ZIER1KZEESCHE NIEUWSBODE No. 2551. 22sle Jaarg*. fV oensdag 25 Julij 18ö6( N ieu wstij d i ngen. ©ttsriUic. JFVawlitijlt. M jeftjeïiarisï. Men abonneert zicli: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. Iu Noord-Amerika Mj J". QÜINTUS, tc Grand Bapida, Staat Michigan. Abonnements-Prijs: VOOR BEIDE UITGAVEN. Voor 3 maanden1>30. Franco per post, in Nederland Voor Noord-Amerikafranco New-York - 1,60. - 3,90. Yerschijnt: Op Woensdag en Zaturdag. Aclverteiitië n 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertentie» kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Iloek van de Schuilhaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. in het Te Konstantinopel is van regeringswege bekend ge maakt, dat de op 13 Julij jl. verschenen coupon der 5 pCs. Algemeene Turksche Schuld zal betaald worden op 13 October 1866, vermeerderd met de rente a 6 pCt. 'sjaars van het bedrag der coupon. De heereii Gebr. Baringte Londenhebben bekend o-emaakt, dat te Veracruz zijn ontvangen 600,000 dol lars die met de eerstvolgende paketboot naar Londen zullen worden gezonden ter betaling van den intrest der Mexicaansche Schuld. Weencn, 17 Julij. De Aartshertog Albrecht heeft de volgende dagorder gerigt aan het leger van het zuiden Soldaten van het leger van het Zuiden! Onze wapenen hebben in onze eerste gevechten in het noorden de zege niet behaaldtoch heeft de tegenspoed het vertrouwen van onzen doorluchtigen souverein op ons goed regt en onze goede legermagt niet geschokt en onverzettelijk als hij, is geheel Oostenrijk vast be sloten den laatsten kamp te wagen, zoolang men niet een eervollen vrede verkregen heeft, die aan Oostenrijk eene waardige plaats onder de Europesche staten ver zekert. Volgens het keizerlijk besluit, dat aangekondigd is in het manifest van den lOden Julij, wordt ons eene nieuwe taak opgedragen. Terwijl de noodige troepen zullen achterblijven om de sterke plaatsen van het land bezet te houden en te zanien met de trouwe en dappere bevolking de vestingen van Tyrol, Zuidelijk Oostenrijk en de kusten te beveiligen, vertrek ik met het overige gedeelte van mijn leger naar het noorden, waar de be slissende slagen zullen vallen. Wapenbroeders! Ik weet dat gij slechts noode het tooneel van uwe jongste ge vechten verlaat; maar de hoop op nieuwe overwinningen bezielt u met nieuwe kracht en nieuwen moed. Gij wordt geroepen in het noorden te eindigen, wat gij zoo schit terend in het Zuiden begonnen hebt. Soldaten van de garnizoenen der vestingen van Venetie, Tyrol en de kust streken! U verklaar ik tot erfgenamen van de overwinning- van Custozza; u laat ik achter als dappere trouwe wachters van het aangevangen werk; bewaart met onverzettelijke vasthoudendheid deze kostbare nalatenschap, wat er ook gebeuren moge; houdt de vaan van ons dierbaar Oostenrijk hoog verheven; uw werk is even noodzakelijk in het zuiden als het onze in het noorden. Allen zullen ge lijkelijk deel hebben aan dezelfde eer en denzelfden dank. Vervuld met een kalm vertrouwen, roep ik u in mijn naam en in dien van allen, die u gaan verlateneen hartelijk vaarwel toe, maar tevens zeg ik u: tot weder- ziensEn gij die met mij naar' het noorden gaat, laten wij te zanien met onze wapenbroeders daar ginds aan de wereld toonen, dat Oostenrijks kracht nog niet ver broken isspoeden wij ons naar den beslissenden strijd, vol vertrouwen in God en op onze krachten, die ons reeds instaat gesteld hebben over de grootste moeijelijkheden te zegepralen.1' Uit Berlijn wordt van Dingsdag avond gemeld, dat de cholera aldaar steeds toeneemt. Op den vorigen dag was het aantal lijders met honderd drie en tachtig ver meerderd. Sedert het begin der ziekte werden alleen te Berlijn 2072 personen aangetast, waarvan 1089 zijn overleden. De directe voordeelen, die Pruissen in dezen oorlog- behaald heeft, zijn, volgens de officiële mededeelingen, buitengewoon groot. Het terrein hetwelk het thans bezit, beslaat 1612 vierkante mijlen (Nassau, Hessen-Darmstad t en Beijeren niet medegerekend, evennriu het thans geno men gedeelte van Moravie) en wordt bewoond door 7 millioen zielen. Het oorlogsmaterieel in Hanover en Bohemen buit gemaakt, is ongeloofelijk. 