ZIERIKZEËSCHË \IEl\VSROIIE No. 2550. Zaturdag 29 September 1866. 25sle Jaarg. igten. ie Zier ik zee, !TP\1 Schouwen dorpen in and met de ordt. n den vol- ÏO O ent worden Rotter- ïarktprijzen zen van de ide de markt geleverd Men lbo 11 neert zich In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUSte Grand Rapids, Staat Michigan. Aboiiiiements-Pri)s: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1,30. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerika, franco New-York - 1,60. - 3,90. "Ver.scliij ut: Op Woensdag en Zaturdag. Advcrteiitiën: 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzcc, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. h voor niet het nut e» etende GE- i 'dden en de daar- ZÖ bewezen 1 uitkomsten GEZOND- te danken, el daaraan' ,T°^®rSegaai]; ILOEM aan- zulke op- hij, aan niet 'e GEZOND- en verkrijgbaar uttjg zijn. bestand- oene smake- zij 0p 9 is zeer ge- "W.-ilti.-,, «i-stanu. A,-,-. slechte er >»a«g. ':l en en verdragen, nd en herstel, geene moeite >r verzending it m blikken elegd. van een van uaauwkeurig j nt in de na- de pro-m voor de pro •bosch. 0 way. •Men geneesmiddcleo adelijk al de tol etlust herstellen, door daar- he lucht en een ot dien toestandj le teerste gestel- Ie verwondering hebben zij der wereld. als volgt: ^,13,50 ƒ20,50,1 •13,85 - 20,95.1 >men by den heer 3n heer B. ran A TM AN HoofJ- LondenStrand 80 Mui* N i euwstij d in gen BerlUii, 23 Sept. De toast, dien de Koning van [pruissen Vrijdag bij het diner in het paleis heeft uit gesproken, luidt aldus: „Mijn dronk geld het Vaderland en het leger. Ik sprak het bcteekenisvolle woord„het vaderland is in gevaar" en dat woord ontgloeide alle harten in Pruissen. Het gevolg was, dat men eene be reidvaardigheid tot het brengen van offers zonder wederga onder alle standen, bij beide geslachten zag. Het ten strijde toegeruste leger verwachtte met hoop op de over winning het woord: voorwaarts. Zege op zege volgde met eene snelheid, die men niet verwachten kon. Helden moed, toewijding en volharding bevochten zegepralen zonder wedergadeeen eervolle vrede bekroonde het bloedige, glorierijke werk, waarvoor zware offers gebragt ■werden. In onze treurende harten leeft de herinnering aan deze offers. Moge de vrede duurzaam en voor de toekomst van Pruissen en Duitschland één zijn. Ik rigt het glas ten dank omhoog. Dank aan het trouwe volk dat zich om mij schaarde, dank aan mijne overwinnende glorierijke armee, wier heldendaden voor altijd in het gedenkboek der geschiedenis opgeteekend staan. Leve mijn leger, het gewapende volk! Leve het Vaderland!" Het te Kassei verschijnende officiële blad behelst de volgende proclamatie van den Keurvorst betreffende de ontbinding van den eed van trouw der Keuvhessisclie •troepen, der burgerlijke ambtenaren, van het hofpersoneel en de onderdanen. I „Het noodlot, hetwelk mij en mijn land getroffen heeft, noopt mij om aan mijne dappere troepen mijne burger lijke ambtenaren, het hofpersoneel, zooals ik aan al mijne onderdanen nog een laatst bewijs mijner landsvaderlijke zorg en welwillendheid te geven. Daar ik tengevolge fder verhindering in de uitoefening mijner souveieine rogten, in de onmogelijkheid geplaatst ben, om de kwijting der aan die regten verhonden pligten van mijne onder danen van eiken stand en beroep te vorderen, zoo ontsla ik, om deze omstandigheden en om elk gewetensbezwaar [mijner trouwe onderdanen uit den weg te ruimen, hen van den aan mij persoonlijk gedanen eed en in het bij zonder de troepen de burgerlijke ambtenaren en het hofpersoneel." Uit Weencn wordt gemeld, dat do Pruissische