ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
N\25Ö6. Zalurdag °28 April 1800.
22sle Jaarg
Nieuwstijdingen.
SDhutac Waitft.
Uien abonneert zich:
lo Nederland, bij den Uitgever.
Bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, Je Grand Rapids, Slaat Michigan.
.1 b o n n c m c n t s P r
Voor beide uitgaven.
Voor 3 maandenf 1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, Franco New-York- 3,90.
Verschijnt:
Op Woensdag en Zalurdag.
Advertcntlën:
10 cent voor eiken regel,
Zcgelrcgt voor iedere plaatsing, 35 cent.
De inzending der Advertenticn kan geschieden lol
Dingsdag en Vrijdag, des voormiddags 10 ure.
Bureau:
Zierikzce, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94.
Brieven en Ingezondene Stukken Franco.
Men berigt uit Petersburg, dat binnen weinige uren
nadat Komi-saroff den Keizer het leven had gered, reeds
voor 300,000 zilveren roebels is ingeschreven. Men verwacht
dat de nationale bclooning binnen weinig tijds verbazend
grcot zal zijn.
Het volgende verhaal van den aanslag op keizer Alexander
komt in de Indêpendance voor:
Toen den löden dezer tegen 4 uur in den namiddag de
keizer in den zomertuin, waar hij gewoonlijk wandelde, in zijn
rijtuig wilde stappen drong plotseling een jongman door de
menigtehaalde van onder zijn jas een tweeloops pistool te
voorschijn en legde op den keizer aan. Een der wachters van
den tuin ontwaarde de beweging, uitte een kreet die nog in
tijds de aandacht van een boer uaast den moordenaar trok.
De boer stiet dezen dadelijk tegen den elleboog, het schot viel,
maar de kogel nam eenc andere rigting dan bedoeld was en
vloog over 's keizers hoofd. De moordenaar trachtte te vlugten,
maar een andere boer vatte hem op eenige schreden afstands
van de plaats, waar de aanslag had plaats gevondeu. Dadelijk
drong de woedende menigte op hem in, zoodat de tusschenkomst
vau den keizer zelven noodig was, om hem voor mishandelingen
te bewaren. De keizer steeg toen bedaard in zijn kales, en reed
dadelijk naar de kerk van O. L. V. van Karan terwijl de
jonge hertog van Leuchtenberg en zijn zuster princes Marie,
die den keizer op zijne wandeling hadden vergezeld, zich naai
den raad van state begaven, die juist onder voorzitterschap
van grootvorst Konstantiju vergaderd was. De zitting werd
dadelijk verdaagd en de gehcele raad ging naar het paleis,
waar hij nog aankwam voor de keizer er was, dien hij dadelijk
bij zijne tehuiskomst geluk wenschte, waarna de Czaar met de
keizerin en het geheele keizerlijk gezin naar de kerk terugkeerde
om een tweede Te Deum bij te wonen. Inmiddels verzamelden
zich alle officiereu en alle personen die toegang ten hove hebben
op het winterpaleis, terwijl het plein voor dat gebouw weldra
vol volk was. 's Keizers terugkomst uit de kerk werd een
monster ovatie; alom werd hij met gejuich begroet. Den boer
die zijn leven gered had en Ossipe Iwanowitch Kommissaroff
heet, liet hij zich voorstellen, dankte hem van gauscher harte
en gaf hem den erfelijken titel van edelman. Daar de menigte
het verlangen deed kennen den keizer nogmaals te zien, ging
deze uog eenige oogenblikken in een open rijtuig uit; hij werd
op nieuw met uitbundig gejuich begroet en moest na zijne
tehuiskomst nog twee raaien op het balkon komen, 's Avonds
werd er overal geillumineerd. In het Alexander-theater werd
de boer die den moordenaar gevat had en dien men voor
Kommissaroff hield met geestdrift begroet en door tal van
dames omhelsd. Eerst te midden der grootste geestdrift werd
men de vergissing gewaar.
Het publiek eischte tot driemalen toe dat het volkslied zou
worden gespeeld, het scherm ging op; al de acteurs stonden
op het tooneel geschaard en hieven het „o God, bescherm den
Czaar I" aan, waarmede duizenden nu luide instemden. Ook
in andere schouwburgen werd het herhaaldelijk aangeheven.
