ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. N\25Ö6. Zalurdag °28 April 1800. 22sle Jaarg Nieuwstijdingen. SDhutac Waitft. Uien abonneert zich: lo Nederland, bij den Uitgever. Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, Je Grand Rapids, Slaat Michigan. .1 b o n n c m c n t s P r Voor beide uitgaven. Voor 3 maandenf 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, Franco New-York- 3,90. Verschijnt: Op Woensdag en Zalurdag. Advertcntlën: 10 cent voor eiken regel, Zcgelrcgt voor iedere plaatsing, 35 cent. De inzending der Advertenticn kan geschieden lol Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure. Bureau: Zierikzce, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94. Brieven en Ingezondene Stukken Franco. Men berigt uit Petersburg, dat binnen weinige uren nadat Komi-saroff den Keizer het leven had gered, reeds voor 300,000 zilveren roebels is ingeschreven. Men verwacht dat de nationale bclooning binnen weinig tijds verbazend grcot zal zijn. Het volgende verhaal van den aanslag op keizer Alexander komt in de Indêpendance voor: Toen den löden dezer tegen 4 uur in den namiddag de keizer in den zomertuin, waar hij gewoonlijk wandelde, in zijn rijtuig wilde stappen drong plotseling een jongman door de menigtehaalde van onder zijn jas een tweeloops pistool te voorschijn en legde op den keizer aan. Een der wachters van den tuin ontwaarde de beweging, uitte een kreet die nog in tijds de aandacht van een boer uaast den moordenaar trok. De boer stiet dezen dadelijk tegen den elleboog, het schot viel, maar de kogel nam eenc andere rigting dan bedoeld was en vloog over 's keizers hoofd. De moordenaar trachtte te vlugten, maar een andere boer vatte hem op eenige schreden afstands van de plaats, waar de aanslag had plaats gevondeu. Dadelijk drong de woedende menigte op hem in, zoodat de tusschenkomst vau den keizer zelven noodig was, om hem voor mishandelingen te bewaren. De keizer steeg toen bedaard in zijn kales, en reed dadelijk naar de kerk van O. L. V. van Karan terwijl de jonge hertog van Leuchtenberg en zijn zuster princes Marie, die den keizer op zijne wandeling hadden vergezeld, zich naai den raad van state begaven, die juist onder voorzitterschap van grootvorst Konstantiju vergaderd was. De zitting werd dadelijk verdaagd en de gehcele raad ging naar het paleis, waar hij nog aankwam voor de keizer er was, dien hij dadelijk bij zijne tehuiskomst geluk wenschte, waarna de Czaar met de keizerin en het geheele keizerlijk gezin naar de kerk terugkeerde om een tweede Te Deum bij te wonen. Inmiddels verzamelden zich alle officiereu en alle personen die toegang ten hove hebben op het winterpaleis, terwijl het plein voor dat gebouw weldra vol volk was. 's Keizers terugkomst uit de kerk werd een monster ovatie; alom werd hij met gejuich begroet. Den boer die zijn leven gered had en Ossipe Iwanowitch Kommissaroff heet, liet hij zich voorstellen, dankte hem van gauscher harte en gaf hem den erfelijken titel van edelman. Daar de menigte het verlangen deed kennen den keizer nogmaals te zien, ging deze uog eenige oogenblikken in een open rijtuig uit; hij werd op nieuw met uitbundig gejuich begroet en moest na zijne tehuiskomst nog twee raaien op het balkon komen, 's Avonds werd er overal geillumineerd. In het Alexander-theater werd de boer die den moordenaar gevat had en dien men voor Kommissaroff hield met geestdrift begroet en door tal van dames omhelsd. Eerst te midden der grootste geestdrift werd men de vergissing gewaar. Het publiek eischte tot driemalen toe dat het volkslied zou worden gespeeld, het scherm ging op; al de acteurs stonden op het tooneel geschaard en hieven het „o God, bescherm den Czaar I" aan, waarmede duizenden nu luide instemden. Ook in andere schouwburgen werd het herhaaldelijk aangeheven. Den volgenden dag was het plein voor het paleis weder door eene digte menigte bezet en moest de keizer zich herhaaldelijk vertoonen. De juichkreten verstomden niet, terwijl de keizer zich eerst met zijn zoon en daarna met zijue gemalin op het balkon begaf. Plotseling nam Alexander den militairen pet af en maakte het teeken des kruises om zijne dankbaarheid aan God uit te drukken, en op hetzelfde oogenbtik zwegen allen en maakten de duizeuden, die het gezien hadden, dat teeken na. De moordenaar is een 20jarig jongeling, Olchewsky geheeten. Hij spreekt vlug russisch en zegt van russische afkomst te zijn. Dat is al wat men tot dusver van hem te weten is gekomen In het eerste oogeublik wilde hij zelfs zijn naam niet noemen. Den geheelen avond had hij buijen dat hij zenuwachtig lachte Eerst den volgenden morgeu heeft hij zijn naam genoemd. Er zijn allerlei gissingen en geruchten omtrent hem in omloop. Dezen verzekeren dat hij een door de emancipatie geruïneerd edelman is; anderen dat hij tot.de sekte der nihilisten behoort; weder anderen houden hem voor een iuwoner van Podolie en voor het werktuig van een zamenzwering tegen's keizers leven de laatsten verzekeren dat men een briefje bij hem heeft ge vonden, waarin voorkwam: „Als ik den 5 (17) april nog leef zal ik mijn belofte vervullen." De redder van 'skeizers leven is uit het gouvernement Kostroma geboortig. Deze was pettenmakerskuecht, maar daar het den 16den zijn verjaardag was, had hij vrij af gekregen van zijn patroon en aan deze omstandigheid was het te danken dat hij zich op het oogeublik van den aanslag bij het hek van den zomertuin be vond. Hij is vijf en twintig jaren, gehuwd en heeft een dochtertje van acht maanden. Weenen, 23 April. De Presse bevat uitvoerige mede- deelingen aangaande de gebeurtenissen te Jassy, waaruit blijkt dat de deswege ontvangen telegrafische tijdingen niet in alle opzigten juist waren. De loop dier gebeurtenissen was als volgt: Het stadhouderschap in Bucharest heeft onlangs nieuwe verkiezingen uitgeschreven, die den 21sten April moesten zijn afgeloopen. Tot contrölering en leiding dier verkiezingen in Moldavië waren twee speciale agenten aangesteld, nl. Lahovari en Golesco; hunne leuze was de unie tot eiken prijs te hand haven. Op den 9den April nu had eene groote vergadering op het stadhuis plaats, waar de Uniegezinden in den beginne het hoogste woord voerden, doch later door de separatisten tot zwijgen werden gebragt. Wallachije zoo heette het was rijk gemaakt door de Unie, Moldavië was daar tegen ellendig en arm geworden, en het was eene schande om in den vreemde te gaan bedeleu om een vorst. Geen Moldaviër mogt hieraan dan ook deelnemen. Dat dit het gevoelen was van het algemeen, werd bewezen door den stormachtigen bijval, die zóó luidruchtig was dat het spreken onmogelijk werd gemaakt. Den volgenden dag had weder eene volksvergadering plaat9, waarop de separa tisten den bovcutoon haddenzoodat zelf de uniegezindc president Pagar verklaarde, zulk eeu alarmerend debat niet te kannen leiden. In zijne plaats werd een jong en talentvol man gekozen, waarop na een debat van vier uren een comité werd benoemd tot contrölering der verkiezingen. De leuze was om slechts afgevaardigden naar Bucharest te zenden, die zich streng zouden verbinden, om in geen geval te stemmeu voor het plan om de Unie te doen voortbestaan onder bet beheer van een vreemden vorst, maar voor de afscheiding van Moldavië. Op den llden April maakte de regering openlijk bekend dat op ieder, die eene beweging zou in het