be zetting den 18den dezer Praag verlaten heeft. Dien flag werd een trein van 114 wagens daartoe gebruikt. Nog in de laatste dagen hunner aanwezigheid hadden de troepen gelegenheid, het gepeupel te Praag te leeren kennen en getuigen van zijn lust tot tumult te wezen. Het gepeupel toch vierde aan zijne communistische denk beelden den vrijen teugel, bespotte en mishandelde de gensdarmerie, als ook de burgergarde, en mishandelde ten slotte, toen er niets meer te plunderen viel, de Israëlieten, als deze huiten magte waren een losgeld aan te bieden. Het gepeupel wendde zich ook tegen de eerst onlangs te Praag gearriveerde Jezuïten. Op de door hen bewoonde gehouwen werden reusachtige doodshoofden geschilderd en zij met den dood bedreigd, indien zij niet ten spoedigste Praag verlieten. - De abdicatie-acte van den hertog van Meiningen is thans openbaar gemaakt. Zij luidt dd. 20 dezer aldus I „Aan mijne getrouwe Meininyers! Het harde noodlot onzer dagen heeft ook ons getroffen. Ik doe heden afstand van de regering des lands, dat ik 45 jaren met liefde en trouw bestuurd lieh. Ik doe het met een smartelijk gevoel en met diep bewogen gemoed. Ik had gehoopt tot aan het einde mijner dagen uw hertog te blijven; maar om u voor zware offers te vrijwaren, die ik op andere wijze voor u en dit land niet kon afwenden, heb thans besloten af te treden. De regering gaat op mijn zoon, den erfprins George, over, dien God op zijn moei- [jelijken weg moge bijstaan. Hij treed rustig liet nieuwe tijdperk te gemoet en zal zich beter daarop kunnen he lwegen. dan het mij mogelijk zou zijn geweest. Schenkt hem uw vertrouwen en uwe liefde, zooals ook hij met [vertrouwen en liefde tot u zal komen. God neme mijn «herbaar vaderland in zijne genadige bescherming." Hierop volgt eene proclamatie van den hertog George aan zijn volk, waarin hij verklaart het bestuur van het hertogdom te aanvaarden en de ondersteuning en het ■vertrouwen van zijn volk inroept, gelijk hij van zijn kant Mook verklaart met liefde en vertrouwen jegens zijne onderdanen vervuld te zijn. EMBER eene benoodigd. Te HSHOBCK, te ee1I(' i, bij Mevro»tf| Pai'ijs, 22 Sept. De nieuwe wapening van het leger zal meer kosten dan aanvankelijk was berekend. Er is dus ook reeds sprake van eene nationale leening van 500 millioen, waarvan 200 millioen tot aanschaffing van nieuwe geweren zullen dienende rest zal besteed I worden tot vesting- en andere openbare werken. De nieuwe militaire organisatie verwekt wel eenige bezorgdheid bij de gezeten klasse der Parijzenaars. De Liberté zegt toch dat wel is waar de diensttijd van 7 tot I 6 jaren verminderd zal worden, maar dat voor de dienst Bïi reserve, die onder den naam van mobile nationale garde zal ingesteld worden, geene vrijstellingen zullen worden verleend. Deze reserve zpl al de weerbare man schappen tusschen de 20 en 30 jaar omvatten. Van de drie millioen Franschen van dien leeftijd, zullen er 600,000 als soldaat hij het leger dienen eu, na aftrek van hen die ongeschikt zijn om de wapenen te dragen, 1,700,000 beschikbaar blijven; van deze zullen er 400,000 mobiel zijn en gesteld worden onder officieren uit het leger. De kaders uit de lenie-regementen en de nationale garden zullen gedurende een aantal dagen in het jaar op de exerceer- en schietplaats geoefend worden. De mobile garde zal van rijkswege gekleed en gewapend worden. Onlangs hebben wij melding gemaakt van de aan komst te Parijs van Lamiraude, den Boekhouder der Frausclie bank die met ongeveer een millioen naar Amerika was gevlugt. Toen reeds deelden we mede dat hij op zeer wederregtelijke wijze door den