No. 2557. 22ste Jaarg. «iiiMUMii»: HKiiiMEimm. Woensdag 15 Augustus 1866. Nieu wstij dingen. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE Men abonneert In Nederland bij deu Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Ju Noord-Amerika bij J. QHNTUS, te Grand Rapid», Staat Michiguu. Aboniieiiients-Prij!!»: VOOR REIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1.30. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerikafranco New-York - 1,60. - 3,90. Yerschy ut: Op Woensdag en Zaturdag. Advertciitiên 10 cent voor eiken regel. Zcgelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentiën kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzce, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondenc Stukkenfranco. 5 Aug ustus 17S1. ZEESLAG OP DOGGERSBANK, TUSSCHEN DE EN- GELSCHEN EN DE NEDERLANDERS. De Hollandsclie vloot lag alzoo in slagorde geschaard, en het Engelsche eskader, onder bevel van den vice- admiraal Iiyde Parkernaderde, en ten 8 ure in den morgen begon het gevecht. De vice-admiraal Parker plaatste zich tegenover het schip van Zoutmanen zoo vervolgens de andere sche pen schip tegen schipop een afstand van een klein o-eweerschot. Van weerszijde werd er allerhevigst ge vochten, terwijl de Engelschen in zwaarte van schepen en geschut de Hollanders ver overtroffen, doch hun moed en drift deed de mindere magt vergeten, en ieder dacht aan niets anders dan aan het vernielen van den vijand. De schout bij nacht Zoutman sloeg met zijn schip van 74 stukkeu tegen een schip van 80 stukken, en zoo voorts alle andere schepen van 54 stukken tegen schepen van 64 of 74 stukken geschut. Het vuur was hevig, en hoewel de Engelschen meerder geschut in linie hadden en met veel zwaarder kogels schoten, streden de Hollanders met leeuwen-moed, en het scheen of de tijden van de Ruiter en Tromp weder herboren waren. De twee voorste sche pen van de Engelsche linie werden in korten tijd zoo gehavend, dat zij hun best deden om weg te komen, gingen bij den wind op en bleven te loefwaarts van de linie buiten schot leggen. Het Hollandsch scliip de Argo, werd vreeselijk geteis terd, zelfs zoo dat de bevelhebber, kapitein Staring den schout bij nacht liet weten, dat hij reeds zoo vele ge kwetsten en dooden had, en zijn schip zoodanig was doorschoten, dat hij geen kans zag om het een kwartier langer vol te houden, terwijl er niet meer dan drie stukken konden gebruikt worden. Zoutman gaf bevel aan den kapitein Staring, om maar uit de linie te wijken, dat gebeurde; waarop de Engel schen beproefden om ter plaatse waar de Argo was uit geweken, door de linie te breken dat echter mislukte. De Engelschen werden ook schrikkelijk gehavend, zelfs zoo, dat zij in allerijl tegen den middag, na ruim drie uren te zijn slaags geweest, bij den wind opstaken en hunne linie verlieten. De Engelschen gingen dus op de vlugt, doch Zoutman oordeelde het niet raadzaam hen te vervolgen, daar zijne vloot daartoe niet in staat was. Het schip Hollandkapitein Pedel kon niet behouden wordenwant het was zoo doorschotenzoo onder als boven water, dat niettegenstaande er meer dan 100 gaten waren gestopt, men tegen den avond 40 duim water bij de pomp had. Des nachts werd er krijgsraad belegd waarin besloten werd al het geschut overboord te werpen, dat spoedig was verrigt, doch het water bleef wassende, zoodat er geen ander uitzigt bestond, dan dat het schip zinken zou. In tijds nog besloot men het schip te verlaten en op de Spion over te gaan. Dit geschiedde des nachts ten 2 ure onder een zwaren donder. Kort daarna, zag men de groote mast vallen, en het schip in de diepte weg zinkenwaarvan niets is gered kunnen wordenzelfs de gekwetsten kon men niet te hulp komen en vonden hun dood in de golven. Na den strijd gaf den bevelhebber Zoutman bevel om in de eerste Hollandsclie liaven binnen te loopenom de beschadigde schepen te herstellen, en zond een kotter naar Nederland om van het gebeurde aan den prins en de Staten kennis te geven. Die last was opgedragen aan den kapitein