T BIJVOEGSEL, bij den Zierikzeeschen Nieuwsbode van 2 Juni1860, No 2310. GEMENGDE BERIGTEN, BEHOORENDE Vervolg der Jk'ieutcttijdingen. Xe Gent hebben, in de voorgaande week, eenige ongeregeldheden plaats gehad. Er was eene Vlaamsche meeting belegd om eenige genomen maatregelen te bespreken, die invloed moeten uit oefenen op de aanstaande verkiezingen zij werd door de fabriekarbeiders uiteen gejaagd. Dit is een slecht voorteeken voor den aanstaanden ver kiezingsstrijd. Het dagblad la Liberté bevat het volgende «De wet die thans de preventieve detentie regelt, wil de toepassing bij wanbedrijven slechts in zeer ernstige en bijzondere omstandigheden. Hoe wil men dan de toepassing hiervan regtvaardigon in het volgende geval? Een boer die zich een veer tiental dagen geleden des avonds te Hal bevond en slechts eenige weinige stuivers bij zich had om zich een nachtverblijf en sober avondeten te verschaffen kwam op de gedachte om van de gendarmerie dier plaats de gastvrijheid in te roepen. De heeren gendarmes geven echter geen nachtverblijf aan eerlijke lieden en hij zeide der halve tot hen dat hij een ontslagen galeiboef en rupture de bun was. Onmiddellijk werd hij nu gearresteerd en hij ontving zijn nachtverblijf en avondeten. Den volgenden morgen verhaait hij aan zijne gastheeren dat hij zich slechts als een ontslagen galeiboef had voorgedaan om te worden ingenomenhij bedankt ben voor de ontvangst en wil nu vertrekken. Dit werd hem echter be let; met den meest mogelijken ernst wordt door de maréchaussée te Hal proces-verbaal opgemaakt en de arme kerel moet teregt staan voor de correctionnele regtbank, beklaagd van opligting, daar hij «met gebruikmaking eener valschc kwa liteit zich bedriegelijk had meester gemaakt van eens anders bezittingen." De valsche kwaliteit was die van ontslagen galeiboefde bezittingen waarvan hij zich had meester gemaaktwaren het gebruik van een bed en avondetenhet slagtoffer der opligting was de Belgische staat, alles ter waarde hoogstens van 1 fr. 50 centimes. Onnoodig is het te zeggen dat de regtbank van Brussel slechts in dit alles eene vrij zonderlinge aardigheid zag en den armen boer vrijsprak. Tot dusverre wekt deze geschiedenis slechts een glimlach op, maar hetgeen deze geheel doet ver dwijnen is dat de ongelukkige gevangen is ge houden van het oogenblik dat hij op het denk beeld kwam om aan de deur der gendarmerie te kloppentot op het oogenblik dat hij werd vrijgesproken, zijnde tien of twaalf dagen. Het ware wenschelijk dat deskundigen op dit gebied eens wilden aantoonen waarin het ernstige ge legen is, hetgeen dezen strengen maatregel regt- vaardigt." Venlo 27 Mei. Gisteren avoml is van hier overgebragt naar Roermond de man genaamd J. G, die verdacht wordt van den onlangs gcpleegden moord; de vrouw die met hem gevlugt was is heden in een bosch geheel verminkt gevonden, men vermoedt dut zij door den misdadiger om het leven gebragt is om des te zekerder te zijn, dat zijn bedrijf niet zou ontdekt woiden Omtrent de ongeregeldheden te Blerick ver nemen wij nog het volgende: Van het te Venlo in garnizoen liggend regement kavallerie waren eenigen op den 21 dezer naar de kermis in genoemd dorp geweest, en hadden van de inwoners dier gemeente belecdigingen ontvangen, die zij meenden te moeten wreken. Den volgenden dag ging tot dat doel een groot aantal dragonders derwaarts; de hoeren waren evenwel daarop voorbereid en hadden zich in grooten getale bij een in aanbouw zijnd huis verzameld, om de kavallerie daar af te wachten. Omstreeks 31/, uur werd er eene patrouille uit Venlo afgezonden, sterk 6 man, waaraan echter eene versterking werd toe gevoegd van nog 1 sergeant en 4 man van de hoofd wacht, 2 man van het fort en 12 kavallerislen, ten einde de zich daar bevindende militairen te arresteren. Zij werd echter dadelijk door de burgers met een salvo van sleenen begroet, waardoor