Franschen agent uit Canada was weggevoerd. Hij was in hechtenis genomen door de Engelsche overheid, op verzoek van den Franschen agent, maar zijne vrijspraak zou waarschijnlijk volgen, daar zijne misdaad niet behoorde tot die, waarvoor uit- leveriug word toegestaan. Den dag voor de uitspraak werd de justitie gewaarschuwd dat Lamirande uit de gevangenis zou worden weggevoerd. Men sloeg daaraan ter naauwernood geloof, omdat daartoe verscheidene valsche handteekeningen zouden worden vereischt. Toch had het plaats.; toen de sheriff in de gevangenis kwam om voorbehoedmaatregelen te nemenwas Lamirande verdwenen. Hij was aan den Franschen agent Mélin uit geleverd en met dezen naar het station vau Québec ver trokken. De sheriff reisde met denzelfden trein mede, zag Lamirande, wilde beslag op hem leggen, maar daar de noodige volmagten hem ontbraken moest hij zijne toevlugt nemen tot de telegraaf de vijf bureaux waar hij zich gedurende ten togt met den spoortrein naar Québec aanmeldde, namen zijne dépêches onder verschil lende voorwendsels niet aan. Op de stoomboot naar Europa toonde Mélin den sheriff papierendoor den gouverneur van Canada geteekend. Die papieren, waren valsch even als andere stukken bij deze wegvoering ge bruikt. Dit is in hoofdzaak het verhaal, dat de Engelsche bladen van deze zaak geven, die waarschijnlijk tot een internationaal geschil zal leiden. Amsterdam, 25 Sept. Wij vernemen met leed wezen, dat een geacht ingezeten onzer stad, de Heer Wolff, in de Nes, overleden is ten gevolge van de kwetsuur, die hem is toegebragt op het oogenhlik, dat hij den burgemeester hulp wilde verleenen bij de onlangs plaats gehad hebbende baldadigheden. De Heer Wolff, die vroeger te Haarlem gewoond heeft, had aldaar den Heer Fock van meer nabij leeren kennen en wilde hem daarom te gereeder tot dienst of hulp verstrekken. De geneesheer heeft verklaard, dat de stoot of slag de nieren heeft aangedaan. Toen de Heer Wolff te huis kwam, heeft hij dadelijk gezegd, dat hij aan die kwetsuur zou sterven. De justitie heeft onderzoek gedaan, maar ten huize van de ordelievenden burger werd slechts gezegd, dat men geen nazoek gedaan had, dat men liefst den schuldige niet kende. Die vergevings gezindheid prijzen wij van den eenen kant hoog, maar niets zal verwaarloosd wordenhopen wij tevensom aan de wetten van maatschappelijke orde niet de sanctie te laten ontbeeren. Haarlem, 24 Sept. Met betrekking tot den zich hier in het huis van detentie bevindenden Engelschman Mares, verneemt men dat zijn toestand thans reeds die verbetering heeft ondergaan en in zoo verre gevorderd is, dat hij met de noodige hulp zijne kleederen kan aankrijgen, zoodat hij niet meer den geheelen dag bed legerig behoeft te zijn. Voorts verneemt men, dat weder een voorloopig getuigenverhoor voor den regter van instructie heeft plaats gehad, waarhij het onderzoek betrekking had tot de vraag, in hoe ver de door Mares doodelijk getroffen nog jeugdige polderwerker zich al dan niet destijds zoude bevonden hebben op het grond gebied van Wijkeroog, hetwelk toen door Mares werd bewoond. Volgens de Zamenspraken bij Kemmer verschenen, wordt tegenwoordig het volgende adres aan den koning gerigt: Sire De ondergeteekenden zijn diep getroffen door de aan neming van de wet tot onteigening en afmaking van ziek en verdacht vee, door de eerste kamer der Staten- Generaal. Zij hebben zich reeds, doch te vergeefs, tot die vergadering gewendmet al de bezwaren die uit dien maatregel moeten voortvloeijen, waarbij zij niet verzwegen hebben, hoe de militaire magt reeds gebruikt geworden is, om weerlooze mannen