Den volgenden dag was het plein voor het paleis weder door
eene digte menigte bezet en moest de keizer zich herhaaldelijk
vertoonen.
De juichkreten verstomden niet, terwijl de keizer zich eerst
met zijn zoon en daarna met zijue gemalin op het balkon begaf.
Plotseling nam Alexander den militairen pet af en maakte het
teeken des kruises om zijne dankbaarheid aan God uit te
drukken, en op hetzelfde oogenbtik zwegen allen en maakten
de duizeuden, die het gezien hadden, dat teeken na.
De moordenaar is een 20jarig jongeling, Olchewsky geheeten.
Hij spreekt vlug russisch en zegt van russische afkomst te zijn.
Dat is al wat men tot dusver van hem te weten is gekomen
In het eerste oogeublik wilde hij zelfs zijn naam niet noemen.
Den geheelen avond had hij buijen dat hij zenuwachtig lachte
Eerst den volgenden morgeu heeft hij zijn naam genoemd. Er
zijn allerlei gissingen en geruchten omtrent hem in omloop.
Dezen verzekeren dat hij een door de emancipatie geruïneerd
edelman is; anderen dat hij tot.de sekte der nihilisten behoort;
weder anderen houden hem voor een iuwoner van Podolie en
voor het werktuig van een zamenzwering tegen's keizers leven
de laatsten verzekeren dat men een briefje bij hem heeft ge
vonden, waarin voorkwam: „Als ik den 5 (17) april nog leef
zal ik mijn belofte vervullen." De redder van 'skeizers leven
is uit het gouvernement Kostroma geboortig.
Deze was pettenmakerskuecht, maar daar het den 16den zijn
verjaardag was, had hij vrij af gekregen van zijn patroon en
aan deze omstandigheid was het te danken dat hij zich op het
oogeublik van den aanslag bij het hek van den zomertuin be
vond. Hij is vijf en twintig jaren, gehuwd en heeft een
dochtertje van acht maanden.
Weenen, 23 April. De Presse bevat uitvoerige mede-
deelingen aangaande de gebeurtenissen te Jassy, waaruit blijkt
dat de deswege ontvangen telegrafische tijdingen niet in alle
opzigten juist waren. De loop dier gebeurtenissen was als
volgt: Het stadhouderschap in Bucharest heeft onlangs nieuwe
verkiezingen uitgeschreven, die den 21sten April moesten zijn
afgeloopen. Tot contrölering en leiding dier verkiezingen in
Moldavië waren twee speciale agenten aangesteld, nl. Lahovari
en Golesco; hunne leuze was de unie tot eiken prijs te hand
haven. Op den 9den April nu had eene groote vergadering
op het stadhuis plaats, waar de Uniegezinden in den beginne
het hoogste woord voerden, doch later door de separatisten tot
zwijgen werden gebragt. Wallachije zoo heette het was
rijk gemaakt door de Unie, Moldavië was daar tegen ellendig
en arm geworden, en het was eene schande om in den vreemde
te gaan bedeleu om een vorst. Geen Moldaviër mogt hieraan
dan ook deelnemen. Dat dit het gevoelen was van het algemeen,
werd bewezen door den stormachtigen bijval, die zóó luidruchtig
was dat het spreken onmogelijk werd gemaakt. Den volgenden
dag had weder eene volksvergadering plaat9, waarop de separa
tisten den bovcutoon haddenzoodat zelf de uniegezindc
president Pagar verklaarde, zulk eeu alarmerend debat niet te
kannen leiden. In zijne plaats werd een jong en talentvol
man gekozen, waarop na een debat van vier uren een comité
werd benoemd tot contrölering der verkiezingen. De leuze
was om slechts afgevaardigden naar Bucharest te zenden, die
zich streng zouden verbinden, om in geen geval te stemmeu
voor het plan om de Unie te doen voortbestaan onder bet
beheer van een vreemden vorst, maar voor de afscheiding van
Moldavië. Op den llden April maakte de regering openlijk
bekend dat op ieder, die eene beweging zou in het leveu
roepen tegen de verkiezing van den graaf vau Vlaanderen, dc
strafwet zou worden toegepast. Den I3den kwamen twee dei-
drie leden van het stadhouderschap te Bucharest aanom
reeds den volgenden dag het Rumenische volk van Jassy door
plakkaten bekend te maken, dat de verkieziug van den graaf
van Vlaanderen niet kou doorgaan, en dat er thaus een andere
voist moest gekozen worden, waartoe de prins von Hohen-
zoliern werd voorgestel!; deu 20sten April des avonds moest
de volksstemming hebben plaats gehad. Tegen deze beschikking
van de regering verhief zich dadelijk een gemompel, en er
werd eene proclamatie door eenige volksmenners uitgevaardigd,
waarin gezegd werd, dat men in dit voorstel een verderfelijk
agiiatie-middel voor Moldavië zag en derhalve verlangde,
dat den vertegenwoordigers van Moldavië in hun eigen land,
afgescheiden van de kamer van Wallachije, gevraagd zouden
worden wat zij begeerden. Als motieven daarvoor werden de
volgende redenen opgegeven nu de verkiezing van den graaf
van Vlaanderen geen plaats hebben kan, heeft het stadhouder
schap geen regt, eene nieuwe verkiezing van een vorst uit
te schrijver., en is daartoe ook niet door de natie gemagtigd.
