ZIERIKZEËSCHË \IEl\VSROIIE
No. 2550.
Zaturdag 29 September 1866.
25sle Jaarg.
igten.
ie Zier ik zee,
!TP\1
Schouwen
dorpen in
and met de
ordt.
n den vol-
ÏO O ent
worden
Rotter-
ïarktprijzen
zen van de
ide de markt
geleverd
Men lbo 11 neert zich
In Nederland bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amerika bij J. QUINTUSte Grand Rapids, Staat Michigan.
Aboiiiiements-Pri)s:
VOOR BEIDE UITGAVEN.
Voor 3 maanden1,30.
Franco per post, in Nederland
Voor Noord-Amerika, franco New-York
- 1,60.
- 3,90.
"Ver.scliij ut:
Op Woensdag en Zaturdag.
Advcrteiitiën:
10 cent voor eiken regel.
Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertentiën kan geschieden tot
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzcc, Hoek van de Schuilhaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken, franco.
h voor niet
het nut e»
etende GE- i
'dden en de
daar-
ZÖ bewezen
1 uitkomsten
GEZOND-
te danken,
el daaraan'
,T°^®rSegaai];
ILOEM aan-
zulke op-
hij, aan
niet
'e GEZOND-
en
verkrijgbaar
uttjg zijn.
bestand-
oene smake-
zij 0p
9 is zeer ge-
"W.-ilti.-,,
«i-stanu.
A,-,-.
slechte
er >»a«g.
':l en
en verdragen,
nd en herstel,
geene moeite
>r verzending
it m blikken
elegd.
van een
van
uaauwkeurig j
nt in de na-
de pro-m
voor de pro
•bosch.
0 way.
•Men
geneesmiddcleo
adelijk al de tol
etlust herstellen,
door daar-
he lucht en een
ot dien toestandj
le teerste gestel-
Ie verwondering
hebben zij
der wereld.
als volgt:
^,13,50 ƒ20,50,1
•13,85 - 20,95.1
>men by den heer
3n heer B. ran
A TM AN HoofJ-
LondenStrand
80 Mui*
N i euwstij d in gen
BerlUii, 23 Sept. De toast, dien de Koning van
[pruissen Vrijdag bij het diner in het paleis heeft uit
gesproken, luidt aldus: „Mijn dronk geld het Vaderland
en het leger. Ik sprak het bcteekenisvolle woord„het
vaderland is in gevaar" en dat woord ontgloeide alle
harten in Pruissen. Het gevolg was, dat men eene be
reidvaardigheid tot het brengen van offers zonder wederga
onder alle standen, bij beide geslachten zag. Het ten
strijde toegeruste leger verwachtte met hoop op de over
winning het woord: voorwaarts. Zege op zege volgde
met eene snelheid, die men niet verwachten kon. Helden
moed, toewijding en volharding bevochten zegepralen
zonder wedergadeeen eervolle vrede bekroonde het
bloedige, glorierijke werk, waarvoor zware offers gebragt
■werden. In onze treurende harten leeft de herinnering
aan deze offers. Moge de vrede duurzaam en voor de
toekomst van Pruissen en Duitschland één zijn. Ik rigt
het glas ten dank omhoog. Dank aan het trouwe volk
dat zich om mij schaarde, dank aan mijne overwinnende
glorierijke armee, wier heldendaden voor altijd in het
gedenkboek der geschiedenis opgeteekend staan. Leve
mijn leger, het gewapende volk! Leve het Vaderland!"
Het te Kassei verschijnende officiële blad behelst
de volgende proclamatie van den Keurvorst betreffende
de ontbinding van den eed van trouw der Keuvhessisclie
•troepen, der burgerlijke ambtenaren, van het hofpersoneel
en de onderdanen.
I „Het noodlot, hetwelk mij en mijn land getroffen heeft,
noopt mij om aan mijne dappere troepen mijne burger
lijke ambtenaren, het hofpersoneel, zooals ik aan al mijne
onderdanen nog een laatst bewijs mijner landsvaderlijke
zorg en welwillendheid te geven. Daar ik tengevolge
fder verhindering in de uitoefening mijner souveieine
rogten, in de onmogelijkheid geplaatst ben, om de kwijting
der aan die regten verhonden pligten van mijne onder
danen van eiken stand en beroep te vorderen, zoo ontsla
ik, om deze omstandigheden en om elk gewetensbezwaar
[mijner trouwe onderdanen uit den weg te ruimen, hen
van den aan mij persoonlijk gedanen eed en in het bij
zonder de troepen de burgerlijke ambtenaren en het
hofpersoneel."