en vrouwen, die hunne heesten wilden beveiligen, tot afstand te dwingen. Zij kunnen hunne vrees niet verbergen dat thans liet verzet op grootere schaal zal beproefd worden, en dat alles, omdat liet afmaken een maatregel is die indruischt, zoo wel tegen het gevoel van gehechtheid aan het vee, als tegen het gebod Gods, welks miskenning niets dan allerlei onheilen over het dierbaar vaderland brengen kan. Bij deze gelegenheid Sire, wagen de ondergeteekenden het, uwe majesteit te wijzen op de onvermoeide zorgen die door uwer majesteits doorluchtig voorgeslacht aan gewend zijn, om het woord Gods te handhaven, in de overtuiging dat daaraan de bloei van het lieve vaderland verbonden was. Dat woord thans bij eene wet van de oiienbare scholen geweerd, is voor de jeugd, sedert 1857, door de rampzalige materialistische begrippen geheel vreemd, en de eerbiediging van Gods wetten, moet voor die van de voortbrengselen des ongeloofs plaats maken. Van daar dat men geen acht meer slaat op het eenige middel waarhij ons vee verzekerd is: „Gezegend zult gij zijn in de vrucht uwer beesten en in de voortzetting uwer koeijen, in de vrucht des velds" zoo namelijk Gods inzettingen in eere gehouden worden. Sire, de ondergeteekenden ontveinzen het niet dat onze tegenwoordige grondwet het beletsel is voor de strenge eerbiediging van Gods gebodenmaar daar God almagtig gezegd heeft: „Door mij regeren de koningen," hebben zij de volle vrijheid uwe majesteit dringend te verzoeken, Gods wet boven de grondwet te eerbiedigen, en daaruit uw koninklijk regt te ontleenen, om de grondwet, zoo wel als de onderhavige zoodanig te wijzigen dat de veehouders het dooden van hun vee, en de ouders het bederf hunner kinderen, niet langer behoeven te betreuren. Uwer Majesteits getrouwe onderdanen. Van 9 tot 15 September zijn aan de veeziekte bezweken: in Zuid-Holland 693, in Noord-Holland 27, in Utrecht 1220, totaal 1940 runderen. Scliiocltiiii, 25 Sept. Heden is eene zoogenaamde vliegende stelling, welke uitgestoken was uit de bovenste verdieping van eene disteleerderij, en waarop 3 werk lieden zich bevonden, door eene nog onbekende oorzaak eensklaps ineen gestort. Twee der werklieden klemden zich vast aan de goot, doch de derde stortte mede naar beneden en is deerlijk gekwetst. Neuzen, 26 Sept. Bij de herstemming voor een lid van den gemeenteraad alhier is, bij de opening der stembus opliedengeblekendat Jac. de FeijterPz. gekozen is met 55 stemmenterwijl J. de SmidtJz. 32 stemmen had verkregen. Hoewel er hier ook geene kennis is gehouden, werd nogtans de laatste avond der gewone kermis- week door meer luidruchtigheid gekenmerkt dan wel andere dagen, voornamelijk door de zoogenaamde polder jongens, zoowel van hier als uit de omliggende gemeenten, welke gewoonlijk des Zaturdags-avonds van hun werk hier doortrekken naar hunne haardsteden. Eene botsing tusschen die jongens en eenige militairen werd er het gevolg van, waarbij zekeren B. Elve, polderwerker uit de gemeente Zaamslag, eene zoo gevaarlijke woud onder de borst werd toegebragt, dat men aanvankelijk voor zijn leven vreesde. Heden echter schijnt men eenige hoop op herstel te hebben. Zekeren militair Gerritsen op wien zware vermoedens bestaan als de dader van dit gruwel feit, is in verzekerde bewaring genomen. Jl. Donderdag-avond werd, bij liet passeren der loopbrug over de oostelijke buitensluis alhier, de leuning dier brug misgegrepen door den fourier der eerste komp. van het hier in garnizoen liggend bataillon infanterie, ten gevolge waarvan hij in de kolk viel en, niettegen staande alle aangewende hulp, jammerlijk