Indien het voorloopig bevind nogmaals in duur wordt verlengd,
dan wordt het land geheel ten val gebragt, enz. Deze procla
matie werd gedrukt en onder het volk verdeeld, dat zich in
groote massa's in de hoofdkerk vergaderde, ora den ipetropolitaan
op te wachten en te geleiden Hierop greep een optogt plaats,
voorafgegaan door den prelaat: niemand was gewapeud en de
geheele volksmassa weerloos. In de nabijheid der kazerne
gekomen, stootte men op eene troep soldaten, waarop eene
botsing plaats greep. Een der soldaten ontrukte den prelaat
het kerkelijk vaandel, ontnam hem zijn kruis en bragt hem
eenige slagen op den arm toewaarna de soldaten met de
geweerkolven, bajonnetten en degens op de weerlooze menigte
aanvielen. De metropolitaan werd bewusteloos uit het gedrang
en de verwarring gedragen. Het volk was echter van meening,
dat rae(n den kerkvorst had vermoordmen wilde hem zien,
doch men werd hierin door de militairen belet, die echter door
een digten steenregen verdreven werden. De alarmklok werd
in beweging gebragt; driemaal, trachtte de cavalerie het volk
uiteen te jagen en telkens werd zij teruggeslagen. Tot nu toe
hadden de militairen slechts van hunne degens en bajonnetten
gebruik gemaakt, doch; thans werd bevel gegeven, op het volk
te vuren. Naast de vele gewonden vielen nu talrijke dooden.
Drie en een half uur duurde het moorddadig gevecht op de straat,
waarna het eindelijk aan de militairen gelakte, de volksmenigte
uiteen te jagen.
Het juiste aantal dooden en gekwetsten is niet bekend ge
worden, aangezien het bestuur al het mogelijke in het werk
stelde om dit te voorkomen. Het moet echter hoogst aanzienlijk
wezenbovendien werden talrijke hoog geplaatste persouen in
hechtenis genomen. Het stadhouderschap is er dus in geslaagd
om de unie „tot eiken prijs" te handhaven. De separatisten
zijn bevreesd geworden, en met eenparige stemmen heeft ook
Moldavië zich vóór den vorst Karei I verklaard.
Groningen, 23 April Wegens de bcrigteu, dat de
cholera hier ie lande is uitgebroken, bestaat er plan bij
het gemeentebestuur, om de gewone voorjaarskermis in de
maand Mei dit jaar niet te doen plaats hebben.
Ommen, 22 April. Ook uit deze gemeente zijn dezer
dagen vier huisgeziuncn naar Noord-Amerika vertrokken; onder
deze bevond zich een landbouwer, die uit ziju erf circa f 13,000
gemaakt heeft, en na afdoening van alle zaken ruim f 9000
aan contanten konde mede nemen.
Deventer, 22 April. De huisknecht van den heer
S. alhier, die gisteren avond wegens pligtverzuim zijne dienst
verlaten moest, scheen besloten te hebben zich daaruit te
laten dragen. Hij heeft althans,, onder zeker voqrwendsel,
eene hoeveelheid arsenicum weten magtig te worden en
zich daarmede vergiftigd, zoodat hij kort voor den tot het
vertrek bepaalden tijd in zijne slaapkamer is overleden.
