T 22 Zaturdag 21 1866. Jaarg. sle N ieuwstij dingen. jpwits ZIERIKZEESCHE NIEIJWSRORE. Men abonneert zicli: In Nederland bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Xoord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, Staat Michigan. Abo sin em ents-Prijs: VOOR REIDE UITGAVEN. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,00. Voor Noord-Amerika, franco New-York- 3,90. Yerscliij nt: Op Woensdag en Zaturdag. Advertentië n 10 cent voor eiken regel. Zegelregt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertenticn kan geschieden tot Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzee, Iloek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken, franco. Hoe volstrekt noodzakelijk een voortdurend waakzaam toeziet op de openbare instellingen is, blijkt uit het onder zoek van staatswege nu opzettelijk gedaan naar de zieken verpleging in de werkhuizen te Londen. Reeds is^ de toestand in het Strand Union Workhouse, het Rotlierhithe Workhouse en Padington Workhouse onderzocht, en in alle drie zijn de vreeselijkste en wreedste mishandelingen aan het licht gekomen, vooral door vrouwen, als zieken verpleegsters werkzaam, uit verslaafdheid aan den drank gepleegd. Om achter de waarheid te komen en haar met de feiten gestaafd te zien, heeft men sommige be ambten aan eene ondervragingdie soms tot zes uren aaneen geduurd heeft, moeten onderwerpen. Hierdoor is aan het licht gekomen, dat bijna al de wijn en het bier, die ruimschoots voor de zieken verstrekt werden, door deze aan de ziekenoppasters moest worden afgestaan dat gelijke afpersing ook door de waschvrouwen ge schiedde, en beiden buitendien de zieken van alle gelds waarde en giften wisten te berooven. Al wie de waschvrou wen niet te vreden stelden ontvingen hun schoon goed door ongedierte verontreinigd terug. Van de ziekenverpleeg sters bleek, dat zij in hare opgewondenheid en dronken schap de zieken op allerlei wijze plaagden en soms geweldig sloegen, en dat er stilzwijgend een stelsel was ingeslopen om zeer lastige patiënten groote hoeveelheden opium in te geven en ze dan op de linkerzijde te leggen en ze zoo »een natuurlijken dood11 te laten sterven. Bij zondere feiten van verwaarloozing en mishandeling wor den, als te stuitend voor de menschelijkheid, beter met den sluijer bedekt dan vermeld. Genoeg dat het kwaad, door verjaring gewoonte geworden, zoodat er hetgeweten als voor verstompt was, ontdekten in het naauwst verband met Engelands algemeene drinkgewoonten gebleken is. Weciicn14 Julij. De Wiener-Zeitung van den 11 den behelst het keizerlijk besluit van den 7den, waarbij de uitgifte wordt verordend van 200 millioen flor. aan staats-bankbilletten. Daarvan zal voorloopig voor een bedrag van 60 millioen in omloop gebragt worden. Als onderpand is aan de bank afgestaan het bergwerk Wie- liczka, voor zoover dat bergwerk nog niet met hypot heken bezwaard is. Uit eene verklaring door den burgemeester van Weenen in den gemeenteraad afgelegd, blijkt dat deze eene audiëntie bij den keizer heeft gehad, waarin de laatste de toezegging heeft gedaan, dat Weenen zelf niet aan een aanval der Pruissen zal worden blootgesteld, daar het des keizers wil is, dat de hoofdstad als eene opene stad zal behandeld worden. Het bruggehoofd aan den Donau is alleen opgerigt, om den vijand den overtogt over die rivier te bemoeijelijken en waarschijnlijk ook om hem daar nog eens slag te leveren. Mogten dus de Pruissen bij die gelegenheid weer overwinnaars zijn, dan zou hun den intogt te Weenen niet betwist worden. Men wil voorts weten, dat de Oostenrijksche regering het oog op de Hongaarsclie vesting Komorn heeft geslagen, om clen zetel des bestuurs aldaar over te brengen, indien Weenen door de Pruissen bezet wordt. Weemeii, 17 Julij. Gisteren heeft er een groote minis terraad plaats gehad, welke door de leden van het vorstelijk huis werd bijgewoond. De voorwaarden tot het aangaan van een wa penstilstand werden onaanneembaar geacht. De oorlog zal krach tig worden voortgezet. Uit