230 kanonnen en daaronder 200 stuks nieuw getrokken geschut, meer dan 6000 paarden en 40,000 gevangenen. Na den slag bij Königgratz vielen, behalve hetgeen op het slagveld gevonden werd, nog 400 legerwagens in handen der Pruis sen. De bijzonderheden van de veldslagen in Bohemen zijn verschrikkelijk. Zoo lieten de Oostenrijkers bij hun terugtrekken na den slag bij Königgratz een veldlazareth achter met 1135 grootendeels zwaar gewonden, waarvan het meerendeel van honger en gebrek is omgekomen, daar de Pruissen eerst eenige dagen later het lazareth vonden. HetNoorderleger heeft zijne flankbeweging volbragt en concentreert zich thans aan de oevers van den Donau. Tengevolge daarvan is de stelling bij Lundenburg ont ruimd. Weenen is thans vol troepen van alle wapenen. Op het Prater is een klein kamp opgeslagen. Uit het Zuiden naderen voortdurend versche troepen, ofschoon een gedeelte tot verdediging van de bergpassen in de Alpen moet achterblijven. De openbare meening hier ter stede en in de provinciën verlangt, dat de regering zich niet schikke in de vernederende voorwaarden van Pruis sen volgens welke wij onze bondgenooten in den steek zouden moeten laten en zouden moeten afzien van alle verdere deelneming aan den Duitschen Bond. Het leger denkt er eveneens over; de omvangrijkste toerustingen worden gemaakt; alle krachten zullen thans voor deze laatste worsteling worden ingespannen. Men verzekert mij dat men zich tegenover het naald geweer, van congrevische pijlen zal bedienen. Of dit werkelijk het voornemen is, weet ik niet; wel is hef be kend dat men het in Oostenrijk in de vervaardiging van deze soort van vuurwerken ver heeft gebragt. Volgens de Augsburgsche Allgemeine Zeitung heeft de Pruissische regering aan Italië 20,000 naaldgeweren gezondenen het tevens bekend gemaakt met het geheim der patronen. Italië heeft overigens nog 30,000 zulke geweren besteld. De generaal Clam Gallas heeft den loden dezer de gendarmerie kazerne, waar hij gevangen gehouden werd, geheel alleen verlaten. De krijgsraad voor welken hij teregtstond heeft hem niet schuldig verklaard, maar met eenparige stemmen besloten, dat men hem geen komman dement meer kon toevertrouwen. Na deze beslissing gordde de generaal den degen aan, welke hem was terug gegeven en verwijderde zich, zonder een woord te spreken. Men weet niet wat van hem geworden is. Als bijdrage tot kenschetsing van den moed en het beleid, waarmede bij Königgratz van beide zijden ge streden is, schetst een dagblad alhier het volgende voor val. „Eene compagnie van het le reg. der Pruis, garde bestormde eene Oostenrijksche batterij digt bij het dorp Chlum. De batterij werd uitmuntend bediend, inzonder heid haar granaatvuur. De Oostenrijkers verkeerden iu de meening, dat de compagnie met gesloten gelederen zou blijven aanrukken en had zij dat gedaan, dan zou waarschijnlijk niet één barer manschappen aan den dood zijn ontsnapt. Doch eensklaps loste de compagnie zich op in eene lange keten van tirailleurs en vuurde eenige minuuten lang met groote snelheid hare naaldgeweeren af. Nog slechts éénmaal vuurde de batterij terug; al hare manschappen en al hare paarden zieltoogden. Menschen en dieren lagen dooreengemengd ter aarde. Slechts één Oostenrijker was ongekwest gebleven en zoo vol moed, dat hij geheel alleen een stuk laadde en een granaatschot loste, hetwelk een Pruissisch officier in den schouder-trof. Docli naauwlijks had hij zijn schot gelost of ook deze laatste man viel, letterlijk doorboord met Pruissische geweerkogels. Weenen, 21 Julij. Officieel. Gisteren namiddag werd de Italiaansclie vioot, bestaande uit 23 schepen waaronder 12 gepantserde fregatteu, bij Lissa door het Oostenrijksche eskader