Rotterdam '23 April. De policie is in de baan
alhier van den vroegen mo: gen reeds bezig om arrestatie en
huiszoeking te doen en zulks 'in betrekking tot de talrijke
diefstallen, die laatstelijk hier ter stede hebbqn plaats gehad.
Waarschijnlijk is deze nasporing het gevolg van eene arres
tatie op heeter. daad van. een persoon in den nacht van II.
Vrijdag op Zaturdag. Reeds 14 personen, zegt men, zijn
naar de gevangenis overgehragt, waarvan 7 uit ééue herberg
die tot verzamelplaats scheen te dienen.
Rotterdam 26 April. Sedert het begin der ziekte
zijn te Delfshaven 16 personen door de cholera aangetast,
van welke 8 zijn overleden.
Eeue vrouw, uit Delfshaven te 's Hertogenbosch aangeko
men, is aldaar aan de cholera overleden.
Te Rotterdam zijn 9 gevallen bijgekomen, waarvan 4 met
doodelijken afloop,
I11 laatstgenoemde gemeente zijn in het geheel 29 personen
aangetast, 16 overleden. ("St.-Cour.J
Hellevoetsluis, 22 April. Gisteren avond passeerde
deze haven, komende van Rotterdam en koers zettende naar
Hall, het Engelsche raderstoomschip Sea-Gull, kapt. Dunipace,
aan boord hebbende 180 landverhuizers voor Noord-Amerika,
meestendeels uit de provinciën 2uid-HoIland eu Gelderland.
Zierikzee27 April. Naar wij vernemen zal in
de a. s. weck in de Concertzaal alhier, een Evangelist
voQrgaan, die sedert 1863 onder de Soendauezen in lndië
werkzaam geweest is.
Zierikzce, 28 April. De Tweede Kamer der Staten-
Geueraal heeft deu 24sluI1 April hare zittingen hervat; nadat
in de bijeenkomst van dien dag mededceling was gedaan der
ingekomen stukkeu en het nieuw benoemd lid, Mr. Dam, was
geinstalleerd, vroeg en verkreeg de heer J. J. van Kerkwijk
verlof tot het vragen aan de Regering van inlichting omtrent
het verbod van invoer van vee uit Nederland in Engeland.
De heer van Kerkioijk gaf eerst een overzigt, van hetgeen in
Engeland omtrent deze zaak was voorgevallenen hoe zelfs
Engelsche dagbladen er op hadden aangedrongen, dat dit ver
bod zou worden opgeheven. Ten bewijze van het groote belang
voor Nederland, van opheffing van dat verbod deelde de heer
van Kerkwijk mede, dat volgens Nederlandsche opgaven in 1865
van Nederland naar Eugeland werden vervoerd 94,000 stieren,
ossen en kocijen, benevens 50,000 hokkelingen en kalveren en
347,000 schapen; volgei)9 Engelsche opgaven worden jaarlijks
in Engeland ingevoerd ongeveer 230,000 stuks vee, om geslagt
te worden; in 1865 werd voor Londen alleen ingevoerd 129,000
stuks veo-voor de slagtbank, waarvan 40,000 stuks uit Neder
land. Reeds zijn door de veeziekte vele landbouwers zwaar ge
teisterd, terwijl nu door het verbod van invoer de waarde van
het vee zeer is verminderd. Een aantal landbouwers hebben
contracten gesloten tot het leveren van vee, maar kunneu die
niet uitvoeren door het genoemde verbod, waardoor zij veel
schade lijdende landbouwende klasse verdient in hooge mate
de belangstelling der Regering, omdat zij door de grondbe
lasting, enz. reeds zwaar is belast, en de krachtigste bron van
welvaart van een land is. De Nederlandsche Regering moest
de aaudacht van het Engelsche gouvernement er op vestigen,
dat sommige streken in Nederland thans verschoond zijn van
de veeziekte en er da9 geen gevaar bestoud voor Engeland,
om vee uit die streken in te laten voeren; onder die streken
noemde de heer va>i Kerkwijk de geheele provincie Zeeland,
het eiland Goercê en Over-Flakkéc, enz.; hij wees er op, dat
de minister van binnenlandsche zaken in de Eerste Kamer den
lOden April had gezegd, dat door de Nederlandsche Regering
pogingen waren aangewend, om den invoer van vee uit Har-
lingeu en Delfzijl naar Engeland te bekomen, maar dat de
bovengenoemde streken daar evenveel aanspraak op hadden, als
die twee plaatsen De spreker vroeg vervolgens, welke maat
regelen door de Nederlandsche Regering waren genomen, om
te trachten het verbod op te heffen tot invoer van vee uit
Nederland naar Engeland.