leveu roepen tegen de verkiezing van den graaf vau Vlaanderen, dc strafwet zou worden toegepast. Den I3den kwamen twee dei- drie leden van het stadhouderschap te Bucharest aanom reeds den volgenden dag het Rumenische volk van Jassy door plakkaten bekend te maken, dat de verkieziug van den graaf van Vlaanderen niet kou doorgaan, en dat er thaus een andere voist moest gekozen worden, waartoe de prins von Hohen- zoliern werd voorgestel!; deu 20sten April des avonds moest de volksstemming hebben plaats gehad. Tegen deze beschikking van de regering verhief zich dadelijk een gemompel, en er werd eene proclamatie door eenige volksmenners uitgevaardigd, waarin gezegd werd, dat men in dit voorstel een verderfelijk agiiatie-middel voor Moldavië zag en derhalve verlangde, dat den vertegenwoordigers van Moldavië in hun eigen land, afgescheiden van de kamer van Wallachije, gevraagd zouden worden wat zij begeerden. Als motieven daarvoor werden de volgende redenen opgegeven nu de verkiezing van den graaf van Vlaanderen geen plaats hebben kan, heeft het stadhouder schap geen regt, eene nieuwe verkiezing van een vorst uit te schrijver., en is daartoe ook niet door de natie gemagtigd. Indien het voorloopig bevind nogmaals in duur wordt verlengd, dan wordt het land geheel ten val gebragt, enz. Deze procla matie werd gedrukt en onder het volk verdeeld, dat zich in groote massa's in de hoofdkerk vergaderde, ora den ipetropolitaan op te wachten en te geleiden Hierop greep een optogt plaats, voorafgegaan door den prelaat: niemand was gewapeud en de geheele volksmassa weerloos. In de nabijheid der kazerne gekomen, stootte men op eene troep soldaten, waarop eene botsing plaats greep. Een der soldaten ontrukte den prelaat het kerkelijk vaandel, ontnam hem zijn kruis en bragt hem eenige slagen op den arm toewaarna de soldaten met de geweerkolven, bajonnetten en degens op de weerlooze menigte aanvielen. De metropolitaan werd bewusteloos uit het gedrang en de verwarring gedragen. Het volk was echter van meening, dat rae(n den kerkvorst had vermoordmen wilde hem zien, doch men werd hierin door de militairen belet, die echter door een digten steenregen verdreven werden. De alarmklok werd in beweging gebragt; driemaal, trachtte de cavalerie het volk uiteen te jagen en telkens werd zij teruggeslagen. Tot nu toe hadden de militairen slechts van hunne degens en bajonnetten gebruik gemaakt, doch; thans werd bevel gegeven, op het volk te vuren. Naast de vele gewonden vielen nu talrijke dooden. Drie en een half uur duurde het moorddadig gevecht op de straat, waarna het eindelijk aan de militairen gelakte, de volksmenigte uiteen te jagen. Het juiste aantal dooden en gekwetsten is niet bekend ge worden, aangezien het bestuur al het mogelijke in het werk stelde om dit te voorkomen. Het moet echter hoogst aanzienlijk wezenbovendien werden talrijke hoog geplaatste persouen in hechtenis genomen. Het stadhouderschap is er dus in geslaagd om de unie „tot eiken prijs" te handhaven. De separatisten zijn bevreesd geworden, en met eenparige stemmen heeft ook Moldavië zich vóór den vorst Karei I verklaard. Groningen, 23 April Wegens de bcrigteu, dat de cholera hier ie lande is uitgebroken, bestaat er plan bij het gemeentebestuur, om de gewone voorjaarskermis in de maand Mei dit jaar niet te doen plaats hebben. Ommen, 22 April. Ook uit deze gemeente zijn dezer dagen vier huisgeziuncn naar Noord-Amerika vertrokken; onder deze bevond zich een landbouwer, die uit ziju erf circa f 13,000 gemaakt heeft, en na afdoening van alle zaken ruim f 9000 aan contanten konde mede nemen. Deventer, 22 April. De huisknecht van den heer S. alhier, die gisteren avond wegens