vele man schappen gekwetst werden, zoodat men tot de over tuiging kwam, dat, wanneer men de militairen in arrest wilde nemen, van de patrouille niets teregt zou komen. Men besloot derhalve met de zich aldaar bevindende onderofficieren en korporaals van beide wapens op de burgerij in te gaan, doch men moest ten gevolge van de stcenen, die werden toegeworpen, terugtrekken en zich verdekt opstellen. Over dien terugtogt ontevreden, werden de ge weren geladen en ging men nogmaals op de burgers in onder een hagelbui van steenen. Het gevecht dat toen geleverd werd was hevig en zou heviger zijn geworden, indien niet eene verster king was gekomen op het oogenblik dat de burgers met geweren en slokken op de patrouille aankwamen. Men marcheerde men sectiën hen te gemoet, een sergeant liet halt houden en deed de gewone sommatie: gehoorzaamheid aan de wet, naar huis, of geweld zal worden gebruikt!" Naauwlijks was deze som matie geschied, of de sergeant werd met steenen ge worpen, waarop een dragonder vuur kommandeerde. Een schot viel tusschen de muitenden, en toen dat eene schot was gevallen, ontvingen zij er zoo vele dat er onderscheidene van lien in de huizen gesleept werden. De gewapende magt marcheerde door en kwam ter hoogte van eene heg waar zij wederom eenige steenen ontving. Vijf man legde te gelijk op de plaats, waarvan de steenen gekomen waren, aan den volgenden morgen vond men er een lijk met een hoop steenen naast zich. Dit alles had de gewenschte gevolgen. In Venlo was alles in beweging; het overige van het balaillon stond onder bevel zijner officieren te wachten, om op het eerste sein te hulp te komen. Een opgaaf van den burgemeester aan den plaat selijken kommandanl spreekt van 27 gekwesten, waarvan 20 in levensgevaar, en van een doode. Arnhem26 Mei. Donderdag den 24«ten Mei was eene talrijke schare op het prote9tansche kerkhof alhier vercenigd om een ge- openden grafkuil. De officieren van het garnizoen en vele oud-officieren van het leger, zoo van dat in Nederlandsch- Idie als van dat ir« Europa, met eenige belangstellende vrienden bragten eene laatste hulde aan het stoffelijk over blijfsel van den gepensioneerden luitenant-generaal baron van Geen, dat in dei] schoot der aarde werd vereenigd met de trouwe en liefderijke gade, die hem nog geen vijf maanden geleden was voorgegaan. Eenvoudig doch indrukwekkend was de plcgtigheid toen de kist grafwaarts werd gedragen bij de toonen der treur- muzijk en tuschen de aan weerskanten van het pad ge schaarde invaliden van het koloniaal militair invalidenhuis De kolonel Smits, kommandant van het invalidenhuis, schetste in korte kernachtige krijgsmanstaai wat de afge storvene voor vorst en vaderland als krijgsman, voor zijne betrekkingen en vrienden als mensch geweest was. Stilzwijgend den rouw eerbiedigende van zijr.e kinderen betrekkingen en vrienden, zij het ons vergund in bet kort 1 op zijne loopbaan terug te wijzen. Mattheus baron van Geen. overleden den 21 mei als ge pensioneerd generaal, bui'engewoon adjudant des konings ridder der Militaire Willemsorde derde klasse en van den Nederlandschen Leeuw, groot-officier der orde van de Eiken kroon, was geboren te Dordrecht den 9den januarij 1801. In jauuarij 18 5 in dienst getreden, in september daar aanvolgende kadet bij de artillerieschool te Delft, tot 2den luitenant der artillerie in september 1818 benoemd, ver trok hij in januarij 1820 naar Neêrlandsch-lndie; in september IS25 tot kapitein benoemd, keerde hij in junij 1827 in hei va derland terug. Reeds in 1821 ondcscheido bij zich in den oorlog tegen den sultan van Ralembang zoodat hij iu 1822 de Militaire Willemsorde der 4e klasse daarvoor verwierf; van zijne verdere loopbaan in Indie vindt men nog aangoteekend in zijn staat van dienst: Op den 17den April 1»23 bij de expediiie tegen de Pudries op de westkust van Sumatra, op het oogenblik