De minister van buitenlandsche zaken antwoordde aan den
heer van Kerkwijkdat zoodra hem bekend wa9, dat in
Engelaud een verbod zou uitgevaardigd worden tot wering van
den invoer van vee uit Nederland, hij aan den Nederlandschen
gezant te Londen had getelegrafeerdom bij de Eugelsche
Regering aan te dringen op de opheffing van dat verbod dat
hij eerst hoop had gehad, dat het verbod zou worden opge
heven, maar die hoop zeer was verminderd. De Regering had
eerst getracht, om vrijheid vau invoer uit Harlingen en Delfzijl
te krijgen, omdat de veeziekte in die streken in het geheel
nog niet had gebeerscht en zich voorgesteld, om. zoodra zulks
was toegestaan, ook te trachten diezelfde vrijheid voor Zeeland
en andere onbesmette streken te verkrijgen. De minister ver
zekerde, dat de regering van haren kant alles zou doen, wat
mogelijk was, om te trachten het verbod van invoer op te heffen.
De heer van Kerkioijk trad daarna in eenige wederleggingen
van hetgeen de minister had gezegd, en drong er ten slotte
krachtig bij de Regering op aau, dat zij geen pogingen zou
verzuimen, om te trachten het verbod van invoer ingetrokken
te krijgen, omdat de landbouwers hier een zeer groot belaDg
bij hadden.
Hiermede liep deze interpellatie af; de kamer zal in dc vol
gende dagen, in de afdeelingen eerst eenige ingekomen wets
ontwerpen onderzoeken, en daarna overgaan tot de openbare
behandeling der Cultuurwet.
Z. M. heeft benoemd tot subst.-off. van justitie bij de
arr.-regtbank alhier jhr. mr. E. B. A. N. Melort, thans subst.-
griffier bij de arr.-regtb. te 's Hertogenbosch.
Te Munchen is dezer dagen een proces gevoerd, zooals
slechts zelden voorkomt. Eene zekere vrouw Rieg, weduwe
van een herbergier, heeft hare schoone zeventienjarige dochter
verkocht aan den ouden in Beijeren maar al te goed als
wellusteling bekenden prins Wrede, dien zij als handelaar in
wijnen aan hare dochter had voorgesteld. Wrede betaalde
daarvoor 200 galden. De ontaarde moeder is tot driejaren
gevangenisstraf veroordeeldterwijl tegen priu9 Wrede een
aanklagt wegens meineed wordt ingesteld. Men zal erkennen,
dat de dames van Zirik en Mont-athos Dog heiligen waren
vergeleken met vrouw Rieg.
Ouder de voorwerpen bij den boekh. S. OchtmanJz.
ten toon gesteld, munt boven mate uit de heerlijke schilderij
van den heer E. Verveer, voorstellende Licht en Schaduw, in
het visschers leven, aangekocht voor de verlotiug van de Kunst-
kronijk voor J 1000.
Nog nimmer heeft een schilderij zulk een diepen indruk bij
ons verwekt als dit meesterstukhet stemt den beschouwer
werkelijk tot weemoed en gevoeld men medelijden met de arme
weduwe en hare drie kinderen „mijn vader komt nooit weer
terug" is op het gelaat van deu jongen te lezen, die met
jaloerschen blik het geluk van zijne uabuurkindcren ziet die hun
vader te gemoet komen, daverende van vreugde. Dit meester
stuk treft het hart en i9 het vol gedachten, 'tis zuivere poëzij,
dat heerlijke tafereel, eu geen wonder, dat wij het met moeite
verlieten. Niemand verzuime dan ook nu dat kunststuk te gaan
bewonderen. De andere prijzen zijn mede zeer aan te bevelen,
doch de beperkte ruimte verbiedt ons, daar iets van te zeggen;
de collectie is fraaijer en grooter dau de vorige keer.
GENENGOE HERIGTEN.