Troppau meldt men, dat over het gedrag der Pruissische soldaten over het algemeen niet kan geklaagd worden, maar dat hetzelfde niet kan gezegd worden van de hoogere officieren. Een hunner riep den algemeen geachten burgemeester, met wien hij te spreken had, toeHoed af, toen deze na hem gegroet te hebben den hoed weder wilde opzetten. Eene dame, die voor een venster op de eerste verdieping van hare woning zat en bij het zien van den treurigen toestand der stad, hare tranen niet kon weerhouden, werd door den majoor prins Lichnowsky opgemerkt; liij reed naar haar toe en riepOude totebel, ga heen met je gehuil, en dergelijke gemeene uitdrukkingen meer. Aan een heer, die uit zijne woning op de tweede verdieping met een tooneelkijker zag naar het gewoel van soldaten, paarden enz.deed Lichnowsky aanzeggen, dat, indien dit weder gebeurde, lip hem uit zijne woning zou doen zetten. Aan de geld wisselaars is bevolen om den Pruissischen thaler (ƒ1,70) met 2 florijnen (ƒ2,40) te betalen. Daarop heeft een hunner zijn kantoor gesloten. De levensmiddelen, als vleesch, suiker, koffij, tabak, sigaren enz. welke Troppau dagelijks te leveren heeft, vertegenwoordigen dagelijks eene waarde van ruim 5000, bovendien moet dagelijks eene vrije tafel van 50 couverts voor officieren aangerigt worden. De Pruissische commandant heeft ook eene groote hoeveelheid lampetkannen en kommen, flesschen, kruiken en glazen geëischt, en daar men die in zoo groote hoeveelheid in de winkels niet kon vinden, moesten de particulieren ze leveren; evenzoo werden 600 bedlakens en eene nog veel grootere hoeveelheid handdoeken gerequireerd. Er zijn ook verscheiden hon derden matrassen gevorderd. Gaat dit zoo voort dan zullen alle Troppauers tot den bedelstaf gebragt worden. Garibaldi's pogingen om een opstand in Tyrol te doen ontstaan, zijn totaal mislukt; hetzelfde mag worden gezegd van zijne operatien in het dusgenaamde Itali- aansche Tyrol. De bewoners van dat gedeelte van Oostenrijk gevoelden zeer weinig lust om zich onder Garibaldi's vanen te scharen. Zelfs in Valteline bestaat daarvoor niet de minste zucht. Garibaldi's naam oefent geen invloed meer uit. Bei-lijn, 14 Julij. Het bekende voorval bij Trau- tenau, waar de Pruissische troepen verraderlijk werden binnen gelokt, wordt geregtelijk onderzocht. Het ge tuigenverhoor is reeds aangevangen en wordt geregeld voortgezet. 16 Julij. In het te Coblenz verschijnende Tageblatt leest men het volgende verhaal, afkomstig van een zich noemend oor- en ooggetuige: //Toen onze koning (in de tweede helft der maand Junij) afscheid nam van prins Frederik Karei, zeicle Z. M. onder anderen, met tranen in de oogen: ,/Ik ben een oud man, een man van bijna 70 jaren; hoe zou ik er dan nog aan kunnen denken oorlog te voeren? Ik verlang niets liever dan, bij mijn dood, den vrede na te laten aan mijn volk. Ook weet ik, dat ik het voor God en voor mijn geweten verant woorden moet. Voor God kan ik het betuigen, ik heb gedaan wat ik konden keizer heb ik gebeden, gebeden, zoo dringend als het slecht mogelijk is, te bidden. Ook verlang ik geen voetbreed uitbreiding van grondgebied. Alles wil ik toegeven wat óvereengebragt kan worden met Pruissens eer. Veel heb ik aangeboden; doch zij willen nu eenmaal den oorlog; zij willen, dat alles weder worden zal gelijk het vóór den 7jarigen-oorlog geweest is en dat gaat toch inderdaad niet aandan zou Pruissen niets meer te beteekenen hebben." Daarop wendde de koning zich tot prins Frederik Karei, omhelsde hem en zeide: „Karei! Reeds eenmaal (bij het bestormen der Duppeler-schansen) is u eene taak opgedragen gewor den en destijds hebt gij u daarvan loffelijk gekweten; thans wordt u eene veel zwaardere taak toevertrouwd." Bij deze woorden stonden ook prins Frederik Karei de tranen in de oogen. De koning voert voort: „Goddank, ja, het leger is in een goeden staat; doch of wij de overwinning behalen zullen, dit is in de hand des Heeren. Indien de Heer niet helpt, is alles toch vergeefs. Ook •willen wij niet overmoedig zijn, indien de Heer ons de overwinning schenkt." 