toen de stukken van den regtervleugel reeds genomen waren en de vijand met eene verschrikkelijke woede op den lin kervleugel indrong, zoodat het retireren niet wel mogelijk meer was, zich met den kommandant der troepen en eenige vrijwilligers verwoed op den vijand geworpen, zoodat deze hierdoor verschrikt retireerde en onze stukken konden te rugtrekken. Bij deze gelegei heid zijn hem door den vijand drie vingers der regterhaud afgeschoten. „Den 28sten Augustus 1826 bij de affairo van Dilangoe, tegen do muitelingen in de binnenlanden van Java, nadat de kommandant der kolonne geblesseerd en deze kolonne door den vijand omsingeld was, het bevel daarvan op zich genomen en zich daarmede een weg door den vijand ge baand, waardoor dc kolonne werd gered. Hij ontving bij deze gelegenheid een geweerschot door het regterscheenbeen. Van zijne veelvuldige wonden in het vaderland hersteld, werd het voor hem echter niet geradon geoordeeld naar Indie terug te keeren, en ging hij over bij de infanterie van het leger hier te lande en woonde als adjudant van zijn vader, den luit.-genraal van Geen, den veldtogt in Belgie bij Zijn lijdgenooten uit Indie getuigen het veelmalen aan het jongere geslacht hoe de jeugdige officier door snelbe radenheid en onversaagdheid een groot deel had aan het leveren van menige roemrijke blud/.ijde van de krijgsgeschie denis van Indiezijne krijgsmakkers inden belgiscbcn veld togt erkenden in hem. bij elke gelegenheid die zich aanbood die zelfde krijgsmansdeugden, die zijnen naam zoo naauw verbonden aan de roem van ons Indisch leger 'sGravenhagC. 29 Mei. De Koning heeft den wensch te kennen gegeven, dat, uithoofde van de thans min of meer heerscheude cholera, geene openbare feestplegtigheden plaats hebben ter gelegenheid van den verjaardag van H. M de Koningin op 17 Junij a. s Ingevolge het verzoek van den heer minister van binnenlandsche zaken is het koninklijk verlangen ter kennis van de gemeentebesturen gebragt. 'sGravenhage, 30 Mei. Thans kunnen wij met zekerheid melden, dat de Koning heden het nieuwe ministerie heeft benoemd. Het is aldus za- mengesteld Mr. P. Mijeroud-minister van Koloniën, lid van de tweede Kamer der staten-generaal, minister van koloniën; tevens tijdelijk voorzitter van den ministerraad. Mr. J. P. J. A. graaf van Zuylen van Nyevelt, oud-minister van buitenl. zaken en lid van de tweede kamer der staten-generaalminister van buitenl. zaken. Mr. E. J. H. Borret, lid van den raad van state, minister van justitie; Mr. J. Heemskerk Az.raadsheer in het prov. geregtshof van N. H. minister van binnenl. zaken G. C. C. Pels Bijeken, scbout-bij-nacht, minister van marine; Mr. J. B. graaf Schimmelpenninck, lid van de tweede kamer der st. generaal, minister van financiën. J. A. v. d. Boschkolonel hij den generalen staf, adjudantvan 'L. M.denKoning, minister van oorlog. De minister van justitie zou belast zijn met het beheer der zaken van de R. C. eeredienst, terwijl dat der hervormde en andere eerediensten aan den minister van financiën zou zijn opgedragen. Men ziet heden avond de opname der benoe mingen in de Staats-Courant te gemoet. Reeds hebben sommige aftredende ministers af scheid van de hoofd-ambtenaren der departementen genomen. Do Staatscourant heeft medegedeeld 'de opgaven bc- treffende de veetyphus over de week, beginnende deli 13den en eindigende den 19den ruci. Daar uit blijkt, dat in die week zijn aangetast 401 runderen: 136 zijn eestorven, 23 afgemaakt en 48 hersteld, terwijl er 205 in behandeling ble ven Sedert het uitbreken der zick'e zijn 56 767 runderen aangetast, waarvan er 22,930 stierven, 10 214 werden af gemaakt, 22.927 herstelden en 718 nog ziek zijn. Blijkens eene bij deze opgaven gevoegde recapitulatie zijn aangetast van 29 april tot 5 mei 828, van 6 tot 12 mei 714. van 13 tot 19 mei 401 runderen. In den avond van 30 April op I Mei II., dc