pligtverzuim zijne dienst verlaten moest, scheen besloten te hebben zich daaruit te laten dragen. Hij heeft althans,, onder zeker voqrwendsel, eene hoeveelheid arsenicum weten magtig te worden en zich daarmede vergiftigd, zoodat hij kort voor den tot het vertrek bepaalden tijd in zijne slaapkamer is overleden. Rotterdam '23 April. De policie is in de baan alhier van den vroegen mo: gen reeds bezig om arrestatie en huiszoeking te doen en zulks 'in betrekking tot de talrijke diefstallen, die laatstelijk hier ter stede hebbqn plaats gehad. Waarschijnlijk is deze nasporing het gevolg van eene arres tatie op heeter. daad van. een persoon in den nacht van II. Vrijdag op Zaturdag. Reeds 14 personen, zegt men, zijn naar de gevangenis overgehragt, waarvan 7 uit ééue herberg die tot verzamelplaats scheen te dienen. Rotterdam 26 April. Sedert het begin der ziekte zijn te Delfshaven 16 personen door de cholera aangetast, van welke 8 zijn overleden. Eeue vrouw, uit Delfshaven te 's Hertogenbosch aangeko men, is aldaar aan de cholera overleden. Te Rotterdam zijn 9 gevallen bijgekomen, waarvan 4 met doodelijken afloop, I11 laatstgenoemde gemeente zijn in het geheel 29 personen aangetast, 16 overleden. ("St.-Cour.J Hellevoetsluis, 22 April. Gisteren avond passeerde deze haven, komende van Rotterdam en koers zettende naar Hall, het Engelsche raderstoomschip Sea-Gull, kapt. Dunipace, aan boord hebbende 180 landverhuizers voor Noord-Amerika, meestendeels uit de provinciën 2uid-HoIland eu Gelderland. Zierikzee27 April. Naar wij vernemen zal in de a. s. weck in de Concertzaal alhier, een Evangelist voQrgaan, die sedert 1863 onder de Soendauezen in lndië werkzaam geweest is. Zierikzce, 28 April. De Tweede Kamer der Staten- Geueraal heeft deu 24sluI1 April hare zittingen hervat; nadat in de bijeenkomst van dien dag mededceling was gedaan der ingekomen stukkeu en het nieuw benoemd lid, Mr. Dam, was geinstalleerd, vroeg en verkreeg de heer J. J. van Kerkwijk verlof tot het vragen aan de Regering van inlichting omtrent het verbod van invoer van vee uit Nederland in Engeland. De heer van Kerkioijk gaf eerst een overzigt, van hetgeen in Engeland omtrent deze zaak was voorgevallenen hoe zelfs Engelsche dagbladen er op hadden aangedrongen, dat dit ver bod zou worden opgeheven. Ten bewijze van het groote belang voor Nederland, van opheffing van dat verbod deelde de heer van Kerkwijk mede, dat volgens Nederlandsche opgaven in 1865 van Nederland naar Eugeland werden vervoerd 94,000 stieren, ossen en kocijen, benevens 50,000 hokkelingen en kalveren en 347,000 schapen; volgei)9 Engelsche opgaven worden jaarlijks in Engeland ingevoerd ongeveer 230,000 stuks vee, om geslagt te worden; in 1865 werd voor Londen alleen ingevoerd 129,000 stuks veo-voor de slagtbank, waarvan 40,000 stuks uit Neder land. Reeds zijn door de veeziekte vele landbouwers zwaar ge teisterd, terwijl nu door het verbod van invoer de waarde van het vee zeer is verminderd. Een aantal landbouwers hebben contracten gesloten tot het leveren van vee, maar kunneu die niet uitvoeren door het genoemde verbod, waardoor zij veel schade lijdende landbouwende klasse verdient in hooge mate de belangstelling der Regering, omdat zij door de grondbe lasting, enz. reeds zwaar is belast, en de krachtigste bron van welvaart van een land is. De Nederlandsche Regering moest de aaudacht van het Engelsche gouvernement er op vestigen, dat sommige streken in Nederland thans verschoond zijn van de veeziekte en er da9 geen gevaar bestoud voor Engeland, om vee uit die streken in te laten voeren; onder die streken noemde de heer va>i Kerkwijk de geheele provincie Zeeland, het eiland Goercê en