van Weiderendie den 10 Augustus des 's morgens 4 ure in den Haag aankwamen zich onmiddelijk bij den prins deed aanmelden, om verslag te geven van dit gelukkig gevecht, dat spoedig door het gansche land bekend was. Daar men tot dusverre in dezen oorlog niets dan tegenspoed gehad had, en gedurig door Jobs-tij dingen ter neder werd geslagen, was het een bijzonder genoegen die overwinning te vernemen. Volgens opgaven bedroeg het getal dooden 142 en dat der gekwetsten 403terwijl dat der Engelschen maar opgegeven werd op 104 dooden en 339 gekwetsten, zoodat de Engelschen nog minder volk verloren zouden hebben dan de Hollanders, doch dit zal wel verkleind zijn opgegeven geworden. Intusschen bekende de admiraal Parker in het rap port aan zijne regering, zijne totale nederlaag, in deze bewoording: „Ik deed eene poging om mijne linie te formeren, voornemens zijnde de actie weder te beginnen, maar zulks was niet mogelijk." Verder zeide hij: „De beide eskaders bleven een geruimen tijd bij malkander, tot dat het Hollandsche met zijn convooi koopvaardij schepen naar Texel onderzeil ging, dat wij niet volden konden." De Engelsche admiraal erkende dus volmondig zijne nederlaag, waar in Engeland niet was opgerekend; daar droomde men van niets anders, dan van het veroveren der Nederlandsche oorlogsvloot en koopvaardijvloot, en van het in bezit nemen van onze Oost- en West-Indische bezittingen, die door de Franschen waren versterkt ge worden door schepen en krijgsvolk. Als belooning voor deze roemrijke zegepraal kreeg Zoutman een gouden sabel en werd benoemd tot vice- admiraal; terwijl aan de overige bevelhebbers mede schit terende belooningen werden gegeven en in rang werden bevorderd. Vervolgens werd er een gedenkpenning vervaardigd en aan velen uitgereikt, voorstellende Nederland, midden in het drijven van zijnen koophandel onverwachts aan gevallen, manmoedig weder oprijzen, enz. Ook aan lofgedichten ontbrak het niet, waaronder dit geestige stukje voorkwam Held Parker! Zoutmans kleinere vloot, Te nemen voor gesneden brood; Hij beet, na vier uur vechtens, wijzer, Zijn doggen-tanden stomp op ijzer, En riep: „Maak zeil! ontvlugt 't geweld, Of wij vergaan voor 's vijands oogen Ik ben in tijd en volk bedrogen Meer dan een eeuw terug gesteld. 'tZijn onder hedendaagsche namen, De helden van den ouden dag, Geen Zoutmans, maar de Ruiters vlag, (Waar 't anders, 'k zou mij dubbel schamen) Ontwringt den Brit de Zee voogdij Achdat ze een vredebode zij Wordt vervolgd.) Londen, 9 Aug. Maandag ochtend ten 3 ure is door de policie bij het parlements-gebouw een pak ge vonden, omwikkeld met bruin kardoespapier, waaraan eene lange lont was bevestigd. Het pak bevatte bij nader onderzoek 9 pond buskruid. Men weet niet wat de be doeling was van dit vreemde bedrijf noch wie zich er aan schuldig maakten, maar doet onderzoek. Uit officiële opgaven blijkt, dat sedert Sept. jl. in Ierland 32 schoolmeesters wegens deelneming aan de zaraenzwering der Fenians in hechtenis zijn genomen. Frankfort9 Aug. De mis te Frankfort aan den Oder is boven alle verwachting slecht uitgevallen. De wissels bleven voor het meerendeel onbetaaldmen betaalde in zeer vele gevallen met goederen voor de ver schuldigde sommen af te staan. Van het doen van zaken was natuurlijk in het geheel geen sprake, en slechts weinig verkoopevs hadden lust hunne waren uit te pakken. Menige brief uit het Pruissisch zoowel als het Oos- tenrijksch leger bevatte treurige mededeelingen omtrent de verpleging der soldaten. Zij hebben dagen lang wer kelijk honger geleden, en vaak niets bekomen clan hard droog brood en schier ondrinkbaar water. Niet beter was het gesteld met het Beijersclie leger. Een te Munchen verschijnend blad Neuesten Nachrichtendeelt als bewijs daarvoor mede den brief van een soldaat waarin het volgende voorkomt: »Wij hebben dikwijls niets anders gekregen dan 6 laib brood voor 160 man, en nooit, eenige soldij ontvangen. Wie geen geld hadmoest bij zijn kameraden bedelen om niet van honger om te komen. Op