aangevallen. Gedurende het ge vecht is een groot Italiaansch gepantserd fregat door het Oostenrijkscli gepantserde fregat Ferdinand Maximiliaun in den grond geboord; een ander Italiaansch fregat is in de lucht gesprongengeen der opvarenden van beide vaartuigen is gered kunnen worden. Het Oostenrijksche schip kaiser werd door de 4 Italiaansclie gepantserde fregatten omsingeld, het deed er een zinken en heeft de drie andere afgeslagen; het verloor daarbij de bezaans- en de fokkemast, benevens 22 dooden en 82 gewonden. Het Oostenrijkscli eskader is nog in goeden staat om te strijden, de geleden averij is van weinig beteekenis. Na een ge vecht van verscheiden uren werd de Italiaansclie vloot teruggedreven en vervolgd. Lissa is geheel ontzet. ÜNXn.iaïnlieimi, 22 Julij. In eeu telegram uit Weenen wordt uit eene goedé bron verzekerd, dat er de partij des vredes getriomfeerd heeft, zoodat Oostenrijk bereid is de Fransche voorstellen, strekkende tot vorming van een nieuwen bond onder de leiding van Pruissen, met uitsluiting van Oostenrijk, aan te nemen. 33ei'li|i2, 16 Julij. Omstreeks vijfjaren geleden stierf alhier eene dame, die door al hare betrekkingen voor rijk werd gehouden, en ook op zulk een voet geleefd had als had zij een mooi stuivertje geld te verteren; men was dus niet weinig verwonderd, en de erfgenamen der oude tante niet weinig geërgerd, toen men het aanwezige vermogen veel geringer vond dan men ver moed had. Er was namentlijk aan contanten slechts een geringe som voorhanden. De overledene had in haar testament de hoogte van haar vermogen niet aangegeven, men vond onder hare papieren ook geen aanwijzing daarvan. De insgelijks reeds bejaarde jufvrouw van gezelschap, die voor het overige in het testament goed bedacht was, werd algemeen voor een goudeerlijke per soon gehouden. Men moest zich dus naar het onverwachte schikken en zich met veel minder te vreden stellen, dan men had gehoopt te erven. De reeds genoemde jufvrouw van gezelschap erfde het huisraad van hare meesteres; zij betrok daarmede een kleine woning en leefde daarin stil en eenvoudig, zelfs karig, hetgeen niemand, die hare omstandigheden kende, verwonderde, tot haar voor eenige weken plaats gehad hebbend overlijden. Zij stierf op een oude, van hare meesteres geërfde canapé, waar voor zij steeds de angstvalligste zorg had gedragen, zoodat het niet meer dan natuurlijk was, dat de naaste bloedverwanten van de ongehuwd gebleven, dame, deze canapé, alvorens hem bij een schrijnwerker te brengen ten einde hem wat op te knappen, zoo naauwkeurig mogelijk onderzochten. En nu bevond men tot een ieders groote verwondering, dat de hardheid van de zitting een zeer natuurlijke oorzaak had, want zij was met 9000 daalders aan groote goud- en zilverstukken gevuld. Papieren geld was wel is waar ook in de canapé gepakt, maar niet voor een groot bedrag-. Daar nu de jufvrouw van gezelschap nooit vermogen had bezeten en in haar geheele leven niet iu de gelegenheid was geweest zich zulk een vermogen op een eerlijke wijze te verwerven, en ook nooit tot iemand een woord van de 9000 daalders gezegd had, beweerden de erfgenamen der vroegere meesteres van de laatst gestorvene, dat de 9000 daalders het eigendom hunner erflaatster geweest waren, dooi de jufvrouw van gezelschap ontvreemd. De erfgenamen der jufvrouw van gezelschap, zijn niet van zins deze onverwachte erfenis zonder boe of ba af te geven en men verwacht dus een zeer belangwekkend proces. Oostenrijksche bladen prijzen het denkbeeld aan om de lijken niet op de slagvelden te begraven, maar te verbranden. Professor Gioppi te Padua voert in de Medic. Zeit. de gronden aan, die hier voor pleiten, maar erkent zelf dat men er nog niet toe komen zal en dat eerst het denkbeeld meer algemeen moet worden om door een volgend geslacht te worden toegepast. De 8000 Beijerschen, die te Schleusingen binnen rukten, hebben in den tijd van twee en een hal ven dag 3000 ankers