, bereikte den wal niet, tengevolge waarvan hij tusschen het hoofd en het schip letterlijk verpletterd werd en al zoo oogenblikkelijk den geest gaf. ]NX\dddl>rii*|2r, 29 Sept. Jl. Donderdag stond voor dc arrondisseinents-regtbank alhier teregt A. Giffard, oud 32 jaren, arbeider, geboren te Arnemuiden en wouende tc Veere, beklaagd: I. van het moedwillig toebrengen van kwetsuren, waardoor ziekte of beletsel om te werken van langer dan twintig dagen is ontstaan; en 2. van het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, waardoor geen ziekte of beletsel om te werken is veroorzaakt. De beklaagde schijnt meermalen twist met zijne vrouw te hebben en zulks was ook deu 12 Augustus 11. het geval. De twist ging over iu dadelijkheden hij sloeg zijne vrouw met zijn eigen kind! Hij greep namelijk zijn dochtertje, dat 19 maanden oud is en op den grond zat te spelen, bij de bcenen en sloeg het links en regts tegen het hoofd zijner vrouw. Dientenge volge werd, volgens het proces-verbaal, het linker dijbeen van het meisje gebroken. De beklaagde evenwel beweerde dat de been breuk is ontstaan doordien zijne vrouw, toen hij haar een paar duwen gaf, hij ongeluk op het been getrapt heeft. Het openbaar ministerie vond die bewering, in verband met de verklaringen van een der getuigen, onaannemelijk, doch merkte op dat in allen gevalle de beenbreuk is ontstaan door dc schuld van den beklaagde. Laatstgenoemde bekende, dat hij zijne vrouw met het kiud geslagen heeft. Hij zeide dat hij destijds driftig was en zijn drift nog werd vermeerderd door het geschrei van het kind, hetwelk hij toen van deu grond opgenomen en tegen zijne moeder geslagen heeft. Het openbaar ministerie heeft de schuldigverklaring van den beklaagde aan de hem ten laste gelegde feilen gerequireerd, en zijne veroordecling tot gevangenisstraf voor deu tijd van twee tot vijf jaren, alsmede in eene geldboete van f S tot 100 cn in de kosten. De uitspraak is bepaald op a. s. Douderdag. Oolljiisi>laut, 28 Sept. Gisteren heeft alhier een treurige zelfmoord plaats gehad. De reeds bejaarde weduwe B. heeft zich, terwijl haar zoon en zijne vrouw op het veld werkzaam waren, zware wonden aan den buik en den hals toegebragt, zoodat hare kinderen haal bij hunne tehuiskomst, in haar bloed zwemmende, dood in het schuurtje vonden liggen. Daar zij bij hare kin deren goed werd behandeld en verzorgd, had zij, zoover bekend is, geene reden tot deze verschrikkelijke daad. Zioi'ilïsBeo, 2 Oct. De Staats-Courant van jl* Dingsdag bevat opgaven betreffende de cholera over de week van 9 tot 15 September. Zeeland: aangetast 21, zijnde 1 te Hoek, 1 te Neuzen, 1 te Oud-Vossemeer, 10 te Sint-Maartensdijk, 8 te Sint- Philipsland. Overleden 15, t. w.: 1 te Hoek, 1 te Oud- Vossemeer, 6 te Sint-Maartensdijk, 7 te Sint-Philipsland. Sedert liet begin der ziekte aangetast 275, waarvan 2 te Breskens, 3 te Bruinisse, 11 te Goes, 24 te Hoek, 1 te Cats, 5 te Kruiningen, 1 te Middelburg, 17 te Neuzen, 5 te Nieuwerkerk, 2 te Oud-Vossemeer, 23 te Philippine, 1 te Rilland, 9 te Sclierpenisse51 te Sint-Annaland 2 te Sint-Jansteen, 55 te Sint-Maartensdijk, 11 te Sint- Philipsland, 1 te Stavenisse, 6 te Tholeu, 2 te Vlissin- gen, 41 te Wemeldinge, 1 te IJzendijke en 1 te Zierikzee. Overleden 182, zijnde 1 te Breskens, 1 te Bruinisse, 3 te Goes, 13 te Hoek, 1 te Cats, 4 te Kruiningen, 1 te Mid delburg, 8 te Neuzen, 5 te Nieuwerkerk, 1 te Oud-Vosse meer, 18 te Philippine, 1 te Rilland, 8 te Scherpenisse, 40 te Sint-Annalaöd2 te Sint-Jansteen32 te Sint- Maartensdijk, 10 te Sint-Philipsland, 1 te Stavenisse, 5 te Tholen, 1 te Vlissingen, 24 te Wemeldinge, 1 te IJzen dijke en 1 te Zierikzee. De Haagsclie correspondent van den Antwerpschen Précurseur deelt uit een brief van een zijner vrienden, die voor eenige dagen ooggetuige was van de ontvangst, aan prins Hendrik der Nederlanden, bij zijne aankomst in Luxemburg, te beurt gevallen, het volgende