den togt van Kaltennordheini konden wij zelfs voor ons geld niets meer koopen, en van de administratie kregen wij ook niets. Wij kwamen na een marsch naar twee dagen des nachts ten 11 ure doornat te Kalten- uordheim aaner was voor niets gezorgdgeen bos hooi of stroo was te vinden, om er een rustplaats van te maken. Twee dagen laug kregen wij vleesch en brood, maar den derden dag hebben wij des avonds 2 uren lang rondge- loopen zonder iets te kunnen bekomen, en moesten wij, doornat, met hongerige magen in de slijk liggen, terwijl de administratie der eerste divisie zich intusschen te Hanau te goed deed." Zoo de administratie in vredestijd eene overtolligheid is, in oorlogstijd schijnt zij ook niet veel dienst te doen, althans niet in het beijersche leger Bij de thans te Berlijn vreeselijk woedende cholera kwam een ambachtsman des avonds dronken te huis. Zijne vrouw vermaande hem om toch gedurende de cholera- epidemie, zijne neiging tot drinken een weinig te be- toomen. Wat, cholera! riep debezopene. Ik, zou bang voor de cholera zijn? Wacht, ik zal uwe cholera wezen Daarop sloeg hij onbarmhartig op zijne vrouw los. Dit mogt nu wel niet de eerste maal zijn geweest, maar het was toch zeker de laatste, want weinig uren later werd hij door de cholera aangetast en was voor het aanbreken van den dag een lijk. Berlijn, 8 Aug. De betrekkingen met Frankrijk beginnen koeler, ja zeer gespannen te worden. Naar men uit eene goede bron verneemt, heeft de Fransche regering, niettegenstaande de officieuse drukpers de onbaatzuchtig heid dier mogendheid op alle mogelijke wijze roemt, vorderingen gedaan, die Pruissen, zonder verraad jegens Duitschland te plegen, niet inwilligen kan. Frankrijk verlangt eene fiksche vergoeding. Men heeft van Luxem burg gesproken, dat aan Frankrijk zou kunnen worden afgestaan; maar geheel afgezien daarvan dat zulk een afstand de toestemming noodig zou hebben van den koning-groothertog en de bevolking, om niet van Europa zelf te spreken, moet Frankrijk nog niet met Luxemburg alléén tevreden zijn, omdat deze provincie een soort van enclave uitmaakt en in Frankrijks oogen geen voldoende rectificatie van grenzen aanbiedt. Frankrijk zou de Saar- linie (Saarbrük) met den Paltz (Landau)volgens andere berigten zelfs een stuk van de Rhijn-provincie, met Trier, 1 ja zelfs Mainz verlangen. De vordering moge nog niet in al hare bijzonderheden gepreciseerd, maar het is zeker dat zij deze wending neemt. Er bestaan daarvoor be- paalde kenteekenen, en zoo Pruissen Frankrijks vordering mogt toestaanzou het zeer zeker een kreet van ver- ontwaardiging in geheel Duitschland doen opgaan. De Koning zou, wel is waar, niet voor een nieuwen oorlog j terugdeinzen, doch men begrijpt, dat men 's daags na een grooten oorlog niet lichtvaardig tot een nieuwen I oorlog, en dat wel met eene militaire mogendheid als Frankrijk overgaat. Frankrijk is in zijn optreden aangemoedigd geworden door de meening, dat Pruissen nog geïsoleerd is. Rusland heeft zooals men weet, pas een bewijs van zijn wrevel tegen Pruissen gegeven. Om nu met de Russische regering op een beteren voet te komen, is generaal von Manteuftel met eene speciale zending naar St. Petersburg vertrokken. Antwerpen10 Aug. Een vreeselijk onheil heeft deze stad getroffen. Heden ochtend zijn de vlam men uitgebarsten in de zeer uitgebreide bergplaatsen van den heer Denis Haine, op de plaats St. Walburg. Ten ongeveer 8ure bevond zich genoemde heer Denis Haine met een zijner bedienden op het bureau, terwijl alle werklieden zich in een nieuw entrepöt, de Crypte genaamd, bevonden. Op dat uur brak het vuur uit op de eerste verdieping van een pakhuis achter het Hotel de Cologne gelegen. Spoedig werd alarm gemaakt en werden pogingen in het werk gesteld, om de papieren en boeken, die zich op het bureau bevonden, te redden. Ten 9 ure kwamen de brandspuiten op het terrein aan de vlammen hadden zich middelerwijl reeds zoo snel verspreid, dat een geheel blok huizen in brand stond. Met elk oogenblik bleef intusschen het gevaar toenemen, aangezien men beducht was dat het vuur zou overslaan naar het entrepot de Crypte, waarin ongeveer 3000 vaatjes petroleum waren geborgen. 