Uit Weencn wordt gemeld, dat do Pruissische be
zetting den 18den dezer Praag verlaten heeft. Dien flag
werd een trein van 114 wagens daartoe gebruikt. Nog
in de laatste dagen hunner aanwezigheid hadden de
troepen gelegenheid, het gepeupel te Praag te leeren
kennen en getuigen van zijn lust tot tumult te wezen.
Het gepeupel toch vierde aan zijne communistische denk
beelden den vrijen teugel, bespotte en mishandelde de
gensdarmerie, als ook de burgergarde, en mishandelde
ten slotte, toen er niets meer te plunderen viel, de
Israëlieten, als deze huiten magte waren een losgeld aan
te bieden. Het gepeupel wendde zich ook tegen de eerst
onlangs te Praag gearriveerde Jezuïten. Op de door hen
bewoonde gehouwen werden reusachtige doodshoofden
geschilderd en zij met den dood bedreigd, indien zij niet
ten spoedigste Praag verlieten.
- De abdicatie-acte van den hertog van Meiningen
is thans openbaar gemaakt. Zij luidt dd. 20 dezer aldus
I „Aan mijne getrouwe Meininyers! Het harde noodlot
onzer dagen heeft ook ons getroffen. Ik doe heden afstand
van de regering des lands, dat ik 45 jaren met liefde
en trouw bestuurd lieh. Ik doe het met een smartelijk
gevoel en met diep bewogen gemoed. Ik had gehoopt
tot aan het einde mijner dagen uw hertog te blijven;
maar om u voor zware offers te vrijwaren, die ik op
andere wijze voor u en dit land niet kon afwenden, heb
thans besloten af te treden. De regering gaat op mijn
zoon, den erfprins George, over, dien God op zijn moei-
[jelijken weg moge bijstaan. Hij treed rustig liet nieuwe
tijdperk te gemoet en zal zich beter daarop kunnen he
lwegen. dan het mij mogelijk zou zijn geweest. Schenkt
hem uw vertrouwen en uwe liefde, zooals ook hij met
[vertrouwen en liefde tot u zal komen. God neme mijn
«herbaar vaderland in zijne genadige bescherming."
Hierop volgt eene proclamatie van den hertog George
aan zijn volk, waarin hij verklaart het bestuur van het
hertogdom te aanvaarden en de ondersteuning en het
■vertrouwen van zijn volk inroept, gelijk hij van zijn kant
Mook verklaart met liefde en vertrouwen jegens zijne
onderdanen vervuld te zijn.
EMBER eene
benoodigd. Te
HSHOBCK, te
ee1I('
i, bij Mevro»tf|
Pai'ijs, 22 Sept. De nieuwe wapening van het
leger zal meer kosten dan aanvankelijk was berekend.
Er is dus ook reeds sprake van eene nationale leening
van 500 millioen, waarvan 200 millioen tot aanschaffing
van nieuwe geweren zullen dienende rest zal besteed
I worden tot vesting- en andere openbare werken.
De nieuwe militaire organisatie verwekt wel eenige
bezorgdheid bij de gezeten klasse der Parijzenaars. De
Liberté zegt toch dat wel is waar de diensttijd van 7 tot
I 6 jaren verminderd zal worden, maar dat voor de dienst
Bïi reserve, die onder den naam van mobile nationale
garde zal ingesteld worden, geene vrijstellingen zullen
worden verleend. Deze reserve zpl al de weerbare man
schappen tusschen de 20 en 30 jaar omvatten. Van de
drie millioen Franschen van dien leeftijd, zullen er 600,000
als soldaat hij het leger dienen eu, na aftrek van hen
die ongeschikt zijn om de wapenen te dragen, 1,700,000
beschikbaar blijven; van deze zullen er 400,000 mobiel
zijn en gesteld worden onder officieren uit het leger.
De kaders uit de lenie-regementen en de nationale garden
zullen gedurende een aantal dagen in het jaar op de
exerceer- en schietplaats geoefend worden. De mobile
garde zal van rijkswege gekleed en gewapend worden.