laatste waarop de ambtenaren der stedelijke belas tingen, ten gevolge van de afschaffing van de plaat selijke accijnsen, in hunne eenzame huisjes zouden dienst doen, meende een dier heeren dat het hem voor dien laalsten keer niet kwalijk zoude worden genomen, als hij eens eenige glaasjes dronk. Dit deed hij dan ooktengevolge waarvan hij in eene zeer opgeruimde stemming op zijn post aan het Zieken alhier kwam, alwaar hij, niet rekenende op de aan wezigheid van den hoofd-commies der belastingen v. E. allerlei grappen maakte. Deze evenwel te voorschijn komende, maande hem, volgens zijn pligt, zich naar zijn huis terug te begeven, waaraan dc vrolijke Frans geen gehoor gaf, zoodat de hoofd commies de hulp der policie liet inroepen. Op het hooren van het woord policie gehoorzaamde hij het hem gegeven bevel, doch voegde den hoofdcommies de woorden toe: jij bent een dief van de slad." Deswege stond hij heden voor de arrond.-regtbank alhier teregt en gaf hij als reden voor de woorden op, dat de hoofdcommies sedert geruimen lijd vier commiezen als knechts in zijne dienst had, die hun nen post niet behoefden te vervullen. Bet O. M. hij monde van Mr. de Raedt van Oldenbarnevelt requi- reerde op grond dat de beleediging wettig en over tuigend was bewezen, schuldig verklaring aan het wanbedrijf van beleediging met woorden aan een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening, en veroordeeling lot eene geldboete van f 8 en in de kosten. Gouda, 29 Mei. Heden arriveerde alhier van Rotterdam de heer officier van justitie, de regter- commissaris en de griffier, ten einde zich te begeven naar de gemeente Stolwijk, om aldaar een onderzoek in te stellen naar de onlangs plaats gehad hebbende brand en oproerige bewegingen. De uitslag van dat onderzoek wordt met belangstelling te gemoet gezien. Keuzen, 28 Mei. Het gerucht als zoude eer lang het garnizoen alhier belangrijke versterkingen ontvangen en er ook detachementen in sommige plaatsen onder welke men mede Hulst noemt, zouden gelegd worden, is geheel en al ongegrond. middelburg, 30 Mei. Gisteren is in het Schuttershof, in tegenwoordigheid van den com missaris des konings in deze provincie, burge meester en wethouders, het bestuur der brand weer en eenige andere heeren, door den heer D. de Oude alhier eene proef gegeven met het nieuw brandbluschmiddel, l'Extincteur genaamd. Het werktuig is een draagbare, door één persoon zeer gemakkelijk te behandelen kokervormige brandspuit, voorzien van eene scheikundige la ding, welke berekend is om, hij het uitbreken van een brand, het vuur binnen weinige oogen- blikken te blusschen. Voor de proefneming heeft men een teerton gevuld met krullen daarover petroleum gegoten vervolgens eene hoeveelheid boomtakken daarop geworpen en een en ander in brand gestoken. Op een gegeven sein werd de spuit in werking gebragt en was het vuur binnen weinige seconden geheel gebluscht. De proef werd andermaal herhaald en mogt, volgens het oordeel der aanwezigen, even als de eerste zeer goed geslaagd worden genoemd. Zierlkzce, 1 Junij. Ter vervulling der vaca ture te ontstaan door het emeritaat aan den heer P. J. Andrew, predikant bij de Evangelisch Luthersche gemeente alhiermet 1 Julij e. k. verleend, is het volgende drietal opgemaaktde heeren Andrew, te Bergen op Zoom, Heijse, te Cuilenburg en Manse, te Stads-Kanaal. De kerke- raad zal een beroep doen nadat door de op het zijn vervuld, welke bepaald is op 10, 17 en 24 Junij e. k. Eergisteren werd alhier in eene openbare civiele zitting der arrondissements-regthank be- ccdigd Jhr. mr. J. J. Pompe van Meerdervoort als kantonregter te Tholen, op dienzelfden dag werden in eene plegtige openbare zitting dier regt bank geïnstalleerd mr. .1. C. E. baron van Lijnden, als regler en Jhr. mr. E. B. A. N. Melort als sub stituut-officier van juslilie hij gemelde regtbank. Na eene hartelijke toespraak