22 spuiten wierpen enorme hoeveelheden water in de vlammennogtans bleek het weldra dat men het vuur niet kon breidelen. Integendeel, op dat oogenblik werd op nieuw een pakhuis aangetast, dat 600 vaatjes petroleum, 400 balen wol en eene aanzienlijke hoeveelheid guano bevatte. Dat alles was binnen weinige oogenblikken eene prooi der vlammen. Ten 10 ure vatte het groote magazijn Crypte vuur en binnen minder dan een uur tijds sloegen de vlammen uit alle vensters. Hierop werden het Hotel de Cologne en twee andere magazijnen aangetast. Nu werden aan deze zijde alle krachten tot blussching vereenigd; 28 spuiten, waaraan, behalve het corps brandspuitgasten, ongeveer 1000 soldaten werkten, wierpen met alle kracht hare waterstralen in de vlammen. Het magazijn Crypte werd desniettemin in een zee van vuur herschapen, en tot overmaat van ramp breidde het vuur zich meer en meer uit naar de kelders met petroleum gevuld. Men wierp er massa's zand in, terwijl de overheid last gaf tot verwijdering van het publiek uit vrees voor eene ont ploffing. Ten 11 ure vatten die kelders vuur, en steeds breidden de vlammen zich uit, in spijt van de heldhaftige pogingen om de nabijzijnde huizen te redden. Heden avond omstreeks half elf ure woedde de brand nog voort. Men was toen evenwel de vlammen in zoover meester geworden dat de verdere voortgang van het vuur gestuit scheen te zijn. Naar men zegt, zijn er twee personen bij dit onheil omgekomen. Ook verneemt men dat vijf militairen ten gevolge van bekomen verwondingen van daar vervoerd moesten worden. Voor zoover men op ditoogenblik kan nagaan, wordt de schade berekend op vijf a zes millioen francs. - 11 Aug. (11 u. 's avonds.) De vlammen blijven steeds op eene verschrikkelijke wijze voortwoeden, te midden van het vierkant door het vuur aangetasthemel- hooge vuurkolommen stijgen uit de kelders open steeds krijgen zij nieuw voedsel door de petroleum. Men doet ongeloofelijke pogingen om de Kleine Gans te redden een groot blok huizen omringd door magazijnen, en vooral de oude vleesclihal (voorheen de kerk der Karthuizers) waaruit men in den namiddag eene groote hoeveelheid handels-artikelen geborgen heeft. Aan een 900tal personen, die in omligge«e straten van het door de vlammen aangetaste kwartier w|nen, is bevel gegeven om hunne woningen in allerijl te yérlaten. Dit bewijst reeds dat men er ver van af is zékerheid te hebben den brand spoedig tc blusschen. Men arbeidt met de grootste omzigtigheiduit vrees voor eene ontploffing inde kelders, die met petroleum zijn gevuld, doch die nog niet door de vlammen zijn aangetast. Men schat den aldaar aanwezigen voorraad van dit ligt ontvlambaar vocht op 4 a 5000 vaatjesterwijl de geheele voorraad in al de kelders uit niet minder dan 10- of 15000 vaatjes bestaatbovendien waren er 4000 balen wol op de zolders geborgen. 12 Aug. Gisteren bleef de brand steeds voortduren en gedurende den nacht kreeg hij zulk een ontzagge lijken omvang, dat weldra een geheel kwartier dei- stad bedreigd werd. Dien dag bestond nog de hoop dat het vuur alleen de magazijnen zou vernielen, waar van slechts de muren zijn blijven staan, maar heden (Zaturdag) zijn ook de brandbare koopwaren, die in de kelders waren opgeslagen, ontvlamden sedert 6 ure in den ochtend werd het onmogelijk de uitgestrektheid van de ramp te overzien. Drie nieuwe magazijnen zijn gedurende den nacht eene prooi der vlammen geworden. Bij het instorten van eene bergplaats van guano werden twee spuitgasten en een sergeant ernstig gewond. Een kuipersknec-htte Borgerhout woonachtig en vader van een talrijk gezin is door eene ontploffing omgekomen. Een gebouwdienende tot bergplaats van vaatwerkis mede ingestort. De riolen loopen vol petroleum, dat, zich met het water vermengende, als eene slang van vuur dooi de straten loopt. Vrouwen en kinderen vlugten, half ge kleed, voor het verwoestende