16 Julij. De seuaat dezer stad heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waarin de ingezetenen gerust gesteld worden omtrent de gevaren des oorlogs. Verder luidt de proclamatie aldus: »De senaat zal trouw blijven aao den bond, maar beschouwt de bondsherziening, dc vorming van een sterk centraal gezag, en het in het leven roepen van eene werkelijke vertegenwoordiging van alle Duitsche volken, als eene dringende noodzakelijkheid. De senaat zal alle pogingen ondersteunen, die strekken kunnen om dit doel te verwezenlijken. De senaat is, in afwachting van de verwezenlijking der bdndshcrvorming, vast besloten, de onafhankelijkheid en onschendbaarheid dezer vrije stad te handhaven." Briin14 Julij. De Oostenrijkers trekken terug en zijn achter de rivier de Thaya, in de rigting van Weenen, in het naauw gebragt. Moravie is, met uitzondering van Olmütz ontruimd, zonder dat er weerstand is geboden. De burgemeester heeft een geruststellende proclamatie uitgevaardigd, waarin hij wijst op de krijgstucht bij het Pruissische leger. Zondag 11. hebben de Oostenrijkers Olmütz verlaten. Een gedeelte van de voorhoede van het Elbe-leger bezette gisteren, zonder eenig gevecht te leveren, Zuaim. Morgen zal het geheele leger de Thaya hebben bereikt. Het hoofd kwartier van den kroonprins was gisteren te Lundenburg gevestigd. De kroonprins heeft gisteren voor Olmütz een gevecht geleverd tegen de Saksers en Oostenrijkers, waarin de Pruissen de overwinning behaalden. Zestien kanonnen werden overmeesterd. Heden verwacht men weder ge vechten tegen de Oostenrijksche troepen, die Olmütz verlaten. Parijs, 15 Julij. Met een buitengewonen spoed wordt in de wapenfabrieken aan de nieuwe geweren gewerkt, welke van de Pruissische verschillen en, naar het schijnt, nog veel voortreffelijker zijn. Men zegt dat de vijandschap tusschen de keizerin van Frankrijk en prins Napoleon op nieuw is uitge barsten, doordien de prins thans volstrekt geen vrede wil en den keizer laakt over de aanneming van den afstand van Venetië. Wat Napoleon III zeiven echter betreft, onvatbaar zoowel voor blaam als voor lof, smaakt hp met volle teugen het genot van de schitterende positie, waarin hij thans door Oostenrijk is gesteld. Het roem rijkste oogenblik zijner regering is ongetwijfeld thans aangebroken. Zonder een enkel soldaat in het veld te brengen, heeft de keizer thans een resultaat verkregen dat anderen zelfs niet met opoffering van goed en bloed konden bereiken. Meester van de Adriatische zee, meester van Venetië en van den vermaarden vierhoek, is het thans Napoleon III die het lot van Europa in handen heeft. Brussel ,15 Julij. De houding, in de laatste dagen door cle Fransche regering aangenomen, heeft hier de heerschende ongerustheid een weinig verdreven. Men hoopt nu, dat Keizer Napoleon zal blijven voortgaan met op onbaatzuchtige wijze werkzaam te zijn tot herstel van den vrede tusschen de oorlogvoerende mogendheden, en dat daardoor ernstiger verwikkelingen zullen kunnen worden voorkomen. Ons gouvernement doet wat het vermag, om Keizer Napoleon niet onaangenaam te zijn. De cholera begint te Gent, Antwerpen en ook te Brussel onrustbarend te heerschen. Zaturdag jl. heeft de burgemeester van Brussel in de zitting van den raad dier gemeente mededeelende dat de heerschende epidemie (cholera) ook dóAr ter stede toenam geconstateerd, dat de meeste ziektegevallen voorkomen des Dingsdags, Woensdags en Donderdags, ten gevolge van de uitspattingen op Zondag en Maandag. Hij vestigde daarop de aandacht, óók ter bestrijding van het bij sommige klassen heerschende denkbeeld alsof het gebruik van sterke dranken een voorbehoedmiddel tegen de cholera zou zijn. Wijlio, 17 Julij. Men heeft hier in de laatste da gen verscheidene malen kanonschoten gehoord, terwijl de aarde hier en daar dreunde. Men beweert, dat zulks het geschut van de oorlogvoerende mogendheden ver oorzaakt. Dit was waarschijnlijk ook in de vorige week het