bier gedronken, dat is dus gemiddeld per man 17 flesschen. IPtxxri20 Julij. De Moniteur bevat het volgende: Pruissen keurt de grondslagen tot eene schikking door Frankrijk voorgesteld, goed en bewilligt in het staken der vijandelijkheden gedurende vijf dagen. Indien nu ook Oostenrijk en Italië toestemmen, kan de wapenstilstand onverwijld worden geteekend. Een tot dusver onbekend insect is in Frankrijk verschenen. Het heeft den naam ontvangen van „och- senheimeria tourella," en rigt groote verwoestingen aan in de tarwe. Als worm of made kruipt het uit den grond langs den halm opwaarts, en vernielt de aar. Binnen vier weken na zijn ontstaan is het in een vlinder veranderd. Door de plotselinge en zeer menigvuldige verschijning van witte aren in de tarweis men het eerst op dit insect opmerkzaam geworden. Dezer dagen is aan de mairie van het 5de arron dissement een huwelijk voltrokken tusschen een gede tineerde van St. Pelagie en eene vrouw, die te St.-Lazare opgesloten is. Dat bruid en bruidegom gevangenen waren, was alleen daaraan te zien, dat de 8 getuigen allen policie- beambten waren. Van de mairie ging men naar de kerk en vervolgens naar het bruiloftsmaal. Met klokslag van 10 ure stonden de jeugdige echtelingen op. De bruid giug naar St. Lazare en de bruidegom naar St. Pelagie terug. Het vervolg der bruiloft kan namelijk eerst plaats hebben, zoodra beiden ieder nog 2 jaren in die inrig- tingen zullen hebben doorgebragt. Dezer dagen heeft in een der kerken te Parijs een voorval plaats gehad, dat duidelijk bewijst, dat ouder een zacht uiterlijk, dikwijls een ijzeren wil huist. Een jeugdig meisje uit den geringeren stand zou met een jongman uit denzelfden kring in den echt vereenigd worden. De priester had het conjungo uitgesproken, en voegde er nu eenige weinige toepasselijke aanmerkingen bij, om het jonge paar tot wederzijdsche genegenheid en trouw te vermanen. Toen hij geëindigd had, zei de bruid, wier beurt van spreken was gekomen, kort en bondig: „Mijnheer de pastoor, wanneer mijn echtgenoot zich gedraagt zooals hij zich gedragen moet, dan beloof ik, dat mijn gedrag jegens hem onberispelijk zal zijn maar indien hij dat niet doet, dan wil ik mij niet ver binden iets na te komen van hetgeen gij hebt gezegd." Dat kan waarlijk opregt spreken genoemd worden. 23 Julij. Ter beurze alhier is bij aanplakking bekend gemaakt, dat Oostenrijk de vredes-preliminairen heeft aangenomen. Volgens ontvangen berigten is in het Pruissische leger de cholera uitgebroken. De koning is ziek. Gri.°oïainïg,-OEi, 18 Julij. Gerekend naar de bevol king is het aantal der door de cholera aangetaste per sonen in geen stad van ons vaderland zoo groot als hier ter stede. Het bestuur dezer stad is met hoogst loffelijken ijver bezig, om alles aan te wenden wat wetenschap en ervaring aan de hand geven, om zoo mogelijk de ziekte te stuiten of hare verspreiding te verminderen; o. a. ook door het dagelijks bevochtigen der straten met water, waarin chloorkalk vermengd is. Met de uiterste naauw- keurigheid wordt voor de zindelijkheid gezorgd en verder alles gedaan om hulp te verschaffen en tot verligting der lijdenden. Men kan door de stilte, die hier heerscht en de weinige beweging op straten en wandelwegen wel bemerken dat de bevolking dezer zwaar geteisterde stad, onder eene groote ramp gebukt gaat. Mogt de welda digheid van stad- en landgenooten er veel toe bijdragen, om ook de gevolgen van deze ziekte te lenigen en te verzachten -A-iiisnteirclLiiii., 21 Julij. Heden passeerde deze stad om gebragt te worden in het huis van opsluiting en tuchtiging te Leeuwarden, de persoon van J. H. P., oud 54 jaren, laatst door het provinciaal geregtshof in Noord-Brabant tot. 7 jaren tuchthuisstraf veroordeeld, nadat hij reeds 29 jaren tuchthuis, 2 jaren correctionele gevangenisstraf met 3 tenpronkstellingen heeft onder gaan, en voorzien is van 3 brandmerken. Op 20-jarigen leeftijd maakte hij het eerst met de