element en weten niet waar zij een toevlugtoord moeten zoeken. Verscheidene hon- derde huisgezinnen staan op de straat. Hartverscheurend is het tafereeldat deze ongelukkigen opleveren. Ten 2'/2 ure waren de spuitgasten en het garnizoen er in geslaagd, terwijl de drie brandende magazijnen aan alle kanten door de vlammen omringd waren de naburige ge bouwen te beveiligen, toen ongeveer een uur later twee kelders met petroleum in de magazijnen de Groote Zwaan, de een 800 en de andere 1500 vaatjes bevattende, vuur vattende vlammen drongen door de luchtgaten van den kelder van het Hotel de Colognewierpen zich tot op het midden van het St.-Walburgsplein en verhieven zich zóó hoog, dat zij den vloer bereikten eener bovenverdieping, waarop zich 2000 zakken guano bevonden. Weldra stortte die vloer met een geweldig geraas in. Er ging een algemeene kreet van schrik op, want onge veer 30 brandspuitgasten en pontonniers waren in dien omtrek aan het werk. Kort daarna zag men een sergeant en twee manschappen van het corps pompiers, ernstig ge kwetst, wegdragen. Gelukkig hadden de anderen aan het dreigende gevaar kunnen ontsnappen. Van toen af gingen van alle kanten de vlammen opal wat om haar heen was, dreigende te vernielenal de spui ten, met inbegrip van de stoomspuit, rigtten hunne slangen naar deze plaats De koopwaren uit al de magazijnen in den omtrek werden geborgenen de bewoners van ver schillende omliggende straten ontvlugtten hunne wo ningen. Ten 7 ure bereikten de vlammen het magazijn achter de woning van den heer Birdhetwelk groote hoeveelheden petroleum hout, wol en andere handelsartikelen bevatte, en te gelijkertijd nam de brand in het entrepöt, genaamd de Crypte, in hevigheid toe. Elk oogenblik hoorde men eene nieuwe ontploffing. In reusachtige kolommen ver hieven zich de vlammen boven de brandende gebouwen. Eene ontzettende volksmenigte vulde de omliggende straten. Ten 2 ure in den nacht werd eene ontzettende ontplof fing vernomen, die den grond deed schudden. Een uur later stortten de magazijnen de Zwaan in. De luchtgaten van den kelder der groote vleesclihal waarvan de uitgebreide magazijnen gevuld waren met wol en de kelder met spiritualiën enz., werdentoegemetseld, De huizen ter westzijde van de Montagne du Sang werden omvergehaaldten einde den brand te concentreeren. Met het water in het burgkanaal heeft zich eene massa petro leum vermengd, waardoor het onbruikbaar werd zoodat men den vloed moest afwachten om het te zuiveren. 12 Aug. (Nam. 2 u. 45 min.) De brand woedt nog op hetzelfde punt voort. De kelders met petroleum beginnen te branden. Men vreest dat het vuur zich zal mededeel en aan een depot van melasse waarna verder eene nieuwe ontploffing zou kunnen ontstaan, welker gevolgen niet te berekenen zijn. Twee kelders met petroleum, 2000 vaatjes bevattende, zijn nog ongedeerd, maar daar de muren reeds uit elkander beginnen te scheuren, zal het vuur daar door heen dringen. Antwerpen, 13 Aug. ('s Nam. 12 V4 ure.) De brand woedt met dezelfde hevigheid voort. De wind is weer omgeslagen, zoodat de vlammen op nieuw naar het binnenste der stad worden teruggedreven. De binnenmuren van een aantal verbrande of in vlam staande gebouwen dreigen in te storten waardoor de werkzaamheden voor de brandweer en andere hulp aanbrengende personen hoogst gevaarlijk worden. De magazijnen genaamd Gans en Crypte zijn geheel uitgebrand. Daarin waren aanwezig de volgende goe deren: 11,000 vaatjes petroleum, 1500 balen wol, 10,000 zakken guano, 1500 blokken palissanderhout, 700 blok ken palmhout, 800 blokken satijnbout, benevens nog andere aanzienlijke partijen werkhout, als ook touw werk, koffij, enz. Gri-aveiilitig;e9 Aug. In den afgeloopen nacht ontwaarde de dienstbode van een der bewoners j naast de oud-Gereformeerde kerk in de Wagenstraat alhier, dat er ten circa half een ure noch licht in die kerk brandde, en bragt dit ter kennis van haar heer, die onmiddelijk daarvan aan de policie deed kennis geven.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1