Onlangs hebben wij melding gemaakt van de aan
komst te Parijs van Lamiraude, den Boekhouder der
Frausclie bank die met ongeveer een millioen naar Amerika
was gevlugt. Toen reeds deelden we mede dat hij op
zeer wederregtelijke wijze door den Franschen agent uit
Canada was weggevoerd. Hij was in hechtenis genomen
door de Engelsche overheid, op verzoek van den Franschen
agent, maar zijne vrijspraak zou waarschijnlijk volgen,
daar zijne misdaad niet behoorde tot die, waarvoor uit-
leveriug word toegestaan. Den dag voor de uitspraak
werd de justitie gewaarschuwd dat Lamirande uit de
gevangenis zou worden weggevoerd. Men sloeg daaraan
ter naauwernood geloof, omdat daartoe verscheidene
valsche handteekeningen zouden worden vereischt. Toch
had het plaats.; toen de sheriff in de gevangenis kwam
om voorbehoedmaatregelen te nemenwas Lamirande
verdwenen. Hij was aan den Franschen agent Mélin uit
geleverd en met dezen naar het station vau Québec ver
trokken. De sheriff reisde met denzelfden trein mede,
zag Lamirande, wilde beslag op hem leggen, maar daar
de noodige volmagten hem ontbraken moest hij zijne
toevlugt nemen tot de telegraaf de vijf bureaux waar
hij zich gedurende ten togt met den spoortrein naar
Québec aanmeldde, namen zijne dépêches onder verschil
lende voorwendsels niet aan. Op de stoomboot naar
Europa toonde Mélin den sheriff papierendoor den
gouverneur van Canada geteekend. Die papieren, waren
valsch even als andere stukken bij deze wegvoering ge
bruikt. Dit is in hoofdzaak het verhaal, dat de Engelsche
bladen van deze zaak geven, die waarschijnlijk tot een
internationaal geschil zal leiden.
Amsterdam, 25 Sept. Wij vernemen met leed
wezen, dat een geacht ingezeten onzer stad, de Heer
Wolff, in de Nes, overleden is ten gevolge van de
kwetsuur, die hem is toegebragt op het oogenhlik,
dat hij den burgemeester hulp wilde verleenen bij de
onlangs plaats gehad hebbende baldadigheden. De Heer
Wolff, die vroeger te Haarlem gewoond heeft, had
aldaar den Heer Fock van meer nabij leeren kennen
en wilde hem daarom te gereeder tot dienst of hulp
verstrekken. De geneesheer heeft verklaard, dat de
stoot of slag de nieren heeft aangedaan. Toen de Heer
Wolff te huis kwam, heeft hij dadelijk gezegd, dat hij
aan die kwetsuur zou sterven. De justitie heeft onderzoek
gedaan, maar ten huize van de ordelievenden burger
werd slechts gezegd, dat men geen nazoek gedaan had,
dat men liefst den schuldige niet kende. Die vergevings
gezindheid prijzen wij van den eenen kant hoog, maar
niets zal verwaarloosd wordenhopen wij tevensom
aan de wetten van maatschappelijke orde niet de sanctie
te laten ontbeeren.
Haarlem, 24 Sept. Met betrekking tot den zich
hier in het huis van detentie bevindenden Engelschman
Mares, verneemt men dat zijn toestand thans reeds die
verbetering heeft ondergaan en in zoo verre gevorderd
is, dat hij met de noodige hulp zijne kleederen kan
aankrijgen, zoodat hij niet meer den geheelen dag bed
legerig behoeft te zijn. Voorts verneemt men, dat weder
een voorloopig getuigenverhoor voor den regter van
instructie heeft plaats gehad, waarhij het onderzoek
betrekking had tot de vraag, in hoe ver de door Mares
doodelijk getroffen nog jeugdige polderwerker zich al
dan niet destijds zoude bevonden hebben op het grond
gebied van Wijkeroog, hetwelk toen door Mares werd
bewoond.