Over-Flakkéc, enz.; hij wees er op, dat de minister van binnenlandsche zaken in de Eerste Kamer den lOden April had gezegd, dat door de Nederlandsche Regering pogingen waren aangewend, om den invoer van vee uit Har- lingeu en Delfzijl naar Engeland te bekomen, maar dat de bovengenoemde streken daar evenveel aanspraak op hadden, als die twee plaatsen De spreker vroeg vervolgens, welke maat regelen door de Nederlandsche Regering waren genomen, om te trachten het verbod op te heffen tot invoer van vee uit Nederland naar Engeland. De minister van buitenlandsche zaken antwoordde aan den heer van Kerkwijkdat zoodra hem bekend wa9, dat in Engelaud een verbod zou uitgevaardigd worden tot wering van den invoer van vee uit Nederland, hij aan den Nederlandschen gezant te Londen had getelegrafeerdom bij de Eugelsche Regering aan te dringen op de opheffing van dat verbod dat hij eerst hoop had gehad, dat het verbod zou worden opge heven, maar die hoop zeer was verminderd. De Regering had eerst getracht, om vrijheid vau invoer uit Harlingen en Delfzijl te krijgen, omdat de veeziekte in die streken in het geheel nog niet had gebeerscht en zich voorgesteld, om. zoodra zulks was toegestaan, ook te trachten diezelfde vrijheid voor Zeeland en andere onbesmette streken te verkrijgen. De minister ver zekerde, dat de regering van haren kant alles zou doen, wat mogelijk was, om te trachten het verbod van invoer op te heffen. De heer van Kerkioijk trad daarna in eenige wederleggingen van hetgeen de minister had gezegd, en drong er ten slotte krachtig bij de Regering op aau, dat zij geen pogingen zou verzuimen, om te trachten het verbod van invoer ingetrokken te krijgen, omdat de landbouwers hier een zeer groot belaDg bij hadden. Hiermede liep deze interpellatie af; de kamer zal in dc vol gende dagen, in de afdeelingen eerst eenige ingekomen wets ontwerpen onderzoeken, en daarna overgaan tot de openbare behandeling der Cultuurwet. Z. M. heeft benoemd tot subst.-off. van justitie bij de arr.-regtbank alhier jhr. mr. E. B. A. N. Melort, thans subst.- griffier bij de arr.-regtb. te 's Hertogenbosch. Te Munchen is dezer dagen een proces gevoerd, zooals slechts zelden voorkomt. Eene zekere vrouw Rieg, weduwe van een herbergier, heeft hare schoone zeventienjarige dochter verkocht aan den ouden in Beijeren maar al te goed als wellusteling bekenden prins Wrede, dien zij als handelaar in wijnen aan hare dochter had voorgesteld. Wrede betaalde daarvoor 200 galden. De ontaarde moeder is tot driejaren gevangenisstraf veroordeeldterwijl tegen priu9 Wrede een aanklagt wegens meineed wordt ingesteld. Men zal erkennen, dat de dames van Zirik en Mont-athos Dog heiligen waren vergeleken met vrouw Rieg. Ouder de voorwerpen bij den boekh. S. OchtmanJz. ten toon gesteld, munt boven mate uit de heerlijke schilderij van den heer E. Verveer, voorstellende Licht en Schaduw, in het visschers leven, aangekocht voor de verlotiug van de Kunst- kronijk voor J 1000. Nog nimmer heeft een schilderij zulk een diepen indruk bij ons verwekt als dit meesterstukhet stemt den beschouwer werkelijk tot weemoed en gevoeld men medelijden met de arme weduwe en hare drie kinderen „mijn vader komt nooit weer terug" is op het gelaat van deu jongen te lezen, die met jaloerschen blik het geluk van zijne uabuurkindcren ziet die hun vader te gemoet komen, daverende van vreugde. Dit meester stuk treft het hart en i9 het vol gedachten, 'tis zuivere poëzij, dat heerlijke tafereel, eu geen wonder, dat wij het met moeite verlieten. Niemand verzuime dan ook nu dat kunststuk te gaan bewonderen. De andere prijzen zijn mede zeer aan te bevelen, doch de beperkte ruimte verbiedt ons, daar