verdronk. Hij was slechts 22 jaren oud en een braaf oppassend onder officier. Zïoi-iïvifceo, 26 Sept. De vorige week werd voor het provinciaal geregtsliof in Zeeland behandeld het regtsgeding tegen: 1. Leendert Brouwers, oud 45 jaren, kleermaker, koopman en winkelier; 2. Hermanus Johan nes Brandenburg, oud 46 jaren, koopman; 3. Marinus Bouwman, oud 29 jaren, schipper en logementhouder; 4. Gerardus Brouwers, oud 21 jaren, kleermakersknecht; 5. George Williams, oud 27 jaren, herbergier; en 6. Nicolaas Boonstra, oud 24 jaren, kweekeling bij het loodswezen, allen wonende te Brouwershaven, beschul digd: de eerste van bedriegelijke bankbreuk, door het verduisteren van gelden, koopmanschappen en roerende goederen, tot zijnen boedel behoorende; door het doen van verdichten verkoop en door het niet gehouden hebben van hoeken, die den waren staat zijner baten en lasten opleverenen de vijf overigen van medepligtiglieid aan die bedriegelijke bankbreuk, door het desbewust zamenspannen met den eersten beschuldigde en het medewerken tot gemelde verduisteringen; en den vierden bovendien van medepligtiglieid, door het des- bewust medewerken tot den verdichten verkoop. Heden heeft het hof uitspraak gedaan en bij uitvoerig arrest den eersten beschuldigden schuldig verklaard aan enkelvoudige en bedriegelijke bankbreuk, eu hem te dier zake, met toepassing der verzachtende bepaling van art. 9 der wet van 29 Junij 1854, veroordeeld tot eeue correc tionele gevangenisstraf van 2 jaren, alsmede in de kosten. De schuldpligtiglieid der overige beschuldigden heeft hethof niet bewezen verklaard, zoodat zij, overeenkomstig art. 210 van het wetboek van strafvordering, van de hun ten laste gelegde feiten zijn vrijgesproken. Ten aanzien van de bovendien aan den vierden beschuldigde ten laste gelegde medepligtiglieid, door het desbewust medewerken tot den verdichten verkoop doordeu eersten beschuldigde, heeft het verklaard dat de handelingen van dien vierden beschuldigde, welke tot genoemde beschuldiging aanlei ding hebben gegeven, noch misdaad, noch waubedrijf noch overtreding opleveren, en is hij dus dienaangaande van alle regtsvervolging ontslagen. De vijf' laatstgenoemde beschuldigden zijn, op grond van het uitgesproken arrest, op vrije voeten gesteld. Uit Zuid-Beveland schrijft men aan de Midd. Ct. „Na eene worsteling van vele jaren snort eindelijk de locomotief over den in aanleg zijnden spoorweg op ons eiland. Met liet leggen der spoorstaven is men van Goes tot aan liet kanaal genaderd. Het zal nog wel eenigen tijd duren eer de Zeeuwsche archipel door een spoorweg aan het vaste land verbonden is. Ge kent de vele bezwaren daaraan verbonden, en weet hoe langzaam het op Zuid- Beveland gaat. Men wordt al wachtende grijs. Maar waarom ook in Zeeland zoo laat begonnen, waar de aanleg uit den aard der zaak wel liet langst moest duren Ofschoon men stellig had gedacht dat het kanaal in deze week zou geopend worden, gaat zij echter zonder die opening voorhij. De reden daarvan kan ik niet opgeven. Men denkt nog dat het in de volgende week gebeuren zal, doch ik geloof het niet vóór dat het in de Staats-Courant staat. Gij herinnert u dat liet Dagblad van Zuid-Holland en s Gravetihage gemeld heeft, dat die opening op 1 Sep tember 11. zou plaats hebben. Naar aanleiding daarvan zijn er te Wemeldinge vóór de schutsluis vaartuigen geweest om het kanaal te doorvaren, hetgeen natuurlijk niet kon worden toegestaan. In de vorige week deed de heer Simon o. a. met de twee Belgische ingenieurs, die deel uitmaken van de commissie tot onderzoek naar de oude grieven tegen de afdamming van de