mede: „Nooit zag ik hier zulk eene geestdrift heersclien. De gansche bevolking der hoofdstad was op het punt bij eengestroomd, waar de vorstelijke reizigers den spoor weg zouden verlaten om zich naar het kasteel van Berg te begeven. Het schijnsel van lionderde flambouwen verhoogde nog het indrukwekkende schouwspel, dat de talrijke schaar opleverde, die op het oogenblik, waar op de trein stilhield, eenstemmig het Wien Neerlands bloed aanhief. Toen het doorluchtige paar uit den trein stapte, weergalmden de kreten: Leve de groothertog! Leve de prins! Leve de princes! verscheidene minuten lang, door de lucht. Met stilzwijgen ga ik voorbij de aanbieding van een monster-bouquet, den bloemenregen, die over den stadhouder en zijne gemalin, gedurende den gauschen weg, dien zij hadden af te leggen, werd uitgestort, en de toespraken, die over en weêr gehouden en door de menigte levendig toegejuicht werden. Tegen morgen ziet men nieuwe manifestatien te gemoet, daal de prins voornemens is, alsdan de hoofdstad te bezoeken. Ik beveel deze feiten in de bijzondere aandacht der Kölnische Zeitung aan, die den groothertog den raad geeft, zijne onderdanen aan het noordduitsch bondgenootschap, d. i. aan Pruissen, af te staan, indien hij niet wil, dat de bevolking, „die niets vuriger wenscht dan deel van dit nieuwe verhond uit te maken" zich werpe in de armen van Belgie!" Op 5 Oct. a. s. zullen de miliciens der ligting 1866 met onbepaald verlof naar hunne haardsteden worden gezonden, die op 1 April a. s. niet onder de wapenen behoeven op te komen. Aan de Middelb. Cl. wordt uit 's Hage geschreven, dat de Heer Mr. P. Mijer, benoemd gouverneur-generaal van Ned. Indie, reeds ƒ60,000 voorschot en ƒ33,000 voor uitrusting heeft ontvangen. Uit Rotterdam meldt men, dat de Heer Mijer gis teren reeds voor zich en zijn gevolg, aldaar heeft plaats genomen voor (ie O verlandmail van 19 Nov. a. s. Men schrijft uit Leiden dat jl. Vrijdag-avond, na het bekend worden van den uitslag der stemming over de motie Keuchenius in de tweede kamer, een groot aantal studenten zich naar de woning van dien afge vaardigde hebben begeven, om hem als blijk hunner onverdeelde sympathie voor zijne houding in deze aangelegenheid eene serenade aan te bieden. De heer Keuchenius bedankte voor deze hulde en gaf te kennen, dat hij in deze slechts zijn pligt als volksvertegenwoor diger had betracht. Thans circuleert alhier onder de studenten een adres van sympathie voor de waardige houding, door den heer Keuchenius in de zitting dei- tweede kamer van 26 en 27 September aangenomen. Dit adres is reeds van vele handteekeningen voorzien. Volgens een ontvangen berigt per overlandmail meldt de kapt. Hoogenstraaten, van de clipper Willem Poolmandat hij met eene goede gelegenheid den 22 April 11. van Brouwershaven vertrok, in 2'/2 dag het Kanaal uit was en na 49 dagen de Kaap passeerde, zonder bijzondere onheilen te ontmoeten dan eenig storm weder op de gronden. Op den 21 sten Junij 11. op 41° Z. B. en 49° O. L. werd het schip door een zwaren orkaan beloopen en lag men hij, vóór het voor- en groot-ondermarszeil, om het schip steun te geven. Het werkte vreeselijk wegens de hooge zee; des nachts scheurden de onder marszeilen, en was de gezagvoerder verpligt om de digtgereefde boven-marszeilen bij te zetten. De wind met zware orkaanvlagen toenemende, woei tegen 6'/, ure de voortop over boord, ongeveer een half uur later de groote top, en eindelijk de kruistop. Het was een verschrikkelijk oogenblik; daar lag de Willem Poolman geheel van tuig beroofd, met enkele kale ondermasten. Aller verwachting om de reis, wat zeker had kunnen plaats hebben, in 80 dagen te volbrengen, was alzoo in eens verijdeld. De ijzeren groote en fokkera's braken aan stukken, verbrijzelden liet koeijenhok en sloegen de koe dood, de boegspriet werd gekraakt en de dekken werden zwaar beschadigd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1