geval te Olst, hetgeen men daar echter voor eene aardschudding hield. Althans het gebulder van het ge schut is op sommige uren van den dag hier in de laatste dagen duidelijk gehoord. BraJkel, 18 Julij. Te Hermijnen heeft zich eene commissie gevormd, bestaande uit de heeren van der Sande BakhuijzenMijnlieff.Lampen en Schomaker, met het doel, om aan behoeftige herstelde cholera-lijders versterkend voedsel, enz. te verschaffen. In de laatste dagen hebben er zich in die gemeente, alsook te Zuilicliem en Vuren, verscheidene cholera gevallen, meest allen met doodelijken afloop voorgedaan. Men verneemt, dat te Asperen een soldaat, met de surveillance der veeziekte belast, door een boer is doodgeschoten. Terstond is de dader in hechtenis genomen en naar Gorinchem getransporteerd. {Ingez.) 15 Julij. Te Prinsland is gisteren een man, die verhit zijnde achter elkander eene massa water dronk, plotseling dood gebleven. Neuzen, 19 Julij. Aan boord van het Pruissische brikschip Frederika Wilhelminakapitein Houssellvan Gent naar zee bestemd en liggende in het kanaal alhier, heeft zich eergisteren een geval van cholera voorgedaan, dat binnen weinige uren met den dood is geëindigd; zijnde het slagtoffer een hulp-binnenloods uit Selzaete. Ook de stuurman was gisteren morgen aan de ziekte lijdende, doch thans herstellende. Alle gemeenschap tusschen het schip en den wal is oogenblikkelijk ver boden. tot handhaving waarvan de maréchaussee voort durende bij het schip de wacht houden. Zierikzee20 Julij. Door de Staats-Courant worden de volgende be- berigten betreffende de cholera medegedeeld: Den 14 Julij zijn Den 15 en 16 Julij zijn aanget. overl. aanget. overl. Leiden 5 1 Leiden 26 12 's Gravenhage 23 15 's Gravenhage 69 31 Delft0 1 Delft7 6 Schiedam 6 3 Schiedam 11 4 Rotterdam 22 18 Rotterdam 36 28 Dordrecht 8 2 Dordrecht 16 8 Utrecht. 13 11 Gouda 6 3 Utrecht 41 30 Den 13 Julij. Den 14 Julij. Haarlem onbekend 5 Haarlem onbekend 6 Kampen 11 3 Kampen. 3 6 Meppel8 6 Meppel 9 4 Groningen 22 15 Groningen 29 11 Den 17 Julij. Seder het begin der epidemie Leiden 15 3 Leiden 1273 839 's Gravenhage 49 28 's Gravenhage 942 528 Schiedam 2 2 Schiedam 322 210 Rotterdam 39 21 Rotterdam 1341 836 Dordrecht. 13 6 Dordrecht 527 310 Gouda 2 0 Gouda 213 116 Utrecht. 27 17 Utrecht. 1859 1226 Den 15 en 16 Julij. Haarlem. onbekend 6 Haarlem. onbek. 137 Kampen. 21 13 Kampen. 195 104 Meppel 16 11 Meppel 266 152 Groningen 54 33 Groningen 1156 638 Te Goes heeft zich Zondag een geval van cholera voorgedaan. De persoon van Marinus Hubregtse, werk zaam te Wemeldinge Zaturdag avond zooals gewoonlijk bij zijne vrouw gekomen, is den volgenden morgen door die ziekte aangetast en in den namiddag overleden. Hij woonde te Wemeldinge in het huis waar 3 kinderen aan de cholera zijn overleden. Te St.-Annaland is de cholera werkelijk heerschende; aldaar zijn tot op 17 Julij 11. in het geheel 28 gevallen voorgekomen, waarvan 19 met den dood zijn geëindigd. Op 17 dezer deed zich echter slechts één geval voor. Te Wemeldinge zijn, zooals reeds gemeld is, enkele gevallen voorgekomen. Het totaal bedraagt daar 4 ge vallen, waarvan 3 in één huisgezin met doodelijken afloop de 4e persoon, in een ander ver daarvan verwijderd ge zin, is hersteld. Te Tholen is, blijkens berigtvan 17 dezer ook weder een geval, doodelijk afgeloopen, voorgekomen. De Heer F. J. Koningsbergenpredikant bij de hervormde gemeente te Hazerswoude, heeft voor het op hem uitgebragt beroep naar Ylissingen bedankt. Zelden heeft een geweer zulk een opgang gemaakt als het Zundnadelgeweer, waarvan in den tegenwoordigen oorlog in Duitschland de vernielende kracht zoo proef ondervindelijk bewezen schijnt. Overal is men er dan ook in het buitenland er op bedacht, dat geweer of ten minste een dergelijk voor het leger te doen vervaardigen. Wij vernemen, dat ook onze regering voornemens is zich dit wapen aan te schaffen. Zijn wij wel ingelicht, dan worden aan den constructiewinkel te Delft een 50 of 60-tal Zund- naaldgeweren