Ooster-Schelde, een togtje door het kanaal. Hoewel dit in geen dadelijk verband met hunne zending staat, is het echter duidelijk dat het aanleiding zal geven dat deze er in 't vervolg een woordje over zullen kunnen meepraten. Nu ik u toch weer over het kanaal spreek, moet ik u mededeelen dat het plan tot het bouwen van eene bijsluis te Hansweert dezer dagen weer op nieuw ter sprake is gekomen. Ik schreef u daarvan reeds in 1863. Toen zijn daarvoor eenige gronden en huizen onteigend, waar het hij gebleven is. Met de eigenaren waarmede men destijds, wegens hunne hooge eischen, geen over eenkomst treffen kon, zijn dezer dagen weder onder handelingen aaugeknoopt. Ze hebben nu tijd gehad om hunne rekening eens over te maken, en toch geloof ik niet dat ze thans minder vragen. Het plan tot het houwen dier sluis zal meer dan waarschijnlijk doorgaan. Die sluis en schutkolk moeten even lang als die van het kanaal, maar de helft smaller zijn. Nog is dus het einde niet." 55iorilczee, 28 Sept. De heer J. H. Gravenstein, predikant te Serooskerke (Walcheren), heeft schriftelijke toezegging tot beroep ontvaugen naar de hervormde gemeente te Oosterland op Duiveland. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente te Vlissingende heer E. H. van Leeuwen, thans te Vreeland. Jl. Woensdag had te Zonnemaire de aanbesteding plaats van het bouwen eeuer nieuwe kerk met het verhoogen van den toren aldaar. De minste aannemer was de lieer L. Geers, timmerman alhier, voor de som van ƒ26,200. Het werk is evenwel, als zijnde die som hoven de begrooting, voorloopig niet gegund. In de zitting van de tweede kamer van gisteren is de motie van den heer Keuchenius, waarbij de handeling van het kabinet ten opzigte der uittred ng van den heer Mijer wordt afgekeurd, aangenomen met 39 tegen 23 stemmen, na herhaalde bestrijding van wege het minis terie. Na de aanneming heeft het ministerie verklaard, dat het uit dit votum der kamer eene kabinets-kxvestie maakte en deze aan de beoordeeling des konings zou onderwerpen. Daarna is het gelieele adres met algemeene stemmen aangenomen. Uit Luxemburg wordt gemelddat de ontvangst van den Prins-Stedehouder ditmaal eene soort van demonstratie was. Vijf en twintig in het wit gekleede jonge dames, drie muziekcorpsen en een aantal personen die in optogt met fakkellicht zich derwaarts hadden begevenbevonden zich aan het spoorweg-stationom het vorstelijk paar te begroeten. Deze ontvangst bewijst, dat de bevolking gehecht is aan den bestaanden poli- tieken toestand van het groothertogdom en aan het regerend stamhuis warme liefde toedraagt. Uit Breda schrijft men: De verwoesting, door de muizen in het Zevenbergsche land en onder het Zwar- tenbergsveer aangerigt, gaat alle beschrijving te boven. De landlieden kunnen dit ongedierte onmogelyk buiten hunne gevulde schuren houden. Er zijn nachten, dat men meer dan 2500 muizen in verglaasde, met water gevulde potten vangt. Als een klein staaltje diene het volgende: De knecdit van zekeren heer onder Zeven- hergen ging dezer dagen des ochtends vroeg met kar en paard naar liet land, om een voeder nagras te halen. Hoe verwonderd stond hij toen hij bespeurde, dat door hem zoo ontzettend veel muizen in liet veld werden dood getreden; om zijn meester te overtuigen, bragt hij twee volgeladen manden muizen naar huis. Deze lastige gas ten kropen hem zelfs in de pijpen van zijn broek tegen het lijf op. Nu komt er eene tweede plaag hij, namelijk de kikvorschen, die in dezen omtrek aan de nog op het veld liggende boekweit groote schade veroorzaken.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1