Volgens de Zamenspraken bij Kemmer verschenen,
wordt tegenwoordig het volgende adres aan den koning
gerigt:
Sire
De ondergeteekenden zijn diep getroffen door de aan
neming van de wet tot onteigening en afmaking van
ziek en verdacht vee, door de eerste kamer der Staten-
Generaal. Zij hebben zich reeds, doch te vergeefs, tot
die vergadering gewendmet al de bezwaren die uit dien
maatregel moeten voortvloeijen, waarbij zij niet verzwegen
hebben, hoe de militaire magt reeds gebruikt geworden
is, om weerlooze mannen en vrouwen, die hunne heesten
wilden beveiligen, tot afstand te dwingen. Zij kunnen
hunne vrees niet verbergen dat thans liet verzet op
grootere schaal zal beproefd worden, en dat alles, omdat
liet afmaken een maatregel is die indruischt, zoo wel
tegen het gevoel van gehechtheid aan het vee, als tegen
het gebod Gods, welks miskenning niets dan allerlei
onheilen over het dierbaar vaderland brengen kan.
Bij deze gelegenheid Sire, wagen de ondergeteekenden
het, uwe majesteit te wijzen op de onvermoeide zorgen
die door uwer majesteits doorluchtig voorgeslacht aan
gewend zijn, om het woord Gods te handhaven, in de
overtuiging dat daaraan de bloei van het lieve vaderland
verbonden was. Dat woord thans bij eene wet van de
oiienbare scholen geweerd, is voor de jeugd, sedert 1857,
door de rampzalige materialistische begrippen geheel
vreemd, en de eerbiediging van Gods wetten, moet voor
die van de voortbrengselen des ongeloofs plaats maken.
Van daar dat men geen acht meer slaat op het eenige
middel waarhij ons vee verzekerd is: „Gezegend zult
gij zijn in de vrucht uwer beesten en in de voortzetting
uwer koeijen, in de vrucht des velds" zoo namelijk Gods
inzettingen in eere gehouden worden.
Sire, de ondergeteekenden ontveinzen het niet dat onze
tegenwoordige grondwet het beletsel is voor de strenge
eerbiediging van Gods gebodenmaar daar God almagtig
gezegd heeft: „Door mij regeren de koningen," hebben zij
de volle vrijheid uwe majesteit dringend te verzoeken,
Gods wet boven de grondwet te eerbiedigen, en daaruit
uw koninklijk regt te ontleenen, om de grondwet, zoo
wel als de onderhavige zoodanig te wijzigen dat de
veehouders het dooden van hun vee, en de ouders het
bederf hunner kinderen, niet langer behoeven te betreuren.
Uwer Majesteits getrouwe onderdanen.
Van 9 tot 15 September zijn aan de veeziekte
bezweken: in Zuid-Holland 693, in Noord-Holland 27,
in Utrecht 1220, totaal 1940 runderen.
Scliiocltiiii, 25 Sept. Heden is eene zoogenaamde
vliegende stelling, welke uitgestoken was uit de bovenste
verdieping van eene disteleerderij, en waarop 3 werk
lieden zich bevonden, door eene nog onbekende oorzaak
eensklaps ineen gestort. Twee der werklieden klemden
zich vast aan de goot, doch de derde stortte mede naar
beneden en is deerlijk gekwetst.
Neuzen, 26 Sept. Bij de herstemming voor een
lid van den gemeenteraad alhier is, bij de opening der
stembus opliedengeblekendat Jac. de FeijterPz.
gekozen is met 55 stemmenterwijl J. de SmidtJz.
32 stemmen had verkregen.
Hoewel er hier ook geene kennis is gehouden,
werd nogtans de laatste avond der gewone kermis-
week door meer luidruchtigheid gekenmerkt dan wel
andere dagen, voornamelijk door de zoogenaamde polder
jongens, zoowel van hier als uit de omliggende gemeenten,
welke gewoonlijk des Zaturdags-avonds van hun werk
hier doortrekken naar hunne haardsteden. Eene botsing
tusschen die jongens en eenige militairen werd er het
gevolg van, waarbij zekeren B. Elve, polderwerker uit
de gemeente Zaamslag, eene zoo gevaarlijke woud onder
de borst werd toegebragt, dat men aanvankelijk voor
zijn leven vreesde. Heden echter schijnt men eenige hoop
op herstel te hebben. Zekeren militair Gerritsen op wien
zware vermoedens bestaan als de dader van dit gruwel
feit, is in verzekerde bewaring genomen.