gefabriceerd, waarmede proeven zullen worden genomen. Mogten die aan de verwachting vol doen, dan zal hoogstwaarschijnlijk een deel der infan terie met dit wapen worden voorzien. Een brief uit Dusseldorp berigt de ontvangst van de viij aanzienlijke bezending van pluksel, linnen, geld als anderzins voor de gekwetsten in het hospitaal aldaar. De schrijver maakt er opmerkzaam op, dat men bij het vervaardigen van pluksel wèl doet wanneer men zorgt dat de uitgetrokken draden regt op elkander liggen en niet tot proppen zaamgepakt. Ook aan kleedingstukken en linnen, vooral zindelijk linnen, is groote behoefte. Uit een te Leiden ontvangen brief van een auditeur militair bij het Pruissische leger in Bohemen, deelt het Leidsehe Dagblad het volgende medewaartoe het van welwillende zijde is in staat gesteld: Maukowitz in Bohemen 29/6. 7 uren p. m. Voor den eersten keer in mijn leven ben ik door een veld gereden, op hetwelk daags te voren de God des oorlogs gewoed had. In de laatste dagen hebben, helaas niet bij onze troepen, d. i. niet bij die divisie, waarbij ik sta, maar bij de troepen, welke voor ons staan, herhaalde gevechten plaats gehad, welke allen zonder uitzondering in ons voordeel beslist zijn. Zoo reden wij dan over een slagveld, waarop wij daags te voren volgens gerucht, 8 kanonnen veroverd hebben. Overal lagen op de wegen vreeselijk verminkte lijken, meestal van Oostenrijkersdeze was het hoofd, gene de borst doorboord, een anderen de beenen afgeschoten. Mijn lieve hemel, daar leert men den dood in zijne afgrijselijke gestalte kennen, daar leert men eerst inzien, in welke onnoemelijke jammer en ellende de oorlog geheele land streken brengt. De weiden en korenakkers waren geheel en al vertrapt, boerderijen en huizen verwoest, bosschen geveld. De armen verbergen hunne kleine have in de bergen, en ook daar zijn de weinige overblijfsels niet zeker. In het kwartier, waar in ik gisteren lag, was in het gevecht op straat van gisteren het 8jarig eenig zoontje dier beklagenswaardige lieden dood geschoten. Het knaapje had uit nieuwsgierigheid uit het raam gekeken, toen hem een kogel het hoofd doorboorde. De arme ouders waren troosteloos. De Pruissische soldaat, die zich anders in 's vijands land goed gedraagt, heeft zwaar te kampen tegen den haat en het fanatisme der inwoners. Gisteren heeft in het hier nabij gelegene Munchengratz een inwoner aan de soldaten zwavelzuur te drinken gege ven, en dezelfde kerel bragt nagenoeg 50 man in eenen kelder gevuld met spiritusvatenhij stak de spiritus aan en versperde aan de soldaten den uitgang(hij werd dade- lijk opgehangen). Nagenoeg 30 Pruissen, door brandwon den vreeselijk verminkt, liggen hier in het hospitaal en gelijken niet meer op ligchamen, maar op afgrijsselijk verminkte vleeschmassa's. Onze geestelijke heeft ze heden morgen bezocht, en dus is wat ik u zeg waar. Men leest in de Middelburgsche Courant het volgende: Het noorder-station schrijft een berigtgever uit Weenen is thans de plaats, alwaar men, misschien meer nog dan op het slagveld, zich van al de rampen en ellenden des oorlogs een denkbeeld kan vormen. Wil men de smart in hare meest vcrschilleude vormen zich zien uiten, men begeve zich naar dat station bij dc aankomst van een trein met gekwetsten, en men zal getuige zijn van tooneelen, veel ontzettender dan die op slagvelden ooit worden aangetroffen. Ik heb het aanbod aangenomen van een lid der vereeniging tot verzorging van gekwetsten, om een nacht door te brengen aan het noorder-station cn thans, nu ik mijne indrukkeu in flaauwe trekken op het papier breng, beeft nog mijn hand en komen mij, bij de herinnering aan die uren, de tranen in de oogen. 't Was middernacht. De trein, die drie honderd gekwetsten zou medebrengen, werd ten 1 uur verwacht en overal in de wachtkamers heerschte de grootste drukte. Een groot aantal personen, door de zoo even genoemde vereeniging in dienst genomen, hielden zich bezig om matrassen aan te voeren en

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1