iets van te zeggen; de collectie is fraaijer en grooter dau de vorige keer. GENENGOE HERIGTEN. Dc berigten over oorlog of vrede wisselen malkander met den dag af; heden zoude nicn zeggen dat de singling een aanvang beeft genomen, cn morgen dat er geen schol zal gedaan worden. Te Munchen heeft eene moeder hare dochter van 17 jaren verkocht aan een prins onder een valschen naam, waarvoor de moeder veroordeeld is tot 3 jaren gevangenis, doch de prins niet Die man zal, even als de moordenaar van een Franschen kok, wel boven de wet zijn en niet gepakhuisd worden. In dc omstreken van Wijhe is bet vee zoo duur, dat niemand zich kan her inneren ooit zulke hooge prijzen gekend te hebben. Met de veeziekte gaat het ais met de geruchten van oorlog; dan wat beter en dan wat erger. Het Dagblad ziet weder wolven op den weg, waar geen muizen zijn. Het voorspelt nu weer spoedig: geldleening a la van Hall, income tax of staatsbankroet: terwijl weder andere vogelverschrikkers eene ruode republiek, en een tweede Robespierre met de guillotine in het verschiet zien opdagen ,.Ik wil zoo naauw niet meer zien," zegt eene naaldprinses te Melis- kerke, „anders krijg ik van den zomer weer geen Kloris om pret te maken." Nu, zij heeft woord gehouden ook, want zij heeft er een genomen die overal afgekeurd is. De trotsche boerin in Zuid-Beveland, met diepe zakken en geen geld, is dol, dat zij hare dochter niet kan uithuwe lijken aan een molenaar. Toen die man ondertrouw moest gaan doen was bij op den hooizolder gekropen, en hoe men zocht, niemand kon hem vinden, liet kroonen is dus overtollig geweest, en dc acht gulden kosten aan paper, enz. zijn weggegooid, terwijl dc 43 pond vet kalfsvleesch, het suikergebak, wijn cn rummeijesnu door de huisgo- uooten zelf maar zullen gebruikt moeten worden. „liet geluk is voor mij de wereld uit," zegt een weduwenaar te Nieuw, „want ik kan mijne koekjes zoo lekker niet bakken, en mijne schoenen en liaar zoo blinkend niet strijken dat het mij gelukt, een vogel in de kooi te krijgen; daarom: Het stil en eenzaam leven, Zal ik mij in begeven Door mij reeds lang bemind; En 't zal mij nooit berouwen, Als ik niet kom te trouwen. Al heb ik vrouw noch kiud Een kwast te Spijkenisse wordt aangeraden, de men- schen te A. met rust te latenwant komt hij daar wonen, dan zal het hem geen voordeel zijn. Te 's iiccrenhoek zal ten tooneele gevoerd worden De mandenmaker of de rijke bijdrage van vier cent voor arme kinderen; gevolgd door rijke Jaap. „Als apen hooge klimmen willen, Dan ziet men eerst hun naakte billen." Zoo zingt men te Rockanje, nu een rijken boer de gemeente gaat verlaten, en.van eene uitmuntende hoeve naar een ach terkamertje gaat verhuizen. Drie dames te T. worden verzocht, wanneer zij meer brieven schrijven, hunne adressen op te geven, andeis kunnen zij niet geantwoord worden. Te A. vraagt menof het niet ongehoord is, om op zondag waterpassen voor den spoorweg te leggen? De veld wachter kan dit wel zien, maar is te slecht van gezigt om dit op te merkenen vooral als hij in zijn tuin bezig is met zaaijen en planten. De fijne dame te Z. zal nog dol worden, nu hare streken aan het licht zijn gekomen, doch zij kan maar niet raden wie dit gedaan beeft; en nu zingt zij: Als ik het maar eens wist, Wie dat die kool mij stoofde, Ik kreeg met hem wel twist, Wat of hij mij beloofde, Eu hoe hij ook mogt klagen, Hij kreeg een goed pak 6lagon. marktprijzen te Zierikzee. 26 April 1866. Boter van O 50 tot /"0.55 en gras boter /0.47 per 5 ons. Kip Eijeren van /0.45 tot J 0 55 per 25 stnks. Een- deu Eijeren van /"0.55 tot /O 60 per 25 stuks.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1866 | | pagina 1