Dc berigten over oorlog of vrede wisselen malkander
met den dag af; heden zoude nicn zeggen dat de singling
een aanvang beeft genomen, cn morgen dat er geen schol
zal gedaan worden. Te Munchen heeft eene moeder hare
dochter van 17 jaren verkocht aan een prins onder een
valschen naam, waarvoor de moeder veroordeeld is tot 3
jaren gevangenis, doch de prins niet Die man zal, even
als de moordenaar van een Franschen kok, wel boven de
wet zijn en niet gepakhuisd worden. In dc omstreken
van Wijhe is bet vee zoo duur, dat niemand zich kan her
inneren ooit zulke hooge prijzen gekend te hebben. Met
de veeziekte gaat het ais met de geruchten van oorlog; dan
wat beter en dan wat erger. Het Dagblad ziet weder
wolven op den weg, waar geen muizen zijn. Het voorspelt
nu weer spoedig: geldleening a la van Hall, income tax
of staatsbankroet: terwijl weder andere vogelverschrikkers
eene ruode republiek, en een tweede Robespierre met de
guillotine in het verschiet zien opdagen ,.Ik wil zoo
naauw niet meer zien," zegt eene naaldprinses te Melis-
kerke, „anders krijg ik van den zomer weer geen Kloris
om pret te maken." Nu, zij heeft woord gehouden ook,
want zij heeft er een genomen die overal afgekeurd is.
De trotsche boerin in Zuid-Beveland, met diepe zakken en
geen geld, is dol, dat zij hare dochter niet kan uithuwe
lijken aan een molenaar. Toen die man ondertrouw moest
gaan doen was bij op den hooizolder gekropen, en hoe
men zocht, niemand kon hem vinden, liet kroonen is dus
overtollig geweest, en dc acht gulden kosten aan paper,
enz. zijn weggegooid, terwijl dc 43 pond vet kalfsvleesch,
het suikergebak, wijn cn rummeijesnu door de huisgo-
uooten zelf maar zullen gebruikt moeten worden. „liet
geluk is voor mij de wereld uit," zegt een weduwenaar te
Nieuw, „want ik kan mijne koekjes zoo lekker niet bakken,
en mijne schoenen en liaar zoo blinkend niet strijken dat
het mij gelukt, een vogel in de kooi te krijgen; daarom:
Het stil en eenzaam leven,
Zal ik mij in begeven
Door mij reeds lang bemind;
En 't zal mij nooit berouwen,
Als ik niet kom te trouwen.
Al heb ik vrouw noch kiud
Een kwast te Spijkenisse wordt aangeraden, de men-
schen te A. met rust te latenwant komt hij daar wonen,
dan zal het hem geen voordeel zijn. Te 's iiccrenhoek
zal ten tooneele gevoerd worden De mandenmaker of de
rijke bijdrage van vier cent voor arme kinderen; gevolgd
door rijke Jaap.
„Als apen hooge klimmen willen,
Dan ziet men eerst hun naakte billen."
Zoo zingt men te Rockanje, nu een rijken boer de gemeente
gaat verlaten, en.van eene uitmuntende hoeve naar een ach
terkamertje gaat verhuizen. Drie dames te T. worden
verzocht, wanneer zij meer brieven schrijven, hunne adressen
op te geven, andeis kunnen zij niet geantwoord worden.
Te A. vraagt menof het niet ongehoord is, om op
zondag waterpassen voor den spoorweg te leggen? De veld
wachter kan dit wel zien, maar is te slecht van gezigt om dit
op te merkenen vooral als hij in zijn tuin bezig is met
zaaijen en planten. De fijne dame te Z. zal nog dol
worden, nu hare streken aan het licht zijn gekomen, doch zij
kan maar niet raden wie dit gedaan beeft; en nu zingt zij:
Als ik het maar eens wist,
Wie dat die kool mij stoofde,
Ik kreeg met hem wel twist,
Wat of hij mij beloofde,
Eu hoe hij ook mogt klagen,
Hij kreeg een goed pak 6lagon.
marktprijzen te Zierikzee.
26 April 1866.
Boter van O 50 tot /"0.55 en gras boter /0.47 per 5
ons. Kip Eijeren van /0.45 tot J 0 55 per 25 stnks. Een-
deu Eijeren van /"0.55 tot /O 60 per 25 stuks.