Jl. Donderdag-avond werd, bij liet passeren der
loopbrug over de oostelijke buitensluis alhier, de leuning
dier brug misgegrepen door den fourier der eerste komp.
van het hier in garnizoen liggend bataillon infanterie,
ten gevolge waarvan hij in de kolk viel en, niettegen
staande alle aangewende hulp, jammerlijk verdronk. Hij
was slechts 22 jaren oud en een braaf oppassend onder
officier.
Zïoi-iïvifceo, 26 Sept. De vorige week werd voor
het provinciaal geregtsliof in Zeeland behandeld het
regtsgeding tegen: 1. Leendert Brouwers, oud 45 jaren,
kleermaker, koopman en winkelier; 2. Hermanus Johan
nes Brandenburg, oud 46 jaren, koopman; 3. Marinus
Bouwman, oud 29 jaren, schipper en logementhouder;
4. Gerardus Brouwers, oud 21 jaren, kleermakersknecht;
5. George Williams, oud 27 jaren, herbergier; en 6.
Nicolaas Boonstra, oud 24 jaren, kweekeling bij het
loodswezen, allen wonende te Brouwershaven, beschul
digd: de eerste van bedriegelijke bankbreuk, door het
verduisteren van gelden, koopmanschappen en roerende
goederen, tot zijnen boedel behoorende; door het doen
van verdichten verkoop en door het niet gehouden hebben
van hoeken, die den waren staat zijner baten en lasten
opleverenen de vijf overigen van medepligtiglieid
aan die bedriegelijke bankbreuk, door het desbewust
zamenspannen met den eersten beschuldigde en het
medewerken tot gemelde verduisteringen; en den
vierden bovendien van medepligtiglieid, door het des-
bewust medewerken tot den verdichten verkoop.
Heden heeft het hof uitspraak gedaan en bij uitvoerig
arrest den eersten beschuldigden schuldig verklaard aan
enkelvoudige en bedriegelijke bankbreuk, eu hem te dier
zake, met toepassing der verzachtende bepaling van art. 9
der wet van 29 Junij 1854, veroordeeld tot eeue correc
tionele gevangenisstraf van 2 jaren, alsmede in de kosten.
De schuldpligtiglieid der overige beschuldigden heeft
hethof niet bewezen verklaard, zoodat zij, overeenkomstig
art. 210 van het wetboek van strafvordering, van de hun
ten laste gelegde feiten zijn vrijgesproken. Ten aanzien
van de bovendien aan den vierden beschuldigde ten laste
gelegde medepligtiglieid, door het desbewust medewerken
tot den verdichten verkoop doordeu eersten beschuldigde,
heeft het verklaard dat de handelingen van dien vierden
beschuldigde, welke tot genoemde beschuldiging aanlei
ding hebben gegeven, noch misdaad, noch waubedrijf
noch overtreding opleveren, en is hij dus dienaangaande
van alle regtsvervolging ontslagen.
De vijf' laatstgenoemde beschuldigden zijn, op grond
van het uitgesproken arrest, op vrije voeten gesteld.
Uit Zuid-Beveland schrijft men aan de Midd. Ct.
„Na eene worsteling van vele jaren snort eindelijk de
locomotief over den in aanleg zijnden spoorweg op ons
eiland. Met liet leggen der spoorstaven is men van Goes
tot aan liet kanaal genaderd. Het zal nog wel eenigen
tijd duren eer de Zeeuwsche archipel door een spoorweg
aan het vaste land verbonden is. Ge kent de vele bezwaren
daaraan verbonden, en weet hoe langzaam het op Zuid-
Beveland gaat. Men wordt al wachtende grijs. Maar
waarom ook in Zeeland zoo laat begonnen, waar de aanleg
uit den aard der zaak wel liet langst moest duren
Ofschoon men stellig had gedacht dat het kanaal in
deze week zou geopend worden, gaat zij echter zonder
die opening voorhij. De reden daarvan kan ik niet opgeven.
Men denkt nog dat het in de volgende week gebeuren zal,
doch ik geloof het niet vóór dat het in de Staats-Courant
staat. Gij herinnert u dat liet Dagblad van Zuid-Holland
en s Gravetihage gemeld heeft, dat die opening op 1 Sep
tember 11. zou plaats hebben. Naar aanleiding daarvan
zijn er te Wemeldinge vóór de schutsluis vaartuigen
geweest om het kanaal te doorvaren, hetgeen natuurlijk
niet kon worden toegestaan.