des voorzitters die door de geïnslalleerden werd beantwoord, rigtte mr. J. P. N. Ermerins, namens de balie, een ge past woord tot de geïnstalleerden. - Den 2Gsten Mei zijn in de registers van den burgerlijken stand te Rotterdam 4 personen inge schreven als aan cholera overledensedert het begin der epidemie 338 personen. Den 27sten Mei zijn in de registers van den burgerlijken stand te Rotterdam gcene, den 28 Mei 3, den 29 Mei Iden 50 Mei 5 en den 51 Mei I per sonen ingeschreven als aan de cholera overleden. Gisteren bevond zich de officier van justitie bij de regtbank te Zuiphen, benevens de regter-coimnissaris en subst. griffier te Doetinchetn om onderzoek te doen naar een hrutalen diefstal van steenen, welke, zegt men, door ze keren B. gebruikt zouden zijn om zijn huis op te bouwen. Te Beugen had onlangs het volgende ongeluk plaatsZekere L. Geurts oud 26 jaren, dienstknecht van de heeren Camp en Zoele, ondernemers der ijzererlsdelving te Rijckevoort, keerde met zijne vier railwagentjes, hespannen met een paard, langs het spoor van dc Maas, alwaar hij erts had gelost, terug en was juist tegenover een drinkkuil, onge veer 15 voet diep, gedeeltelijk met water gevuld, toen het paard, men weet niet door welk toeval door de strengen sprong en op hol ging, terwijl de wagentjes omvielen op den voerman en hij voor over in den kuil stortte, met het ongelukkig gevolg, dat hij daaruit eerst na verloop van een half uur is kunnen worden opgehaald, toen hij bereids op gehouden had te leven, Behalve de ontzettende rampen van allerlei aard, welke eene oorlogsuilharsling over ons we relddeel zou uitstorten, wees dezer dagen dr. Pelle- köfer in de Agusb. Zeitung nog op eene omstan digheid, welke wel de aandacht verdient. Deze geneesheerwiens studiën over de cholera in Duitschland medisch gebied zeer bekend zijn en gewaardeerd worden herinnert dat een oorlog onmiddelijk dc cholera in Europa op eene verschrik kelijke wijze zou doen uitbreken, door dein dat geval noodzakelijke groote opeenhoopingen van menschen en paarden, alsmede door de schadelijke uitdampingen der slagvelden. Het ministerie is eindelijk compleet met kop en staart, docli het wordt maar een kortstondig leven voorspeld. De zomermaanden zal het mo gelijk doorkomenomdat er dan niet veel zal gedaan wordenmaar in herfstmaandna het openen der Kamerszal het waarschijnlijk den aftogt moeten blazen, want die zeven wijzen zul len zoo min in de Tweede Kamer bevallen, als bij de Natie. Met van de Putte wordt schrik kelijk den draak gestoken. Onder andere moet er eene teekening zijnPulte's hemelvaart na zijne marteling. Met den straalkrans der heiligen omgevenzweeft hij den geopenden parlementai ren hemel (de Tweede Kamer) in. Zijn be schermengel (de R. Courant) snelt hem met open armen te gemoet, en eenige vrienden dragen hem als cngclljes naar bovenwaar de palmtak der gemartelden hem wacht. Nog is er eene plaat, waarop van de Putle voorgesteld wordt als een vogel die een vleugel is afgeschotenen zich niet meer kan opheffen. Nopens den oorlog valt niet veel te zeggendan dat de krijgstoerustingen worden voortgezet. De koning van Pruissen loopt zoo aan den leiband van von Bismarckdat de koning hem zal mede nemen naar het leger, waar hij mogelijk veiliger zal zijn als te Berlijn. Een kerkhcer te N. heeft zoo lang uit het rijden geweest, dat hij te R. zóó tegen een huis is gereden, dat de vrouw naar huiten kwam, en hij haar van schrik vraagde om haar tc trouwen dat dan ook gebeurd is; en nu zingt hij: Wat moet ik nu gaan beginnen 'k Ben wel oud, maar heb veel zinnen, In Dina, die mij wel gelijkt, En die reeds met mijn veren prijkt. Zij is niet mooi, die oude rat, Die altijd maar te loeren zat, Maar ik zal haar nooit vergeten Want dan knaagde mijn geweien. Te Sint. is een schaapherder er weer op uit

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 3