justitie kennis, en bovengenoemde straffen vielen dus binnen een tijdvak van 34 jaren voor. «GrovÏBicliOEii, 17 Julij. Gisteren avond werden in het water nabij de Kleine Griend door personen, behoo- rende tot. de secte der Mormonen, twee meisjes gedoopt, waarbij zegenbeden werden uitgesprokente hopen is het dat zulk een koud bad des avonds ten elf ure genomen of toegediend, de gedoopten meer gesticht zal hebben, dan cle toeschouwers of ooggetuigen, daarbij in stilte tegenwoordig; voor de laatsten was liet een oogenblik van scherts, terwijl het velen tot eene ergenis was. ISx'CClM, 20 Julij. Do heer V. A., koopman in boom schors te O., kwam vóór eenige dagen op Pruissisch grondgebied. Men maakte weinig omslag rnct hem en zette hem voorloopig in gijzeling. V. A. is het ellendig verblijf, waarin men hem had op gesloten, des nachts onfvlugt en hier iu den omtrek bij zijue betrekkingen aangekomen. 4^113ïii**»*, 19 Julij. In de heden gehouden vergadering der Prov. Staten van Zeelandwaarin de zaak der nieuwe stoomboot „Zeeland" moest worden behandeld, is bepaald, dat die boot bij slecht weder niet zal worden gebezigd, maar dat alsdan zal worden gebruik gemaakt van de stoomboot „Stad Vlissingen n°. 1" waartoe die in orde zal worden gebragt, en waarvan de kosten op p. m. ƒ22,000 zijn geschat. Voorts is op het verzoek van het bestuur der spoor boot, welke de dienst op de Oosterschelde verrigt, en die bij gebrek aan de vereisclite ondersteuning genood zaakt zoude zijn geweest die dienst op te heffenbe sloten om aan die maatschappij een subsidie te verleenen van ƒ2000 over het eerste halfjaar 1866, en bovendien een subsidie van 40 per dagreis gedurende de tweede helft van dit jaar en van ƒ30 per dagreis in de jaren 1867 en 1868. Ziei'ilcseee, 24 Julij. Gisteren arriveerde alhier Z. Ex. de commissaris des konings in deze provincie baron van Lyndenna vooraf de genieenten in het eiland Duiveland te hebben bezocht. Heden morgen bezocht Z. Ex. het Hervormd Diaconie Armengesticht en verleende ten 10 ure eene openbare audiëntie op het raadhuis. Vervolgens bezocht Z. Ex. ook alhier de openbare scholen. Morgen vertrekt Z. Ex. tot dat einde naar cle verschillende gemeenten in het eiland Schouwen, om donderdag over deze stad naar Middelburg weder te keeren. Naar wij vernemen heeft de Kamer van Koophandel alhier de tusschenkomst van het Ministerie van Buiten- landsche zaken verzocht, ten einde de invoer van vee in Engeland ook uit de geheel onbesmette eilanden Schouwen en Duiveland weder worde vrijgesteld. Ds. T. J. van Stipriaan Luisciuspred. bij de Herv. gemeente te Oosterlandis als zoodanig beroepen te Scherpenzeel. De algemeene synode der Ned. Herv. kerk heeft, blijkens het verslag harer werkzaamheden in de K. C.. de door cle commissie, in 1865 benoemd, ter tafel gebragte gezangen, voor den vervolgbundel op de Evangelische gezangen, aangenomen en besloten dien bundel met een woord van aanbeveling tot de gemeente te brengen. Door de Staats-Courant worden de volgende be- berigten betreffende de cholera medegedeeld Den 18 Julij zijn aanget. Leiden 's Gravenliage Delft Schiedam Botterdam Dordrecht Gouda Utrecht Den 17 Haarlem Kampen i Meppel Groningen overl. 3 34 4 0 31 8 6 32 Julij. 10 18 10 49 Den 19 Julij zijn aanget. overl. 7 Leiden 7 22 's Gravenliage 43 3 Delft2 1 Schiedam 1 13 Rotterdam 25 5 Dordrecht 10 4 Gouda 3 22 Utrecht29 Den 18 Julij. 7 Haarlem 8 9 Kampen. 17 7 Meppel 9 21 Groningen 54 25 0 1 20 6 1 15 2 10 10 27 Den 20 Julij. Leiden 7 's Gravenliage Delft Schiedam Rotterdam Dordrecht. Gouda Utrecht Seder het begin der epidemie 3 Leiden 1290 20 's Gravenliage 1070 1 Delft621 1 Schiedam 324 20 Rotterdam 1423 11 Dordrecht 553 1 Gouda 223 21 Utrecht 854 595 380 213 889 332 122 1942 1284 Den 19 Julij. Haarlem. 6 Kampen. 18 Meppel 5 Groningen 34 2 Haarlem. onbek. 148 13 Kampen. 246 136 2 Meppel 290 171 24 Groningen 1293 710

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1