In de vorige week deed de heer Simon o. a. met de
twee Belgische ingenieurs, die deel uitmaken van de
commissie tot onderzoek naar de oude grieven tegen de
afdamming van de Ooster-Schelde, een togtje door het
kanaal. Hoewel dit in geen dadelijk verband met hunne
zending staat, is het echter duidelijk dat het aanleiding
zal geven dat deze er in 't vervolg een woordje over
zullen kunnen meepraten.
Nu ik u toch weer over het kanaal spreek, moet ik
u mededeelen dat het plan tot het bouwen van eene
bijsluis te Hansweert dezer dagen weer op nieuw ter
sprake is gekomen. Ik schreef u daarvan reeds in 1863.
Toen zijn daarvoor eenige gronden en huizen onteigend,
waar het hij gebleven is. Met de eigenaren waarmede
men destijds, wegens hunne hooge eischen, geen over
eenkomst treffen kon, zijn dezer dagen weder onder
handelingen aaugeknoopt. Ze hebben nu tijd gehad om
hunne rekening eens over te maken, en toch geloof ik
niet dat ze thans minder vragen. Het plan tot het houwen
dier sluis zal meer dan waarschijnlijk doorgaan. Die sluis
en schutkolk moeten even lang als die van het kanaal,
maar de helft smaller zijn. Nog is dus het einde niet."
55iorilczee, 28 Sept. De heer J. H. Gravenstein,
predikant te Serooskerke (Walcheren), heeft schriftelijke
toezegging tot beroep ontvaugen naar de hervormde
gemeente te Oosterland op Duiveland.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her
vormde gemeente te Vlissingende heer E. H. van
Leeuwen, thans te Vreeland.
Jl. Woensdag had te Zonnemaire de aanbesteding
plaats van het bouwen eeuer nieuwe kerk met het
verhoogen van den toren aldaar. De minste aannemer
was de lieer L. Geers, timmerman alhier, voor de som
van ƒ26,200. Het werk is evenwel, als zijnde die som
hoven de begrooting, voorloopig niet gegund.
In de zitting van de tweede kamer van gisteren
is de motie van den heer Keuchenius, waarbij de handeling
van het kabinet ten opzigte der uittred ng van den heer
Mijer wordt afgekeurd, aangenomen met 39 tegen
23 stemmen, na herhaalde bestrijding van wege het minis
terie. Na de aanneming heeft het ministerie verklaard,
dat het uit dit votum der kamer eene kabinets-kxvestie
maakte en deze aan de beoordeeling des konings zou
onderwerpen. Daarna is het gelieele adres met algemeene
stemmen aangenomen.
Uit Luxemburg wordt gemelddat de ontvangst
van den Prins-Stedehouder ditmaal eene soort van
demonstratie was. Vijf en twintig in het wit gekleede
jonge dames, drie muziekcorpsen en een aantal personen
die in optogt met fakkellicht zich derwaarts hadden
begevenbevonden zich aan het spoorweg-stationom
het vorstelijk paar te begroeten. Deze ontvangst bewijst,
dat de bevolking gehecht is aan den bestaanden poli-
tieken toestand van het groothertogdom en aan het
regerend stamhuis warme liefde toedraagt.
Uit Breda schrijft men: De verwoesting, door de
muizen in het Zevenbergsche land en onder het Zwar-
tenbergsveer aangerigt, gaat alle beschrijving te boven.
De landlieden kunnen dit ongedierte onmogelyk buiten
hunne gevulde schuren houden. Er zijn nachten, dat
men meer dan 2500 muizen in verglaasde, met water
gevulde potten vangt. Als een klein staaltje diene het
volgende: De knecdit van zekeren heer onder Zeven-
hergen ging dezer dagen des ochtends vroeg met kar
en paard naar liet land, om een voeder nagras te halen.
Hoe verwonderd stond hij toen hij bespeurde, dat door
hem zoo ontzettend veel muizen in liet veld werden dood
getreden; om zijn meester te overtuigen, bragt hij twee
volgeladen manden muizen naar huis. Deze lastige gas
ten kropen hem zelfs in de pijpen van zijn broek tegen
het lijf op. Nu komt er eene tweede plaag hij, namelijk
de kikvorschen, die in dezen omtrek aan de nog op het
veld liggende boekweit groote schade veroorzaken.